Is Gabon werkelijk „Het land van vriendschap”?
„HET land van vriendschap” — zo beschrijven sommige toeristische advertenties Gabon, een Westafrikaans land dat aan weerszijden van de equator ligt. Maar sinds april 1970 is er twijfel over gerezen of Gabon werkelijk „het land van vriendschap” is. Waarom? Omdat de regering van Gabon tegen het einde van april handelend optrad om de vreedzaamste mensen in het land vrijheid van aanbidding te ontzeggen.
Op woensdagavond, 29 april 1970, maakte radio Libreville bekend dat tijdens een zitting van de ministerraad, die door president Bongo werd voorgezeten, het besluit was genomen het werk van Jehovah’s getuigen in geheel Gabon te verbieden. Hierna zette de regering alle zendelingen van de Getuigen het land uit.
De verbodsbepaling houdt in dat alle christelijke vergaderingen van Jehovah’s getuigen en hun prediking van huis tot huis zijn verboden. Bovendien werden de bijbelse tijdschriften die naar hen werden verzonden, in beslag genomen zodra ze op het postkantoor aankwamen. Zij mochten zelfs geen bijbels meer ontvangen!
Als gevolg van de verbodsbepaling werden twee inlandse volle-tijdbedienaren van Jehovah’s getuigen gearresteerd. En waarom? Welnu, een van hen bleek een bijbel bij zich te hebben! En dit was dezelfde bijbel die op veel plaatsen in geheel Gabon gekocht kan worden. Wat denkt u van een regering die vredelievende mensen arresteert omdat zij een bijbel bij zich hebben?
DE REACTIE ONDER DE BEVOLKING
De bekendmaking dat aan deze christelijke getuigen vrijheid van aanbidding was ontzegd, was een schok voor velen, vooral voor degenen die weten dat deze christenen overeenkomstig het bijbelse gebod leven om ’vrede te zoeken en die na te streven’ (1 Petr. 3:11). Eén man zei: „Mijn vrouw kon haar tranen niet bedwingen toen zij de bekendmaking hoorde.” Een Gabonese man die geen Getuige was bracht de gevoelens van velen tot uitdrukking toen hij tegen een zendeling zei: „Sinds de bekendmaking van de verdrijving van de zendelingen kon ik verscheidene dagen achtereen niet eten of slapen, ik kon alleen maar huilen!”
Veel mensen vroegen: „Waarom respecteert onze regering haar eigen grondwet niet? Er behoort vrijheid van religie te zijn in Gabon.”
Een andere man zei: „Wij jagen de goede religie, die zich met haar eigen zaken bemoeit, het land uit en wij blijven zitten met religies die zich altijd met politiek bemoeien en ons moeilijkheden veroorzaken.”
Er waren dus heel wat Gabonese mensen die erg teleurgesteld waren door het onvriendelijke optreden van hun regering. Een van degenen die de zendelingen bedankte voor hun hulp, was vroeger een verachtelijke dronkaard maar streeft nu de christelijke bediening na. Een ander bracht in een brief zijn waardering tot uitdrukking voor de hulp die de zendelingen hem hadden geschonken. Hij was vroeger een polygamist geweest met vier vrouwen maar heeft nu, als gevolg van de invloed van bijbelse waarheden op zijn leven, een gelukkig huwelijk met slechts een van hen. — 1 Tim. 3:2, 12.
De Gabonesen zijn over het algemeen vriendelijke mensen. Veel inlanders waarderen het dat de Getuigen het Woord van God prediken en ernaar leven; en zij blijven dezelfde vriendelijke geest aan de dag leggen die zij altijd hebben getoond. Het is evenwel hun regering die zulke onvriendelijke stappen heeft gedaan tegen vrijheid van aanbidding.
WAAROM DE VERBODSBEPALING EN DE ONVRIENDELIJKE DADEN?
