Inzicht in het nieuws
„Oppervlakkige allemansliefde”
„Wat is er fout gegaan?” vraagt John A. Howard, president van The Rockford Institute, wanneer hij de alarmerende toename van misdaad bespreekt. „Als ik mijn kinderen vertel dat wij vroeger, toen ik jong was, overdag en ook ’s nachts de voordeur nooit op slot deden, en dat wij ook de auto niet afsloten als wij in Chicago parkeerden, aangezien dit niet nodig was, kunnen zij zich moeilijk een beeld vormen van zo’n tijd. De verandering in slechts één generatie is ontzettend.” Na het falen van religie als een belangrijke oorzaak van de drastische toename van misdaad genoemd te hebben, zegt hij vervolgens: „De kerken en synagogen . . . hielpen de jongeren vroeger altijd in te zien dat er een verschil bestaat tussen goed en kwaad. . . . Maar velen van de geestelijken schijnen zich van de Tien Geboden te hebben afgekeerd en prediken van de kansel wat een vriend ’oppervlakkige allemansliefde’ noemt, een ongenuanceerd soort algemene goede wil, waarvan alle scherpe kantjes op het gebied van specifieke vereisten en offers zijn afgehaald om voor zo ongeveer iedereen aanvaardbaar te zijn.”
Dat dit is gebeurd, dient ons niet te verbazen, want de bijbel heeft voorzegd dat er een tijd zou komen „dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar zich overeenkomstig hun eigen begeerten tal van leraren zullen bijeenbrengen om hun oren te laten kittelen, en zij zullen hun oren van de waarheid afwenden”. — 2 Tim. 4:3, 4.
Geen moord?
„De man die een 29-jarige zwangere vrouw dolksteken toebracht — waardoor haar ongeboren baby werd gedood — zal geen moord ten laste worden gelegd wanneer hij wordt gearresteerd”, verklaart de New York Post. Waarom niet? Omdat de Newyorkse „staatswet — die is ontworpen om artsen die abortussen verrichten, tegen de beschuldiging van moord te beschermen — verklaart dat de dood van een foetus die jonger is dan zes maanden, geen doodslag is, zelfs niet als de vitale organen en ledematen volledig gevormd zijn”, antwoordt de Post. Vandaar dat de aanrander van de vrouw, die zich niets van haar smekend geroep aantrok haar geen letsel toe te brengen aangezien zij zwanger was, alleen ten laste zal worden gelegd dat hij de moeder heeft verkracht en steekwonden heeft toegebracht.
Ja, hoe ver zijn ’s mensen wetten van Gods wet afgeweken! Onder Gods volk in de oudheid gold de bijbelse wet dat als een man verantwoordelijk was voor een „noodlottig ongeval” van de foetus van een vrouw, „dan moet gij geven ziel voor ziel”. Gods Woord geeft ons de verzekering dat er binnenkort ware gerechtigheid zal geschieden en dat als Zijn wil op aarde wordt gedaan, er een juiste achting zal bestaan voor alle menselijke leven. — Ex. 21:22, 23; Matth. 6:10.
’Religie een bedreiging voor het leven’
„Dient men niet te beseffen”, zo schrijft C. L. Sulzberger in de International Herald Tribune, „dat, nog afgezien van andere oorzaken — imperialisme, racisme, militarisme — religie zich heeft ontwikkeld tot een voortdurend grotere bedreiging voor het menselijke leven?” Na op de gewapende conflicten in het Midden-Oosten, Noord-Ierland en Vietnam gewezen te hebben, vervolgt hij: „Religie is heilig en wordt daarom in politieke discussies slechts behoedzaam aangeroerd. Maar de mensheid kan nooit vergeten wat er is gebeurd tijdens de nazi-slachting, de Spaanse inquisitie, de sektarische boeddhistische oorlogen, de kruistochten en de katholiek-protestantse Dertigjarige Oorlog in de zeventiende eeuw, waarvan de laatste veldslagen tot op de huidige dag in Ulster voortduren.” Wijzend op de nauwe banden die in veel landen tussen religie en politiek bestaan en voor veel bloedvergieten verantwoordelijk zijn, voegt Sulzberger hier verder nog aan toe: „Verscheidene godloze communistische en socialistische partijen blijken in hun sektarisme lang niet zo bitter twistziek te zijn.”
Het probleem is niet te wijten aan de ware religie, maar aan degenen over wie God zegt: „Dit volk eert mij met hun lippen, maar hun hart is ver van mij verwijderd” (Mark. 7:6). In plaats van toe te laten dat men elkaar op grond van religieuze verschillen op boosaardige wijze afslacht, luidt de raad van de bijbel: „Streeft naar vrede met alle mensen.” — Hebr. 12:14.
Wat dient men te doen wanneer men moedwillig wordt getart? „Vergeldt niemand kwaad met kwaad. . . . Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen”, raadt Gods Woord aan. En in plaats dat men wraak neemt door bepaalde kwesties in eigen handen te nemen, vervolgt de bijbel met de woorden: „Wreekt uzelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap; want er staat geschreven: ’Aan mij is de wraak; ik zal vergelden, zegt Jehovah’” (Rom. 12:17-19). Ware christenen zien derhalve naar God op, in het volste vertrouwen dat hij de macht heeft om door middel van zijn koninkrijk alle onrecht te herstellen. In plaats van een ’bedreiging voor het leven’ te zijn, huldigt hun religie het standpunt van strikte neutraliteit in de conflicten van deze wereld.