Wat zegt een naam?
Een Ethiopische vrouw brengt een jongetje ter wereld. Maar haar blijdschap is van korte duur als het kind totaal niet beweegt. Als de grootmoeder het slappe lijfje oppakt om het te baden, begint het jongetje plotseling te bewegen, te ademen en te huilen! De naam van de vader van de baby betekent „Wonder”, en dus combineren de ouders die naam met een ander Amharisch woord en noemen de jongen „Er is een wonder verricht”.
In Burundi vlucht een jonge man voor soldaten die hem willen doden. Hij verbergt zich in een veld en zweert dat als God hem redt, hij zijn eerstgeborene Manirakiza zal noemen, wat „God is de Redder” betekent. Vijf jaar later geeft de man, dankbaar dat hij nog leeft, zijn eerstgeboren zoon die naam.
KINDEREN een naam geven die een specifieke betekenis heeft, kan sommigen vreemd toelijken, maar het is een heel oude gewoonte. De Bijbel bevat wel honderden van zulke namen. Als u de betekenis van de naam van verschillende personen begrijpt, zal dat uw Bijbellezen verrijken. Laten we eens naar een paar voorbeelden kijken.
Betekenisvolle namen in de Hebreeuwse Geschriften
Een van de eerste namen die in de Bijbel opgetekend staan, is die van Seth, wat „Aangesteld” of „Gesteld” betekent. Seths moeder, Eva, legde uit waarom ze voor die naam had gekozen: „God heeft een ander zaad gesteld in de plaats van Abel, omdat Kaïn hem heeft gedood” (Genesis 4:25). Seths nakomeling Lamech noemde zijn zoon Noach, wat „Rust” of „Vertroosting” betekent. Lamech zei dat hij zijn zoon die naam had gegeven omdat hij „ons troost [zal] schenken voor ons werk en voor de smart van onze handen ten gevolge van de aardbodem, die door Jehovah vervloekt is” (Genesis 5:29).
God zelf veranderde de naam van bepaalde volwassenen uit profetische overwegingen. Zo veranderde hij de naam Abram, wat „Vader is verheven” betekent, in Abraham, waarvan de betekenis „Vader van een menigte” is. In overeenstemming met zijn naam werd Abraham inderdaad de vader van heel wat volken (Genesis 17:5, 6). Denk ook eens aan Abrahams vrouw, Sarai, wat mogelijk „Strijdbaar” betekent. Wat moet ze gelukkig zijn geweest toen God haar de nieuwe naam Sara gaf, wat „Vorstin” betekent en waarmee erop gezinspeeld werd dat ze een voorouder van koningen zou worden (Genesis 17:15, 16).
God heeft ook persoonlijk de naam van sommige kinderen gekozen. Hij zei bijvoorbeeld tegen Abraham en Sara dat ze hun zoon Isaäk moesten noemen, wat „Lachen” betekent. Die naam zou dit getrouwe echtpaar constant herinneren aan hun reactie op het nieuws dat ze op hoge leeftijd nog een zoon zouden krijgen. Toen Isaäk opgroeide tot een trouwe aanbidder van God, bleef zijn naam waarschijnlijk een glimlach op het gezicht van Abraham en Sara brengen als ze van het gezelschap van die dierbare zoon genoten (Genesis 17:17, 19; 18:12, 15; 21:6).
Isaäks schoondochter Rachel gaf haar laatste zoon om een heel andere reden zijn naam. Op haar sterfbed noemde Rachel het kind Ben-Oni, wat „Zoon van mijn rouw” betekent. Haar diepbedroefde man, Jakob, veranderde de naam enigszins, namelijk in Benjamin, „Zoon van de rechterhand”. Die naam duidde op een positie van zowel gunst als steun (Genesis 35:16-19; 44:20).
Namen werden soms gegeven of aangenomen wegens de fysieke kenmerken van de persoon in kwestie. Zo hadden Isaäk en Rebekka een zoon die geboren werd met rood haar dat zo dik was als een wollen kledingstuk, en dus noemden ze hem Esau. Waarom? In het Hebreeuws betekent die naam „Behaard” (Genesis 25:25). In het boek Ruth lezen we over de twee zoons van Naomi. De ene werd Machlon genoemd, wat „Ziekelijk, Zwakkelijk” betekent, en de andere Chiljon, wat „Broosheid, Teerheid” betekent. Of die namen bij de geboorte of later werden gegeven, wordt niet vermeld, maar ze schijnen passend te zijn geweest, gezien het vroege overlijden van deze twee jonge mannen (Ruth 1:5).
Nog een veel voorkomend gebruik was het veranderen of aanpassen van een naam. Toen Naomi naar Bethlehem terugkeerde, berooid na het verlies van haar man en zoons, wilde ze die naam, die „Mijn aangenaamheid” betekent, niet langer dragen. „Noemt mij niet Naomi”, drong ze aan. „Noemt mij Mara [wat „Bitter” betekent], want de Almachtige heeft het mij zeer bitter gemaakt” (Ruth 1:20, 21).
