Actuele gebeurtenissen in het licht van de bijbel
VELE goed ingelichte mensen zijn verontrust door de nieuwsberichten over verslechterende wereldtoestanden. Zij vragen zich af waarom de situatie achteruit blijft gaan ondanks alle pogingen om er verbetering in te brengen. Welke betekenis schuilt er achter dit alles?
EEN TIJDPERK VAN OORLOG
„Een halve eeuw van strijd — beroering, oorlog, revolutie, verwoesting en vernietiging.” „De eeuw van totale oorlogvoering.” Zo beschrijven geschiedschrijvers onze tijd. In de periode sinds 1945 zijn er maar liefst vijfenvijftig oorlogen gestreden.
De recente oorlog tussen India en Pakistan staat velen nog duidelijk voor de geest. Het Midden-Oosten blijft onheilspellend rommelen. De schermutselingen aldaar kunnen elk moment tot het uitbreken van vijandelijkheden leiden. Indo-China is een gewelddadig, bloedig slagveld, waar door beide partijen dood en verderf wordt gezaaid.
Eeuwen geleden voorzei Jezus Christus een betekenisvolle tijd waarin ’natie tegen natie zou opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk’. Voldoet het wereldtoneel in deze tijd niet aan deze beschrijving? — Matth. 24:7.
VOEDSELTEKORTEN BEDREIGEN VELEN
Ondervoeding eist in veel landen een bijzonder zware tol in de vorm van gezondheid en mensenlevens. Men zou denken dat de moderne uitrusting waarover men thans beschikt, de verbeterde landbouwmethoden en de snelle verzending al lang geleden voedseltekorten voorkomen zouden hebben.
Toch werd er een jaar geleden bericht dat „er in de afgelegen delen van de Appalachen [Verenigde Staten] nog altijd honger wordt geleden, ondanks de belofte van het bestuur van Nixon om een eind aan honger en ondervoeding te maken, en na bijna een decennium van grootscheeps federale hulp aan het noodlijdende gebied”. — „New York Times”, 18 juni 1971.
In deze zelfde krant werd op 30 maart 1972 gesproken over een voedselcrisis die nu Bangla Desh bedreigt. Niet lang vóór deze crisis werd dat gedeelte van de wereld door een verschrikkelijke storm getroffen. Duizenden stierven de hongerdood.
Vergelijk dit met Jezus’ verdere waarschuwing dat er, te zamen met oorlogen, in de tijd waarover hij sprak „in de ene plaats na de andere voedseltekorten” zouden zijn. — Matth. 24:7.
OP VERSCHILLENDE PLAATSEN AARDBEVINGEN
Elk jaar blijven aardbevingen grote verwoestingen aanrichten. De recente aardbevingen die Joegoslavië, Turkije, Peru, Alaska en Californië hebben getroffen, zullen u misschien nog helder voor de geest staan.
Op 9 april 1972 kwam Perzië’s ergste aardbeving sinds 1968, waardoor het zuidelijke deel van dat land werd getroffen en 58 dorpen met de grond gelijk werden gemaakt.
Kon dit verwacht worden? Ja. Want Jezus had profetisch over onze tijd gezegd dat er „in de ene plaats na de andere aardbevingen [zouden] zijn”. — Mark. 13:8; Matth. 24:7; Luk. 21:11.
ZIEKTEN EN MORELE INEENSTORTING EISEN HUN TOL
De oorlog heeft de verbreiding van ziekten bevorderd. Indirect heeft de gewelddaad van de oorlog de moraal te gronde gericht, en ook dit heeft tot de toename van ziekten bijgedragen. Ook wordt de gezondheid door verontreiniging van land, zee, lucht en voedsel ondermijnd. Hierbij komen nog de druk en onzekerheid die kenmerkend zijn voor dit samenstel van dingen. Zoals door Jezus was voorzegd, ’worden de mensen mat van vrees’, terwijl hun hart hen letterlijk in de steek laat (Luk. 21:26). Het is interessant op te merken dat onder Amerikanen „het sterftecijfer als gevolg van hartaanvallen onder jonge mannen in de leeftijdsgroep van 25 tot 44 jaar . . . sinds 1950 met 14 percent is gestegen”. — „New York Times”, 4 april 1972.
