Identificeer de geest van de wereld
„Nu hebben wij niet de geest van de wereld ontvangen, maar de geest die van God komt.” — 1 Kor. 2:12, NW.
1. Welke geest heerst er op aarde, en met welke uitwerking?
ER HEERST thans overal op aarde een bepaalde geest. Een schrijver uit de oudheid sprak erover als „de geest van de wereld”. Deze geest oefent overal een bepaalde invloed uit op de mensen, en wel in negatieve zin, met het gevolg dat de wereld in grote moeilijkheden verwikkeld is geraakt en van kwaad tot erger voortgaat.
2, 3. (a) Wat moeten wij niet onder de „geest van de wereld” verstaan? (b) Wat is de „geest van de wereld” dan eigenlijk?
2 Wat moeten wij onder de uitdrukking „de geest van de wereld” verstaan? Niet een demon of een onzichtbare, bovenmenselijke, bovennatuurlijke geestelijke persoon die zeer veel invloed op de mensenwereld uitoefent. Er zijn inderdaad overvloedig veel bewijzen voorhanden waaruit blijkt dat er letterlijk onzichtbare demonen zijn die ook nog een vorst of heerser over zich hebben. De „geest van de wereld” is echter niet een onzichtbare persoon, een onzichtbaar met verstand begiftigd individu. Het is wel iets onzichtbaars, vandaar dat het een „geest” wordt genoemd, maar in plaats dat deze geest tot één persoon is beperkt, vormt hij een kenmerkende eigenschap van de mensenwereld in het algemeen. Hij wordt door de mensenwereld aan de dag gelegd. Hij wordt door al deze vele mensen tot uitdrukking gebracht. Wat is de „geest van de wereld” dan feitelijk?
3 Het is de gemoedstoestand, de geesteshouding, de hardnekkige stemming die de mensenwereld beheerst. Deze geest zet de wereld ertoe aan een bepaald kenmerkend gedrag aan de dag te leggen, dat wil zeggen, op zodanige wijze te spreken, te denken, een bepaalde denk- of zienswijze te volgen, beslissingen te nemen en te handelen, dat daarbij een vastomlijnd patroon wordt gevolgd. Het resultaat is dat er één bepaalde gedragslijn wordt gevolgd, dat er een uniforme handelwijze aan de dag wordt gelegd. Door al deze uiterlijke uitdrukkingsvormen wordt onthuld of verraden wat voor soort van geest de mensenwereld bezit.
4. Kunnen de vele soorten van mensen thans de éne „geest van de wereld” bezitten?
4 De wereld van thans bestaat uit vele soorten van mensen van verschillende rassen, met verschillende huidkleuren en van vele nationaliteiten, die duizenden talen spreken, vele gewoonten volgen, zich op verschillende wijzen kleden en vele religiën beoefenen. Kunnen al deze verschillende mensen desondanks de éne „geest van de wereld” bezitten? Het antwoord luidt Ja.
5, 6. Wat zijn volgens de christelijke Griekse Geschriften enkele van de aspecten van deze gemeenschappelijke geest die door de mensenwereld aan de dag wordt gelegd?
5 Het zal beslist niemand van ons zijn ontgaan dat er thans over de gehele aarde een ’geest van vrees’ kenbaar is. De ’geest van dwaling’ moet op aarde ook wel hoogtij vieren. Er zijn ontzettend veel verdeelde meningen en theorieën, zelfs op het gebied van religie. Deze met elkaar strijdige meningen, ideeën, theorieën en culten kunnen niet allemaal juist zijn; de dwaling moet wel zeer wijdverbreid zijn.
6 Voor personen die klaar wakker zijn, is het duidelijk dat de „sluimergeest” op de meerderheid der mensen is neergedaald. Zij trekken zich het liefste nergens wat van aan, terwijl de betekenis van de huidige wereldgebeurtenissen hen koud laat. Zij willen niet wakker worden voor wat de wereldsituatie betekent en wat zij in het belang van hun eigen veiligheid en blijvende welzijn dienen te doen. Er bestaat ook een zekere universele gevangenschap. De mensen geven er blijk van de „geest van gevangenschap” te bezitten, alhoewel zij niet graag zullen toegeven dat dit zo is. Onder de enorme druk van de tijd heeft tevens overal een geest van zelfzucht of egoïsme de overhand. Deze zelfzuchtige geest openbaart zich op zeer vele manieren, in de politiek, in de handel en het zakenleven, in maatschappelijke aangelegenheden, in de internationale verhoudingen, in genoegens, in de religie en op andere belangwekkende terreinen. Ja, de wereld is geheel en al één in de gemeenschappelijke geest die ze tot uitdrukking brengt.a
