De ondergang van de valse religie
1. (a) Wat is de voornaamste oorzaak van de verdeeldheid en het bloedvergieten op aarde geweest? (b) Hoe weten wij dat de ware religie niets met deze moeilijkheden te maken heeft gehad?
ZOU u blij zijn als u wist dat er binnen zeer korte tijd geen valse religie meer op aarde zou worden beoefend? Denk eens aan de eenheid en vrede die dit teweeg zou brengen! Thans trachten de verschillende religies der wereld zich te verenigen, ze trachten de een of andere gemeenschappelijke basis te vinden waarop er eenheid kan zijn, doch zij hebben er geen gevonden. Als u iets van geschiedenis afweet, dan zal het u stellig bekend zijn dat een groot deel van het bloedvergieten op aarde aan religie te wijten was. Neem bijvoorbeeld de kruistochten en de Dertigjarige Oorlog. Denk ook eens aan het lijden en de martelingen van talloze mensen, bijvoorbeeld ten tijde van de inquisitie. Deze oorlogen kwamen niet door de ware religie van God. Jezus vermeldde het beginsel waardoor wij hier zeker van kunnen zijn: „Aan hun vruchten zult gij hen herkennen.” De werken en de gevolgen ervan waren niet de vreedzame vrucht van de geest. Iemand wordt nog geen volgeling van Christus als hij alleen maar beweert er een te zijn, want Jezus verklaarde: „Niet een ieder die tot mij zegt: ’Heer, Heer’, zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is.” — Matth. 7:16, 21; Gal. 5:22, 23.
2. (a) Is er een tijd geweest waarin de aarde in één religie verenigd was? (b) Wanneer kreeg de valse religie weer houvast en met welk gevolg?
2 Toen de overlevenden van de vloed, Noach en zijn vrouw en zijn drie zoons en hun vrouwen, in het geheel acht personen, uit de ark stapten, waren zij verenigd in één religie, de ware aanbidding van Jehovah God (Gen. 8:20, 21). Zij wisten dat Jehovah de ware God, de Almachtige was en ook dat hij de Bewaarder van hun leven door de vloed heen was. Meer dan honderd jaar later, met de bouw van de toren van Babel, deed valse religie haar intrede en kreeg weer invloed, en dit had voor de mensen verwarring tot gevolg (Gen. 11:4-9). Sedertdien heeft valse religie dan ook altijd verwarring en strijd veroorzaakt, de mensen van de beginselen van de ware God afgekeerd en de morele ineenstorting en de achteruitgang veroorzaakt die de wereld sinds die tijd heeft ondergaan. Noach en zijn getrouwe zoon Sem bleven de ware religie van de aanbidding van Jehovah in acht nemen. Zij hielden zich ver van de invloed van Babylon. Maar de valse religie verbreidde zich over de aarde en heeft verschillende vormen aangenomen, en heden ten dage heeft ze zo’n verwarring teweeggebracht dat eenheid onder haar verschillende afdelingen onmogelijk is.
3. Waarom wordt de schaal van de zesde plaag uitgegoten?
3 Maar hoe staat het dan met haar ondergang? Welnu, in het zestiende hoofdstuk van Openbaring brengt God tot uitdrukking wat hij in deze tijd van het einde zal doen als hij zijn toorn tegen de verschillende dingen die de weeën van deze wereld veroorzaken, openbaart. Daaronder bevindt zich de valse religie. In Opb 16 het twaalfde vers geeft hij de apostel Johannes een visioen van de zesde van de zeven engelen die de schalen van Gods toorn, de plagen, uitgieten. Johannes zegt: „En de zesde [engel] goot zijn schaal uit op de grote rivier de Eufraat, en haar water droogde op, opdat de weg bereid zou worden voor de koningen van de opgang der zon.”
