„De dood zal er niet meer zijn”
ALLEEN zij die een van hun geliefden door de dood hebben verloren, kennen de verschrikkelijke leegheid, het vreselijke gevoel van verlatenheid en het hartverscheurende verdriet dat de dood bij een onwelkom bezoek achterlaat. Voor dezulken is de dood geen vriend. Een vriend zal een dergelijke pijn niet veroorzaken of zulke diepe, blijvende wonden slaan. In plaats van een vriend is de dood dus een enorme vijand.
Uzelf ervan trachten te overtuigen dat de dood niet werkelijk bestaat maar slechts een deur naar een nieuw leven is, brengt geen verandering in de harde werkelijkheid. Wreed snijdt hij het geliefkoosde bestaan van zowel jong als oud af. De afwezigheid van een geliefde die door de dood is weggenomen en het schokkende besef dat hij of zij nooit meer in het huis zal terugkomen, u liefdevol zal omhelzen en met u zal spreken, maakt dat u zijn bestaan en de verschrikkelijke beslistheid ervan voortdurend voelt. De dood is een werkelijkheid en hij laat op het hart van de levenden pijnlijke littekens achter.
Het verlangen van alle normale mensen is zelf zolang mogelijk uit de klauwen van de dood te blijven maar ook hun geliefden zo lang mogelijk bij zich te houden. Denk eens in wat het zal betekenen wanneer er een tijd komt waarin de dood niet meer zal bestaan! U zult dan nooit meer naar een kerkhof behoeven te gaan om er over het verlies van iemand die u heeft liefgehad, te treuren. Nooit zult u meer de hartepijn ervaren als gevolg van het feit dat u naar de grafsteen keek die u er opmerkzaam op maakte dat daar, onder uw voeten, een van uw geliefden begraven lag. In plaats daarvan zullen uw geliefden altijd met u in het land der levenden verkeren.
Dat er zo’n tijd zal komen, is niet zo maar een lege veronderstelling, maar even werkelijk als het iedere ochtend opnieuw opkomen van de zon. Het is op een betrouwbare belofte gebaseerd, gegeven door de Enige die in staat is haar te vervullen. Deze belofte kunnen wij in Openbaring 21:4 van zijn Woord vinden, waar wij lezen: „Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan”. Ook in het boek Jesaja staat dit bericht opgetekend: „Hij zal voor eeuwig den dood vernietigen, en de HERE zal de tranen van alle aangezichten afwissen”. — Jes. 25:3.
De vervulling van deze wonderbaarlijke belofte zal komen wanneer Jehovah’s koninkrijk onder Christus het huidige verdorven samenstel van dingen heeft uitgewist en het door een rechtvaardige nieuwe wereld heeft vervangen. In dat koninkrijk zal de dood die als gevolg van Adams zonde voor de gehele mensheid onvermijdelijk is geweest, niet langer de macht over de mens uitoefenen. Hij zal ophouden te bestaan, omdat de voordelen van Christus’ rantsoenoffer dan ten aanzien van gehoorzame mensen die graag op aarde willen leven, zullen worden toegepast.
Dit wil niet zeggen dat ook de viervoetige dieren, de vissen en de vogels nooit meer zullen sterven. Zo’n belofte is er nooit gegeven. Zij sterven niet wegens Adams zonde, maar omdat het klaarblijkelijk niet Gods voornemen was hen eeuwig te laten leven. Zijn Woord zegt over de redeloze dieren dat zij zijn „voortgebracht om gevangen en verdelgd te worden” (2 Petr. 2:12). De belofte dat ’de dood niet meer zal zijn’, kan daarom alleen maar op de mensen worden toegepast.
Wat zal er, wanneer de dood er niet meer is, met iemand gebeuren die opstandig is? Zal er dan geen mogelijkheid meer bestaan om een einde aan zijn leven te maken? Ja, natuurlijk wel. Dat er een eind aan de dood wordt gemaakt, betekent niet dat wanneer een persoon goddeloos gaat handelen hij van de vernietiging wordt gespaard. De bijbel zegt: „En de dood en het dodenrijk werden in den poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs” (Openb. 20:14). Hier blijkt duidelijk uit dat de door de vuurpoel gesymboliseerde dood altijd voor de mens mogelijk zal blijven maar niet onvermijdelijk is. Zolang iemand de Opperste Soeverein gehoorzaam blijft, zal hij dat niet ervaren. Met de dood die vernietigd zal worden doordat hij in de poel van vuur wordt geworpen, wordt de dood bedoeld die automatisch als gevolg van Adams zonde over de mensen komt. Wanneer er in Gods nieuwe wereld iemand sterft, zal hij als gevolg van zijn eigen goddeloosheid en niet wegens Adams zonde sterven. Naar de dood die wij van Adam hebben geërfd, wordt in de bijbel met de volgende woorden verwezen: „De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood”. — 1 Kor. 15:26.
De vernietiging van de Adamitische dood zal ook het einde van Hades of het gemeenschappelijke graf der mensheid betekenen. Niet langer zal de dood meer de onvermijdelijke toekomst zijn voor allen die worden geboren. Hij zal er zelfs niet alleen mee ophouden mensen tot zich te nemen, maar zal ook degenen die al in de dood zijn ontslapen, niet langer kunnen vasthouden. Door de opstanding zullen grote menigten mensen die naar het gemeenschappelijke graf der mensheid zijn gegaan en in de herinnering van God bewaard zijn gebleven, tot menselijk leven terugkeren. Jezus beloofde dit toen hij zei: „Verwondert u hierover niet, want de ure komt, dat allen, die in de graven zijn, naar zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel”. — Joh. 5:28, 29.
Deze vertroostende belofte geeft hoop aan alle treurenden. Het verschrikkelijke gevoel dat de dood een beslissend einde brengt, wordt hierdoor weggenomen en wij ontvangen de hoop dat onze overleden geliefden weer opnieuw leven zullen ontvangen. Tot het tijdstip is genaderd waarop God de doden een opstanding zal geven, zullen dezen in een toestand blijven waarin zij geen bewustzijn hebben, de toestand die Jezus met een slaap vergeleek toen hij zei: „Lazarus, onze vriend, is ingeslapen, maar Ik ga daar heen om hem uit den slaap te wekken” (Joh. 11:11). Op dezelfde wijze als hij Lazarus opwekte en hem weer tot het bewuste bestaan terugbracht, zal hij gedurende zijn 1000-jarige regering grote menigten mensen een opstanding geven. Indien enkele van deze, door een opstanding uit de dood teruggekomen mensen er de voorkeur aan zouden geven opstandig te worden en een ongunstig oordeel van God zouden ontvangen, zullen zij opnieuw sterven. Dat zal voor dezulken de tweede en laatste dood betekenen, de eeuwige dood, die gesymboliseerd wordt door de vuurpoel.
Daar het einde van de Adamitische dood zal betekenen dat de mensen voor onbepaalde tijd zullen kunnen leven zolang zij maar gehoorzaam zijn, kunnen wij daaruit toch niet de conclusie trekken dat de aarde overbevolkt zal worden. Degene die een einde aan de dood kan maken en de doden weer tot het leven kan terugroepen, is ook in staat te voorkomen dat de aarde te volkrijk zal worden. Wij kunnen met een vast vertrouwen vooruitzien naar de tijd waarin de dood er niet meer zal zijn, want Degene die het heeft beloofd, kan niet liegen. Het tijdstip waarop dit zal geschieden, valt nog in het leven van de mensen die thans op aarde wonen.