HOOFDSTUK TWEE
Hij „wandelde met de ware God”
1, 2. Met wat voor project waren Noach en zijn gezin bezig, en met welke uitdagingen hadden ze te maken?
NOACH rechtte zijn rug en strekte zijn pijnlijke spieren. Hij zat even uit te rusten op een houten balk en keek naar het reusachtige geraamte van de ark. De lucht was doordrongen van de geur van hete teer en overal hoorde je geluiden van timmergereedschap. Vanwaar hij zat, zag hij zijn zonen hard werken aan verschillende delen van het enorme houtskelet. Zijn zonen, zijn schoondochters en zijn vrouw waren allemaal al tientallen jaren met hem aan dit project bezig. Ze waren al flink opgeschoten, maar er moest nog zo veel gebeuren!
2 De mensen om hen heen dachten dat ze gek geworden waren. Hoe verder de ark vorderde, hoe harder de mensen lachten bij het idee van een vloed die de hele aarde onder water zou zetten. De ramp waarvoor Noach bleef waarschuwen leek heel onwaarschijnlijk en absurd! Waarom zou iemand zijn leven vergooien aan zoiets belachelijks, en dan ook nog zijn hele gezin erbij betrekken? Maar Noachs God, Jehovah, dacht heel anders over hem.
3. Wat wordt ermee bedoeld dat Noach met God wandelde?
3 De Bijbel zegt: „Noach wandelde met de ware God.” (Lees Genesis 6:9.) Dat betekent niet dat God ergens op aarde wandelde, en ook niet dat Noach op de een of andere manier naar de hemel ging. Wat wordt er dan wel mee bedoeld? Noach was zo gehoorzaam aan zijn God en hield zo veel van hem dat het was alsof hij en Jehovah als vrienden door het leven gingen. Duizenden jaren later werd over Noach gezegd: „Door [zijn] geloof heeft hij de wereld veroordeeld” (Hebr. 11:7). Hoe heeft hij dat gedaan? Wat kunnen wij van zijn geloof leren?
Rechtvaardig in een zieke wereld
4, 5. Hoe kwam het dat de wereld in Noachs tijd zo slecht was geworden?
4 Noach groeide op in een wereld die heel snel achteruitging. De wereld was al slecht in de tijd van zijn overgrootvader Henoch, ook een rechtvaardige man die met God wandelde. Henoch had voorspeld dat er een oordeelsdag zou komen voor de slechte mensen op aarde. Nu, in Noachs tijd, was er nog meer slechtheid. Jehovah vond zelfs dat de aarde „verdorven” was omdat er overal geweld was (Gen. 5:22; 6:11; Jud. 14, 15). Waardoor was het zo erg geworden?
5 Er was iets verschrikkelijks aan de hand met Gods engelen. Een van hen was al eerder tegen Jehovah in opstand gekomen. Hij was Satan de Duivel geworden toen hij God belasterde en Adam en Eva ertoe verleidde te zondigen. In de tijd van Noach kwamen andere engelen tegen Jehovah’s rechtvaardige bestuur in opstand. Ze lieten hun taken in de hemel in de steek, kwamen naar de aarde, namen een mensenlichaam aan en trouwden met mooie vrouwen. Die trotse, egoïstische opstandelingen hadden een bijzonder schadelijke invloed op de mensen (Gen. 6:1, 2; Jud. 6, 7).
6. Wat voor invloed hadden de Nefilim op de wereld, en wat besloot Jehovah te doen?
6 Daar kwam nog bij dat er uit die onnatuurlijke relaties tussen vrouwen en gematerialiseerde engelen bastaarden geboren werden, mannen die ongewoon groot en sterk waren. De Bijbel noemt ze Nefilim, wat letterlijk „Vellers” betekent of „zij die anderen doen vallen”. Doordat ze zo gemeen en wreed waren, werd de wereld nog veel slechter. Het is dan ook niet vreemd dat de Schepper vond dat „de slechtheid van de mens overvloedig was op de aarde en dat elke neiging van de gedachten van zijn hart te allen tijde alleen maar slecht was”. Jehovah besloot dat hij die slechte maatschappij nog 120 jaar zou laten bestaan en dan zou vernietigen. (Lees Genesis 6:3-5.)
