Een groeiend paradijs in Zweden
WANNEER u de ligging van Zweden op een wereldbol bekijkt, zult u bemerken dat dit land op dezelfde breedte is gelegen als Alaska en gedeelten van Groenland. Als u dit ziet, zou u kunnen denken aan een ruig en koud land waar in de winterse nachten wolven huilen en waar ijsberen zich in de besneeuwde straten wagen. Maar dit is geen juist beeld. Dank zij de warme Golfstroom heeft Zweden een betrekkelijk gunstig klimaat, zodat het zijn meer dan 8.000.000 inwoners een prachtig land biedt om in te wonen, met uitgestrekte wouden, sprankelende meren en rivieren, bergen, laaglanden en verrukkelijke kuststreken met ontelbare inhammen en eilanden.
Dank zij de rijke natuurlijke hulpbronnen, een hoog ontwikkelde industrie en meer dan anderhalve eeuw vrede, kan Zweden zijn inwoners ook nog een van de hoogste levensstandaards ter wereld bieden. Dit klinkt als een paradijs, en veel mensen vinden het leven in Zweden inderdaad heel prettig. Maar het land heeft evenals andere geïndustrialiseerde landen veel problemen, waaronder inflatie, misdaad, een hoog echtscheidingscijfer, zelfmoorden, vervuiling, alcoholmisbruik en verslaving aan verdovende middelen.
Er is in Zweden evenwel een groeiend paradijs. Het is het geestelijke paradijs waarin meer dan 16.800 gelukkige getuigen van Jehovah zich verheugen. Er is ongeveer één Getuige op elke 500 Zweden. Deze christenen zijn, in overeenstemming met hun naam, druk bezig met het geven van getuigenis over Jehovah en zijn komende letterlijke paradijs op aarde. — Jes. 43:10-12.
GROTE KRACHTSINSPANNINGEN OM IEDEREEN TE BEREIKEN
Jehovah’s Getuigen in Zweden hebben hun krachten niet gespaard in hun pogingen om iedereen te bereiken. Dit land is lang en smal en wat oppervlakte betreft, neemt het in Europa de vierde plaats in. Toch wordt ieder deel ervan systematisch steeds weer met het „goede nieuws” bereikt. Het noordelijkste gedeelte van Zweden, dat tot ver boven de poolcirkel reikt, bestaat uit een ontoegankelijk berggebied, dat als de laatste wildernis van Europa wordt beschouwd. Daar voorzien de Lappen in hun levensonderhoud door rendieren te weiden; en beren, veelvraten, elanden en poolvossen zwerven nog vrij rond. Maar het „goede nieuws” heeft zelfs deze mensen bereikt, en vaak zijn de resultaten zeer lonend.
Zo hoorde een hoog in de bergen wonende Lap de Koninkrijksboodschap, aanvaardde deze en is nu een gedoopte Getuige. Hij reist bijna 50 kilometer over vijf meren — in de winter met de sneeuwscooter en in de zomer met de boot — om bij de dichtstbijzijnde hoofdweg te komen. Daar wordt hij door andere Getuigen opgepikt om de resterende 87 kilometer te reizen naar de dichtstbijzijnde vergaderplaats van een gemeente. Deze broeder stelt de waarheid werkelijk heel erg op prijs en komt zo geregeld mogelijk. Toen er gratis bijbelse traktaten moesten worden verspreid, gebruikte hij zijn sneeuwscooter om geïsoleerde Lappen te bezoeken. En sta eens stil bij de krachtsinspanningen die hij hiervoor in het werk stelde. Het kostte hem twee hele dagen om 20 traktaten rond te brengen!
Dat wij er belang in stellen alle mensen in Zweden te bereiken, heeft ertoe geleid dat wij duizenden van de half miljoen immigranten, die gedurende de afgelopen decennia naar dit land zijn gekomen, hebben bezocht. Er zijn heel wat inspanningen gedaan om hen te vinden en in hun eigen taal tot hen te prediken. Zowel Getuigen die als immigranten in Zweden zijn komen wonen, als Zweedse Getuigen die een nieuwe taal hebben geleerd, hebben deze immigranten in het hele land opgespoord en hen systematisch bezocht. Op deze manier zijn er honderden huisbijbelstudies begonnen. Als resultaat daarvan zijn er sinds 1970 31 gemeenten en meer dan 30 andere groepen voor immigranten gevormd. Er worden vergaderingen gehouden in het Fins, Spaans, Italiaans, Portugees, Servo-Kroatisch, Grieks, Pools, Arabisch en Roemeens. In enkele van deze talen worden ook kring- en districtsvergaderingen gehouden.
