-
Inzicht in het nieuwsDe Wachttoren 1978 | 15 januari
-
-
toevoegend: „Dit resulteert onder andere in de hallucinatie die na terugkeer tot het bewustzijn wordt uitgelegd als was men gestorven en weer tot leven teruggekeerd.”
Ervaringen van deze aard, waarbij mensen zich „buiten hun lichaam” voelden, zijn dus geen bewijs dat een onsterfelijke ziel het lichaam verlaat om na de dood buiten het lichaam het bestaan voort te zetten. De bijbel zegt veeleer: „Er is geen mens die niet zondigt” en „de ziel die zondigt, díe zal sterven” (1 Kon. 8:46; Ezech. 18:4). De enige schriftuurlijke hoop voor terugkeer uit de dood is door middel van de opstanding. — Hand. 24:13.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1978 | 15 januari
-
-
Vragen van lezers
● De Wachttoren (van 15 juni en 1 juli 1976 over het bijbelboek Hosea) laat zien dat Jehovah God, de hemelse Echtgenoot, als het ware getrouwd is met het geestelijke Israël. Hoe valt dit te rijmen met het feit dat, volgens de apostel Paulus, de christelijke gemeente aan één man, Jezus Christus, ten huwelijk beloofd is? (2 Kor. 11:2) Is dit niet tegenstrijdig en verwarrend?
Wij moeten oppassen dat wij, wanneer wij bijbelse zinnebeelden beschouwen, deze niet door elkaar halen maar elk zinnebeeld in zijn eigen context beschouwen. Jehovah God verwijst bijvoorbeeld naar zijn hemelse universele organisatie als zijn vrouw. We zien dit al in het begin van de bijbel, in Genesis 3:15, en een aantal malen in de profetie van Jesaja. Nochtans is zijn eniggeboren Zoon de voornaamste persoon van zijn organisatie. Van één kant beschouwd, is Jezus Christus het voornaamste lid van Gods „vrouw”, en van de andere kant beschouwd, is hij de eerstgeborene van alle zonen van God. Huwde God dan met zijn eniggeboren Zoon? Neen, we moeten oppassen dat we de zinnebeelden niet door elkaar halen. Enerzijds is hij Gods Zoon, en anderzijds is hij een deel van Gods „vrouw”.
Zo gebruikt de bijbel ook verschillende zinnebeelden om naar Christus’ volgelingen te verwijzen. Zij worden zijn broeders genoemd (Matth. 25:40; Hebr. 2:17). Er wordt ook naar hen verwezen als Christus’ lichaam (1 Kor. 12:27). Verder wordt er ook over hen gesproken als de toekomstige „vrouw van het Lam” (Openb. 21:9). Maar als wij zouden zeggen dat Jezus met zijn broeders of zijn eigen lichaam trouwt, dan zouden wij de zinnebeelden door elkaar halen. Van één kant beschouwd, zijn de volgelingen van Jezus Christus zijn broeders en van de andere kant beschouwd, zijn zij zijn lichaam.
Jehovah God beschrijft zichzelf ontegenzeglijk als de „echtgenoot” van de letterlijke natie Israël (Hos. 1:2; 2:16). Aangezien het letterlijke Israël een afschaduwing van het geestelijke Israël was, volgt hieruit dat Jehovah ook de echtgenoot van het geestelijke Israël genoemd zou kunnen worden. Net zoals hij door middel van het Wetsverbond de echtgenoot van het letterlijke Israël werd, werd hij door middel van het nieuwe verbond de echtgenoot van het geestelijke Israël (Jer. 31:31-33; Hebr. 8:6-12). Dit geldt alleen met betrekking tot gezalfde christenen, die als een natie van geestelijke Israëlieten beschouwd worden.
Vanuit een ander standpunt bezien, worden zij, als de christelijke gemeente, echter beschouwd als de toekomstige bruid van Christus. Dit komt doordat zij met hem verenigd zullen worden, zoals man en vrouw verenigd zijn, en zij zullen met Christus in hemelse heerlijkheid delen, zoals een bruid in koninklijke eer en aanzien met haar echtgenoot-koning deelt. Dus bezien vanuit het standpunt dat de 144.000 de geestelijke natie Israël vormen, kan men zeggen dat Jehovah hun echtgenoot is. Bezien vanuit het standpunt dat zij de christelijke gemeente vormen, dragen zij, net zoals een vrouw de naam van haar man draagt, Christus’ naam en zijn zij zijn toekomstige bruid.
In dit opzicht kan er opgemerkt worden dat de christelijke Griekse Geschriften elke verwarring vermijden door nooit met betrekking tot de gezalfde volgelingen van Christus te zeggen dat Jehovah hun echtgenoot is, maar slechts te vermelden dat zij aan Jezus Christus ten huwelijk beloofd zijn. Hij is de bruidegom van het „Nieuwe Jeruzalem”, Jehovah is de echtgenoot van het „Jeruzalem dat boven is”. — Gal. 4:26; Openb. 21:2.
(Verdere inlichtingen kunt u vinden in het artikel „De bijbelse Jeruzalems identificeren” in De Wachttoren van 15 juni 1977, blz. 377.)
-