DE EUFRAAT OPGEDROOGD
4. Waarom is het noemen van de Eufraat betekenisvol?
4 Het noemen van de Eufraat is betekenisvol. Ze was in de oudheid een zeer belangrijke rivier en neemt in de geschiedenis een voorname plaats in. Het opdrogen ervan heeft betrekking op één grote gebeurtenis die de geschiedenis vermeldt, namelijk de val van Babylon die door de Perzische Kores de Grote werd teweeggebracht. Hoewel de naam Babylon hier niet wordt genoemd, wordt dus wel zonder twijfel Babylon bedoeld. In oude tijden was Babylon de voornaamste stad aan de Eufraat. Van het begin af aan, toen Nimrod, een „machtig jager in strijd met Jehovah”, haar bouwde, was ze tegen God gekant (Gen. 10:9, 10). Babylons val kwam tot stand doordat de rivierbedding praktisch opdroogde.
5. Wie bevonden zich aan de Eufraat, wat was Babylons bedoeling met hen, en hoe werden zij bevrijd?
5 De bijbel vermeldt de Eufraat als een plaats waar zich gevangenen bevonden, want, volgens de beschrijving van Openbaring 9:13-15, werd op de zesde trompet geblazen door een engel aan wie het volgende bevel werd gegeven: „Maak de vier engelen die bij de grote rivier de Eufraat zijn vastgebonden, los.” Babylon had Gods volk in 607 v.G.T. in gevangenschap gevoerd en was van plan hen voor altijd gevangen te houden. Het scheen dat ze dit ook werkelijk zou doen, want de stad leek met haar geweldige muren en grote militaire strijdmacht onneembaar. In 539 v.G.T. kwam Kores de Pers, door de rivierbedding praktisch op te drogen, de stad binnen, veroverde haar, en bevrijdde de joodse ballingen in het tweede jaar daarna.
6. (a) Wat onthult het uitgieten van de zesde schaal? (b) Heeft het opdrogen van de Eufraat betrekking op de bevrijding van de gevangenen van Babylon de Grote? Waarom?
6 Het uitgieten van de zesde schaal van Gods toorn laat profetisch de vernietiging van Babylon de Grote zien. Zoals in vorige uitgaven van dit tijdschrift werd uiteengezet, vertegenwoordigt Babylon de Grote het wereldrijk van valse religie dat in Openbaring, hoofdstuk 17, wordt afgebeeld als een onreine vrouw en als een grote stad die een koninkrijk heeft over de koningen der aarde (Openb. 17:3-6, 18). Babylon de Grote heeft velen door haar valse leerstellingen en gebruiken in gevangenschap gehouden. Ze heeft zelfs de koninkrijken van deze wereld gebruikt om bekeerlingen tot haar valse vorm van religie te dwingen. Het uitgieten van de zesde plaag heeft geen betrekking op de vrijlating van deze gevangenen uit Babylon, want de val van het Babylon uit de oudheid werd veroorzaakt door het opdrogen van de Eufraat en niet door een opstand van de joodse gevangenen. Haar gevangenen hadden geen aandeel aan haar val, en evenmin werden zij toen bevrijd, doch later, in 537 v.G.T., en wel door het besluit van Kores.
DE UITEINDELIJKE VAL VAN BABYLON DE GROTE
7. Wat is het verschil tussen de val van Babylon de Grote in 1919 G.T. en haar omverwerping door de koningen van het oosten, over wie in verband met de zesde plaag wordt gesproken?
