Het „goede nieuws” prediken in het ijzige Noorden
„HET is vandaag 35 graden onder nul met een gemiddelde windsnelheid van 15 kilometer per uur. Met een dergelijke wind komt de uitwerking van de temperatuur op menselijk vlees overeen met een temperatuur van 43 graden onder nul”, berichtte een van Jehovah’s getuigen in het verre Noorden, en hij voegde hieraan toe: „De prediking van huis tot huis was vanochtend een uitdaging.”
Deze prediker van Jehovah’s getuigen, evenals honderdduizenden anderen met hem, brengt de bijbelse boodschap geregeld naar anderen — zelfs in het ijzige Noorden. De Getuigen hebben speciale krachtsinspanningen in het werk gesteld om de mensen overal te bereiken, met inbegrip van de bewoners van geïsoleerde plaatsen.
In 1971 ging een groep getuigen van Jehovah naar verafgelegen Indianendorpen in Canada’s provincie Manitoba. Over de toestanden waaraan zij daar het hoofd moesten bieden, merkte Donald Anders, een van deze groep, op:
„De temperatuur daalt vaak tot 40 graden onder nul. De wind snijdt je werkelijk in het gezicht en voordat je het weet, zijn gedeelten van je gezicht bevroren. Het kan soms zo koud worden dat de lucht werkelijk kristalliseert en dik wordt, waardoor vliegtuigen, als gevolg van slecht zicht, niet kunnen landen. Er vormt zich vaak rijp op oogleden, neus en mond.
In zulk een hevige kou moet men zich goed kleden. Wij moesten kleding dragen waar de wind niet doorheen kon dringen. Vaak vormden onze ogen en mond het enige wat nog van ons te zien was. Men zou het anders niet overleven.”
„ELK HUIS MOET BEZOCHT WORDEN”
Een van Jehovah’s getuigen in Alaska merkt op: „Misschien is de grootste uitdaging om het ’goede nieuws’ hier te prediken niet zozeer de lage temperatuur als wel de afstand tussen de woonplaatsen.” Veel gehuchten kunnen alleen per boot of vliegtuig bereikt worden. Niettemin hebben Jehovah’s getuigen zich ingespannen om de mensen in deze verre gebieden te bezoeken. De bovengenoemde prediker maakte melding van een techniek die werd gebruikt om mensen in alleenstaande hutten in bosgebieden te bereiken:
„Als er een alleenstaande hut wordt ontdekt, trekken de Getuigen in het vliegtuig de aandacht van de hutbewoner door over de hut heen te cirkelen totdat de bewoner te voorschijn komt. Wanneer zij dan weer boven het huis verschijnen, wordt er voor de huisbewoner een pakje met wat bijbelse lectuur en een brief waarin fundamentele bijbelse waarheden worden verklaard, naar beneden gegooid. Dus zelfs in deze eenzame streken kunnen de Getuigen met het ’goede nieuws’ doordringen.”
Een ouderling die gemeenten in het noorden van Noorwegen bezoekt, beschrijft de krachtsinspanningen die zijn gedaan om de geïsoleerde mensen aldaar te bereiken. „De gemeente in Alta [ruim 320 km boven de poolcirkel] heeft in vijf huizen in Garkolobold, dat afgelegen ligt, enige belangstelling aangetroffen. Om daar te komen, moesten zij eerst 85 km met de auto afleggen tot waar de weg eindigde, en vervolgens 35 kilometer met de sneeuwscooter verder reizen. We blijven vaak wat langer bij degenen die zo ver weg wonen, en we bestuderen dan verscheidene hoofdstukken en bespreken verschillende vragen.”
Mattie Tiainen, een reizende bedienaar van Jehovah’s getuigen in het verre noorden van Finland, vertelt over de krachtsinspanningen van de plaatselijke Getuigen om geïsoleerd wonende mensen in dat gebied te bereiken: „Sommigen stappen met een fiets en ski’s bij zich op de bus en reizen meer dan 100 kilometer naar afgelegen dorpen, terwijl zij op de terugweg prediken. De ski’s waren noodzakelijk om zijwegen te bewerken, aangezien daar geen sneeuw was geruimd.”
