Hoe stelt u zich God voor?
TOEN de elfjarige Janie gevraagd werd: „Hoe denk jij over God?”, antwoordde zij opgewonden: „God heeft lange bruine haren met een monnikskap eroverheen. Hij draagt een zwarte mantel en heeft zwarte muilen aan. Hij slentert daar maar wat rond in de ruimte, terwijl hij op de wereld neerkijkt.”
Een ongewoon denkbeeld? U zou geneigd kunnen zijn dit lachend weg te wuiven als de levendige fantasie van een kind. Hoe is het echter gesteld met de zienswijzen van velen van de hedendaagse volwassenen? Hoe nauwkeurig en gefundeerd zijn hun denkbeelden over God?
In God for Men of Today antwoordt de over religie schrijvende auteur Jacques Duquesne: „Wanneer men iets langer doorvraagt, geven de meesten van deze christenen ten slotte toe dat zij het niet meer weten. Zij weten niet meer wat zij geloven, wat zij zouden moeten geloven en ook niet waarom zij geloven.” Hebt u dit ook wel eens ervaren? Vindt u het moeilijk om uw eigen gedachten over God onder woorden te brengen?
Er bestaan talloze opvattingen over God. Die van de kleine Janie is er slechts één van. Honderden miljoenen mensen geloven in een God die het lot van elk mens voorbestemt, en degenen die hij verwerpt eeuwig pijnigt. Voor weer anderen is God geen persoon, maar veeleer een alles doordringende kracht die in het hele universum aanwezig is. Sommigen verbinden God met de onbezielde natuurkrachten.
Hoe stelt u zich persoonlijk God voor? Hebt u een duidelijk beeld of kan het zijn dat ook u een vaag begrip hebt wie God is en wat hij voorstaat? Of misschien heeft het door uw religie geschetste beeld van God u van hem vervreemd daar u zich moeilijk een denkbeeld kunt vormen van een wraakgierige God die degenen die hij verwerpt meedogenloos pijnigt.
Waarom is het zo belangrijk dat wij een nauwkeurige voorstelling van God hebben? Ontbreekt deze, dan valt het hart uit onze aanbidding. De leider van 60 miljoen anglicaanse christenen deed onlangs een heel opvallende uitspraak: „God vergeve het ons. Wij willen het niet erkennen; het zou onze gemeenten schokken als wij het wel deden. Maar wij hebben opgehouden [naar God] te luisteren, en ons geestelijke leven is gestorven, ofschoon wij de schijn ophouden en voor de vorm meedoen.”a Als God geen realiteit voor ons is, als wij een vage voorstelling van hem hebben, dan zouden wij wel eens tot de conclusie kunnen komen dat ook wij louter „de schijn ophouden en voor de vorm meedoen”.
Een wazige kijk op God kan er de oorzaak van zijn dat wij eenvoudig in God geloven ten einde ’geen risico’s te nemen’. Wij zouden in feite ingaan op de ’weddenschap’ die de 17de eeuwse Franse filosoof Blaise Pascal voorstelde, namelijk: „Wed dat God bestaat; wint u, dan wint u alles, verliest u, dan verliest u niets.”
Misschien bent u van mening, zoals de overgrote meerderheid van hen die belijden in God te geloven, dat „er iets of iemand boven ons moet zijn”. Toch zit er al veel verschil tussen of men van mening is dat er „iets” boven ons is of dat er „iemand” boven ons is. „Iets” houdt in dat God slechts een kracht is, een krachtcentrale in het universum, terwijl „iemand” op een persoon duidt. Wat is waar? Als God een persoon is, hoe ziet hij er dan uit? Er bestaan vele meningen, maar hoe kunnen wij de waarheid te weten komen?
Eén religieus boek verschaft een helder en goed omschreven antwoord. Dat boek is de bijbel. Miljoenen van zijn lezers hebben zich aangetrokken gevoeld tot de voorstelling die daarin van God wordt gegeven en zijn ertoe bewogen deze God lief te hebben. Welke beschrijving van God wordt er dan in gegeven? Laten wij dit eens gaan zien.
[Voetnoten]
a Over deze toespraak die de aartsbisschop van Canterbury op 23 juli 1978 tijdens de 11de Lambeth-conferentie voor een gehoor van 400 bisschoppen hield, gaf de Londense Daily Telegraph een verslag onder de volgende kop: „Dr. Coggan waarschuwt bisschoppen in verband met ’verloren geloof’.”