7. Voor welke uitdaging stonden Noach en zijn vrouw bij de opvoeding van hun kinderen?
7 Stel je voor dat je in zo’n wereld kinderen moet grootbrengen! Toch deed Noach dat. Hij vond een goede vrouw, en nadat hij vijfhonderd jaar was geworden, kregen ze drie zonen: Sem, Cham en Jafeth.a Als ouders moesten ze samen hun kinderen beschermen tegen de walgelijke invloeden om hen heen. Jongetjes kijken vaak vol bewondering op naar „sterke mannen”. En dat waren de Nefilim! Noach en zijn vrouw konden natuurlijk niet voorkomen dat hun kinderen iets meekregen van wat die reuzen allemaal deden. Maar ze konden hun wel de aantrekkelijke waarheid leren over Jehovah, die alle slechtheid haat. Ze moesten hun kinderen helpen beseffen dat het geweld en de opstandigheid in de wereld Jehovah pijn deden (Gen. 6:6).
8. Hoe kunnen ouders in deze tijd het voorbeeld van Noach en zijn vrouw volgen?
8 Ouders in deze tijd kunnen waarschijnlijk met Noach en zijn vrouw meevoelen. Deze wereld is ook vergiftigd door geweld en opstandigheid. In veel steden hebben bendes van onhandelbare jongeren grote invloed. Zelfs amusement voor kleine kinderen zit vaak vol geweld. Verstandige ouders doen alles wat ze kunnen om die invloeden tegen te gaan. Ze leren hun kinderen over Jehovah, de God van vrede die binnenkort een eind zal maken aan alle geweld (Ps. 11:5; 37:10, 11). Dat is geen onmogelijke taak! Noach en zijn vrouw is het gelukt. Hun zonen groeiden op tot goede mannen, en ze trouwden alle drie met een vrouw die Jehovah ook op de eerste plaats stelde.
„Maak voor u een ark”
9, 10. (a) Welke opdracht van Jehovah veranderde Noachs leven? (b) Wat zei Jehovah tegen Noach over het ontwerp en het doel van de ark?
9 Op een dag gebeurde er iets wat Noachs leven voorgoed veranderde. Jehovah vertelde hem dat hij van plan was een eind te maken aan de wereld van die tijd. Hij gaf hem de opdracht: „Maak voor u een ark van hout van een harsachtige boom” (Gen. 6:14).
10 Die ark was geen schip, zoals sommigen denken, en had geen boeg of achtersteven, geen kiel of roer, en geen gebogen vormen. Het was eigenlijk een grote kist. Noach kreeg van Jehovah de precieze afmetingen van de ark, een paar details over het ontwerp, en de instructie om de ark vanbinnen en vanbuiten met teer te bedekken. En Jehovah vertelde Noach waarom hij de ark moest bouwen: „Ik breng de geweldige watervloed over de aarde (...) Alles wat op de aarde is, zal de laatste adem uitblazen.” Hij sloot ook een verbond of formele overeenkomst met hem: „Gij moet in de ark gaan, gij en uw zonen en uw vrouw en de vrouwen van uw zonen met u.” En Noach moest van alle soorten dieren minstens twee stuks meenemen. Alleen de mensen en dieren aan boord van de ark zouden de komende vloed overleven! — Gen. 6:17-20.
11, 12. Wat hield Noachs taak allemaal in, en hoe stond hij daar tegenover?
11 Noach stond voor een enorme taak. De ark zou gigantisch worden: zo’n 133 meter lang, 22 meter breed en 13 meter hoog — veel groter dan het grootste houten zeeschip dat ooit is gebouwd. Liet Noach zich afschrikken door die taak, klaagde hij dat het te moeilijk was of veranderde hij de details om het zich makkelijker te maken? De Bijbel zegt: „Toen deed Noach naar alles wat God hem geboden had. Juist zo deed hij” (Gen. 6:22).
12 De bouw duurde misschien wel veertig of vijftig jaar. Er moesten bomen worden gekapt, stammen worden versleept en balken worden gemaakt die met elkaar verbonden moesten worden. De ark zou drie verdiepingen of dekken hebben, een aantal compartimenten, en een deur in de zijkant. Blijkbaar zaten er vensters langs de bovenrand. Het dak had waarschijnlijk flauw hellende vlakken met een nok in het midden zodat het water ervan af zou lopen (Gen. 6:14-16).
