Het kerstfeest is wijdverbreid
HET IS NIET ALLEEN THANS OVER DE HELE WERELD VERBREID; HET GAAT OOK TOT VER IN DE OUDHEID TERUG
U WORDT verdrongen door de menigten die in het warenhuis samendrommen. Voor de vijfhonderdste keer in de afgelopen weken hoort u het vrolijke wijsje „Jingle Bells” door de luidsprekers klinken. Het gaat goed met de kassa’s die lustig rinkelen. Daar is de kerstman met zijn rode pak en zijn witte baard; hij deelt cadeautjes uit aan kinderen die in de rij staan om bij hem op schoot te mogen zitten. De „Vrolijk Kerstfeest”-reclames die u overal ziet, zijn in het Engels gesteld, maar het geroezemoes van stemmen om u heen is in een vreemde taal. U vraagt u af waar u bent.
U bent in Japan, een land waar minder dan één percent van de bevolking christelijk belijdt te zijn. Sinds de Tweede Wereldoorlog is Kerstmis daar een belangrijk feest geworden.
Onlangs droegen Japanse boeddhisten hun steentje tot het kerstfeest bij door in Tokio een gebouw van 53 verdiepingen te versieren met gekleurde lichtjes die de beeltenis van de maagd Maria voorstelden.
Het tijdschrift Newsweek merkte enige tijd geleden over Japan op:
„Kerstmis is nu het grootste feest van het jaar. . . . De laatste dagen van december gaan als in een roes voorbij met het ene feest na het andere in huizen, kantoren, fabrieken en nachtclubs, met als gevolg dat de natie het nieuwe jaar met een enorme kater ingaat.”
HONG KONG, SINGAPORE, ZUID-KOREA, HAWAII, AFRIKA
In Hong Kong bestaat 90 percent van de bevolking uit niet-christelijke Chinezen, maar tegen midden oktober schitteren de winkelwijken van de kerstversieringen en zijn ze stampvol met winkelende mensen. Overal zijn de corpulente heren met witte baard en rood pak aanwezig, met kinderen op hun schoot en cadeautjes uitdelend. De door communisten beheerde winkels gaan voorop in deze kerstrage.
In Singapore roepen twee maanden voor Kerstmis enorme reclames aan de warenhuizen al uit: „Vrolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar!” Schilderingen beelden de kerstman en de geboorte van Jezus af. „Echte” kerstmannen in het traditionele rode pak delen snoepjes aan kinderen uit.
Kerstmis is in Zuid-Korea een van de grootste feesten, zowel voor de ongelovigen als voor de 14 percent van de bevolking die belijdt christelijk te zijn. De avondgelegenheden zijn op kerstavond vol, maar over het algemeen viert men het feest in de gezinskring. Winkelende mensen stromen de warenhuizen binnen om geschenken te kopen. Overal zijn kerstmannen en kerstbomen.
Op Hawaii geven de boeddhisten elkaar kerstgeschenken; zij versieren hun huis ter ere van het feest en vieren feestjes in gezinsverband.
Veel niet-christelijke Afrikanen in Kenia beschouwen Kerstmis als een tijd om feest te vieren. Met de kerstdagen doen zij zich te goed aan feestmalen, drinken zij bier en geven zij elkaar geschenken. Zij brengen zichzelf tot razernij door de hele nacht te trommelen en te dansen. In veel van hun hutten staan kerstbomen, versierd met bloemen. In plaats van de gebruikelijke spar gebruiken zij bladeren van de bananeboom of altijd-groene bomen zoals de cypres.
HET KERSTFEEST ALS HANDELSOBJECT BEREIKT DE COMMUNISTISCHE LANDEN EN DE JOODSE WERELD
Een reiziger gaf het volgende commentaar bij zijn terugkeer in de Verenigde Staten:
„Toen wij onlangs door het hartje van het Kremlin liepen, wees de gids op het ultramoderne nieuwe Bolsjoi-Theater en zei: ’Daar zetten we een grote sparreboom neer en vieren er elk jaar ons kerstfeest, met als enig verschil dat wij het op 7 januari vieren en u op 25 december.’ Toen ik de afgelopen maand december in Oost-Berlijn was, zag ik tot mijn verbazing zeer grote, versierde kerstbomen op openbare plaatsen staan.”
