„Een goed woord voor de Getuigen”
HET predikingswerk van Jehovah’s getuigen groeit zeer snel. Hierdoor is een grote uitbreiding van woon- en werkruimte in hun internationale hoofdbureau in Brooklyn, New York, noodzakelijk geworden. De uitbreiding doet in de buurt veel stof opwaaien en heeft zelfs aanleiding gegeven tot een preek in de Plymouthkerk slechts twee blokken ervandaan. De eerste predikant van de kerk, H. W. Beecher, woonde meer dan een eeuw geleden in een huis dat thans deel uitmaakt van het gebouwencomplex van het hoofdbureau van het Wachttorengenootschap.
De preek werd gehouden door Dr. H. H. Kruener en was getiteld „Een goed woord voor de Getuigen”. Aan het begin verklaarde hij: „Ik moet zeggen dat zij fout zijn, fout op zoveel van de geloofspunten die ik als essentieel voor de ware religie beschouw.”
Hij verklaarde evenwel vervolgens: „Maar toch kan ik hen in stilte bewonderen en dat is mijn thema van vanmorgen.” Hij zei:
„Ik bewonder de Getuigen omdat zij over hun geloof praten. . . . Wij [in zijn kerk] hebben ons een soort van zwijgplicht opgelegd. Religie is een van de dingen waar wij nooit over spreken. . . .
Ik weet dat ik zelf zelden zeg dat ik predikant ben omdat dit licht een afschuwelijke domper op het gesprek zet. . . . Laatst zag ik aan de buitenkant van een kerk een mededelingenbord hangen dat mijn aandacht trok. Er stond op: ’Als u terechtstond omdat u een christen bent, zouden zij dan voldoende bewijs hebben om u te veroordelen?’ . . .
De meesten van ons hebben ervoor gezorgd dat er bar weinig is wat zij ons ten laste zouden kunnen leggen. De getuigen geven elke dag bewijzen, mondelinge bewijzen, van hun geloof. Zij spreken vrijuit.”
Wat dienen ware christenen volgens de bijbel te doen? De apostel Paulus verklaarde: „Met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding” (Rom. 10:10). En Jezus Christus heeft voor onze tijd voorzegd: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen” (Matth. 24:14). Indien u tot een kerk behoort, doen de leden van uw kerk dit dan?
Wat valt er over Jehovah’s getuigen te zeggen? Verleden jaar hebben 1.336.112 van hen in 203 landen actief gepredikt en meer dan 239 miljoen uren kosteloos aan dit werk besteed. Dezen zijn allen onderwijzers van de bijbel die tot anderen over God en zijn voornemens spreken. Zij houden met geïnteresseerde personen bijbelstudies bij hen thuis. Alleen al verleden jaar werden er meer dan 120.000 nieuwe onderwijzers van de bijbel gedoopt, die zich vervolgens bij hen aansloten.
Dr. Kruener sprak vervolgens over een ander punt en zei:
„Ik bewonder de Getuigen om het interraciale karakter van hun gemeenschap. . . . Zij hebben hun ’gelijkheid in de Heer’ gevonden, waartoe vele van onze kerken in de afgelopen honderd of meer jaar niet in staat zijn geweest. Zij [Jehovah’s getuigen] zijn kleurenblind. Zij zijn broeders. . . .
Zij hebben een gemeenschap, een broederschap, waarop wij met recht jaloers zouden kunnen zijn. Zij aanvaarden elkaar, zwart en blank, rijk en arm, als mensen.”
Is dat belangrijk voor het ware christendom? Jezus zei: „Hieraan zullen allen weten dat gij mijn discipelen zijt, indien gij liefde onder elkaar hebt” (Joh. 13:35). En de apostel Petrus zei dat „God niet partijdig is, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid werkt, aanvaardbaar voor hem” (Hand. 10:34, 35). Wat brengt uw kerk, als u er tot een behoort, in dit opzicht voort?