Werd dit besluit van de Gabonese regering alleen door politieke regeerders geïnstigeerd? Er zijn aanwijzingen dat er geestelijken bij waren betrokken. Kort na de bekendmaking van de verbodsbepaling brachten katholieke priesters bijvoorbeeld een bezoek aan de eigenaar van het huis waar de zendelingen van Jehovah’s getuigen woonden. Kwamen de priesters om de huiseigenaar hun sympathie te betuigen en zich ten gunste van vrijheid van aanbidding uit te spreken? Neen, de priesters probeerden de huiseigenaar ertoe over te halen de zendelingen zijn huis uit te zetten! Maar de huiseigenaar weigerde zo iets onvriendelijks te doen, ondanks veel gestook van de zijde van de katholieke priesters.
Nog een interessante kant van de zaak is het feit dat Getuigen van welingelichte zijde te horen kregen dat veel geestelijken, zowel katholieke als protestantse, in het huis van een regeringsfunctionaris waren bijeengekomen en dat zij zich hadden verkneuterd over een samenzwering die ten doel had deze christelijke getuigen hun religieuze vrijheid te ontnemen. Een van de regeringsfunctionarissen die zich tegen de Getuigen kantte, is een protestantse predikant. En een belangrijke politieke leider is een katholieke priester.
De Getuigen in Gabon wisten dat de beschuldigingen waren verzonnen en dat, of ze nu tot op zekere hoogte door geestelijken waren geïnspireerd of niet, de waarheid vermeld moest worden. De volgende morgen nadat de verbodsbepaling was uitgevaardigd gingen daarom twee zendelingen als vertegenwoordigers van de Getuigen en een inlandse Gabonese Getuige naar de minister van binnenlandse zaken. Zij bespraken de kwestie gedurende ongeveer vijfenveertig minuten. Zij vroegen hem op welke gronden hun christelijke activiteit was verboden. Hij vertelde hun dat hun religie was verboden wegens het gedrag van enkele leden van hun religie in het binnenland. En hoe ondersteunde hij deze beschuldiging? Met vier met de hand geschreven brieven uit steden in het binnenland van Gabon — waar geen Getuigen zijn! Hij zei dat het werk van de Getuigen door een regeringscommissie was onderzocht en dat de commissieleden als gevolg van dit onderzoek deze brieven hadden opgemaakt en verzonden.
Later beschuldigden de autoriteiten de Getuigen ervan dat zij de vlag niet respecteerden, geen belasting betaalden, de mensen leerden niet te stemmen en aanleiding gaven tot wanordelijkheden onder de bevolking.
DE BESCHULDIGINGEN ONGEGROND
De Getuigen beantwoordden deze regeringsbeschuldigingen door uit te leggen dat zij als christenen de regering erkennen en er gehoorzaam aan zijn, zoals in de bijbel wordt geleerd (Rom. 13:1). Zij wezen op het feit dat geen van de Getuigen in Gabon ooit was gearresteerd of in de gevangenis was geworpen omdat hij of zij iets had gestolen, iemand had gedood of de wet van de regering had bestreden. Over de gehele wereld staan Jehovah’s getuigen zelfs bekend als vredelievende en ordelievende burgers. Zij tonen respect voor de vlag, aangezien zij weten dat deze de regering vertegenwoordigt, en elke Getuige in Gabon die bij een ceremonie aanwezig was waarbij de vlag werd gegroet, stond hierbij rustig en respectvol stil.
Wat de beschuldiging betreft dat Jehovah’s getuigen geen belasting betalen: Ieder welingelicht persoon weet dat dit niet waar is. De Getuigen hebben altijd hun belasting betaald omdat Gods woord hun opdraagt dit te doen, en zij leven overeenkomstig de bijbel. In het instructieboek voor gedoopte Getuigen, „Uw woord is een lamp voor mijn voet”, staat zelfs op bladzijde 34: „Moet een christen alle belastingen betalen die de wet voorschrijft?” Er wordt antwoord gegeven door de bijbel aan te halen: „Geeft aan allen wat hun toekomt, aan hem die vraagt om de belasting, de belasting; aan hem die vraagt om de schatting, de schatting.” — Rom. 13:7.
Met betrekking tot de politiek nemen Jehovah’s getuigen een neutraal standpunt in. Er werd niemand door de Gabonese regering voorgebracht als bewijs dat de Getuigen hem hadden geleerd niet te stemmen. Terloops zij opgemerkt dat iemands stem in Gabon geheim is, zodat men, als het goed is, niet kan zeggen wie wel en wie niet heeft gestemd. Bovendien zijn er drie jaar vóór deze verbodsbepaling geen verkiezingen geweest, terwijl er de eerstvolgende vier jaar geen verkiezingen gehouden zullen worden. Is deze kwestie van stemmen dus een probleem geworden waarmee Gabon plotseling is geconfronteerd? Dit valt moeilijk te verdedigen.
