-
Waarom het u aangaatOntwaakt! 1974 | 22 februari
-
-
deze wereld doen? De profetie van Daniël 2:44 verklaart onomwonden: „In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze [thans aan de macht zijnde] koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.”
Ja, spoedig zal God door middel van zijn hemelse regering in handen van Jezus Christus, dit gehele goddeloze samenstel van dingen van de aardbodem wegvagen. Niet langer zullen mensen of de Duivel heerschappij uitoefenen. Heerschappij zal worden uitgeoefend door degene die werkelijk te vertrouwen is, Christus Jezus. Hij heeft reeds bewezen loyaal aan Gods wetten, en een vriendelijke, liefdevolle, rechtvaardige en bekwame bestuurder van ’s mensen aangelegenheden te zijn. — Jes. 11:3-5; Hebr. 4:14, 15.
Hoe het op u van invloed is
Wat heeft dit alles met u persoonlijk uit te staan? Het volgende: uw leven is er rechtstreeks bij betrokken. Waarom? Omdat Gods vernietiging van dit samenstel van dingen is vastgesteld voor de zeer nabije toekomst!
Tijdens de komende vernietiging zullen vele mensen voor bescherming en veiligheid opzien naar menselijke instituten — tot dan nog schijnbaar zo indrukwekkend en stabiel als bergen. Zij zullen zeggen: „Verbergt ons voor het aangezicht van degene die op de troon zit [God] en voor de gramschap van het Lam [Christus Jezus], want de grote dag van hun gramschap is gekomen, en wie kan dan standhouden?” (Openb. 6:16, 17) Bij menselijke instituten zal echter geen redding te vinden zijn, aangezien ze alle in de vernietiging zullen verdwijnen. — Openb. 19:19, 20.
Dan, na de vernietiging van dit goddeloze stelsel, zal God een wonderbare nieuwe ordening inluiden, een ordening waarin alleen betrouwbare personen zullen mogen leven. Over hen zal vanuit de hemel Christus Jezus in zijn koninkrijk „voor louter rechtvaardigheid” regeren, terwijl zijn vertegenwoordigers op aarde zijn instructies „voor louter gerechtigheid” ten uitvoer zullen leggen (Jes. 32:1). Dat is ook de reden waarom de profeet Jesaja naar God en zijn regering uitzag, en aan dat verlangen uiting gaf met de woorden: „Met mijn ziel heb ik naar u verlangd in de nacht; ja, met mijn geest in mijn binnenste blijf ik u zoeken; want wanneer er van u afkomstige oordelen voor de aarde zijn, is het rechtvaardigheid wat de bewoners van het produktieve land stellig zullen leren.” —Jes. 26:9.
Bekommert u zich werkelijk om uw leven en uw toekomst? Wenst u het einde van dit samenstel te overleven? Wenst u in een nieuwe ordening te leven die op rechtvaardigheid is gebaseerd? Zo ja, wat dient u dan in de allereerste plaats te doen? Gods Woord geeft als antwoord: „Zoekt Jehovah, al gij zachtmoedigen der aarde, . . . Zoekt rechtvaardigheid, zoekt zachtmoedigheid. Wellicht zult gij verborgen worden op de dag van Jehovah’s toorn” (Zef. 2:3). Dit betekent dat u zich tot God en zijn Woord moet wenden en moet onderzoeken wat zijn richtlijnen voor u in deze kritieke periode in de geschiedenis zijn.
Een door de Watergate-affaire wanhopig geworden persoon vroeg zich af: „Als je de regering niet meer kunt vertrouwen, wie dan nog wel?” Het falen van tal van menselijke leiders in onze tijd verleent alleen maar extra kracht aan de bijbelse raad: „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort” (Ps. 146:3). Wat de bijbel bovendien zegt, is: „Het beven voor mensen, dát spant een strik, maar hij die op Jehovah vertrouwt, zal beschermd worden” (Spr. 29:25, 26). U kunt Jehovah God vertrouwen alsmede zijn belofte om de aarde te bevrijden van goddeloosheid en daaropvolgend een nieuwe ordening te brengen. U kunt hem vertrouwen omdat hij „niet liegen kan”. Hij is „de God der waarheid”. — Tit. 1:2; Ps. 31:5; Hebr. 6:18.
