-
De geestelijken en het boekDe Wachttoren 1956 | 15 juli
-
-
De geestelijken en het boek
„HET recht wordt teruggedrongen en de gerechtigheid blijft verre staan, want de waarheid struikelt op het plein en oprechtheid vindt geen ingang. Zo ontbreekt de waarheid.” Gods Woord legt dus een direct verband tussen misdadigheid en een gebrek aan waardering voor de waarheid, die door Jezus werd omschreven als zijnde het Woord van zijn Vader, Jehovah God. — Jes. 59:14, 15, NBG; Joh. 17:17.
En de feiten bevestigen het standpunt dat de bijbel inneemt, want nimmer is er zoveel immoraliteit, corruptie en misdaad geweest maar ook nimmer is er zo weinig waardering geweest voor het Woord Gods. O ja, de bijbel is nog steeds het meest verkochte boek, maar zijn inhoud wordt zelden nagevorst, en nog minder worden zijn lessen in het dagelijkse leven toegepast. Zo blijkt uit een in 1954 gedaan onderzoek dat 65 percent der joden, 56 percent der rooms-katholieken en 32 percent der protestanten de bijbel nooit of nagenoeg nooit leest. Een in 1955 gepubliceerd onderzoek toont dat meer dan de helft van de bevolking der Verenigde Staten zelfs niet eens een der vier Evangeliën kon noemen.
Is het echter zo verbazingwekkend dat de mensen steeds minder aandacht gaan schenken aan de inhoud van de bijbel, wanneer de geestelijken er zo laag over denken? Alhoewel Paulus schreef dat „de gehele Schrift door God is geïnspireerd,” geloven volgens een onlangs gehouden onderzoek slechts 38 percent der bedienaren van het evangelie dat de bijbel ’geheel vrij is van legenden of mythen,’ en slechts 4 percent van de studenten aan de theologische hogescholen en seminariën hebben zulk een onwankelbaar geloof. — A Guide to the Religions of America, bladzijde 236, door Rosten.
Evenmin behoeven wij ons er over te verbazen dat er zo weinig studenten aan theologische hogescholen en seminariën geloven dat de bijbel vrij is van legenden of mythen, wanneer wij horen welk standpunt hun professoren innemen. Zo had bijvoorbeeld de heer R.T. Stamm, doctor in de filosofie en de godgeleerdheid en professor in het Grieks en het Nieuwe Testament aan het Luthers Theologisch Seminarium te Gettysburg, Pennsylvanië, in een brief aan The Christian Century het volgende commentaar op de „blinde, vernielzuchtige zielestrijd” en de „roekeloze loopbaan” van Simson, die hij gelijkschakelde met tegenwoordige militaristen in Oost en West: „Zoals allen die in hun hart door haat worden aangedreven, kon hij slechts wonderen verrichten met het materieel dat hij bezat — een kinnebakken, fakkels en gewoon brute kracht. De door hem gedode mensen waren even dood als de 60.000 inwoners van Hirosjima.” „Simson was een genie in het verwekken van twist, hij werd er voor in de wieg gelegd de moeilijkheden aan te wakkeren wanneer de vonken opspatten en de tijd rijp was voor zijn daden. . . . Enkele patriotten zeiden zowaar dat Simsons daden door de Here God waren geïnspireerd ten einde een verdelgingsoorlog tegen deze vijanden van zijn ’uitverkoren volk’ te beginnen.”
Niet fanatieke Israëlitische patriotten, maar niemand minder dan Jehovah’s engel had gezegd: „Hij zal de leiding nemen bij het redden van Israël uit de hand der Filistijnen.” Merk eveneens op dat de apostel Paulus Simson goedkeurend vermeldt: „Want de tijd zal mij ontbreken indien ik voortga met verhalen en vertel over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuël en de andere profeten, die door geloof koninkrijken een nederlaag toebrachten in de strijd, rechtvaardigheid tot stand brachten, beloften verkregen, de muilen van leeuwen stopten.” Wanneer de geïnspireerde apostel vermeldt dat Simson Jehovah’s goedkeuring wegdroeg, wie is die Stamm dan dat hij Simsons daden ernstig afkeurt? Zo professor, zo theologische studenten, zo „leken.” — Hebr. 11:32, 33, NW.