13. Welke opdracht was misschien nog moeilijker dan het bouwen van de ark, en hoe reageerden de mensen?
13 Terwijl de jaren voorbijgingen en de ark vorm begon te krijgen, moet Noach heel blij zijn geweest met de steun van zijn gezin! Maar hij had nog een opdracht gekregen, die misschien wel moeilijker was dan het bouwen van de ark. De Bijbel zegt dat Noach „een prediker van rechtvaardigheid” was. (Lees 2 Petrus 2:5.) Hij waarschuwde de mensen in die slechte, goddeloze maatschappij dus moedig voor de komende vernietiging. Hoe reageerden ze? Jezus Christus zei later over die tijd dat de mensen ’er geen acht op sloegen’. Hij zei dat ze zo in beslag genomen werden door de normale dingen van het leven, zoals eten, drinken en trouwen, dat ze niet naar Noach luisterden (Matth. 24:37-39). Ongetwijfeld hebben veel mensen hem en zijn gezin uitgelachen; sommigen hebben hem misschien bedreigd en geweld tegen hem gebruikt. Misschien hebben ze zelfs geprobeerd het bouwproject te saboteren.
14. Wat kunnen christelijke gezinnen in deze tijd van Noach en zijn gezin leren?
14 Toch hebben Noach en zijn gezin het nooit opgegeven. Ze bleven het bouwen van de ark de hoogste prioriteit geven, hoewel de mensen om hen heen dat onbelangrijk, dom en belachelijk vonden. Christelijke gezinnen in deze tijd kunnen veel leren van het geloof van Noach en zijn gezin, want we leven in wat de Bijbel „de laatste dagen” van deze wereld noemt (2 Tim. 3:1). Jezus zei dat onze tijd net zo zou zijn als de tijd waarin Noach de ark bouwde. Als mensen onverschillig op de Koninkrijksboodschap reageren, ons belachelijk maken of ons zelfs vervolgen, is het goed om aan Noach te denken. We zijn niet de eersten die zoiets moeten verduren.
„Ga in de ark”
15. Met welke verliezen kreeg Noach te maken toen hij tegen de zeshonderd was?
15 Er gingen tientallen jaren voorbij, en de ark was bijna af. Toen Noach tegen de zeshonderd was, kreeg hij verliezen te verwerken. Zijn vader, Lamech, stierf.b Vijf jaar later stierf zijn grootvader Methusalah, Lamechs vader, op de leeftijd van 969 jaar. Hij bereikte de hoogste leeftijd die in de Bijbel wordt genoemd (Gen. 5:27). Methusalah en Lamech waren allebei tijdgenoten geweest van de eerste mens, Adam.
16, 17. (a) Welke nieuwe boodschap kreeg Noach in zijn zeshonderdste levensjaar? (b) Beschrijf wat Noach en zijn gezin te zien kregen.
16 In het zeshonderdste levensjaar van Noach kreeg hij een nieuwe boodschap van Jehovah: „Ga in de ark, gij en uw gehele huisgezin.” God zei ook dat Noach dieren in de ark moest brengen: zeven van alle reine soorten, die gebruikt konden worden voor offers, en twee van de andere soorten (Gen. 7:1-3).
17 Dat moet een onvergetelijk gezicht zijn geweest. Van alle kanten kwamen duizenden dieren aanzetten: lopend, vliegend, kruipend, waggelend, sjokkend, in een onvoorstelbare verscheidenheid aan grootten, vormen en karakters. Nu moeten we niet denken dat die arme Noach al die wilde dieren moest vangen, bijeen moest drijven of op de een of andere manier moest lokken om ze in de ark te krijgen. Het verslag zegt dat ze ’tot Noach in de ark kwamen’ (Gen. 7:9).
18, 19. (a) Hoe zouden we kunnen reageren op vragen van sceptici? (b) Hoe blijkt Jehovah’s wijsheid uit de manier waarop hij de dieren redde?
18 Sommige sceptici zouden kunnen zeggen: ’Dat kan toch niet? Hoe konden al die dieren vredig met elkaar in een afgesloten ruimte zijn?’ Denk hier eens over na: zou de Schepper van het hele universum niet de macht hebben om de dieren onder controle te houden en ze zelfs tam en volgzaam te maken als dat nodig is? Vergeet niet dat Jehovah de God is die alle dieren heeft geschapen. Later scheidde hij het water van de Rode Zee en liet hij de zon stilstaan. Zou hij dan niet alles kunnen doen wat in Noachs verslag beschreven wordt? Natuurlijk kon hij dat!