7. Wat bezit de wereld thans, doordat ze reeds lange tijd van de „geest van de wereld” is doordrongen?
7 De „geest van de wereld”, die de mensen van de wereld besmet en beïnvloedt, laat zich reeds lang gevoelen. De auteur uit de oudheid die erover heeft geschreven, leefde negentien eeuwen geleden. Hij was een Aziaat, maar hij heeft veel in het oude Romeinse Rijk rondgereisd. Meer dan tweeduizend jaar vóór zijn tijd had de „geest van de wereld” zijn intrede gedaan en zich door de gelederen van de mensheid verbreid. Aangezien het menselijke geslacht reeds lange tijd geheel van deze geest is doordrongen, bezit de wereld thans naast haar „dwaze dingen”, ook wat „de wijsheid dezer wereld” wordt genoemd. Ze geeft een bepaald toneel of beeld te zien. Ze heeft haar eerste beginselen of elementaire dingen, die aan haar leringen en daden ten grondslag liggen. Ze heeft haar droefheid, die geen werkelijke verandering ten goede teweegbrengt maar tot de dood leidt. Ze heeft haar natiën en koninkrijken en ze heeft haar onzichtbare hemelse heerser. Met de geest van deze machtige onzichtbare heerser voedt deze wereld zich.b
8, 9. (a) Wanneer werd de „geest van de wereld” een actieve kracht die op de mensen in het algemeen invloed uitoefent? (b) Welke éne geest bezaten de acht overlevenden van de Vloed?
8 Hoe en wanneer werd de „geest van de wereld” een actieve kracht, een invloed die op de mensheid in het algemeen een bepaalde uitwerking heeft? Dit gebeurde meer dan een eeuw nadat de grote vloed over de gehele aarde was gestroomd en de menselijke bevolking tot slechts acht personen had gereduceerd, namelijk de patriarch Noach en zijn vrouw en hun drie zoons, Jafeth, Sem en Cham, met hun respectieve vrouwen. Wij kunnen onze afstammingslijn dus allemaal tot de acht menselijke overlevenden van de Vloed terugvoeren, zodat wij in werkelijkheid broers en zusters van elkaar zijn. De ark waarin Noach en zijn gezin die wereldomvattende vloed overleefden, kwam op de berg Ararat in Armenië, in zuidwest-Azië, terecht. Toen deze voorouders van ons uit de ark te voorschijn kwamen nadat zij er een vol zonnejaar in hadden gewoond, bezaten zij slechts één geest. Wat was dit voor een geest? Een aanbiddingsvolle geestesgesteldheid. Het was een overweldigende neiging en mentale drang om Degene te aanbidden die hen levend door de lange vloed had heengevoerd, het onzichtbare Wezen dat de Schepper van hemel en aarde is.
9 Deze Bewaarder van Noach en zijn gezin had ook de miljoenen slechte mensen, die de aarde met verdorven en immorele handelingen en gewelddaad hadden vervuld, vernietigd. Op welke wijze Noach en zijn gezin hun éne geest van aanbidding jegens de Schepper, Bewaarder en Vernietiger tot uitdrukking brachten, lezen wij in het bericht dat Noachs zoons, Sem, Cham en Jafeth, bijhielden:
10. Op welke wijze brachten die overlevenden van de Vloed hun éne geest onmiddellijk tot uitdrukking? Met welke reactie van de zijde van God?
