-
De populaire aanbidding van geloofDe Wachttoren 1959 | 1 december
-
-
De populaire aanbidding van geloof
Welke religie is thans populair? Waarom zijn zoveel religieuze mensen materialistisch en ongelukkig?
„HET geloof zelf schijnt de ’onbekende God’ der Amerikanen te zijn”, merkte de bekende theoloog R. Niebuhr onlangs op. Wat een duidelijke omschrijving van de thans zo populaire religie!
Deze populaire aanbidding van geloof maakt ons met betrekking tot de huidige problemen der mensheid veel duidelijk. Ze verklaart ons bijvoorbeeld waarom Amerika materialistischer wordt terwijl het aantal religieaanhangers er terzelfdertijd toeneemt. Ze maakt duidelijk waarom zoveel mensen het door hun gezochte geluk niet hebben gevonden.
Wat verstaan wij onder deze populaire aanbidding van geloof? Het is een vorm van aanbidding die niet de nadruk op de bijbel, op God of op zijn wil, maar op geloof zelf legt. Het is opvallend dat deze populaire religie niet aan de een of andere religieuze groepering is gebonden; zowel protestanten als katholieken en joden zijn in grote getale gekomen om aan het altaar des geloofs te aanbidden. Spreken deze mensen dan niet over God?
„Natuurlijk spreken religieuze Amerikanen over God en Christus”, schrijft W. Herberg in zijn bekende boek Protestant — Catholic — Jew, „maar wat zij als werkelijke verlossing beschouwen, is in de eerste plaats religie zelf, de ’positieve’ opvatting van het geloven. Het is dit geloof in geloof, deze religie die religie tot haar eigen voorwerp van aanbidding maakt, welke het bijzondere kenmerk van deze tegenwoordige Amerikaanse godsdienstigheid is. Wij zouden de uitspraak van de geestelijke D. Polling, „Ik begin de morgen met de twee woorden ’ik geloof’ — en voeg daar niets meer aan toe”, als een zuivere weergave van de algemeen verbreide mening over dit aspect van het Amerikaanse geloof kunnen beschouwen.”
Als een welbekend voorbeeld hiervan verwijst W. Herberg, die een uitgebreide studie van deze aanbidding van geloof heeft gemaakt, naar het populaire door E.P. Morgan uitgegeven boek This I Believe. Hierin geven honderd „nadenkende mannen en vrouwen van allerlei levenswandel”, zowel protestanten als joden, uitdrukking aan hun geloof. Waarin bestaat geloof dat volgens hen zo’n overheersende rol in hun leven speelt? In een massa dingen, zoals de broederschap van alle mensen, geestelijke waarden, het leven zelf, verdraagzaamheid, vrijheid, democratie en geloof in geloof. Nauwelijks de helft van deze vooraanstaande religieaanhangers spreekt over God. „Toen zij opstonden om aan de wereld bekend te maken, ’Dit geloof ik’”, aldus Herberg, „scheen hun geloof in God en de God waarin zij vroeger geloofden op de een of andere wijze toch niet zo’n erg centrale positie in hun leven in te nemen.” De gemiddelde kerkbezoeker van deze populaire religie is niet veel anders, merkte Herberg verder nog op.
VOORNAMELIJK GELOOF IN GELOOF
Populaire religie legt derhalve niet de nadruk op God, maar op het geloof zelf, op de zogenoemde „kracht van het geloven”. Het vreemde hiervan is, dat men van deze positieve vorm van geloven zegt dat dit het christelijke geloof is waarover de bijbel spreekt. In zijn boek God’s Psychiatry schrijft C.L. Allen: „Ik zeg u dat u kunt uitzien naar een vredige en glorieuze toekomst. ’Geloof alleen, geloof dat alles mogelijk is, geloof slechts!’ Dit is meer dan alleen maar een refreintje. Dit is het christelijke geloof.”
Onder de joodse vertegenwoordigers van deze geloof-in-geloof religie bevindt zich rabbi L. Binstock, die in The Power of Faith schrijft: „Evenals ieder ander heeft ook u toegang tot een grote voorraadschuur van dynamische kracht waar u uit kunt putten. Deze voorraadschuur is Geloof. . . . Niet God. Alleen maar geloof.”
Daar deze vorm van religie populair is, hebben allerlei religieuze groeperingen in verschillende mate iets van deze vorm van aanbidding overgenomen. Advertenties waarin tot kerkbezoek wordt aangemoedigd, leggen nu vooral de nadruk op geloof, niet op God of de bijbel. Een van die advertenties luidde: „Een regelmatig kerkbezoek helpt u uw persoonlijke geloofsreserve te vergroten.” Er werd niet in vermeld dat iemand door kerkbezoek wordt geholpen de wil van Jehovah, de Almachtige God, te leren kennen en doen.