Hoe staat het met de beschuldiging dat Jehovah’s getuigen aanleiding geven tot wanordelijkheden onder de mensen? De Getuigen prediken het goede nieuws van Gods koninkrijk. Zij dwingen anderen nooit hun boodschap te aanvaarden en Getuigen te worden. Zij volgen de raad op van Jezus, die heeft gezegd: „Wanneer gij het huis binnengaat, groet dan het huisgezin; en indien het huis het waard is, zo kome de vrede die gij het toewenst, daarover, maar indien het huis het niet waard is, dan kere uw vrede tot u terug. Als men u ergens niet ontvangt of niet naar uw woorden luistert, verlaat dan dat huis of die stad en schudt het stof van uw voeten.” — Matth. 10:12-14.
Sinds 1958 hebben Jehovah’s getuigen ongestoord in het openbaar in Gabon gepredikt. Waarom vindt de regering het na twaalf jaar plotseling nodig hen van het veroorzaken van wanordelijkheden te beschuldigen?
Ten einde te bewijzen dat de beschuldigingen ongegrond waren, hebben de Getuigen ter verdediging een brief van vier kantjes, waarin de bovengenoemde punten werden aangehaald, naar de regering gezonden. Met welk resultaat? Een kort antwoord waarin werd gezegd dat hun wettelijke Genootschap was „opgeheven”. Er werd nog aan toegevoegd dat wanneer de regering eenmaal een beslissing heeft genomen, deze „soeverein [is] en nooit veranderd kan worden”.
Maar dient ze niet veranderd te worden wanneer blijkt dat de beschuldigingen vals zijn en er vrijheid van aanbidding bij is betrokken? Zeer beslist!
De Getuigen hebben op verschillende manieren getracht de president van Gabon te spreken te krijgen ten einde hun standpunt uiteen te zetten en de valse beschuldigingen die tegen hen zijn ingebracht, te weerleggen. De verzoeken werden echter afgewezen. De regering heeft de Getuigen niet in de gelegenheid gesteld hun positie tegenover de hoge functionarissen die voor de verbodsbepaling verantwoordelijk zijn, uit te leggen.
U KUNT HULP BIEDEN
Hoewel de regering heeft geweigerd een uitleg van de Getuigen te aanvaarden, kunt u hulp bieden. Indien u het niet met zulk een ontzegging van vrijheid van aanbidding, verbeurdverklaring van bijbels en andere onvriendelijke daden ten opzichte van vreedzame christenen eens bent, waarom zou u dan niet naar een of meer van de regeringsfunctionarissen schrijven die hier worden genoemd en uw zienswijze uiteenzetten? Dring er bij hen op aan respect te tonen voor hun eigen grondwet en voor mensen die Gods wil trachten te doen.
Indien u dit doet, bestaat de kans dat de regering van Gabon de kwestie zal herzien en door middel van een verandering in haar handelwijze zal trachten aan te tonen dat Gabon inderdaad „het land van vriendschap” is dat het beweert te zijn.
[Kader op blz. 444]
REGERINGSFUNCTIONARISSEN VAN GABON
Zijne Excellentie
President Albert B. Bongo
BP 546
Libreville, Gabon
Zijne Excellentie Leon Mebiame
Vice-president
BP 547
Libreville, Gabon
Zijne Excellentie Jean-Stanislas Migolet
Minister van buitenlandse zaken
BP 549
Libreville, Gabon
Zijne Excellentie Simon Pither
Ambassadeur
Ambassade de la République Gabonaise
Jan van Nassaustraat 107
Den Haag
Zijne Excellentie M. Emile Kassa-Mapsi
Ambassadeur
Ambassade de la République Gabonaise
112 Avenue Winston Churchill
Brussel 1180
België
Zijne Excellentie Jean Davin
Ambassadeur
Mission of the Republic of Gabon to the United Nations
866 United Nations Plaza
New York, N.Y. 10017