-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1979 | 1 november
-
-
Vragen van lezers
● In Openbaring 19:19-21 wordt gezegd dat in de komende oorlog van God het symbolische wilde beest en de valse profeet in het meer van vuur geworpen zullen worden, maar dat „de overigen” met het zwaard gedood zullen worden. Wie zijn „de overigen”, en wat zal er met hen gebeuren?
Na een beschrijving gegeven te hebben van „het Lam” en zijn engelen die oorlog zullen voeren tegen Gods vijanden, vermeldt Openbaring 19:19-21: „Ik zag het wilde beest en de koningen der aarde en hun legers vergaderd om de oorlog te voeren tegen degene die op het paard zat en tegen zijn leger. En het wilde beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet, die voor zijn ogen de tekenen had verricht waarmee hij degenen had misleid die het merkteken van het wilde beest hadden ontvangen en degenen die aanbidding geven aan zijn beeld. Levend werden zij beiden in het vurige meer geslingerd, dat met zwavel brandt. De overigen echter werden gedood met het lange zwaard van degene die op het paard zat, welk zwaard uit zijn mond te voorschijn kwam. En alle vogels werden verzadigd van de vleesdelen van hen.”
Wanneer men deze passage vluchtig leest, zou men de indruk kunnen krijgen dat er een fundamenteel verschil bestaat in de afloop voor het wilde beest en de valse profeet en de afloop voor „de overigen”. Zowel de context van deze passage als andere gedeelten van Openbaring tonen echter aan dat „de overigen” menselijke vijanden van God zijn die in de komende oorlog van God worden vernietigd.
Openbaring 19:11-21, welk gedeelte door The New Bible Commentary „Het Messiaanse oordeel van Armageddon” wordt genoemd, begint met de lezers het Lam, Jezus Christus, op een wit paard te laten zien. Met zijn hemelse legers rijdt hij uit om Gods toorn tegen de natiën te voltrekken (19 vs. 11-16). Vooruitlopend op de komende slachting, roept de engel aasetende vogels om de vleesdelen van degenen die zullen sneuvelen, te eten. — 19 Vs. 17, 18.
Vervolgens zag Johannes, in de passage die wij hierboven hebben gelezen, de eigenlijke oorlogvoering. Eerst wordt er actie ondernomen tegen het symbolische wilde beest (een afbeelding van Satans wereldomvattende politieke stelsel) en de valse profeet (die de zevende wereldmacht afbeeldt)a (Openb. 13:1, 2). Het visioen maakt duidelijk dat deze twee tot aan hun vernietiging op volle toeren werkzaam zullen zijn en tegen God zullen strijden. Zouden zij later weer te voorschijn kunnen komen, zoals eerder het geval was met het symbolische beeld van het beest? (Openb. 17:8-11) Daar is geen kans op. Ze worden „in het vurige meer geslingerd, dat met zwavel brandt”. Daar zal ook Satan worden vernietigd. Het „meer van vuur” beeldt blijvende vernietiging af. — Openb. 19:19, 20; 20:10, 14; 21:8.
Vervolgens wordt er in Openbaring 19:21 gezegd dat „de overigen . . . werden gedood” met een lang zwaard en werden achtergelaten om door de vogels opgegeten te worden. Zijn „de overigen” louter personen die er niet bij betrokken zijn en die zich in deze oorlog aan geen van beide zijden bevinden?
Het boek Openbaring antwoordt duidelijk Neen. Merk in Openbaring 19:18 op dat een engel, toen hij vogels voor het feestmaal uitnodigde, het soort van personen opnoemde wier vlees opgegeten zou worden: koningen, militaire bevelhebbers, sterke mannen, strijders te paard en ’allen, zowel vrijen als slaven en kleinen en groten’. Ook worden in 19 vers 19 de koningen en hun legers in verband gebracht met het wilde beest, wanneer dit strijd voert tegen het Lam. „De overigen” zijn dus tegenstanders van Jehovah’s Zoon. Zij zijn ondersteuners van het wilde beest, die zich er actief mee hebben verbonden, de belangrijke alsook de onbelangrijke ondersteuners.