De morele ineenstorting heeft een buitengewone stijging in venerische ziekten tot gevolg gehad. In de Verenigde Staten neemt gonorroea „werkelijk epidemische vormen aan”, volgens Dr. J. D. Millar, een bestuurslid van het Centrum voor Ziektenbestrijding in Atlanta, in de Amerikaanse staat Georgia. Naar schatting „komen er nu elk jaar meer dan 2 1/2 miljoen gevallen voor”. — „Atlanta Constitution”, 14 februari 1972.
De „Los Angeles Times” van 16 maart 1972 berichtte dat „het voorkomen van venerische ziekten in Brazilië met de verbreiding van seksuele vrijheid en het toenemende gebruik van anticonceptionele pillen omhoogvliegt”. Er werd opgemerkt dat „het aantal vermelde gevallen van gonorroea onder vrouwen in één grote stad in het noordoosten van Brazilië bijna zeven maal zo groot is als een generatie geleden”.
Het gebruik van drugs blijft ook een enorm groot moreel probleem. De „Medical Tribune” van 1 maart 1972 verklaarde dat „een toenemend aantal kinderen, adolescenten en jonge volwassenen uit alle sociaal-economische niveaus in Noord-Amerika elk jaar zwicht voor de ’bekoring van een chemisch teweeggebracht paradijs [als gevolg van het gebruik van drugs]’”. Het aantal Amerikaanse „college”-studenten dat marihuana probeert, is in een periode van vijf jaar met 51 percent gestegen, een tienvoudige toename in die korte tijd! — „Boston Sunday Globe”, 6 februari 1972.
Dit alles is teweeggebracht door de algemene verwerping van Gods wetten en morele maatstaven. De liefde van velen voor God is verkoeld. En dit is precies wat volgens Jezus’ woorden in deze tijd van ’s mensen geschiedenis zou gebeuren. „Wegens het toenemen der wetteloosheid zal de liefde van de meesten verkoelen.” — Matth. 24:12.
DE ACHTERUITGANG IN WERELDRELIGIE
Een bijzonder frappant kenmerk van onze tijd is de achteruitgang in wereldreligie. Dit blijkt uit de gestadige achteruitgang in het aantal kerkbezoekers.
„The Oregon Journal” van 4 maart 1972 drukte een artikel af over het zondagsschoolbezoek. Hoewel vier Amerikaanse denominaties in dit opzicht enige groei te zien geven, leden tien verliezen. „Maar”, merkte de krant op, „de situatie is nog erger dan door die getallen te kennen wordt gegeven, want de groei varieert tussen de 3000 en 85.000 en de verliezen tussen de 11.000 en 300.000”.
De hopeloosheid om een keer te brengen in deze achteruitgang in religie wordt weerspiegeld door de woorden van J. Duryea, een katholieke kapelaan die een bijeenkomst bijwoonde met alle belangrijke mensen in een katholiek aartsbisdom in Amerika ten einde te zien wat er gedaan kan worden om het kerkbezoek te verbeteren. „Er werden een paar voorstellen gedaan”, zei hij. „Maar later concludeerde ik dat wij feitelijk niets anders aan het doen waren dan het meubilair op de Titanic [het schip dat in 1912 na in aanvaring te zijn gekomen met een ijsberg zonk] opnieuw te rangschikken.” — „San Francisco Chronicle”, 24 november 1971.
