„Een vorm van godvruchtige toewijding”
GECONFRONTEERD met een slinkende ondersteuning doen de kerken wanhopige pogingen om hun leden weer achter zich te krijgen of tot activiteit te bewegen. Maar de tactiek die ze toepassen, maakt de zaak vaak nog erger. Ze doen juist een beroep op de reeds op genoegens gerichte mentaliteit. Hoe dat zo? Beschouw eens enkele voorbeelden van wat de kerken doen om de onkerksen naar de kerkbanken te lokken:
„Er zijn thans in de VS 3000 clowneske bedieningsgroepen, die feestneuzen opzetten en bonte pakken aantrekken om God te dienen”, bericht het tijdschrift Time. Gezelschappen die zich ’Fools for Christ’ (Dwazen voor Christus) of ’Holy Fools’ (Heilige dwazen) noemen, dansen, goochelen, spelen pantomime en fietsen in de kerk, delen popcorn uit en gooien confetti en ballonnen naar de gemeente. In Saskatoon in Canada bood een congres van de Canadian Association for Pastoral Education (Canadees Genootschap voor Pastorale Vorming) ook een cursus in „christelijke clownerie” als middel om mensen te bereiken.
„’Trek hun aandacht’-evangelist doet het met karate.” Dat was de titel van een kranteartikel waarin de „show-preken” van een reizende baptistenpredikant werden beschreven. „De mensen hebben geen zin om te komen luisteren naar een predikant die hun vertelt wat er aan hen mankeert”, verklaarde hij. „Maar naar een karate-expert komen ze wel kijken.” De predikant zei dat de meeste mensen die naar de show hebben gekeken, na afloop blijven voor de preek. „Af en toe heb je er wel een die weggaat”, voegde hij eraan toe. „Maar niet zo vaak.”
Onder de kop: „Kerken bedienen zich van goochelkunst om parochianen te lokken”, haalt The Wall Street Journal een geestelijke uit Indiana aan, die zei dat „als er een goochelaar op de kansel staat, er mensen voor de dienst komen opdagen die er in maanden niet zijn geweest”. De niet aan een denominatie gebonden Fellowship of Christian Magicians (Broederschap van christelijke goochelaars) schat dat er in het hele land meer dan duizend goochelaar-bedienaren zijn. Deze vereniging organiseert elke zomer studiebijeenkomsten om nieuwe trucs te onderwijzen.
„Er staat een stripper op de kansel”, zo meldde een krant over de gang van zaken in een unitarische kerk in Dallas. De kerk liet in haar zondagsdiensten een „exotische danseres” optreden, en „toen ze klaar was, bleef er niets meer over dan haar slipje en de verbeelding van de gemeente”, zei het verslag. Kinderen woonden samen met de 200 volwassen leden van de kerk de voorstellingen bij. „Ik heb niet één klacht gehad”, zei de geestelijke. „Het paste heel goed in onze dienst.”
Dit zijn allerminst op zichzelf staande incidenten in bepaalde eigenaardige sekten of religies. De zogeheten respectabele, gevestigde kerken nemen hun toevlucht tot dezelfde stunts. Behalve van clowns en goochelaars bedienen ze zich van folkzangers, rockgroepen, buikdanseressen, astronauten, filmsterren en andere beroemdheden in een poging hun tanende aantrekkingskracht op te vijzelen.
Maar zelfs al worden een aantal „verloren schapen” aldus tot de kerk aangetrokken, worden zij dan werkelijk geholpen „liefde voor God” aan te kweken als hun belangstelling uitgaat naar een „exotische” dans of een goochelvoorstelling? Wordt bij hen integendeel niet des te meer de „liefde voor genoegens” aangewakkerd, en wel met een tot zwijgen gebracht geweten, omdat zij nu hun gang kunnen gaan met de goedkeuring van de kerk? Waarlijk, zij zijn mensen geworden „die een vorm van godvruchtige toewijding hebben, maar de kracht ervan niet blijken te bezitten”. — 2 Tim. 3:5.
Profetie vervuld
Dit alles bewoog de geestelijke William Rauscher ertoe te zeggen: „Te veel kerken zijn tegenwoordig ’Heilige geest’-amusementscentra geworden die meer spookachtig dan heilig zijn. Veel dat zich nu onder het mom van religie presenteert, zou St. Paulus schokken.” Maar in feite zou de apostel Paulus niet zo erg geschokt zijn. En waarom niet? Omdat hij, zoals wij hebben gezien, werd geïnspireerd om te schrijven dat de mensen in de laatste dagen ’genoegens de plaats van God zouden laten innemen’!
Met de uitdrukking „meer liefde voor genoegens dan liefde voor God” brengt de apostel Paulus onder de aandacht hoe tegenstrijdig en inconsequent, en dus huichelachtig, zulke mensen zijn. Hoewel ze nog steeds wat religie in hun leven willen hebben, hebben ze genoegens de plaats van God laten innemen als voorwerp van hun liefde en toewijding. Daardoor hebben zij genoegens tot hun god gemaakt.
De groeiende verwereldlijking en de slinkende ondersteuning van de kerken vormen nog meer duidelijke bewijzen dat wij in de laatste dagen van het huidige samenstel van dingen leven. Maar meer dan dat, deze dingen wijzen erop dat wij in het allerlaatst, in de slotfase, van de laatste dagen leven.