Dit werk heeft ook buiten de grenzen van Zweden zijn uitwerking gehad. Immigranten die in Zweden Getuigen zijn geworden, hebben het „goede nieuws” doorverteld aan verwanten in hun geboorteland. Anderen zijn naar hun geboorteland teruggekeerd, waar een grotere behoefte aan predikers bestaat.
Zelfs de duizenden schepen van over de gehele wereld, die Zweedse havens aandoen, worden als geschikt gebied voor het evangelisatiewerk beschouwd. In 40 verschillende havensteden bezoeken Koninkrijksverkondigers, die speciale identificatiekaarten hebben, de schepen, spreken met de bemanning en verspreiden bijbelse lectuur. Vele opvarenden kennen Jehovah’s volk in hun geboorteland en worden er op deze wijze aan herinnerd dat de Getuigen in alle delen van de aarde ijverig prediken. — Matth. 28:19, 20; Hand. 1:8.
EEN STANDPUNT VAN CHRISTELIJKE NEUTRALITEIT INNEMEN
Hoewel Zweden politiek neutraal is, streeft het er toch naar een sterke militaire verdediging te handhaven. Omdat Jehovah’s Getuigen al vele jaren een standpunt van christelijke neutraliteit innemen, zijn zij veroordeeld tot herhaalde gevangenisstraffen van één maand tot zes maanden (Jes. 2:2-4; Joh. 15:19). Zij zijn echter bekend komen te staan als zeer betrouwbare gevangenen.
Naarmate de Koninkrijkspredikingsactiviteit in Zweden toenam, kwamen er ook steeds meer Getuigen gevangen te zitten. Ten slotte deelde de reclassering aan de regering mee dat Jehovah’s Getuigen „niet door straf worden beïnvloed”. Volgens deze instantie vormt dit „te zamen met het feit dat hun overtreden van de wet verklaard wordt door een sterk overtuigd geweten en dat zij in andere opzichten ordelievende burgers zijn, een reden om een systeem uit te proberen waardoor vrijstelling van gevangenisstraf voor hen mogelijk wordt gemaakt”. Na een uitvoerige beschouwing vroeg de regering het parlement toestemming om Jehovah’s Getuigen, na een individueel onderzoek, vrij te stellen van elke soort van dienstplicht. Dit werd op 25 mei 1966 door het parlement goedgekeurd, en sinds dat jaar hebben Zweedse Getuigen vrijheid genoten van elke soort van dienstplicht.
POGINGEN OM HET WERK TE BELEMMEREN
In de loop der jaren hebben vertegenwoordigers van verschillende kerken veel boeken en brochures gepubliceerd met het doel Jehovah’s Getuigen als ketters „aan de kaak te stellen”. Deze publikaties zijn bestudeerd door een onderzoeker, die zijn indrukken als volgt samenvat: „Als onderzoeker van religie heb ik in de loop der jaren steeds meer bewijsmateriaal gevonden voor mijn stelling dat zij die er het snelst bij zijn iemand anders een ’ketter’ of een ’valse profeet’ te noemen, zelf degenen zijn die zo’n opmerking het meest verdienen. Ik ben van mening dat het tijd wordt dit soort boeken die, onder een christelijke dekmantel een verkeerd beeld geven van bijvoorbeeld Jehovah’s Getuigen, op de zwarte lijst te plaatsen” (Religion och Kultur, No. 4, 1976). Natuurlijk zijn wij niet bevreesd voor deze soort publiciteit, omdat wij weten dat ze ertoe dient de nieuwsgierigheid van vele oprechte personen op te wekken.
Hetzelfde gebeurde met een serie van drie radioprogramma’s die in oktober 1976 werden uitgezonden. Hoewel het ons in dit land niet is toegestaan religieuze radioprogramma’s te maken, nam een medewerker van Radio Zweden het initiatief om drie programma’s over ons samen te stellen. In het begin leek het alsof hij niet met enige religieuze organisatie verbonden was en daarom onpartijdige programma’s zou maken. Later werd ontdekt dat hij priester in de Liberale Katholieke Kerk was, die in Zweden 400 leden telt. De programma’s zouden worden gebaseerd op bandopnamen van onze gemeentevergaderingen en op interviews met verschillende Getuigen. Maar toen de opnamen werden gemaakt, werd duidelijk dat de programma’s een aanval op ons zouden worden. De broeders die werden geïnterviewd, werden overstelpt met provocerende vragen. Zij lieten zich echter niet kwaad maken. In plaats daarvan antwoordden zij rustig en in overeenstemming met de feiten. Nadat de opnamen waren gemaakt, werden de banden versneden en door de radiomedewerker zo gemonteerd, dat de programma’s een zo slecht mogelijke indruk van ons en onze bijbelse zienswijzen zouden geven.