Over het algemeen verwerpen de joden Jezus Christus, maar de meesten brengen in hun bedrijven kerstversieringen aan, wonen de partijtjes van kantoor bij en versturen kerstkaarten. Met betrekking tot het Chanoekah-feest zegt rabbijn Morris Kertzer in zijn boek What Is a Jew? het volgende:
„Amerikaanse joden hebben dit minder belangrijke feest in een groot feest veranderd, grotendeels omdat de traditionele gebruiken ervan zo nauw overeenkomen met de viering van Kerstmis, die in dezelfde tijd plaatsvindt. . . . In navolging van de algemene geest die in december heerst, is één kenmerk van het Chanoekah-feest nu dat jong en oud elkaar geschenken geven, terwijl de huizen vrolijk versierd zijn met allerlei Chanoekah-symbolen.”
Een vroegere president van de Vereniging van Amerikaanse Hebreeuwse Gemeenten zegt over Kerstmis:
„Als ik een christelijke bedienaar was in plaats van een joodse leraar, is er niets dat ik zo zou betreuren en waar ik zo bitter gebelgd over zou zijn, dan het feit dat tienduizenden christenen, sommige joden, en vele ongelovigen zowel in het judaïsme als in het christendom, . . . zo’n heilige dag op zulk een grote schaal in zo’n heidense dag hebben veranderd en die hebben ontdaan van zijn diepere geestelijke betekenis.”
KERSTMIS GAAT TERUG TOT IN DE OUDHEID
„Breng Christus weer terug in het kerstfeest!” Dit is een vaak gehoorde kreet van de kant van velen die Christus Jezus oprecht willen eren tijdens de herdenking van zijn geboortedag. Zij blijven in gebreke te beseffen dat Christus nooit iets met Kerstmis te maken heeft gehad. De puriteinen in Engeland wilden niet alleen niets van Kerstmis weten, zij vervolgden ook iedere onverbeterlijke ziel die het in het geheim durfde te vieren! In New England (VS) waren kerstvieringen vroeger bij de wet verboden omdat de puriteinen aanstoot namen aan de niet-christelijke oorsprong van de gebruiken en tradities ervan.
Op 25 december vierden zowel de Romeinen als de oude Grieken de geboorte van de onoverwonnen zon. De gewoonte is terug te voeren tot Babylon. Nimrod werd als zonnegod vereerd. Een blok hout moest hem afbeelden als de god die door zijn vijanden was neergeveld, en nadat hij was herboren, werd hij door een altijd-groene boom gesymboliseerd. Na dit met bewijsstukken gestaafd te hebben, merkt Dr. Alexander Hislop in zijn boek The Two Babylons op:
„Thans is het ’joelblok’ de dode tronk van Nimrod, vereerd als zonnegod, maar neergeveld door zijn vijanden; de kerstboom is Nimrod redivivus — de neergeslagen god die weer tot leven is gekomen.”
Het blok hout werd op de avond van 24 december verbrand; tegen de volgende morgen was het vervangen door een altijd-groene boom. Dr. Hislop toont de heidense oorsprong aan van andere gebruiken rond het kerstfeest — de kaarsen, het feestvieren, de ’mistletoe’, het geven van geschenken en andere gebruiken. — Blz. 91-103.
Jezus werd niet op 25 december geboren, maar in de herfst, toen schaapherders zich met hun kudden nog buiten in het open veld bevonden. Bovendien vierden christenen niet zijn geboorte, maar kregen zij de opdracht zijn dood te herdenken door middel van het Avondmaal des Heren, dat hij instelde op de avond dat hij werd verraden. „Blijft dit tot een gedachtenis aan mij doen”, zei hij. — Luk. 22:19, 20.
De protestanten hebben hun kerstgebruiken van de katholieken overgenomen. De katholieken hadden deze uit het oude Rome overgenomen door, zoals de Britse kardinaal Newman toegaf, „de hulpmiddelen en het toebehoren der demonenaanbidding te veranderen en in dienst te stellen van het evangelie”. Ja, veel van de gebruiken van de Rooms-Katholieke Kerk zijn „van heidense oorsprong en zijn geheiligd door hun opneming in de Kerk”, aldus kardinaal Newman. Vanaf de Romeinen zijn de kerstgebruiken terug te voeren tot Griekenland, Perzië, Egypte, Assyrië en uiteindelijk tot Babylon en de zonnegod Nimrod. Kerstmis heeft inderdaad niets met Christus te maken.