10 „De aarde [was] droog. En God sprak tot Noach: Ga uit de ark, gij en uw vrouw en uw zonen en de vrouwen uwer zonen met u; doe al het gedierte dat met u is, van al wat leeft: het gevogelte, het vee en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, met u uitgaan, opdat zij wemelen op de aarde, en vruchtbaar zijn en talrijk worden op de aarde. Toen ging Noach uit, en zijn zonen en zijn vrouw en de vrouwen zijner zonen met hem. Al het wild gedierte, al het kruipend gedierte en al het gevogelte, alles wat zich op de aarde roert, naar hun geslachten, ging uit de ark. En Noach bouwde een altaar voor den HERE, en hij nam van al het reine vee en van al het reine gevogelte en bracht brandoffers op het altaar. Toen de HERE den liefelijken reuk rook, zeide de HERE bij Zichzelf: Ik zal den aardbodem niet weer vervloeken om den mens, omdat het voortbrengsel van des mensen hart boos is van zijn jeugd aan, en Ik zal al wat leeft niet weer slaan, zoals Ik gedaan heb [door een vloed]. . . . Weest vruchtbaar, wordt talrijk en vervult de aarde.” — Gen. 8:14 tot en met 9:1; 10:1.
NIMROD ONTWIKKELT EEN ANDERE GEEST
11. Waaraan of aan wie is het te wijten dat de geest van de overlevenden van de Vloed thans niet de geest van de wereld is?
11 De mensenwereld bezit thans echter niet die geest van verenigde aanbidding ten opzichte van de Schepper, Jehovah God. Waarom is de aanbiddingsvolle geest die zij destijds bezaten, met het oog op het feit dat het gehele nu levende menselijke geslacht van die acht overlevenden van de Vloed is afgestamd, thans niet de geest van de wereld? Dit is voornamelijk te wijten aan een man die niet het voorbeeld van zijn overgrootvader Noach wenste te volgen. Hij gaf er de voorkeur aan een opstandige geest te ontwikkelen, een geest van oppositie tegen Noachs God, Jehovah. Wie was deze man? Nimrod, die via Cham en Chams zoon Kusch van Noach afstamde. Hij wilde een belangrijke en machtige positie onder de mensheid verwerven en over anderen heersen. Neen, hij onderscheidde zich niet als een vreedzame landman of als een herder. Hij maakte zich een naam als jager, en ten slotte doodde hij niet alleen wilde dieren maar ook mensen. Nimrods geest maakte zich ook van andere mensen meester, hetgeen ten slotte aanleiding gaf tot de vorming van een gezegde dat op de navolgers van die met een slechte geest bezielde man van toepassing werd gebracht: „Zoals Nimrod, een machtig jager in strijd met Jehovah.” — Gen. 10:9, NW.c
12. Wat stelde Nimrod zich ten doel, en welke onderneming van hem werd wereldberoemd?
12 Neen, Nimrod werd niet evenals zijn overgrootvader Noach een boer of landman van beroep (Gen. 9:20). Hij stelde zich ten doel steden te bouwen. Hij wilde mensen bijeenbrengen en als koning over hen heersen, waarbij hij hen met het oog op zijn ambitieuze plannen zou organiseren. Zijn eerste stad werd beroemd en heeft een grote invloed uitgeoefend op de geschiedenis van de mensenwereld. De naam van deze stad luidde Babylon, zoals de Grieken haar noemden, of Babel, zoals Noach en zijn zoon Sem haar noemden. De meeste mensen herinneren zich de stad Babylon vanwege haar toren van Babel, waar de taal van de bouwers werd verward. Er zullen slechts weinig mensen zijn die zich herinneren dat Babylon de hoofdstad was die door Nimrod, de man die de menselijke politiek in het leven heeft geroepen, werd gebouwd. — Gen. 11:1-9.
13. Aan de hand van welke historische feiten onthult Genesis 10:8-12 (NW) welke geest Nimrod tot handelen aandreef?
13 Ter onthulling van de slechte, zelfzuchtige, ambitieuze en bloeddorstige geest die deze bouwer van Babylon tot handelen aandreef, vermeldde de door Sem opgetekende geschiedenis het volgende: „En Kusch [de zoon van Cham] werd de vader van Nimrod. Hij maakte er een begin mee een machtige te worden op de aarde. Hij deed zich kennen als een machtig jager in strijd met Jehovah. Daarom is er een gezegde: ’Zoals Nimrod, een machtig jager in strijd met Jehovah.’ En het begin van zijn koninkrijk werd Babel en Erech en Akkad en Kalne, in het land Sinear. Van dat land trok hij naar Assyrië en ondernam hij het bouwen van Ninevé en Rehoboth-Ir en Kalah en Resen, tussen Ninevé en Kalah: dit is de grote stad.” — Gen. 10:8-12; 11:10, NW.