Het valt daarom niet te verwonderen dat deze religie zo vaag en troebel is en dat haar aanhangers maar nauwelijks in duidelijke bewoordingen kunnen uiteenzetten wat zij geloven.
ONJUISTE BEWEEGREDENEN
Gods Woord, de bijbel, vertelt ons over „één geloof”, de ware religie die Christus Jezus heeft onderwezen (Ef. 4:5). Jehovah God en zijn wil vormen de kern van dit ’ene geloof’ uit de bijbel. De apostel Paulus spreekt in Hebreeën 10:9 over de geestesgesteldheid van Jezus Christus: „Zie, hier ben Ik om uw wil te doen.” In de hedendaagse populaire religie is echter niet de wil van God, maar van de aanbidder zelf het belangrijkste.
Over de beweegredenen waarvan deze populaire religie doortrokken is, zegt W. Herberg: „De voor de hand liggende doeleinden waar religie, ofte wel deze religieuze wijze van ’geloven’, nog goed voor is, zijn welvaart, succes en voorspoed in zaken. . . . De geloofscultus kunnen wij in twee vormen indelen: een introverte en een extraverte vorm. Van de introverte vorm van geloof wordt verwacht dat het mentale gezondheid en vrede des geestes met zich brengt en aldus angst en schuldgevoelens verdrijft en de ziel als het ware naar het gezegende land van de ’normaliteit’ en ’zelfvoldaanheid’ overbrengt. . . . Zijn extraverte vorm . . . staat bekend als ’positief denken’. ’Positief denken’, een ’bevestigende’ denkwijze welke de inwerking van ’negativiteit’ en ’twijfel’ vermijdt, het denken met ’geloof’, wordt in de wereld van strijd en succes als een sterke macht aanbevolen. Ook hier is weer geen sprake van geloof in iets . . . waarvan men veronderstelt dat het deze kracht geeft — maar slechts de psychologische vorm van het bezitten van geloof.”
Wat vele personen derhalve zoeken, is niet de goddelijke wil voor de mens, maar een geestelijk pijnstillend middel, iets om de pijnen en kwellingen van het bestaan te verzachten; of vaak hebben zij een geestelijke stimulans nodig om hen ertoe aan te zetten in de wereld successen te behalen. Dr. C.E. Barbour, president van het westelijke theologische seminarium te Pittsburgh, zei hierover: „Zij willen òf een geloof hebben dat tot succes in dit leven zal bijdragen — een zogenaamde verlichte zelfzucht — òf een religieus geloof waardoor zij dit leven kunnen ontvluchten.” De rooms-katholieke aartsbisschop P.A. O’Boyle verklaarde dat veel mensen „zich tot religie keren omdat zij voor het sussen van hun geweten en het tot rust brengen van hun zenuwen een weldadig kalmerend middel willen hebben”.
Wat is het aantal kerkgangers dat in plaats van geestelijk voedsel deze kalmerende middelen ontvangt, buitengewoon groot! Het woord „succes”, dat wij in zoveel populaire religiën aantreffen, heeft niets met succes in het beoefenen van het ware christendom te maken, maar verwijst naar het door de aanbidders in wat voor wereldse betrekkingen dan ook nagestreefde succes.
GEEN KRITISCH ONDERZOEK
Wanneer men verkeerde beweegredenen heeft en er diep in zijn hart niet naar verlangt de wil van God te leren kennen en doen, kan men niet anders verwachten dan dat men niet bereid is zijn geloof aan een nauwgezet onderzoek te onderwerpen en het aan de maatstaf voor religie, de heilige Schrift, te toetsen.
Gods Woord geeft de raad: „Vergewist u van alles” (1 Thess. 5:21, NW). De aanhangers van populaire religiën schrikken echter voor een onderzoek van hun religie terug. Waarom is dat zo? Mogelijk vrezen zij de in de bijbel vermelde verantwoordelijkheden van ware religie. W. Herberg zei hierover: „Er wordt bijna nooit in bewoordingen van uiterste loyaliteit jegens God op de doeleinden zelf kritiek geleverd, terwijl men zich er ook niet erg druk over maakt wat het geloof of de religie nu eigenlijk inhoudt, want het is niet de inhoud van het geloof waarvan men de kracht voelt, maar het uiterlijk ervan.”
