Wanneer ik terugblik op de veranderingen die ik in mijn leven heb aangebracht, ben ik het van harte eens met de woorden van de apostel Paulus die staan opgetekend in Filippenzen 3:8. Prestige en aanzien in de wereld zijn als afval in vergelijking met een nauwkeurige kennis van God en Christus en de schitterende hoop op eeuwig leven in een aards paradijs. — Ingezonden door Wendell Marley.

Inzicht in het nieuws

„Een nationale medische hulpbron”

In een recent artikel over ’kunstbloed’ verwijst de New York Times naar een vloeistof die „de belofte inhoudt dat ze belangrijke bijdragen zal leveren voor therapie en research”. In het artikel wordt opgemerkt dat Fluosol-DA, een produkt dat in Japan tot ontwikkeling is gebracht, daar wellicht spoedig zal worden vrijgegeven voor menselijk gebruik, „hetgeen dat land tot het eerste land ter wereld zou maken dat dit doet”. Volgens het Amerikaanse Departement voor Voedsel en Medicijnen (FDA) staan nu voor een aantal Amerikaanse ziekenhuizen klinische proeven op het programma.

Het is interessant dat het artikel tevens opmerkt dat het bloedvervangingsmiddel „in sommige opzichten wellicht beter zal voldoen dan bloed en uiteindelijk van onschatbare waarde zou kunnen zijn voor bepaalde aspecten van de medische wetenschap, zoals emergency care na ongelukken, kankerdiagnose en -therapie en behandeling van koolmonoxydevergiftiging en andere vergiftigingen”.

„De uitbreiding van de Amerikaanse proeven brengt de 590.000 Jehovah’s Getuigen in dit land in de uitzonderlijke positie dat zij als een nationale medische hulpbron dienst doen”, merkte de Times op. „Aangezien het F.D.A. zulke experimenten heeft beperkt tot patiënten met anemie door acuut bloedverlies die een facultatieve operatie moeten ondergaan maar die weigeren een bloedtransfusie te aanvaarden, verwacht men dat de meeste patiënten in de nieuwe proeven Jehovah’s Getuigen zullen zijn.”

Het op de bijbel gebaseerde standpunt van Jehovah’s Getuigen ten aanzien van bloed heeft voor hen vaak voordelen voor de gezondheid tot gevolg gehad. Nu schijnt het dat dit eveneens voor anderen voordelen tot gevolg zal hebben. — Hand. 15:28, 29.

’Oorverdovend stilzwijgen’ over oorlog

„In de afgelopen weken is er verwezen naar het oorverdovende stilzwijgen van de kerken te midden van ernstige wereldcrises in het bijzonder de bewapeningswedloop en de dreiging van een kernoorlog”, stond in het tijdschrift The Observer van de Verenigde Kerk van Canada te lezen. De schrijver gaf toe: „De Verenigde Kerk van Canada, mijn kerk, is medeverantwoordelijk voor dit stilzwijgen.” Ter verklaring hiervan voerde hij onder andere de volgende redenen aan:

„De kerken verkeren in slavernij aan het oorlogsapparaat. . . . Ze aanvaarden oorlogvoering omdat ze er, evenals velen van hun lidmaten, door hun investeringen voordeel van trekken en onwillig zijn economische voordelen en macht op te geven. De kerken dienen de mammon in plaats van God. Er is weinig verschil tussen kerkgangers en niet-kerkgangers wat hun houding ten aanzien van de oorlogskwestie betreft. De meeste kerkmensen gaan met de massa mee en aanvaarden oorlog als een normaal instrument van het staatsbeleid, dat niet in twijfel getrokken kan worden. . . .

Ik vrees dat de kerk zal blijven zwijgen over de dreiging van een kernoorlog, totdat kerklidmaten rechtstreeks worden geconfronteerd met hun betrokkenheid bij individuele en gezamenlijke zonde tegen de mensheid, waarna zij alle oorlogvoering verwerpen, zich losmaken van een economisch stelsel dat oorlog en ongerechtigheid voortbrengt en bereid zijn de persoonlijke en institutionele kosten te dragen die hierbij betrokken zijn.” Wat deze kerklidmaten hebben verzuimd te doen, hebben Jehovah’s Getuigen reeds tot een levenswijze gemaakt, aangezien zij ’hun zwaarden tot ploegscharen hebben geslagen en hun speren tot snoeimessen, terwijl zij de oorlog niet meer leren’. — Jes. 2:4.