14. Welke houding legde Babylon tegenover Jehovah aan de dag?
14 Aangezien koning Nimrod een jager was die in strijd met Jehovah God handelde, was de religie die in Nimrods hoofdstad Babylon (of Babel) werd beoefend, ook in strijd met Jehovah. Ze bezat niet de geest van Jehovah God (1 Kor. 2:12, NW). Ze werd beslist niet door een geest van aanbidding jegens hem bewogen. Deze religie besteedde in het geheel geen aandacht aan de universele heerschappij van Jehovah God als de Schepper en Soeverein van hemel en aarde.
15. Hoe is Babylon de Grote ontstaan, en wat wordt ermee bedoeld?
15 Dit vormde er de reden voor waarom Jehovah God de taal van de bouwers van Babylon door een wonder verwarde en ervoor zorgde dat de meesten van hen overeenkomstig hun taalgroepen uit Babylon wegtrokken en werden verstrooid. Zij namen de geest van Babylon, de religie van Babylon, echter mee naar hun nieuwe woonplaatsen. Op deze wijze werd er een wereldrijk van valse, Babylonische religie opgebouwd. Dit breidde zich steeds verder uit, tot in de gebieden die thans als India, zuidoost-Azië en China bekendstaan en ook tot in Afrika en Europa, totdat het ten slotte alle andere delen van de aarde omvatte. Dit wereldrijk van valse religie is in strijd met Jehovah God omdat het in Babylon is ontstaan. Daarom geeft God dit religieuze wereldrijk in zijn bijbel de naam Babylon de Grote. Babylon of Babel betekent „Verwarring”. In overeenstemming met die naam is het Babylonische wereldrijk van valse religie een mengsel of verwarring van honderden religiën die in strijd zijn met Jehovah God, de Schepper.
16. Hoe laten het oude Babylon en Babylon de Grote zich met elkaar vergelijken wat hun bestaan en heerschappij betreft?
16 Babylon, de stad die aan de rivier de Eufraat in zuidwest-Azië werd gebouwd, is reeds lang geleden vergaan. Als een wereldrijk van Babylonische valse religie is Babylon de Grote echter blijven bestaan, terwijl het — of de mensen dit nu beseffen of niet — over het grootste deel der mensheid heerschappij uitoefent. De bijbel, het door Jehovah God geïnspireerde Boek, heeft veel over Babylon te zeggen. In het eerste bijbelboek, Genesis, kunnen wij lezen hoe Babylon is begonnen, en in het laatste of zesenzestigste bijbelboek, Openbaring of Apocalypse, wordt Babylon de Grote aan de kaak gesteld en worden wij erover ingelicht hoe deze macht vernietigd zal worden. Het oude Babylon is in de zevende eeuw vóór onze jaartelling een wereldmacht geworden, en het Babylonische Rijk omvatte een groot gebied in het Midden-Oosten en Egypte. Babylon de Grote oefent echter een wereldomvattende heerschappij uit. In het laatste boek van de bijbel wordt ze met een immorele vrouw vergeleken, terwijl er over haar wordt gezegd:
17. Hoe wordt de heerschappij van Babylon de Grote in Openbaring 17:1-18 (NW) afgebeeld?
17 „’Kom, ik zal u het oordeel tonen over de grote hoer, die zit op vele wateren, met wie de koningen der aarde hoererij hebben bedreven, terwijl zij die de aarde bewonen, dronken werden gemaakt van de wijn van haar hoererij.’ En op haar voorhoofd was een naam geschreven, een mysterie: ’Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde.’ . . . ’De wateren die gij gezien hebt, waar de hoer zit, betekenen volken en scharen en natiën en talen. En de vrouw die gij gezien hebt, betekent de grote stad, die een koninkrijk over de koningen der aarde heeft.’” — Openb. 17:1, 2, 5, 15, 18, NW.