Sommige huizen waren in de winter onbereikbaar, maar er werd een zorgvuldig bericht van bijgehouden, zodat de Getuigen er in de zomer konden terugkeren. In zo’n huis aan de overkant van een rivier die ’s winters niet overschreden kon worden, vonden Jehovah’s getuigen Kustaa Nurmela en zijn gezin. Deze rustige boer aanvaardde graag een bijbelstudie. Hij werd een van Jehovah’s getuigen en leidde zijn gezin op om Jehovah eveneens te dienen. Wat is broeder Nurmela blij dat Jehovah’s getuigen zijn geïsoleerde huis niet hebben overgeslagen!
Broeder Tiainen vertelt ook over Kaisa Aho, een vrouw die de bijbelse beloften had leren kennen toen een getuige van Jehovah hun geïsoleerde huis bezocht:
„Zuster Aho had elk huis in de omgeving bezocht. Soms stond haar man Veikko haar toe predikingstochten naar andere dorpen te maken waarvan sommige behoorlijk ver weg lagen. ’s Zomers ging ze te voet en ’s winters op ski’s. Soms skiede deze zuster wel 20 tot 30 kilometer per dag. Tijdens een tocht van verscheidene dagen legde zij soms wel 100 kilometer af.”
Waarom deed zij zoveel moeite om de mensen te bereiken? Zij legt uit: „Elk huis moet bezocht worden, aangezien dat de manier is waarop mijn man en ik gevonden werden.”
VERLANGEND DE BIJBELSE WAARHEID TE LEREN KENNEN
Vele bewoners van het ijzige Noorden zijn nederig en willen dolgraag de waarheid over God leren kennen. Zij reageren gunstig op de gedachte dat het paradijs op aarde hersteld zal worden. Maar vaak is het noodzakelijk eenvoudige bewoordingen, illustraties en afbeeldingen te gebruiken om deze nederige mensen te bereiken.
Gedurende de zomer van 1972 en 1973 gingen Morris Charland en Bryce Smith, twee volle-tijddienaren uit Sept Iles, in de Canadese provincie Quebec, op pad om zevenentwintig dorpen in het noordoostelijke deel van die provincie te bezoeken. Waren de bewoners van deze plaatsen er verlangend naar het „goede nieuws” van Gods koninkrijk te horen? Zij berichten:
„Veel dorpsbewoners waren er niet tevreden mee de boodschap slechts één keer te horen. Zij volgden ons van deur tot deur totdat er een grote processie was gevormd. In één huis waren zoveel mensen bijeen dat ik me bijna niet kon bukken om lectuur uit mijn tas te pakken. Er waren in dat huis minstens dertig personen bijeen om naar de Koninkrijksboodschap te luisteren.”
In het dorpje Shaktolik (Alaska) ging een van Jehovah’s getuigen naar een bejaarde Eskimo toe die op het punt stond met zijn sneeuwvoertuig te vertrekken om zijn vrouw en kleinkinderen op te halen die een paar kilometer verderop aan het vissen waren. Maar toen hij het doel van het bezoek vernam, zond de man in plaats daarvan zijn zoon weg, met de woorden: „Dit is voor mij te belangrijk om weg te gaan. Komt u alstublieft binnen en vertelt u mij er alles van.” Het duurde niet lang of zijn vrouw kwam binnen, en ook zij was overgelukkig de vertroostende beloften van de bijbel te vernemen. Toen de broeder opstond om weg te gaan, renden zij naar de deur en zeiden: „Nee, gaat u alstublieft niet weg. Wij willen er nog veel meer over horen!”
Soms is er slechts één bezoek van Jehovah’s getuigen voor nodig om de belangstelling van iemand die de waarheid liefheeft, op te wekken. In 1972 werd het boek „Dingen waarin God onmogelijk kan liegen” aan een jeugdige popgroepleider in het noorden van Noorwegen verspreid. Na het boek gelezen te hebben, belde deze man het bijkantoor van het Wachttorengenootschap op om meer inlichtingen. Nadat hem het adres van een ouderling in Bodo was gegeven, reisde hij een halve dag om hem te ontmoeten en meer vragen beantwoord te krijgen, waarbij hij een bandrecorder gebruikte om het gesprek, dat verscheidene uren duurde, nog eens opnieuw te beluisteren. Kort daarna ontbond hij zijn band, trad uit de kerk en zei zijn lidmaatschap van een politieke partij op. In juni 1972, enkele maanden nadat hij de waarheid voor het eerst had gehoord, werd deze jongeman als een van Jehovah’s getuigen gedoopt.