7 Babylon de Grote kwam in 1919 G.T. ten val, zoals door een engel in Openbaring 14:8 werd bekendgemaakt. In deze val werd haar greep op haar gevangenen losgemaakt, doch ze bleef tegen de ware aanbidding strijden. De omverwerping van Babylon de Grote door de „koningen van de opgang der zon”, in Openbaring 16:12, is iets anders, net als Babylon pas jaren nadat het door Kores ten val was gebracht, vernietigd werd en tot een woestenij werd gemaakt. Kores de Pers en zijn medeveroveraar, beiden koningen uit streken ten oosten van Babylon, beeldden Jezus Christus en zijn Vader, Jehovah God, af. Hoewel Kores in de oudheid het water van de Eufraat liet afvoeren ten einde Babylon in te nemen, was het in werkelijkheid Jehovah die de aangelegenheid bestuurde volgens het woord dat hij door zijn profeten Jesaja en Jeremia had gesproken. Thans is het Jehovah, samen met zijn op de troon geplaatste koning Jezus Christus, die de val en vernietiging van Babylon de Grote veroorzaakt. Hij is het „die tot de diepte [zegt]: Verdroog; uw [Babylons] rivieren doe Ik opdrogen.” — Jes. 44:27 tot 45:5.
8. Hoe toont de val en uiteindelijke vernietiging van het Babylon uit de oudheid aan dat wij niet op de oudheid, rijkdom of schoonheid van de ceremoniën van een religie dienen te vertrouwen?
8 Een mens heeft de neiging loyaal te zijn aan de religie waarin hij werd grootgebracht en de met zorg bewerkte en sierlijke gebouwen en de kleurrijke en schitterende religieuze ceremoniën prachtig te vinden en te denken dat ze daarom in Gods ogen verdienste hebben. Bedenk echter dat Jehovah tot de religieuze leiders van Jeruzalem zei dat zij zouden vallen als kostbaar vaatwerk, een waardevolle vaas (Jer. 25:34; 19:11). En hij verordineerde dat Babylon, de luister der Chaldeeën, een woestenij zou worden (Jes. 13:19). Evenmin dient de oudheid van een religie of haar schijnbare veiligheid en de hechte positie die zij bij de elementen van deze wereld inneemt, te worden beschouwd als iets waarin u vertrouwen moet stellen of waarop u moet bouwen. Dit feit werd ook door het Babylon uit de oudheid afgebeeld. Gods besluit bracht het in één nacht ten val waarna het ten slotte volledig in verval raakte en tot een woestenij werd. Een dergelijk besluit heeft hij ook genomen ten aanzien van Babylon de Grote.
GEEN STEUN EN VERDEDIGING MEER
9. (a) Wat werd door het opdrogen van de Eufraat afgebeeld? (b) Betekent dit dat in die tijd velen Babylon zullen verlaten en de waarheid zullen aanvaarden, of wat betekent het?
9 Babylon vertrouwde voor haar verdediging op de Eufraat. In Openbaring 17:1, 15 wordt ons gezegd dat Babylon de Grote ’op vele wateren zit’, welke, zoals de engel uitlegt, ’volken en scharen en natiën en talen betekenen’. Het opdrogen van het water van de Eufraat moet dan dus afbeelden dat de mensen zich verwijderen van de steun en verdediging van Babylon de Grote, dat zij er zich van afwenden. Het kon niet afbeelden dat men zich van Babylons valse religie afkeert ten einde zich tot de ware aanbidding van Jehovah God te wenden, want in het geval van het letterlijke Babylon had het opdrogen van de Eufraat alleen maar de val van Babylon tot gevolg. De mensen die Jehovah God dienden, verlieten haar ongeveer twee jaar later door een rechtstreeks besluit van Kores. Dat de wateren zich van Babylon de Grote afkeerden, betekent dus dat mensen die haar vroeger ondersteunden, haar zullen verlaten en tegen haar in opstand zullen komen, doch niet ten gunste van Jehovah.
10. Waarom is het voor wie dan ook dan te laat om zich tot God te keren nadat de vernietiging van Babylon de Grote is begonnen?