De predikant merkte in zijn preek ook nog het volgende punt op:
„Ik bewonder hun discipline. Zij spreken niet alleen over hun religie, ondersteunen haar niet alleen, zijn niet alleen verbazingwekkend broederlijk; zij oefenen zich ook, zij houden zich in vorm, om Getuigen te zijn. Zij bestuderen de Schrift, . . . Het komt mij zelfs voor dat zij op een drafje naar hun vergaderingen lopen. In tegenstelling daarmee stappen de katholieken flink aan om te proberen de vroegmis te halen en de protestanten slenteren en kijken als zij voorbijgaan meestal naar de bomen en bloemen op onze binnenplaats. Maar de Getúigen marcheren. Ik mag wel zeggen dat zij de ’blijmoedige dravers’ in het leger van de Heer zijn.”
De gedisciplineerde, goedgeoefende „dravers” van de eerste eeuw — wie waren dat? Het waren degenen die de ware religie hadden, de volgelingen van Jezus. Het waren niet de schriftgeleerden, de Farizeeën, of hun volgelingen. Worden de lidmaten van uw kerk goed geoefend en opgeleid en zijn zij actief bezig met het bestuderen van de bijbel en de dienst voor God?
Ten aanzien van een punt waarmee Dr. Kruener het niet eens was, beweerde hij dat de boodschap van Jehovah’s getuigen een boodschap van „een harteloze God” is. Degenen die de bijbel met Jehovah’s getuigen hebben bestudeerd, weten echter dat zij de nadruk leggen op het feit dat ’God liefde is’ (1 Joh. 4:8). Leest u dit zelf maar in hun wijd en zijd verspreide hulpmiddel voor bijbelstudie De waarheid die tot eeuwig leven leidt. Kijkt u maar hoe hierin de nadruk wordt gelegd op de zegeningen van Gods koninkrijk, door middel waarvan God een paradijsachtige nieuwe ordening op aarde zal scheppen. In die nieuwe ordening zal God „elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn”. — Openb. 21:4.
De predikant verklaarde ook dat Jehovah’s getuigen „zich ophangen aan het einde der wereld, aan de apocalyptische gedeelten van de Schrift, die nauwelijks tien percent van het geheel vormen”. Hij zei: „Voor hen is God een bloeddorstige wreker op de dag van Armageddon en ik geloof dat dit een ontkenning is van alles wat Jezus kwam onderwijzen.”
Jezus zelf heeft er echter de leiding in genomen over het einde van dit goddeloze samenstel van dingen te onderwijzen! U kunt dit lezen in Matthéüs hoofdstuk 24, Lukas hoofdstuk 21 en Markus hoofdstuk 13. En ’Armageddon’, waarvan in Openbaring 16:14-16 melding wordt gemaakt, wordt in tal van bijbelpassages beschreven, zoals in Openbaring 19:11-21. Ja, de bijbel leert duidelijk dat ’de wereld voorbijgaat en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid’. — 1 Joh. 2:17.
Is een dergelijke „apocalyptische” leerstelling onbelangrijk omdat ze slechts „tien percent van het geheel” vormt? Jezus dacht van niet en zo was het ook met de bijbelschrijvers. Ja, als de laatste 10 percent van een brug was weggeslagen, zou u er dan toch op gaan rijden als iemand dit feit onder uw aandacht bracht? De bijbel toont aan dat dit de „laatste dagen” zijn van dit goddeloze samenstel, dat zijn einde nadert (2 Tim. 3:1-5). De grootste dienst die iemand u thans kan bewijzen, is dit onder uw aandacht te brengen, omdat het om uw eeuwige welzijn gaat. — Ezech. 3:18-21.
Mensen uit religieuze stelsels met bomen vergelijkend, verklaarde Jezus: „Elke goede boom [brengt] voortreffelijke vruchten voort, maar elke rotte boom brengt waardeloze vruchten voort.” Hij waarschuwde vervolgens: „Elke boom die geen voortreffelijke vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen” (Matth. 7:16-19). Onderzoek de religieuze ’bomen’ waarmee u bent verbonden. Brengen ze het soort van vruchten voort die God verlangt?