18. Wanneer en hoe begon Babylon de Grote de christenheid te omvatten?
18 In de vierde eeuw van onze jaartelling begon Babylon de Grote ook de christenheid te omvatten. Het eerste oecumenische concilie van de bisschoppen van de christenheid werd in het jaar 325 bijeengeroepen, echter niet op de Vaticaanse heuvel in Rome, maar te Nicea, in Azië. Het werd bijeengeroepen door de ongedoopte Romeinse keizer Constantijn de Grote, die het onchristelijke religieuze ambt van pontifex maximus bekleedde. In deze hoedanigheid presideerde hij het concilie van Nicea en nam hij een beslissing ten gunste van de leerstelling van de Drieëenheid, namelijk dat God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest drie goden in één zijn. Dit is Babylonisch. Een nauwkeurig onderzoek van de fundamentele leerstellingen en gebruiken van de christenheid brengt aan het licht dat ze Babylonisch zijn, alhoewel dit feit is verdoezeld doordat er bijbelse namen aan zijn gegeven. Het wekt derhalve geen verbazing te bemerken dat de christenheid met de „geest van de wereld” is vervuld. Ze vormt nu het belangrijkste lid van het religieuze Babylon de Grote.
DRONKEN VAN BLOED
19. Welke handelwijze heeft het Babylon uit de oudheid jegens Jehovah’s volk aan de dag gelegd, en hoe wordt in Openbaring afgebeeld dat Babylon de Grote dezelfde geest bezit?
19 Het Babylon uit de oudheid was tegen Jehovah God en zijn volk gekant. De bijbel vertelt ons uitvoerig hoe de Babylonische wereldmacht het uitverkoren volk van Jehovah God heeft vervolgd. Op overeenkomstige wijze is ook Babylon de Grote steeds tegen Zijn volk gekant geweest. De apostel Johannes ontving een visioen waarin op dit feit werd gewezen. In dit visioen werd hem getoond hoe goddeloos Babylon de Grote eigenlijk wel is. Johannes zegt: „Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus.” Dit vormt er een van de belangrijkste redenen voor waarom Babylon de Grote verwoest zal worden, want Jehovah’s engel zei tegen de apostel Johannes: „Ja, in haar werd het bloed gevonden van profeten en van heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn” (Openb. 17:6; 18:24, NW). Babylon de Grote legt dezelfde bloeddorstige geest aan de dag als de stichter van het Babylon uit de oudheid, Nimrod, de ’machtige jager in strijd met Jehovah’. Van het bloed van wie is Babylon de Grote echter volgens het bericht dronken?
20. Hoe wordt door de dronkenschap van Babylon de Grote onthuld tegen wie ze is gekant, zoals in het geval van de apostel Johannes zelf wordt geïllustreerd?
20 Er wordt ronduit gezegd dat Babylon de Grote dronken is van het „bloed . . . van profeten en van heiligen”. Hiermee wordt het bloed bedoeld van de profeten en de heiligen van Jehovah God, Degene die de apostel Johannes het profetische visioen heeft gegeven over het oordeel dat over het wereldrijk van Babylonische religie zal worden voltrokken. Johannes zegt hoe hij zag dat de „vrouw” Babylon de Grote „dronken was van het bloed der heiligen en van het bloed van de getuigen van Jezus”. Deze Jezus is degene door bemiddeling van wie Jehovah God het visioen van de Openbaring aan Johannes heeft doorgegeven. Over de „getuigen van Jezus” kan worden opgemerkt dat Johannes volgens zijn zeggen zelf „getuigenis heeft afgelegd van het woord dat God heeft gegeven en van het getuigenis dat Jezus Christus heeft gegeven” (Openb. 1:1, 2, NW). De apostel Johannes was dus een van die „getuigen van Jezus”, en toen God hem door bemiddeling van Jezus Christus het visioen gaf, werd hij door de Romeinse keizer en pontifex maximus vervolgd. Babylon de Grote was derhalve niet alleen tegen het volk van Jehovah gekant dat vóór onze jaartelling leefde, maar ook tegen Christus’ ware volgelingen, zijn ware getuigen.
21. Op welke wijze heeft de christenheid er wat deze dronkenschap betreft, blijk van gegeven een echte „dochter” van Babylon de Grote te zijn?