10 Het is voor wie dan ook te laat zich nadat de vernietiging van Babylon de Grote is begonnen, tot Jehovah te keren, want ook al mogen de mensen dan tegen haar in opstand komen en haar veel schade berokkenen, in werkelijkheid zijn het Jehovah God en Jezus Christus, de koningen uit het oosten, die Babylon moeten vernietigen. Degenen die Babylon dan verlaten, zullen dat niet uit vrije wil doen. Dit vindt plaats wanneer allen die Babylon verdedigen en ondersteunen, Gods schaal van toorn ten volle zullen voelen, en het zal zijn oordeel over hen zijn. Het kan zijn dat de mensen, die haar alleen maar verlaten omdat zij haar ten onder zien gaan, zich misschien tot Jehovah God wenden louter om hun leven te redden. Ongetwijfeld hebben velen zich in de ark in veiligheid trachten te brengen toen de wateren van de vloed begonnen te vallen, maar het bericht zegt dat toen Noach en zijn gezin erin gingen, Jehovah de deur achter hen sloot (Gen. 7:16). Jehovah wenst dat zij die hem dienen, hem uit liefde dienen en omdat zij aan rechtvaardigheid zijn toegewijd. Zij krijgen de gelegenheid over de corruptheid van Babylon de Grote en de rechtvaardigheid van Gods regering onder Christus te horen, en zij moeten eruitkomen alvorens God Babylon naakt uitkleedt en haar aan haar verpletterende ondergang blootstelt. Nu is het de tijd dat de mensen de waarschuwing kunnen horen die door Jehovah’s getuigen wordt bekendgemaakt: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen” (Openb. 18:4). Dit kunnen zij doen door Jehovah Gods voorziening voor veiligheid en redding te vernemen, door zich onder de op de troon geplaatste Koning Jezus Christus te plaatsen en door anderen te helpen eveneens te vluchten, met de hoop op eeuwig leven op een paradijsachtige aarde onder Gods nieuwe ordening.
ZESDE PLAAG AANGEKONDIGD
11. (a) Hoe werd op 24 juli 1927 op het congres in Toronto, Canada, de openbare toespraak gehouden? (b) Hoe werd hierin te kennen gegeven wat de reden is dat de christenheid nog bestaat en wat de wereldregeerders blijven doen?
11 De zesde plaag wordt op barmhartige wijze van tevoren door Jehovah God aangekondigd opdat de mensen het mogen horen en er acht op mogen slaan. Jehovah’s getuigen worden als instrumenten gebruikt om deze aankondiging te doen. Deze aankondiging is vooral krachtig geweest sinds zondag, 24 juli 1927, toen er speciaal een toespraak werd gericht tot mensen die tegen hun wil in slavernij aan Babylon de Grote gevangen werden gehouden. De toespraak was de hoofdschotel van de algemene vergadering van de Internationale Bijbelonderzoekers in Toronto, Canada. Ze werd niet alleen voor een zichtbaar gehoor van 15.000 mensen uitgesproken, maar ook voor een onzichtbaar gehoor door middel van 53 radiostations die, van de Atlantische Oceaan tot de Stille Zuidzee, met elkaar verbonden waren, met inbegrip van radiostation WBBR. Na een resolutie te hebben voorgelezen, gericht „Aan de volken der christenheid”, sprak president Rutherford ten gunste van de resolutie in zijn wijd en zijd bekendgemaakte rede, „Vrijheid voor de volken”. Toen hij over de hopeloze toestand van de christenheid sprak, zei hij:
„. . . Met groote praal en heerlijkheid rijdt dat systeem op den rug van het volk. Zonder de ondersteuning van het gewone volk zou dat goddeloos systeem, „Christenheid” genaamd, niet lang meer kunnen blijven bestaan. Als de menschen het hun steun zouden onttrekken, zou het „georganiseerde Christendom”, dat een deel van Babylon en de organisatie des duivels is, als een groote molensteen in de zee vallen.
. . . Doch in plaats dat het op deze boodschap uit Gods Woord acht geslagen heeft, wandelen de regeerders der wereld, namelijk zij, die dit onheilige verbond vormen, in duisternis verder en blijven de volken onderdrukken. De ondergang van het „georganiseerde Christendom” of Babylon is bezegeld!” — Brochure „Vrijheid voor de Volken”, blz. 34, 36.