In Openbaring 14:9-11 wordt melding gemaakt van zulke ondersteuners van het wilde beest, degenen die de krachtsinspanningen ervan goedkeuren of die er daadwerkelijke ondersteuning aan verlenen: „Indien iemand het wilde beest en zijn beeld aanbidt en een merkteken aan zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van God, die ongemengd in de beker van zijn gramschap is ingeschonken, en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige engelen en ten aanschouwen van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en dag noch nacht hebben zij rust, zij die het wilde beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam ontvangt.” — Openb. 14:9-11.
De wereldomvattende prediking door Jehovah’s Getuigen vormt thans een hulp om degenen die Gods zijde kiezen, te scheiden van degenen die het wilde beest aanbidden. Alleen de tijd zal uitwijzen wat er vóór het einde wellicht nog gebeurt om personen ertoe te brengen een duidelijk standpunt aan de ene of de andere zijde in te nemen. In Openbaring 19, waar over de naderende vernietiging van het wilde beest en de valse profeet wordt gesproken, wordt in ieder geval duidelijk verwezen naar degenen die ’het merkteken van het wilde beest ontvangen’.
Maar wat valt er te zeggen over het feit dat in Openbaring 19:20, 21 staat dat het wilde beest en de valse profeet in het meer van vuur worden geworpen, terwijl „de overigen” met het zwaard worden gedood en aan de vogels worden overgelaten?
Het is opmerkelijk dat de terechtstelling van „de overigen” (de ondersteuners die zich met het wilde beest hebben verbonden) een uitdrukking van de „toorn der gramschap van God” is (Openb. 19:15). In Openbaring 13:8 wordt over degenen die het wilde beest aanbidden, verklaard: „Van niet één van hen staat . . . de naam geschreven in de rol des levens van het Lam.” En Openbaring bezigt feitelijk dezelfde taal in verband met de aanbidders van het wilde beest als in Openbaring 20:10 met betrekking tot Satan, het wilde beest en de valse profeet wordt gebruikt, namelijk: „Zij zullen dag en nacht gepijnigd worden tot in alle eeuwigheid.” Dit toont dus aan dat de terechtstelling, het onbegraven blijven en door de vogels opgegeten worden, afbeeldt dat „de overigen” volledig door God worden verworpen. In plaats van begraven te worden alsof zij een opstanding verdienen, laat men hun lijken op de grond liggen. Aasetende vogels moeten hen daar opeten. Daarom worden zij in Openbaring 19:21 niet afgebeeld als worden zij verbrand. (Vergelijk Ezechiël 39:17-19.) The Tyndale New Testament Commentary zegt hierover: „Het beeld van vernietiging wordt voltooid met de verklaring dat de vogels werden verzadigd met het vlees van de gesneuvelden, een normale beeldspraak voor definitieve vernietiging.”
Openbaring 19:21 vermeldt dus Gods oordeel over zijn menselijke vijanden, namelijk de ondersteuners van het wilde beest, die zich er actief mee hebben verbonden en die in de komende „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” vernietigd zullen worden. — Openb. 16:14.
[Voetnoten]
a „Babylon de Grote is gevallen!” — Gods koninkrijk heerst! blz. 63, 68, 69, 125, 201, 202.
-
-
Het schiet midden in de roosDe Wachttoren 1979 | 1 november
-
-
Het schiet midden in de roos
Het boek „Vergewist u van alles; houdt vast aan dat wat voortreffelijk is” schiet midden in de roos door de allerbeste raad te geven die gevonden kan worden. Het laat de bijbel voor zichzelf spreken. Belangrijke schriftplaatsen over honderden interessante onderwerpen, zoals waar de doden zijn, staan u hierdoor onmiddellijk ter beschikking.
Dit compacte boek in zakformaat heeft een hard, met goud bedrukt kaft. De 512 bladzijden ervan zijn op dun bijbelpapier gedrukt. Bestel uw exemplaar nu. Slechts ƒ 3,–, franco. (Voor België 40 F; voor Suriname Sƒ 1,50.)
-