Wat was het resultaat? De broeders op het bijkantoor van het Wachttorengenootschap ontvingen veel brieven en telefoontjes van luisteraars uit het hele land. Deze mensen zeiden dat zij het verschil in houding hadden opgemerkt tussen de Getuigen en hun aanvallers en dat ons standpunt de klank van waarheid bezat. Bijgevolg zijn in een aantal gevallen familieleden van Jehovah’s volk die voorheen tegenstanders waren, geïnteresseerd geraakt in de Koninkrijksboodschap. Een schrijver van een dagblad verklaarde: „De vervolging van Jehovah’s Getuigen verontrust mij. Mijn hart wordt er werkelijk droevig door gestemd.” Maar wijzelf zijn van mening dat vervolging versterkend is, en dat ze een hulp is om het getuigenis over Gods koninkrijk te verbreiden (Hand. 8:1-4). Terloops zij opgemerkt dat in november 1976, de maand na de radioprogramma’s, Jehovah’s Getuigen in Zweden een nieuw hoogtepunt van 16.693 verkondigers van het „goede nieuws” bereikten!
TOT ONDERWERP VAN STUDIE GEKOZEN
De ongekende groei van Jehovah’s Getuigen in Zweden heeft werkelijk verbazing gewekt, vooral onder studenten en onderzoekers die religieuze groeperingen analyseren. Als resultaat van hun studie zijn sommige „onderzoekers” zelf Getuigen geworden. Een jonge psychologiestudent vergezelde zijn docent naar een Koninkrijkszaal ten einde Jehovah’s Getuigen te „bestuderen”. Later klaagde hij dat de toehoorders kritischer hadden moeten zijn. Hij vond dat zij geïndoctrineerd waren. Spoedig daarna werd er een bijbelstudie met zijn zuster begonnen, en hij wilde erbij zijn om haar te „redden”. De jonge man werd uitgenodigd aanwezig te zijn en hij begon een serie vragen te stellen, waarvan hij dacht dat ze de Getuigen spoedig buiten gevecht zouden stellen. In plaats daarvan vond hij de antwoorden interessant en gaf hij toe dat wij, wat er ook over ons geloof gezegd kon worden, „in elk geval geen hersenspoeling hadden gehad”. Er werd een studie met hem begonnen, en nu zijn zowel hij als zijn zuster gedoopte christenen.
In Stockholm is een genootschap voor de bestudering van de sociologie van religie opgericht. Het doel ervan is religieuze groeperingen te onderzoeken en te rangschikken. Dit genootschap heeft een onderzoek aan ons gewijd en een rapport hierover gepubliceerd, getiteld „Jehovah’s Getuigen in opmars”. In een poging om uit te leggen waarom mensen in Zweden in onze onderwijzingen geïnteresseerd raken, komt dit rapport tot de conclusie: „Aan uw eigen huisdeur worden u een toekomst en een hoop aangeboden die zonder meer met de profetieën in de bijbel overeenkomen, maar daarbij evenzeer aan uw persoonlijke behoeften beantwoorden. De toekomst is niet langer een bedreiging, maar een belofte.”
Hetzelfde rapport vermeldt dat op een van de in 1976 gehouden districtsvergaderingen in Zweden, de meerderheid van de doopkandidaten tussen de 18 en 25 jaar oud was. Deze tendens dat er naar verhouding veel jonge mensen in onze organisatie zijn, is het tegengestelde van wat andere religies in Zweden heden ten dage ervaren. Voor ons is de reden hiervoor duidelijk, want wij bemerken dat veel jonge mensen teleurgesteld zijn in de religie waarin zij zijn grootgebracht. Bovendien heeft de jongere generatie in Zweden welhaast alles mogen smaken wat een zeer hoge levensstandaard hun kan bieden. Ondanks zulke in materieel opzicht paradijselijke omstandigheden, vinden velen de toekomst frustrerend en hebben zij zich bij deze situatie neergelegd. Dus proberen zij de werkelijkheid te ontvluchten door zich over te geven aan alcoholmisbruik, verslaving aan verdovende middelen en morele verdorvenheid. Maar als zij door Jehovah’s Getuigen worden bezocht, bemerken sommige jonge mensen dat er, zoals het eerder genoemde rapport terecht opmerkte, aan de deur ’een toekomst en een hoop worden aangeboden’. Dit helpt hen te beseffen dat ’de toekomst niet langer een bedreiging is maar een belofte’. Vervolgens laten zij hun stuurloze levenswijze achter zich, om een nieuwe manier van leven te beginnen in het geestelijke paradijs, dat veel meer voldoening schenkt.
Dit is hetgeen zoveel personen, zowel jong als oud, hier in Zweden doen. Samen met godvruchtige mensen uit alle natiën verheugen de Zweedse christenen zich in de zegeningen van een geestelijk paradijs in afwachting van de oprichting van een letterlijk paradijs hier op aarde.