-
Wat is er gaande in de religie?Ontwaakt! 1974 | 22 januari
-
-
vaarwel te zeggen. Onder joodse geestelijken is de verhouding zes op tien.”
De vooruitzichten op vervanging van de vertrekkende geestelijken zijn bepaald somber te noemen. Maar heel weinig mensen verlangen nog naar een geestelijk ambt, met het gevolg dat vele seminaries sluiten. In slechts één gebied in het midden van de Verenigde Staten zijn sedert 1967 twaalf van de eertijds drieëndertig seminaries gesloten! In The Christian Century stond de opmerking: „Protestantse seminaries verdorren en katholieke sterven aan de wijnstok.”
Ook in andere landen is de situatie ernstig. „Achttienduizend kerken, kapellen en oratoriums staan in Frankrijk leeg of staan op het punt leeg te komen”, berichtte de Parijse Journal du Dimanche van 18 januari 1970. „Dit betekent dat meer dan de helft van de plaatsen van aanbidding in Frankrijk gedoemd zijn te verdwijnen.” De in Ottawa verschijnende Citizen van 6 januari 1973 meldt: „In de afgelopen paar jaar zijn er in Groot-Brittannië 5000 [kerken] gesloten.”
Deze teruggang dreigt de wereldreligie ernstig te gaan verlammen. Maar wat steekt er achter? Waarom hebben zovelen de kerk verlaten of brengen er, op zijn minst genomen, nog slechts weinig bezoeken aan?
Oorzaken van achteruitgang
Ten eerste kan er worden gesteld dat de mensen langzamerhand gaan walgen van de manier waarop de kerken de nadruk blijven leggen op geld en alles wat daarmee samenhangt. „’Ik zal u zeggen hoe de instelling van de kerk is’, zo begon een actieve lutheraan. ’Ze is hebzuchtig. Ze wil uw geld. . . . Zij doen altijd alsof zij niet genoeg kunnen krijgen.’” Was u een dienovereenkomstige mening toegedaan? Mensen die er zo over denken verlaten de religie. — The Lutheran, 6 november 1968.
Veel mensen zijn tegelijk verontrust over de betrokkenheid van religie bij politieke zaken. Het tijdschrift Reader’s Digest van oktober 1971 bevatte een artikel met als titel „Moeten onze kerken de revolutie bekostigen?”, waarin werd verklaard: „De Wereldraad van Kerken maakt gebruik van kerkelijke macht en kerkelijke gelden om opstandige bewegingen in de Verenigde Staten en Afrika te steunen.” Is de kerk waarmee u bent verbonden, diep verwikkeld in politieke aangelegenheden?
De geestelijkheid heeft zich niet beziggehouden met het aan haar toegewezen werk, bestaande in het onderwijzen van Gods Woord, en dit heeft velen bedroefd. „Jazeker, wij zijn bijbelanalfabeten”, gaf een vrouw in The Arizona Republic toe. „De predikanten prediken of onderwijzen het evangelie niet meer.” Is het dan nog een wonder dat mensen de religie verlaten?
Veel mensen zijn van mening dat de kerken God eenvoudig niet dienen. De omslag van het maart-nummer van Ladies’ Home Journal van 1969 droeg de opvallende kop: „1000 vrouwen berichten: ’God is niet meer in de Kerk te vinden!’”
Zou het kunnen zijn dat de Almachtige God het zelf ook oneens is met de kerken?
Religie die door God wordt afgekeurd
Gods Zoon Jezus Christus maakte bij een bepaalde gelegenheid duidelijk dat God niet alle religie goedkeurt. En de woorden die hij toen uitsprak, zijn in het bijzonder van toepassing op alle beoefenaars van religie die niet strookt met de wil van zijn Vader:
„Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele krachtige werken verricht?’ En toch zal ik hun dan in het openbaar bekendmaken: Ik heb u nooit gekend! Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid.” — Matth. 7:21-23.
Werkers der wetteloosheid! Zou u geïdentificeerd willen worden met een vorm van religie die volgens God wetteloosheid bewerkt? ’Maar’, zo werpt u misschien tegen, ’God zal een religieus stelsel toch nooit op die manier bezien, is het wel?’
O ja, beslist wel! Neem als voorbeeld het joodse religieuze stelsel in de eerste eeuw, waarvan de aanhangers beleden Gods wil te doen maar deze in werkelijkheid niet deden en er de voorkeur aan gaven hun eigen ideeën in plaats van Gods Woord na te volgen (Matth. 15:1-9, 12-14). Gods Zoon Jezus Christus zei tot de leiders ervan: „Ziet! Uw huis wordt u verlaten achtergelaten.” „Het koninkrijk Gods zal van u worden weggenomen.” En dat is precies wat er gebeurde! Het gehele religieuze stelsel van die dagen werd door God verworpen. Dientengevolge stierf het geen langzame dood, neen, maar werd het in 70 G.T. volkomen weggevaagd — werden de tempel, de priesters en de aanhangers ervan vernietigd, zoals Gods Zoon had voorzegd. — Matth. 23:38; 21:43; Luk. 19:41-44.
Hoe staat het er met uw religie voor? Hoe staat ze er bij God voor? Er bestaat een manier om daar achter te komen.
-
-
Het werk van de ware religieOntwaakt! 1974 | 22 januari
-
-
Het werk van de ware religie
DE RELIGIE die door God wordt goedgekeurd, schikt zich naar Gods vereisten en verricht het werk dat hij haar heeft opgedragen. Anders is ze niet de ware religie.
Wat is dan het werk van de ware religie?