21 Wat het dronken zijn „van het bloed van de getuigen van Jezus” betreft, de christenheid heeft er blijk van gegeven een echte „dochter” van Babylon de Grote te zijn. De christenheid beweert het rijk te zijn waarin het christendom wordt beoefend, maar gedurende de afgelopen zestienhonderd jaar van haar bestaan heeft ze het bloed van meer ware christenen vergoten dan de natiën die niet beweren christelijk te zijn. Door haar religieuze vervolgingen, haar religieuze inquisities en kruistochten tegen „ketters” en haar religieuze oorlogen heeft ze meer belijdende christenen gedood dan er door zogenaamd heidense natiën zijn afgeslacht. En wat valt er over de twee wereldoorlogen van onze twintigste eeuw te zeggen? De geschiedenis onthult dat deze oorlogen, die over de gehele aarde met een enorm verlies aan mensenlevens gepaard zijn gegaan, allebei door de natiën van de christenheid werden ontketend. De christenheid heeft werkelijk een geweldig grote rol gespeeld bij de verwezenlijking van de woorden die de engel volgens Openbaring 18:24 (NW) heeft uitgesproken, namelijk dat in Babylon de Grote het bloed werd gevonden van „allen die op de aarde geslacht zijn”.
22. Voor het aangezicht van wie draagt de christenheid een bloedschuld, en hoe moet deze worden uitgewist?
22 Als een deel van Babylon de Grote, waarmee het wereldrijk van Babylonische religie wordt bedoeld, draagt de christenheid een zware bloedschuld voor het aangezicht van God. Volgens de rechtvaardige wet van Jehovah God moet leven voor leven en ziel voor ziel worden gegeven. De bloedschuld van Babylon de Grote moet derhalve worden uitgewist doordat dit wereldrijk, met inbegrip van de christenheid, wordt vernietigd.
23. Hoe geeft Babylon de Grote, door de geest die ze aan de dag legt, te kennen wie haar God is?
23 Babylon de Grote verraadt door de geest die ze aan de dag legt, wie de god is die door haar wordt aanbeden. Ze geeft er blijk van de „geest van de wereld” te bezitten. Dit is in werkelijkheid de geest van degene die door Jezus Christus „de regeerder van deze wereld” werd genoemd, namelijk Satan de Duivel, de grote gevallen engel die de voornaamste tegenstander is van Jehovah God. — Joh. 12:31, NW.
24. (a) Op welke wijze verblindt de god van Babylon de Grote de mensen? (b) Op welke wijze helpt ze hem en legt ze ten opzichte van Jehovah’s volk zijn geest aan de dag?
24 Satan is de grote schuldige die de geest van de mensen met valse religie verblindt, opdat zij de bijbelse waarheid over Jehovah en zijn Zoon Jezus Christus niet aanvaarden. Het is precies zoals de christelijke apostel Paulus schreef: „Als er nu in werkelijkheid een sluier ligt over het goede nieuws dat wij bekendmaken, dan is het gesluierd onder hen die vergaan, onder wie de god van dit samenstel van dingen de geest van de ongelovigen heeft verblind opdat het verlichtende licht van het glorierijke goede nieuws over de Christus, die het beeld van God is, niet zou doorschijnen” (2 Kor. 4:3, 4, NW). Babylon de Grote is een deel van dit samenstel van dingen op aarde en de duivelse „god van dit samenstel van dingen” is haar god en degene met wiens geest ze zich voedt. Ze wordt zelf door hem bedrogen en ze helpt hem erbij de meerderheid van de bewoners der aarde te bedriegen en te misleiden. Haar god is degene „die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt”. Hij vervolgt degenen die Jehovah, de Allerhoogste God, toebehoren. Vandaar dat Satan oorlog voert met degenen „die de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus” (Openb. 12:9, 13, 17, NW). Babylon de Grote legt ten opzichte van deze getuigen dezelfde geest van vervolging aan de dag.
[Voetnoten]
a Zie in de bijbel 2 Timótheüs 1:7, Lu; Lukas 21:25, 26; 1 Johannes 4:6; Romeinen 11:8, KJ; 13:11-13; 1 Thessalonicenzen 5:6, 7; Romeinen 8:15, KJ; Galáten 4:6, 7.
b Zie in de bijbel 1 Korinthiërs 1:20, 21, 27, KJ; 3:19; 7:31; Galáten 4:3; Kolossenzen 2:8, 20, SV; Matthéüs 4:4; 2 Korinthiërs 7:10; Lukas 12:30; Johannes 12:31; 14:30; 16:11.
c Zie de bijbelse Cyclopædia door M’Clintock en Strong, Deel 7, uitgave van 1894, onder „Nimrod”. Zie ook het boek „Babylon the Great Has Fallen!” God’s Kingdom Rules!, de bladzijden 13, 14.
[Illustratie op blz. 136]
Nimrod legde een geest aan de dag die in strijd was met Jehovah