Deze houding kon alleen maar tot vele valse leerstellingen leiden. Hoeveel valse leerstellingen er echter ook mogen zijn, het vinden van vrede des geestes schijnt daardoor niet in de war te geraken. In de Christian Herald van maart 1957 werd er onder de rubriek „Doctor Poling beantwoordt uw vragen”, op dit punt commentaar geleverd. Onder het onderkopje „Valse leerstellingen” vroeg een in moeilijkheden verkerende lezer het volgende: „Ik ben door valse leerstellingen zeer verontrust. Iemand vertelde mij dat er wel tachtig of meer zijn. Zelfs hoewel ik weet dat de Here mijn persoonlijke redder is en ik jarenlang een krachtig geloof heb gehad, ben ik nu helemaal in de war gebracht. Hoe kan ik weer een krachtig fundament krijgen?” De vragensteller kreeg ten antwoord: „Wat de valse leerstellingen betreft, het kunnen er tachtig of duizend zijn; volgens mij is het onmogelijk ze te tellen. Daar u echter de Here kent en jarenlang in zijn gunst bent geweest, heeft u elke dag het getuigenis in uw hart. U bent in het bezit van alles wat voor uw vrede des geestes nodig is.”
GEEN BEGRIP VAN GODS OORDEEL
Daar populaire religie bereid blijkt te zijn valse leerstellingen te tolereren en te riskeren, valt het niet te verwonderen dat ze in het geheel geen plaats heeft ingeruimd voor een oordeel door de Levende en waarachtige God. Zoals door één van Christus’ apostelen werd geleerd, is ware religie juist op deze beginselen gebaseerd: „Wij zullen allen gesteld worden voor den rechterstoel Gods” en ’Ieder onzer zal voor zichzelf rekenschap geven aan God’. — Rom. 14:10, 12.
Aanhangers van de populaire religie waarin de nadruk op geloof wordt gelegd, schijnen de bijbelse waarheid dat ’God elke daad in het gericht zal doen komen over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad’ te hebben vergeten (Pred. 12:14). Door de nadruk op geloof te leggen, wordt de gedachte aan een oordeel door de Almachtige als het ware op de achtergrond geschoven. Wanneer er in de bijbel over God wordt gesproken, is dat bijna altijd als over de rechtvaardige Rechter die binnenkort aan deze wereld zijn oordelen zal voltrekken; de mensen beschouwen God daarentegen als een vriendelijke buurman.
Voor vele aanhangers van de populaire religie is God niets meer dan een „beste kerel” of de „man boven”. „Elk gevoel van vrees voor de goddelijke majesteit en elk begrip voor zijn heilige oordelen is buitengesloten”, aldus Herberg. „God is om de weergaloze bewoordingen van Jane Russell te gebruiken, een ’livin’ Doll’ (’levende pop’). . . . Is dit Degene waarover men ons vertelde, „Vreselijk is het te vallen in de handen van den levenden God?” (Hebr. 10:31) De mate waarin de huidige Amerikaanse religie ten opzichte van de authentieke traditie van het joods-christelijke geloof tekort schiet, blijkt wel uit de kloof die ertussen de ’levende pop’ van Jane Russell en de levende God uit de Schrift bestaat.”
NIET OP GOD, MAAR OP DE MENS GERICHT
De kern van deze geloof-in-geloof religie is dat niet God maar de mens de centrale positie inneemt. Ze is dus precies tegengesteld aan het christendom waarvan in de bijbel melding wordt gemaakt. Toen Christus zijn volgelingen leerde bidden, stelde hij Jehovah God, zijn naam, zijn koninkrijk en zijn wil op de eerste plaats: „Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in den hemel alzo ook op aarde” (Matth. 6:9, 10). Zij die echter aan, het altaar van geloof aanbidden, zeggen in feite: ’Mijn wil geschiede met uw hulp.’
Rabbi M. Eisendrath, president van de vereniging van Amerikaanse Hebreeuwse Gemeenten, gaf een zeer juiste beschrijving van deze de mens als middelpunt hebbende populaire religie. Hij zei: „De mens is het begin en het einde van het hedendaagse Amerikaanse religieuze leven — De taak van God is te dienen, of liever gezegd, de mens dienstbaar te zijn, hem bij het ten uitvoer brengen van zijn voornemens, zijn ondernemingen — of daarmee nu economische voorspoed, een vrije onderneming, veiligheid of vrede des geestes wordt gediend — hulp te verlenen. Op deze wijze maakt men dus van God een almachtige dienstknecht, een universele piccolo, die de mens in al zijn grillen ter wille moet zijn; geloof wordt een zeker middel om datgene te krijgen waar wij in een prikkelbare en gemelijke bui onze zinnen op hebben gezet. Deze vernedering van God van meester tot slaaf heeft haar hoogtepunt, of liever gezegd, haar dieptepunt van godslastering, in de cultus van de Man Boven — de vriendelijke buurmangod die een verdieping hoger woont, bereikt. U kunt te allen tijde een beroep op hem doen — in het bijzonder wanneer u in een downstemming verkeert. Hij raakt door uw fouten en tekortkomingen in het geheel niet van streek en wat uw zonden betreft, hij gedenkt ze niet alleen niet meer . . . maar zowel het woord als het begrip zonde zijn afgeschaft.”
