Inzicht in het nieuws
Haat onder „broeders” verscheurt natie
● Volgens het tijdschrift GEO „vragen velen van [België’s] leiders zich af of [België’s] 151ste jaar niet zijn laatste jaar zou kunnen zijn”. Waarom? Het schijnt dat „wederzijdse minachting”, als gevolg van etnische trots, onder de 4 miljoen Franstalige Walen en 5,5 miljoen Nederlandstalige Vlamingen „de natie ernstig heeft verscheurd, zodat het nationale leven van België thans vrijwel stilstaat”. Naar verluidt hebben de twee strijdende partijen herhaaldelijk fysiek geweld gebruikt.
Toch zijn bijna 98 procent van deze mensen rooms-katholieke „broeders”. In plaats dat religie een verenigende factor vormt, zijn religieuze instellingen en ceremoniën even verdeeld als het volk. „De katholieke universiteit van Leuven (Louvain), de alma mater van Erasmus, is . . . in twee taalkundige helften gesplitst”, bericht GEO. „Bijna alle roerende goederen van het oude instituut zijn systematisch verdeeld, terwijl de communicatie tussen de gescheiden partners thans tot het uiterste minimum is beperkt.”
Door zulke ernstige scheuringen gebaseerd op etnische of taalkundige trots worden denkende mensen ertoe gebracht zich af te vragen waarom de lidmaten van een kerk die belijdt Christus’ ware kerk te zijn, niet voorbeeldig zijn in de eigenschap die volgens Jezus een kenmerk van zijn ware volgelingen zou zijn: „Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart.” — Joh. 13:35, katholieke Willibrordvertaling.
Kerken bevreesd
● Vertegenwoordigers van bijna alle religies in de Verenigde Staten zijn onlangs bijeengekomen tijdens een ongewone conferentie over „Regeringsinmenging in Religieuze Aangelegenheden”. De groep hoopt op deze bijeenkomst, waar volgens één functionaris „waarschijnlijk voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis zo’n groot aantal religies vertegenwoordigd was”, zich te weer te stellen tegen het toenemende getij van regeringsinmenging in kerkelijke aangelegenheden. „Zulke voorvallen van inmenging door de regering zijn gedurende de afgelopen tien jaar opmerkelijk toegenomen”, zei het hoofd van het bestuur van de Verenigde Presbyteriaanse Kerk, en „onlangs is het tempo versneld”. Hij merkte op dat „geen van deze ontwikkelingen, op zichzelf genomen, voldoende alarmerend is om een vergadering als deze noodzakelijk te maken . . . Maar het patroon dat ze vormen wanneer ze gezamenlijk worden gezien, is alarmerend, en daarom zijn wij hier”.
Op een andere religieuze bijeenkomst werd gezegd dat „wereldlijke humanisten de oorlog hebben verklaard aan het christendom in dit land, en zij maken zeer snelle vorderingen”.
Zo’n situatie in de Verenigde Staten zou zelfs een tiental jaren geleden ondenkbaar zijn geweest, maar de tijden zijn veranderd voor religie. De bijbel heeft deze ontwikkeling voorzien; de valse religie wordt hierin, wegens haar politieke bemoeienissen, een „grote hoer” genoemd, terwijl wordt gezegd dat haar vroegere politieke minnaars ’de hoer zouden gaan haten en haar woest en naakt zouden maken’ (Openb. 17:1, 16). Zo’n politieke wrevel begint blijkbaar te groeien.
„Stervend werelddeel”
● „Ons oude werelddeel heeft nu de rand van rampspoed bereikt; het bevindt zich in de greep van gewelddaad en spoedt zich naar de afgrond van een botsing”, zegt Edem Kodjo, secretaris-generaal van de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE). „Verdwenen is de glimlach, de levensvreugde van ons sombere landsoppervlak. Kan er dan helemaal niets overblijven dan een verharding van houdingen, een verstarring van tegengestelde meningen en het gewelddadig oplaaien van broedertwisten?” Op een door de OAE georganiseerde economische bijeenkomst in Lagos (Nigeria) heeft Kodjo Afrika bovendien als een „stervend werelddeel” beschreven.
In Afrika’s tijdschrift To the Point wordt opgemerkt: „Woorden zoals deze onthullen de dwaasheid van Afrika’s vereerde oorspronkelijke nationalisten . . . die hun mede-Afrikanen opdroegen het politieke koninkrijk te zoeken waarna al het andere zou volgen.” In Afrika, evenals in andere werelddelen, hebben pogingen om onrecht louter te herstellen door de politieke of raciale structuur van de regering te veranderen, alleen maar bewezen dat mensen geen oplossing hebben voor het probleem goed bestuur uit te oefenen.
Is het, in plaats dat men eerst het politieke koninkrijk zoekt, niet verstandiger te erkennen dat „de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel” en daarom ’eerst Gods koninkrijk te zoeken’? Alleen Gods koninkrijk kan de mensheid eeuwig leven schenken. — Pred. 8:9; Matth. 6:33.