De tendens houdt aan
Door Ontwaakt!-correspondent in Costa Rica
GEDURENDE de jaren ’60 werd er een definitieve religieuze tendens duidelijk. The New York Times Encyclopedic Almanac 1970, blz. 441, 442, merkte op: „Niet alleen in de Verenigde Staten maar in de gehele wereld vindt er een gestadig vertrek plaats uit het religieuze leven en uit de priesterschap. . . . de exodus uit de pastorieën, kloosters en conventen gaat door: in 1968 verlieten in de V.S. misschien wel 2700 katholieke priesters de actieve bediening en 9000 nonnen hun kloosters.”
Bronnen uit het Vaticaan maken openbaar dat in de westerse wereld het aantal seminaristen in drie jaar tijds met 20.000 verminderd is. Zelfs in de bolwerken van het rooms-katholicisme is de tendens zichtbaar. Zoals de New York Times van 21 april 1968 opmerkte: „Overal in het katholieke Latijns-Amerika verkeert de kerk in het stadium van een crisis. In bijna ieder land hebben zich afsplitsingen gevormd.”
Wat valt er te zeggen over Costa Rica, waar de overweldigende meerderheid van de bevolking katholiek is? Volgens het hoofd van het Centrale Seminarie dient Costa Rica één priester op de 1000 tot 2000 katholieken te hebben. Er is echter slechts één priester op de 4000 katholieken, of slechts de helft van het gewenste aantal. En wat zijn de vooruitzichten dat dit aantal zal toenemen?
Deze zijn niet gunstig. Er is in Costa Rica een gestadige achteruitgang in het aantal seminaristen en het aantal priesterwijdingen. In 1966 werden er bijvoorbeeld 15 priesters geordineerd; in 1967 precies 10; in 1968 slechts 4; in 1969: 6; en in 1970 precies 5. Ook het aantal inschrijvingen voor het Centrale Seminarie is achteruitgegaan. In 1968 waren dit er 21; in 1969 slechts 12, en in 1970 hetzelfde aantal.
Waarom de achteruitgang
Er bestaan een aantal redenen voor de achteruitgang. Maar de grondoorzaak is, verlies aan vertrouwen in de Kerk. De mensen zien de corruptie, de verwarring op het gebied van de leerstellingen en gedragslijnen, zelfs rebellie onder kerkleiders, en zo groeit de afkeer.
Van de weinige Costaricaanse jongeren die de Kerk ernstig genoeg nemen om naar een seminarie te gaan, vallen er velen af na te hebben gezien, zoals een jonge katholiek het uitdrukte, „hoe de dingen werkelijk zijn”. Na vier jaar op een seminarie te hebben gestudeerd, zei hij dat hij gedesillusioneerd en ontmoedigd was door de immoraliteit van de priesters.
Veel Costaricanen hebben ook een afkeer gekregen van de nadruk die er in de Kerk op geld wordt gelegd. Een aantal katholieken die onlangs werden geïnterviewd noemden hun kerk een „zaak”. Verlotingen, carnaval en bingo van de Kerk zijn gewoon, en nonnen gaan van huis tot huis om bijdragen te vragen. Het is hier ook niet ongewoon te zien dat kinderen op grondgebied van de Kerk „ezeltje” kunnen „rijden” en dat er speelzalen zijn opgericht.
Veel personen zijn zelfs van mening dat de religieuze diensten ten doel hebben geld in het laatje te brengen. Als er een mis wordt gelezen of een huwelijk wordt ingezegend, wordt er geld opgehaald. In feite is het zo dat wanneer de priester van een belangrijke kerk in de hoofdstad, San José, wordt betaald om op een bepaald uur de mis te lezen, hij vaak een andere mis op hetzelfde uur stelt om dubbel geld te kunnen ontvangen. Natuurlijk vertelt hij zijn ’klanten’ niet dat de mis voor twee verschillende partijen wordt gelezen.
Zo gebeurde het dat hij op een dag de mis voor een begrafenis en een bruiloft op hetzelfde uur stelde, twee religieuze diensten die volkomen tegengesteld aan elkaar zijn! Zoals men zich wel kan voorstellen veroorzaakte dit grote verwarring. De betrokken partijen waren boos en met afkeer vervuld. En toen de priester werd opgebeld en hem werd gevraagd waarom hij de zaken op deze wijze regelde, hing hij op. — La Nación, (San José), 14 oktober 1970.