GEVOLGEN VAN VALSE RELIGIE
Een religie waarvan de mens het middelpunt vormt, is valse religie en deze kan, wanneer God deze goddeloze wereld in de oorlog van Armageddon vernietigt, „bij de openbaring van den Here Jezus van den hemel met de engelen zijner kracht in vlammend vuur, als Hij straf oefent over hen, die God niet kennen en het evangelie over onzen Here Jezus niet gehoorzamen”, niemand redden. „Dezen zullen boeten met een eeuwig verderf.” — 2 Thess. 1:7-9.
De hedendaagse populaire religie is derhalve niet bij machte iemand te redden en hem eeuwig leven in Gods nieuwe wereld deelachtig te doen worden. Dat een dergelijke religie Gods goedkeuring niet kan verwerven, wordt zelfs door enkele geestelijken toegegeven, zoals R. Sockman, die zei: „Wij zijn veeleer geneigd God als onze knecht die ons financieel en sociaal succes brengt, voor te stellen, dan als onze soeverein die wij dienen. Een op zichzelf gerichte en alleen zichzelf dienende religie is niet schriftuurlijk en, hoe populair ze op dit moment ook moge zijn, ze kan ons niet redden.”
Hoewel men heeft toegegeven dat deze op mensen gerichte religie doelloos is, blijft ze toch populair, en ondanks de protesten die er zo nu en dan tegen worden ingebracht, blijven de geestelijken datgene opdienen wat populair is.
Nu begrijpen wij waarom kerkgangers het door hun gezochte geluk niet hebben gevonden. Alleen de ware religie, welke op het doen van de wil van de Almachtige God is gericht en die zuivere beweegredenen, juist geloof en juiste werken tot gevolg heeft, kan de vrede des geestes brengen waarover de bijbel spreekt: „De vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus.” — Fil. 4:7.
Nu begrijpen wij eveneens waarom, ondanks het toenemende aantal kerkgangers, de misdaad toeneemt. De populaire religie is in hun leven geen vormende kracht geweest; ze heeft in hun leefwijze geen verandering aangebracht. Ze heeft hun niet de leiding en kracht gegeven om ’de oude persoonlijkheid weg te doen’ en ’de nieuwe persoonlijkheid aan te trekken welke naar Gods wil werd geschapen’. — Ef. 4:22-24, NW.
Geen wonder dat er onder de belijdende religieaanhangers zoveel morele ongevoeligheid bestaat! Geen wonder dat er zoveel mensen zijn die zich, ondanks dat zij geregeld de kerk bezoeken, als het ware in een moreel vacuüm bevinden! Geen wonder dat het materialisme met de toename van het aantal kerklidmaten gelijke tred heeft gehouden!
De populaire religie heeft de ware aanbidding van Jehovah, de waarachtige en levende God, verduisterd en zich daardoor uiterst laakbaar gemaakt. Hoe dwaas om wat populair is, te aanvaarden en wat juist en waarachtig is, op de achtergrond te dringen! Zoals Jezus duidelijk aantoonde, zal de ware religie in deze wereld nooit populair worden: „Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden.” — Matth. 7:13, 14.
De ware religie, de weg ten leven, kan worden gevonden. Het is in de eerste plaats een aangelegenheid van het bezitten van een juiste hartetoestand. Verlangt u er oprecht naar de waarheid te leren kennen en de wil van de ware God te doen? Wend u dan tot zijn Woord, de bijbel, want in dit Boek zult u de beginselen voor de juiste leefwijze vinden. Verbind u met hen die de ware religie uit de bijbel beoefenen. Sta het de getuige van Jehovah, die u dit tijdschrift heeft gebracht, toe u te helpen „de weg, die ten leven leidt”, te leren vinden. Keer u van de nutteloze populaire aanbidding van geloof tot de leven-reddende aanbidding van Jehovah God; want dit staat vast, „de wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie den wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid”. — 1 Joh. 2:17.
-
-
„De laatste zomer”De Wachttoren 1959 | 1 december
-
-
„De laatste zomer”
In zijn boek The Last Summer, geschreven in 1934, verwees Boris Pasternak naar de zomer van 1914 als „de laatste zomer waarin het leven nog aandacht aan enkelingen scheen te schenken, en waarin het gemakkelijker en natuurlijker was lief te hebben dan te haten”.
-