-
Dwaalbegrippen kunnen gevaarlijk zijnOntwaakt! 1971 | 22 februari
-
-
Gelooft u, zoals sommigen, dat de bliksem nooit tweemaal op dezelfde plaats inslaat? Reken daar niet op. Ook dit is een gevaarlijke misvatting. Het zou wel eens noodlottig voor u kunnen blijken te zijn. Fotografische bewijzen onthullen dat de bliksem dikwijls op dezelfde plaats inslaat, en zelfs gedurende dezelfde onweersbui.
Ook wordt algemeen geloofd dat drijfzand iemand naar beneden zal zuigen. Dit is niet waar. In Scientific American van juni 1953 wordt opgemerkt: „In tegenstelling tot de algemene opvatting, zuigt drijfzand voorwerpen niet naar beneden.” Deze algemene opvatting te koesteren zou iemand het leven kunnen kosten.
In werkelijkheid ondersteunt drijfzand het lichaam veel beter dan water. Het spreekt dus vanzelf dat als men in water kan drijven, men ook in drijfzand kan drijven. Het is het krankzinnige geworstel van degene die in het drijfzand vast is komen te zitten dat hem steeds dieper doet wegzakken.
Wat moet iemand dan doen als hij in drijfzand vast is komen te zitten? Hij dient zo kalm mogelijk te blijven. Hij moet doelbewust handelen. In water zou hij drijven en zwemmen. In drijfzand moet hij onmiddellijk op zijn rug gaan liggen met zijn armen uitgestrekt. In deze houding zal hij niet zinken. Als er geen hulp opdaagt, kan hij, met grote moeite, langzaam zijn voeten één voor één losmaken. Dan kan hij naar vaste grond rollen, waarbij hij dikwijls op zijn rug „drijft” om te rusten.
Enkele religieuze dwaalbegrippen
Door de eeuwen heen zijn er veel dwaalbegrippen omtrent datgene wat de bijbel leert overgeleverd. De bijbel zegt bijvoorbeeld duidelijk: „De ziel die zondigt, díe zal sterven” (Ezech. 18:4, 20). Dat de ziel sterfelijk is, zou niet duidelijker kunnen worden gezegd. Toch verkiezen de meeste mensen in deze tijd precies het tegenovergestelde te geloven — dat de ziel onsterfelijk is, een denkbeeld dat is voortgebracht door religieuze filosofie. En als de mens in werkelijkheid niet sterft, welke noodzaak zou er dan eigenlijk bestaan voor een opstanding, zoals zo duidelijk in de bijbel wordt geleerd? — Joh. 5:28, 29; Hand. 24:15.
De datum van Jezus’ geboorte brengt nog een dwaalbegrip dat door velen wordt geloofd naar voren. Is u in de kerk niet geleerd dat die datum 25 december was? Sir James Frazer schrijft in The Golden Bough: „Ons kerstfeest is niets dan een voortzetting onder een christelijke naam van het oude zonnefeest, want de kerkelijke autoriteiten achtten het omstreeks het einde van de derde of het begin van de vierde eeuw raadzaam de geboorte van Christus eigenmachtig naar de 25ste december te verschuiven ten einde de aanbidding die de heidenen tot dusver op die dag aan de zon hadden geschonken aan hun Heer te doen toekomen.”
Sommigen zijn weliswaar geneigd te zeggen: „De datum doet er niet toe, als wij zijn geboorte maar vieren.” Desondanks zullen zij een dergelijke viering en de vele ermee verbonden heidense kenmerken toch in overeenstemming moeten brengen met het feit dat Jezus zijn volgelingen geboden heeft zijn offerdood en niet zijn geboorte te gedenken. — Luk. 22:19, 20.
Er zijn nog andere dwaalbegrippen rondom de festiviteiten van 25 december opgebouwd. Velen hebben aangenomen dat de magiërs of astrologen die geschenken kwamen aandragen, drie in getal waren. Gelooft u dat? In de Schrift wordt hun aantal niet genoemd. Ook wordt algemeen aangenomen dat de astrologen door een ster rechtstreeks naar Jezus in Bethlehem werden geleid. In feite leidde de ster hen naar Jeruzalem, naar koning Herodes, die de baby wilde doden, en toen zij ten slotte in Bethlehem waren aangekomen, was Jezus niet meer in een kribbe, zoals algemeen wordt geloofd, maar woonde toen in een huis. Lees het verslag zelf maar eens in uw eigen exemplaar van de bijbel in Matthéüs hoofdstuk 2, de verzen 1-12.
Is het schadelijk?
Is het dus werkelijk schadelijk als wij geloof stellen in dwaling? In het geval van de dwaalbegrippen omtrent „bevroren lichaamsdelen” en „drijfzand” moet er worden toegegeven dat er heel veel schade, misschien zelfs de dood, uit zou kunnen voortvloeien.
Er kan echter veel meer schade worden berokkend wanneer men aan onverschillige en onnauwkeurige religieuze denkbeelden vasthoudt die in strijd zijn met wat de bijbel zegt. Waarom? Omdat niet slechts het huidige leven in gevaar wordt gebracht, maar veeleer het eeuwige leven erbij betrokken is. Waarheid en eeuwig leven zijn onafscheidelijk met elkaar verbonden. — Joh. 17:3; 4:23, 24.
De bijbel zegt duidelijk dat het Gods wil is „dat alle soorten van mensen worden gered en tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen” (1 Tim. 2:4). Daarentegen zei Paulus, een apostel van Jezus Christus, over degenen die, ondanks hun oprechtheid, waren misleid: „Zij [hebben] ijver voor God . . ., maar niet overeenkomstig nauwkeurige kennis” (Rom. 10:2). Wij volgen beslist de veilige handelwijze wanneer wij onze geest van alle dwaalbegrippen zuiveren!
-
-
Zij veranderde haar kledingstijlOntwaakt! 1971 | 22 februari
-
-
Zij veranderde haar kledingstijl
Een getuige van Jehovah in Columbus in de Amerikaanse staat Georgia, ontmoette tijdens haar van-huis-tot-huisbediening een modieuze jonge vrouw. Zij was presbyteriaans en gaf zondagsschoolles. Haar voorganger onderwees de moderne opvatting van „vrijdenkers” en leerde dat „moderne kleding” een onderdeel van hun „expressie” was. Al haar jurken waren micro-mini van lengte.
Deze vrouw ging in op de gratis huisbijbelstudie die haar door de Getuige werd aangeboden. Na verloop van tijd werd haar op tactvolle wijze onder de aandacht gebracht dat de bijbel leert dat christelijke vrouwen bescheiden gekleed dienen te gaan (1 Tim. 2:9, 10). Hoewel zij in de jurken die zij gewoonlijk droeg naar de Koninkrijkszaal kwam, werd zij door de Getuigen hartelijk ontvangen. En terloops merkte zij de bescheiden kleding van de vrouwen in de Koninkrijkszaal op.
Naarmate zij de bijbel bestudeerde, begon zij in te zien dat haar religieuze leider haar had misleid. Nu besefte zij dat men hetzij door de geest van Jehovah òf door de geest van de wereld wordt geleid. Zij huilde. Zij toonde echter zoveel waardering voor Gods waarheid dat zij deze aan anderen begon aan te bevelen.
Spoedig verscheen zij in de Koninkrijkszaal met een jurk van normale lengte. De Getuigen aldaar verheugden zich met haar. Ja, Gods waarheid helpt mensen hun geest te hervormen en in overeenstemming met Gods wil te brengen. — Rom. 12:1, 2.
-