Een van haar voornaamste verantwoordelijkheden betreft het werk dat Gods Zoon Jezus Christus zijn volgelingen toewees, met de woorden: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, . . . en leert” hen. Bovendien maakte Jezus duidelijk welke speciale boodschap zij zouden brengen door te zeggen: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën” (Matth. 28:19, 20; 24:14). Bij het doen van dit werk, zo laat de bijbel zien, dienen degenen die de ’van het standpunt van onze God uit bezien, reine religie’ beoefenen, „zichzelf onbevlekt van de wereld [te] bewaren”, en wel door niet de geest van de wereld aan de dag te leggen of zich in haar politieke aangelegenheden te mengen. — Jak. 1:27.
Doen de kerken dat? In een traktaat van het Buitenlandse Missiebureau van de Braziliaanse Baptist Convention, werd een uitspraak gedaan die evengoed op elke willekeurige andere religie van de wereld van toepassing zou kunnen worden gebracht:
„Toen Jezus zijn discipelen verliet . . . gaf hij hun slechts één taak: in de wereld het evangelie te brengen. . . . Nu is het zo dat wij alles doen behalve het enige dat Hij ons opdroeg. . . . Wij hebben het evangelie niet over de gehele wereld gebracht. Wij hebben Zijn opdracht niet uitgevoerd.”
Dit falen van de kerken om het „evangelie” te prediken, is aan velen niet ongemerkt voorbijgegaan. Toen onlangs aan de sociaal-historicus W. Herberg werd gevraagd of de kerken naar zijn mening in een bevrediging van de behoeften van de mens voorzagen, antwoordde hij: „Volgens mij hebben de meeste kerken dat nooit gedaan, gelet op hun enige wettige religieuze functie: de prediking van het evangelie.” — U.S. News & World Report, 4 juni 1973.
Waarom zijn de kerken in gebreke gebleven het werk te doen dat Gods Zoon zijn volgelingen opdroeg? Is het eenvoudig een kwestie van onbewust over het hoofd zien van verantwoordelijkheid? Neen, zoals wel blijkt uit wat twee predikanten aangaande de grootste federatie van religies in de Verenigde Staten opmerkten:
„De Nationale Raad van Kerken heeft zich de prediking van het evangelie niet als voornaamste doel gesteld . . . De raad is een kerkelijk machtsblok, dat streeft naar de wording van een invloedrijke super-kerk.”
Ja, de kerken zijn welbewust in gebreke gebleven Gods wil ten uitvoer te brengen om het „goede nieuws” van zijn Koninkrijksregering te prediken. In plaats daarvan hebben ze zich diep ingegraven in de politieke aangelegenheden van de wereld, terwijl hun kerkleden ertoe zijn gestimuleerd hun hoop voor eeuwige vrede te stellen op de regeringen van mensen.
Maar hoe staat het dan met het werk dat volgens Christus door dienstknechten van God verricht zou worden? Wordt dit werk op dit moment door iemand gedaan?
De religie die door God wordt gebruikt
Gods Woord blijft nooit onvervuld. Het „goede nieuws van het koninkrijk zal . . . worden gepredikt”, precies zoals Jezus profeteerde. God gebruikt thans een religieuze groep van mensen om deze wereldomvattende Koninkrijksprediking tot stand te brengen. Overigens is het wel een groep die volkomen afgescheiden en onderscheiden bestaat van de religies die zich hebben geïdentificeerd als een deel van de wereld en die deze ondersteunen bij het nastreven van haar doeleinden. Wie maken deze aparte groep uit?
Jezus verklaarde waaraan men hen onder meer kon herkennen: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Joh. 13:35). Wanneer u al de religieuze groepen die u kent, eens de revue laat passeren, welke springt er dan uit wegens de oprechte liefde die er onder de lidmaten ervan heerst?
Er is een religie die allerwegen bekendstaat als de voortbrengster van deze vrucht van de geest. Een van de redacteuren van de Sacramento Union van 9 juli 1965 merkte over de aanhangers ervan op: „Het is voldoende te zeggen dat wanneer de gehele wereld overeenkomstig de leer van de Jehovah[’s] Getuigen zou leven, er een eind zou komen aan bloedvergieten en haat, en de liefde als koning zou regeren.”
Maar verrichten Jehovah’s getuigen het werk van de ware religie? Maken zij, in gehoorzaamheid aan Christus’ gebod, discipelen van mensen uit alle natiën? Prediken zij het goede nieuws van Gods koninkrijk?
Predikant A. G. Gunn van de Schotse Kerk schreef in zijn kerkblad: „Een ieder die zich in de rijen van de Jehovah’s Getuigen voegt, wordt een bedienaar van het evangelie en moet van deur tot deur gaan om te getuigen. Wat dit betreft”, zo was Gunn verplicht te erkennen, „leggen zij de vinger op onze meest in het oog springende zwakheid, het in gebreke blijven van onze geestelijken en leken om het evangelie te prediken.”
Ja, de ijver waarmee Jehovah’s getuigen het Koninkrijksevangelie brengen, laat niet na veelvuldig verbazing te wekken. Zo schreef L. Pfeffer in het boek Church, State & Freedom: „Hun agressieve zendingsmethodiek doet denken aan die welke door de vroege christenen werd toegepast.” Het doel van Jehovah’s getuigen is, zoals in het charter van hun wettelijke corporatie wordt verklaard, „het evangelie van Gods koninkrijk onder Christus Jezus aan alle natiën te prediken als een getuigenis voor de naam, het woord en de oppermacht van de Almachtige God JEHOVAH”.
Dat hebben Jehovah’s getuigen zich ten doel gesteld. Maar is dit doel voor hen in de praktijk bereikbaar? Prediken zij het evangelie op een dusdanige schaal dat er kan worden gesproken van een vervulling van Jezus’ profetie? Hoe uitgebreid is hun prediking?
-