De achteruitgang in religie blijkt ook uit het verlies van gunst in politieke kringen. In veel gevallen komt dit doordat de geestelijken zich met de politiek bemoeien. De geestelijken in het door de blanken overheerste Rhodesia ontvingen onlangs bijvoorbeeld scherpe kritiek van M. Partridge, minister van locaal zelfbestuur. Hij klaagde: „Het is jammer dat [de geestelijken] zich de laatste tijd klaarblijkelijk meer zorgen maken over politieke problemen dan over die op moreel gebied. . . .Wat grieft het mij te zien dat er bij zoveel gelegenheden onnodig en op grond van verkeerde inlichtingen aan de politiek wordt deelgenomen.” — „Rand Daily Mail”, Zuid-Afrika, 14 maart 1972.
En een maand hiervoor berichtte de „London Times” van 14 februari 1972 dat de president van het door het donkere ras overheerste Zaïre de zendelingen en priesters van de Rooms-Katholieke Kerk openlijk veroordeelde als „subversieve agenten”. Hij verbood priesters in het aartsbisdom Kinshasa voor een kardinaal te bidden die door zijn activiteiten uit de gunst van de regering was geraakt.
Zowel Brazilië als Argentinië hebben stappen ondernomen tegen militante geestelijken. En niet lang geleden is er in de Verenigde Staten een rechtszaak geweest waarbij katholieke priesters waren betrokken die van activiteiten tegen de regering worden beschuldigd.
Waartoe leidt dit alles? Het is duidelijk dat de politieke machten tot verzet worden geprikkeld. Uiteindelijk zullen ze het punt bereiken dat ze zich volledig tegen de wereldreligie keren om haar, zoals in de bijbel in Openbaring hoofdstuk 17 is voorzegd, te vernietigen.
WARE CHRISTENEN DOOR ALLE NATIËN GEHAAT
Nog een deel van Jezus’ profetie houdt zich bezig met zijn eigen ware volgelingen, die zich niet met politieke aangelegenheden bemoeien. Ook dit is in onze tijd in vervulling gegaan. Matthéüs 24:9 doelt hierop, want daar staat: „Gij zult ter wille van mijn naam voor alle natiën voorwerpen van haat zijn.”
Wie is dit overkomen? Welke organisatie wordt in alle natiën gehaat wegens haar standpunt voor christelijke beginselen en wegens het getrouw prediken van het goede nieuws van Gods koninkrijk in de handen van Jezus Christus? Jehovah’s getuigen.
Het is waar dat zij in 207 landen prediken, maar vaak gaat dit met moeilijkheden gepaard. In de landen achter het IJzeren Gordijn is hun bijbelse onderwijzingswerk al geruime tijd verboden. In het begin van dit jaar werden zij in Singapore aan verbodsbepalingen onderworpen. Ja, op het ogenblik zijn er meer dan dertig landen waar het werk van Jehovah’s getuigen op de een of andere wijze is verboden. In andere landen wordt tegenstand en haat jegens hen op vele andere manieren tot uitdrukking gebracht.
DE BETEKENIS DIE ACHTER DIT ALLES SCHUILT
Jezus Christus legde uit waarom zulke gebeurtenissen dit samenstel van dingen zouden overkomen. Hij zei: „Wanneer gij deze dingen ziet geschieden, weet dan dat het koninkrijk Gods nabij is.” Het is heel duidelijk dat wij nu in die tijd leven. — Luk. 21:31.
Alle moeilijkheden die de hedendaagse wereld treffen, maken deel uit van een groot teken dat het huidige goddeloze samenstel van dingen zich in zijn laatste dagen bevindt. Zoals lang geleden in de bijbel werd voorzegd, is de tijd aangebroken dat Gods koninkrijk de volledige heerschappij over deze aarde zal overnemen. Het zal alles wat en iedereen die niet in overeenstemming is met Gods rechtvaardige wegen vernietigen. Als die tijd aanbreekt, welke positie zult u dan voor het aangezicht van God innemen? — Luk. 21:32-36; 2 Tim. 3:1-5.