12. Als kennisgeving waarvan diende de brochure die deze boodschap bevatte, en wat heeft een dergelijke verwittiging voor Babylon de Grote betekend?
12 Deze boodschap werd als brochure in miljoenen exemplaren in een aantal talen op wereldomvattende schaal verspreid. Dit diende als een verdere kennisgeving aan de wereld dat Babylon de Grote ten ondergang was gedoemd en dat dit wereldrijk van Babylonische religie door de „koningen van de opgang der zon” vernietigd zou worden. Een dergelijke verwittiging van naderende vernietiging aan het adres van Babylon de Grote is in steeds scherper en duidelijker bewoordingen voortgezet. Het is voor degenen die haar ondersteunen en verdedigen als een grote plaag of slag geweest.
DE NOODZAAK ACTIEF WAAKZAAM TE ZIJN
13. Welke waarschuwing voegt Christus tussen de beschrijving van de zesde plaag?
13 Zij die uit de gevangenschap aan Babylon de Grote bevrijd zijn, moeten volharden om deze vrijheid en Gods gunst te behouden. In Openbaring, hoofdstuk 16, gaat Jezus Christus verder met het beschrijven van gebeurtenissen in verband met de zesde plaag, die niet alleen betrekking hebben op de vernietiging van Babylon de Grote doch eveneens op de strijd van Armageddon die erop volgt. In 16 vers 15 voegt hij er een waarschuwing tussen, namelijk: „Zie! Ik kom als een dief. Gelukkig is hij die wakker blijft en zijn bovenklederen bewaart, opdat hij niet naakt wandele en men zijn schandelijkheid zie.”
14. (a) Tot wie richt Jezus zich met de waarschuwing? (b) Wat zou veroorzaken dat iemand zijn klederen van de bediening verliest, en wat zou het gevolg zijn?
14 Tot wie spreekt hij hier? Hij richt zich tot de door de geest verwekte christenen die deelnemen aan de bekendmaking van de plagen, dezelfden tot wie hij in de eerste drie hoofdstukken van Openbaring 1-3 als de zeven gemeenten in Azië spreekt. Daar waarschuwt hij deze gemeenten herhaaldelijk dat hij plotseling voor een inspectiewerk tot hen komt, gevolgd door verdiende beloningen of vergeldingen (Openb. 2:5, 16; 3:11). Er wordt hun geboden er zorgvuldig voor te waken dat zij niet zwichten voor de veroordeelde Babylonische religie. Zij zijn erfgenamen met Jezus van het hemelse koninkrijk en dienen Jehovah God in zijn geestelijke tempel als zijn geestelijke priesterschap, een koninklijke priesterschap, bekleed met Christus’ rechtvaardigheid. Evenals in de tempel in Jeruzalem in Jezus’ dagen op aarde, zullen zij, als zij op hun post in slaap vallen en de tempelopzichter komt en ontdekt dat zij niet over de veiligheid en belangen van de tempel waken, geslagen, van hun priesterklederen ontdaan en ontslagen worden. Zij zullen als ongeschikte werklieden uit de tempel worden gezonden. Dit zal beschamend voor hen zijn en mensen die voor priesterdiensten naar hen opzien, zullen hen als het ware in hun naaktheid zien, zonder de bedekking van Christus’ rechtvaardigheid, als personen die geen navolgers van hem zijn. — 1 Petr. 2:5-9; Ex. 20:25, 26.
15. Wat zal de toestand en de beloning zijn voor de priesterlijke persoon die actief de wacht houdt?
15 Bijgevolg zal de tempelpriester die wakker blijft en actief de wacht blijft houden en die in deze toestand wordt aangetroffen als Jehovah’s Hogepriester als een dief komt om het inspectiewerk te doen, gelukkig zijn wegens zijn getrouwheid en betrouwbaarheid. Hij zal zijn priesterklederen en -ambten behouden en er niet van worden ontdaan. Hij zal heerlijkheid hebben in plaats dat hij hier met Babylon de Grote schande ondergaat.