Hoe dwaas het is ongerechtvaardigd vertrouwen in mensen te stellen, werd zelfs tijdens de Watergate-verhoren bevestigd. Pogend een verklaring te vinden voor het tragische feit dat zoveel regeringsfunctionarissen bij schandalen betrokken bleken, herinnerde men aan wat er met kardinaal Wolsey was gebeurd. Deze invloedrijke geestelijke van de Rooms-Katholieke Kerk was gedurende de regering van koning Hendrik VIII nauw betrokken bij allerlei politieke aangelegenheden en daarbij een ijverig dienstknecht van de koning. Toen hij zich echter op een kwaad moment de woede van de heerser op de hals haalde, werd hij van zijn macht beroofd en van verraad beschuldigd. Spoedig daarna werd hij ziek en stierf. Maar vóór zijn dood sprak Wolsey vol berouw: ’Had ik mijn God maar met half zoveel ijver gediend als mijn koning; hij zou me op mijn leeftijd niet naakt aan mijn vijanden hebben overgeleverd.’
Als u uw vertrouwen in mensen stelt en naar hen opziet voor de oplossing van de steeds groter wordende problemen waarmee de mensheid wordt geconfronteerd, zult u onherroepelijk, en thans wel heel spoedig, bedrogen uitkomen. Stel daarom uw vertrouwen in God en doe zijn wil, dan zult u stellig zegeningen oogsten, want God is „de beloner . . . van wie hem ernstig zoeken”. — Hebr. 11:6; 1 Joh. 2:15-17.
-
-
Carnaval en de oorsprong ervanOntwaakt! 1974 | 22 februari
-
-
Carnaval en de oorsprong ervan
Door Ontwaakt!-correspondent in Frankrijk
DE JAARLIJKSE carnavalsviering in Nice was net afgelopen. Meer dan een week had de stad in een feestroes verkeerd: Praalwagens trokken door de belangrijkste avenue, figuren van bordpapier, met enorme roodgekoonde hoofden, schuddebolden door de straten, op de voet gevolgd door tientallen dansende, zingende en met bloemen uitgedoste groepjes vrolijke jongemannen en meisjes.
De straten waren vervuld geweest van de doordringende kreten waarmee vrouwen en meisjes reageerden op plotselinge confettiregens. Tal van mensen droegen groteske maskers of hadden zich op andere wijze vermomd. „Zijne Majesteit Carnaval”, een enorme kartonnen pop met een kroon op het hoofd, hield toezicht op de festiviteiten. Op de laatste dag van de viering was hij naar het strand gebracht en daar onder groot ceremonieel verbrand.
Het feest was voorbij. De Victoire-avenue had haar normale aanblik herwonnen. Langzaam kropen de files auto’s over het plaveisel, terwijl op de stoep een drukke mensenmenigte zich naar onbekende bestemming haastte. Lopend langs de avenue, bleven mijn gedachten verwijlen bij het feest dat zojuist was afgelopen. Ik had me nog maar kortgeleden in de bijzonderheden ervan verdiept, en moest onwillekeurig denken aan de wijde verbreiding en de ongewone oorsprong ervan.
Een losbandig feest
Carnaval wordt in tal van steden op aarde gevierd waar de katholieke religie wordt beoefend en wordt veelal gekenmerkt door de dracht van maskers, optochten, gezang en openbare festiviteiten.
Carnavalstijd valt net vóór Aswoensdag, de eerste dag van de rooms-katholieke veertigdaagse Grote Vasten. Tijdens de Vasten beperken de katholieken zich traditioneel tot het gebruik van één volle maaltijd per dag. De dag vóór Aswoensdag, genaamd Vastenavond of Vette dinsdag (in het Frans Mardi gras), is de laatste dag van de carnavalsviering. Carnaval is op veel plaatsen een wilde vertoning, die vaak drie dagen duurt en soms zelfs wel verscheidene weken in beslag neemt. Newsweek berichtte:
„In het Rijnland hesen plotseling tolerant geworden politiemannen languit op de trottoirs liggende dronkaards behulpzaam tegen lantaarnpalen, zich ervan afmakend met: ’Es ist ja Karneval’ (Het is carnaval). . . .
Met roekeloze losbandigheid (welke onveranderlijk in oktober en november tot een hoger geboortecijfer leidt) blijven de Westduitsers, in het Rijnland en zuid-Duitsland tot de laatste minuten van Vastenavond hun jaarlijkse aan de Vasten voorafgaande festijnen vieren. . . .
In het Rijnland . . . wordt Karnevalfreiheit als een wettig excuus beschouwd voor bijna alles, behalve moord en rijden onder invloed. . . . Ook in München houdt de wet rekening met Fasching [carnavalstijd] . . . ’Ga naar huis en vergeet het’, heeft al meer dan één rechter een paartje dat wilde scheiden geadviseerd. ’Het was maar carnaval’.”
Dat verslag over carnavalstijd dateert alweer van enige jaren terug. Aangaande de viering van twee jaar geleden stond in het tijdschrift Time: „Het zou de schitterendste en losbandigste Vastenavond worden die München ooit had gekend. . . . Alles was voor de Münchenaren in gereedheid gebracht om zichzelf, zoals altijd, een ogenblik te vergeten in een maand van
-