19 God had er uiteraard voor kunnen kiezen om de dieren op een andere manier te redden. Maar hij koos een manier die ons herinnert aan een verantwoordelijkheid die hij oorspronkelijk aan de mensen had gegeven: de zorg voor alle levende dingen op aarde (Gen. 1:28). Veel ouders gebruiken het verhaal van Noach om hun kinderen te leren dat Jehovah de dieren en de mensen die hij geschapen heeft, belangrijk vindt.
20. Wat moesten Noach en zijn gezin in de laatste week voor de vloed waarschijnlijk allemaal doen?
20 Jehovah zei tegen Noach dat het nog maar een week zou duren voordat de vloed kwam. Dat moet een hectische week zijn geweest. Probeer je eens voor te stellen hoe Noach en zijn gezin alle dieren en ook het voedsel voor de dieren en voor henzelf een plek gaven en hun bezittingen aan boord van de ark brachten. Vooral Noachs vrouw en de vrouwen van Sem, Cham en Jafeth hebben misschien moeite gedaan om het binnen een beetje comfortabel te maken.
21, 22. (a) Waarom hoeft de onverschilligheid van de mensen in Noachs tijd ons niet te verbazen? (b) Wanneer stopten de mensen ermee Noach en zijn gezin belachelijk te maken?
21 Hoe zat het met de mensen om hen heen? Nog steeds ’sloegen ze er geen acht op’, ondanks alle bewijzen dat Jehovah Noach en zijn werk zegende. Ze moeten gezien hebben dat de dieren de ark ingingen. Maar hun onverschilligheid hoeft ons niet te verbazen. Ook nu negeren mensen de overduidelijke bewijzen dat we in de laatste dagen leven. En zoals Petrus had voorspeld, zijn er mensen die spotten met degenen die Gods waarschuwing serieus nemen. (Lees 2 Petrus 3:3-6.) Noach en zijn gezin werden natuurlijk ook belachelijk gemaakt.
22 Wanneer hield dat op? In het verslag staat dat toen Noach zijn gezin en de dieren in de ark had gebracht, ’Jehovah de deur achter hem sloot’. Als er spotters in de buurt waren, zal die daad van God ze vast de mond hebben gesnoerd. En anders deed de regen dat wel! Want het begon te regenen, en het bleef maar regenen. De hele aarde kwam onder water te staan, precies zoals Jehovah had gezegd (Gen. 7:16-21).
23. (a) Hoe weten we dat Jehovah niet blij was dat al die slechte mensen stierven? (b) Waarom is het verstandig het geloof van Noach na te volgen?
23 Was Jehovah blij dat al die slechte mensen stierven? Nee! (Ezech. 33:11) Hij had ze juist volop de gelegenheid gegeven om te veranderen en het goede te gaan doen. Hadden ze dat gekund? Uit Noachs leven blijkt van wel. Door met Jehovah te wandelen en hem dus in alles te gehoorzamen, liet hij zien dat redding mogelijk was. Zo veroordeelde zijn geloof de wereld; het maakte duidelijk hoe slecht zijn generatie was. Door zijn geloof werden hij en zijn gezin gered. Als je het geloof van Noach navolgt, kun jij ook jezelf en degenen van wie je houdt redden. Net als Noach kun je als vriend met Jehovah wandelen. En die vriendschap kan eeuwig duren!
a Mensen in die tijd leefden veel langer dan wij. Dat kwam blijkbaar doordat ze dichter bij de vitaliteit en de volmaaktheid waren die Adam en Eva ooit hadden.
b Lamech had zijn zoon Noach genoemd, wat waarschijnlijk „Rust” of „Vertroosting” betekent, en hij had geprofeteerd dat Noach de betekenis van zijn naam zou waarmaken door de mensheid rust te geven van het zwoegen op vervloekte grond (Gen. 5:28, 29). Lamech heeft niet meegemaakt dat zijn profetie uitkwam. Noachs moeder en zijn broers en zussen zijn misschien omgekomen in de vloed.