HOE AAN DE PLAAG TE ONTKOMEN
16. Wat moeten zij, die nog niet uit Babylon de Grote zijn gevlucht, doen als zij aan de plaag die over haar komt, willen ontkomen?
16 Hoe kunnen zij die nog niet uit de wereldse religie zijn gevlucht om bij het bekendmaken van Gods koninkrijk dienst te verrichten, dit doen voor het te laat is? Zij moeten zich nauw met deze door de geest verwekte christenen, Gods „koninklijke priesterschap”, verbinden om van hen te leren. Deze overgeblevenen van Christus’ geestelijke broeders vormen de „getrouwe en beleidvolle slaaf” aan wie Christus al zijn Koninkrijksbelangen op aarde heeft toevertrouwd (Matth. 24:45-47). Zij zijn belast met het onderwijzen van de mensen en het hoeden van hen die de Grote Herder, Jehovah God, en zijn Voortreffelijke Herder Jezus Christus, willen dienen.
17. Op welke wijze worden zij die zich heden ten dage met het overblijfsel van geestelijke broeders van Christus verbinden, door de bijbel afgebeeld en beschreven?
17 Zij die door de „getrouwe en beleidvolle slaaf” zijn onderwezen, zijn als de Nethinim, die geen Israëlieten waren, en die in de dagen van David en Salomo in de tempel van Jehovah dienden en nauw met de priesters van Israël samenwerkten, waarbij zij zichzelf in religieus opzicht rein hielden voor het verrichten van tempeldienst. Openbaring 7:9 beschrijft hen als een „grote schare” uit alle natiën en stammen en volken en talen. God, die op de troon is gezeten, en het Lam zijn hun gunstig gezind. Zij hebben lange witte gewaden, die zij hebben gewassen in het bloed van het Lam, en zij verrichten voortdurend dienst in Gods tempel. — Openb. 7:9-17.
18. (a) Wat is de „grote schare” door bijbelstudie en door omgang met het overblijfsel te weten gekomen? (b) Wat dient iemand die deze dingen niet te weten is gekomen, te doen?
18 Deze „grote schare” is te weten gekomen dat Christus zijn menselijke leven als een offer voor de mensheid heeft gegeven. Zij hebben ontdekt dat het koninkrijk van God een hemels koninkrijk is en voor eeuwig deze aarde zal regeren, waardoor het vrede en rechtvaardigheid op een paradijsachtige aarde zal brengen en de mensen met eeuwig leven zal zegenen. Zij weten dat zij vele geliefde personen en vrienden door een opstanding op aarde zullen terugzien. Verder zijn zij door een studie van de bijbel gaan begrijpen dat het koninkrijk de macht in de hemel reeds heeft opgenomen en zich snel in de richting van de vernietiging van Babylon de Grote beweegt. Indien u deze essentiële waarheden niet weet, is het noodzakelijk dat u hoort wat Jehovah’s getuigen te zeggen hebben, dat u studeert en vervolgens een standpunt inneemt dat in overeenstemming is met Gods zuivere Woord der waarheid. Als u dit doet, zult u blij zijn de vervulling te vernemen van de zesde plaag, die de aandacht vestigt op de volledige verwoesting van Babylon de Grote en de daaruit voortvloeiende vrijheid en het geluk voor allen die Jehovah God dienen.
19. Welke andere daad van God omvat de zesde plaag, en wanneer zal deze in onze studie aan een beschouwing worden onderworpen?
19 Louter de vernietiging van Babylon de Grote zal echter geen volledige rechtvaardigheid op aarde brengen. De zesde plaag omvat ook de strijd van Armageddon, die in een volgende uitgave van dit tijdschrift aan een beschouwing zal worden onderworpen.