Maar misschien wordt wel de grootste verwarring en verdeeldheid onder zowel geestelijken als leken veroorzaakt door de tegenstrijdige meningen in de Kerk betreffende de seksualiteit. Traditionele katholieken is bijvoorbeeld geleerd dat de oorspronkelijke zonde bestond in de eerste seksuele ervaring die Adam en Eva met elkaar hadden. Maar nu hebben progressieve of vrijzinnige katholieken er een geheel andere kijk op. Sex wordt niet langer als iets zondigs beschouwd maar als iets heilzaams. En als dat zo is, zo vragen velen zich af, waarom verbiedt de Kerk haar priesters dan te trouwen?
Een verwante kwestie is geboortenregeling. Veel priesters en leken ondersteunen niet volledig de pauselijke beslissing betreffende deze kwestie, en toch willen zij niet ronduit zeggen dat hij het bij het verkeerde eind heeft. Daarom had een lezing van een priester over het onderwerp „Sex en religie” op een van de middelbare scholen van San José een interessante discussie tot gevolg.
De priester werd de vraag gesteld: „Wat is het standpunt van de kerk ten aanzien van contraceptiva?”
De priester antwoordde door de encycliek aan te halen waarin de Paus kunstmatige middelen tot geboortenregeling voor Katholieken verbood. Hij zei echter dat deze encycliek niet al te letterlijk moest worden genomen. ’Het is een zaak die aan het geweten van de persoon moet worden overgelaten’, legde hij uit.
Maar een dokter uit het gehoor vroeg hoe het antwoord van de priester in overeenstemming gebracht kon worden met de leerstelling van de Katholieke Kerk dat de Paus onfeilbaar is als hij een officiële verklaring doet. De dokter haalde toen Matthéüs 23:4 aan, waarin wordt gesproken over de Farizeeën die ’zware lasten op de schouders van de mensen binden’, en vroeg: „Pater, zondigen jullie als kerkleiders niet op dezelfde wijze, als moderne Farizeeën?”
Hierop brak het aanwezige publiek, dat voor bijna honderd percent uit katholieken bestond, in een applaus uit.
Veel katholieken accepteren niet langer wat hun Kerk leert, zoals The New York Times Encyclopedic Almanac 1970, blz. 441, opmerkt: „In verband met het celibaat en andere kwesties is een hervorming in de kerk zo maar ineens, in korte tijd, uitgegroeid tot een vraagstuk betreffende de geloofwaardigheid — of misschien preciezer, de ongeloofwaardigheid — van het traditionele rooms-katholieke standpunt.”
De resultaten
Naarmate de verwarring en de tweedracht in de Kerk groter wordt, groeit ook het morele verval. In Costa Rica neemt de ontrouw in het huwelijk toe. Mensen plaatsen ijzeren staven voor hun ramen en laten altijd iemand thuis om diefstal tegen te gaan. Zelfs als de mensen in de kerken zijn, worden zij gewaarschuwd goed op hun portemonnaie te letten.
Ook jonge mensen zijn in hun woede en afkeer begonnen zich met gewelddaden tegen kerkgebouwen en priesters te keren. In Escazú werd de kerk in de zomer van 1970 vernield. Enkele avonden later, op 9 augustus 1970, trachtte een bende een priester te vermoorden. Op een eenzame plek van de weg wierpen zij reusachtige stenen naar beneden, op zijn wagen. En in april 1971 bezetten vijftig jongeren drie dagen lang een kerk, uit „wraak over de onderdrukking van de kerk”, zoals zij zeiden.
Het is duidelijk dat katholieke mensen verontrust zijn door wat zij in hun Kerk zien gebeuren. Maar hoe denkt u dat God ertegenover staat? Hij is ook met afkeer vervuld over de religieuze stelsels die Hem niet hebben gediend, en daarom zal hij, zoals de bijbel aantoont, nu spoedig hun vernietiging teweegbrengen. — Openb. 18:4.