En zo de rabbi van tegenwoordig. Aldus beweert Jakob J. Petuchowski in het joodse religieuze maandblad Commentary dat de joden ook zendingswerk dienen te verrichten en onder de door hem opgesomde voordelen die het judaïsme op het christendom heeft, vermeldt hij zijn standpunt omtrent de zonde: „Nogmaals, evenmin is de zonde . . . iets dat geslachten lang is overgedragen en afkomstig is van een mythische ’zondeval.’ Iemand is alleen voor zijn eigen daden verantwoordelijk. . . . Het aan God belijden . . . wroeging, en dezelfde zonde vermijden wanneer de verleiding zich weer voordoet, zijn de enige middelen waardoor hij weer in harmonie met God kan komen.” Hierdoor brengt hij niet alleen het verslag in Genesis over de oorsprong der zonde in diskrediet, maar ook de vele verwijzingen er naar in het overige gedeelte der Hebreeuwse Geschriften en bovendien alles wat ze vermelden over de noodzaak van een zoenoffer. Hoeveel van de bijbel heeft rabbi Petuchowski overgelaten? Wekt het dan nog verbazing dat meer dan tweederde deel der joden de bijbel nimmer leest, alhoewel hij de geschiedenis van hun geslacht bevat?
Typerend voor de geloof verwoestende propaganda der protestanten is het redactionele artikel in The Christian Century over de opwekking van Lazarus. Daarin wordt gevraagd: „Heeft Jezus de doden werkelijk opgewekt?” Als antwoord vermeldt het blad: „Het is wel overduidelijk dat de mannen die de Evangeliën hebben geschreven, dit dachten. Zij leefden in een totaal andere [intellectuele] sfeer dan wij. Zij waren grootgebracht met het verhaal van Elisa en zij herinnerden zich hoe hij de zoon van de Sunamitische vrouw weer tot leven bracht. Wij leven in een andere wereld. Wij weten dat er dingen gebeuren welke wij niet kunnen vatten. . . . Niettemin slaan wij de regelmaat en de orde waardoor God het universum bestuurt, hoog aan, en wij kunnen het ons moeilijk indenken dat God zo maar willekeurig al zijn wetten terzijde zou zetten om de doden weer tot leven te brengen, zelfs niet om zijn macht of zijn heerlijkheid te demonstreren.” Als een zoethoudertje voor hen die het er niet mee eens zouden kunnen zijn, gaat het artikel verder: „Wij doen er echter verstandig aan in zulke aangelegenheden niet al te voorbarig te zijn. Er zijn dingen die onze onmiddellijke ervaring te boven gaan en waarover wij geen feitenmateriaal bezitten.”
Wederom vragen wij: Is het een wonder dat de mensen de bijbel niet meer lezen wanneer een zogenaamd christelijk weekblad zulk een vaag standpunt inneemt aangaande Jezus’ bediening en wonderen? De wonderen werden juist gewrocht om iets te verschaffen „wat onze onmiddellijke ervaring te boven” gaat, en voor hen die geloven dat de bijbel het Woord Gods is, is zijn getuigenis „feitenmateriaal.” Jezus heeft er zelf de nadruk op gelegd dat juist zijn wonderen zijn geloofsbrieven waren: „De wérken die ik doe, getuigen van mij dat de Vader mij heeft uitgezonden.” — Joh. 5:36, NW.
-
-
De bijbel in de vorm van een ruimtevaartfantasie?De Wachttoren 1956 | 15 juli
-
-
De bijbel in de vorm van een ruimtevaartfantasie?
Volgens een „Associated Press”-bericht uit Bristol, Engeland, zou een Anglicaanse bisschop hebben voorgesteld de bijbel opnieuw te schrijven om de belangstelling der kinderen er voor op te wekken. Dr. F.A. Cockin zeide: „Vele ouders bekreunen zich er erg weinig om wat er met hun kinderen gebeurt wanneer zij naar de zondagsschool gaan — en de kinderen hebben niet langer belangstelling voor oude dingen als de bijbel. Zouden wij de Testamenten in de vorm van een ruimtevaartfantasie herschrijven, dan zou de kerk wellicht veel kunnen bereiken.” De kerk van Engeland wendt wel zeer armzalige middelen aan om de kinderen godsdienstonderwijs te geven.
-