ENKELE MOEILIJKHEDEN
De meeste bewoners van het ijzige Noorden zijn vriendelijk en ontvankelijk voor de bijbelse waarheid. Maar tijdens de prediking van het „goede nieuws” in deze gebieden moeten ook enkele moeilijkheden worden overwonnen. De bewoners zijn bijvoorbeeld vaak erg verlegen, wat het moeilijk maakt werkelijke belangstelling te ontdekken. Als gevolg hiervan brengen zij niet graag veranderingen in hun leven aan waardoor zij van hun buren zouden verschillen.
Religieus vooroordeel kan ook moeilijkheden veroorzaken. Een geestelijke in het noorden van Finland schreef in een krant: „Jehovisten een pest in Pudasjärvi.” Hij beschuldigde hen er ook valselijk van communistische leerstellingen te onderwijzen. Als gevolg van deze tegenstand moesten twee getuigen van Jehovah ruim een jaar lang naar een permanente woonplaats zoeken. In een ander geval werd een zakenman driemaal in het openbaar gewaarschuwd en werd hij uiteindelijk van zijn kerkgemeenschap uitgesloten omdat hij „Jehovah’s getuigen toestaat vergaderingen te houden in zakenpanden die hem toebehoren”. Maar ondanks enige tegenstand „hebben alle mensen in die gebieden het ’goede nieuws’ van Gods koninkrijk gehoord”, zo stond in een recente brief van het bijkantoor van het Wachttorengenootschap in Finland.
VAN TEGENSTANDERS TOT IJVERIGE DIENSTKNECHTEN VAN GOD
Maar zelfs waar tegenstand wordt geboden, bereikt het „goede nieuws” ontvankelijke harten. Sommige vroegere tegenstanders zijn nu zelfs ijverige getuigen van Jehovah. In het oosten van de Canadese provincie Quebec bezocht een van Jehovah’s getuigen bijvoorbeeld een jonge gehuwde man die in het begin vijandig was en de Getuige ervan beschuldigde ’zijn religie te verkopen’. Toen hem werd uitgelegd dat Jezus zelf van „dorp tot dorp” predikte, nam de man een exemplaar van het boek De waarheid die tot eeuwig leven leidt (Luk. 8:1; 13:22). Hij las het in één avond uit en stelde toen voor een ontmoeting met de plaatselijke katholieke priester te arrangeren. Deze ontmoeting verliep als volgt:
„De priester was erg beleefd. Ik bracht in de conversatie onderwerpen ter sprake waarvan ik wist dat ze deze jongeman interesseerden, met inbegrip van de Drieëenheid. De priester was het steeds eens met de bijbel en stelde veel vragen. Ten slotte kon de man zich niet langer inhouden en wilde hij dat de priester zich zou verdedigen. ’Me verdedigen?’ antwoordde hij. ’Ik wil de waarheid weten, net als u!’
De volgende ochtend maakte deze priester tijdens de Mis bekend dat als iemand de bijbel wilde leren kennen, hij met Jehovah’s getuigen moest spreken. Enkele maanden later was ik verbaasd te vernemen dat de jongeman de bijbelse waarheid van harte had aanvaard en zelfs alleen van huis tot huis ging om zijn buren erover te vertellen. Ik weet niet wat er met de priester is gebeurd, aangezien hij kort na ons gesprek naar een ander district is overgeplaatst.”
In een andere ervaring ontmoetten Jehovah’s getuigen een man die zijn huis in het zuiden van Canada had verlaten om in het noorden onder de Indianen ware broederschap en werkelijk geluk te vinden. Deze man was eerst tegen de waarheid gekant. Maar later las hij een artikel in De Wachttoren dat was getiteld: „Hoe het goede nieuws de mensheid verenigt.” Deze inlichtingen maakten zo’n diepe indruk op hem dat hij om een huisbijbelstudie verzocht. Enkele maanden later werd hij gedoopt en kort daarna werd deze man, die vroeger een tegenstander was, een volle-tijdprediker van het „goede nieuws”. Hoe vond hij het de bijbelse waarheid te leren kennen? Hij drukte zich als volgt uit: „Alles wat ik zocht — eenheid, vrede, ware christelijke liefde onder alle rassen en de hoop een wereld zonder onrecht te zien — heb ik in Jehovah’s Woord en aardse organisatie gevonden.”
Zoals Jezus voorzei wordt het goede nieuws op de gehele bewoonde aarde gepredikt — zelfs in de dun bevolkte gebieden van het ijzige Noorden.