Een andere gewoonte was, een kind naar een belangrijke gebeurtenis te vernoemen. Zo betekent de naam van de profeet Haggaï „Op een feest geboren”.a
Betekenisvolle namen in het christelijke tijdperk
Jezus’ naam is van grote profetische betekenis. Voor zijn geboorte kregen zijn ouders van God de opdracht: „Gij moet hem de naam Jezus geven”, een naam die „Jehovah is redding” betekent. De reden? „Hij zal zijn volk van hun zonden redden”, zei de engel die met Jozef sprak (Mattheüs 1:21). Nadat Jezus bij zijn doop met heilige geest was gezalfd, werd zijn naam gecombineerd met de Hebreeuwse titel „Messias”. In het Grieks wordt die titel weergegeven met „Christus”. Beide woorden betekenen „de Gezalfde” (Mattheüs 2:4).
Jezus zelf koos beschrijvende namen voor sommigen van zijn discipelen. Zo gaf hij Simon de Semitische naam Cefas, wat „Rots” betekent. Cefas is bekender geworden onder de Griekse versie van die naam, die met „Petrus” wordt vertaald (Johannes 1:42). Jezus noemde de temperamentvolle broers Jakobus en Johannes „Boanerges”, wat „Zonen van de donder” betekent (Markus 3:16, 17).
Jezus’ discipelen hielden de gewoonte om passende bijnamen te geven in ere. Eén voorbeeld is dat van de discipel Jozef, die door de apostelen Barnabas werd genoemd, wat „Zoon van vertroosting” betekent. Barnabas deed zijn naam eer aan, want hij bracht velen fysieke en geestelijke vertroosting (Handelingen 4:34-37; 9:27; 15:25, 26).
De belangrijkheid van uw naam
We hebben geen zeggenschap over de naam die ons bij onze geboorte wordt gegeven. Maar wij alleen bepalen de reputatie die we verwerven (Spreuken 20:11). Vraag u eens af: Als Jezus of de apostelen daartoe in de gelegenheid waren, welke naam zouden ze dan voor mij kiezen? Wat zou een passende naam zijn om mijn dominerende eigenschap of mijn reputatie te beschrijven?
Het is goed serieus over die vraag na te denken. Waarom? „Een naam is te verkiezen boven overvloedige rijkdom”, schreef de wijze koning Salomo (Spreuken 22:1). Het is beslist waardevol een goede naam of reputatie in onze omgeving te verwerven. Belangrijker is echter dat als we een goede naam bij God verwerven, we een blijvende schat zullen krijgen. Hoe dat zo? God belooft dat hij de namen van degenen die hem vrezen in zijn „gedenkboek” zal schrijven, en hij zal hun het vooruitzicht op eeuwig leven schenken (Maleachi 3:16; Openbaring 3:5; 20:12-15).
[Voetnoot]
a Veel Getuigen van Jehovah in Afrika hebben namen die verband houden met de thema’s van grote vergaderingen van de Getuigen die ten tijde van hun geboorte gehouden werden.
[Inzet op blz. 15]
Wat zou een passende naam zijn om mijn reputatie te beschrijven?
[Kader/Illustratie op blz. 14]
Wie was Immanuël?
Sommige namen van Bijbelse personen waren profetisch en beschrijven het werk dat de persoon in kwestie zou doen. Zo schreef de profeet Jesaja onder inspiratie: „Ziet! Het meisje zelf zal werkelijk zwanger worden, en zij baart een zoon, en zij zal hem stellig de naam Immanuël geven” (Jesaja 7:14). Die naam betekent „Met ons is God”. Sommige Bijbelcommentators hebben de eerste vervulling van die profetie in verband proberen te brengen met een van de Israëlitische koningen of een van de zoons van Jesaja. Maar de evangelieschrijver Mattheüs maakte duidelijk dat Jesaja’s profetie geheel en al in Jezus in vervulling is gegaan (Mattheüs 1:22, 23).
Sommigen hebben beweerd dat de Bijbel door de naam Immanuël voor Jezus te gebruiken, leert dat Jezus God is. Maar volgens die redenatie was de jonge man Elihu, die Job troostte en terechtwees, ook God. Waarom? Omdat zijn naam betekent „Mijn God is hij”.
Jezus heeft nooit beweerd God te zijn (Johannes 14:28; Filippenzen 2:5, 6). Hij heeft wel de persoonlijkheid van zijn Vader volmaakt weerspiegeld, en al Gods beloften over de Messias heeft hij vervuld (Johannes 14:9; 2 Korinthiërs 1:20). De naam Immanuël beschrijft goed Jezus’ rol als het Messiaanse Zaad, een nakomeling van David, degene die bewijst dat God met hen is die Hem aanbidden.
[Illustratie]
IMMANUËL „Met ons is God”
[Kader/Illustratie op blz. 15]
De naam die het rijkst aan betekenis is
Gods naam komt zo’n zevenduizend keer door de hele Bijbel heen voor. Die naam, weergegeven met de vier Hebreeuwse letters יהוה, wordt in het Nederlands vaak vertaald met „Jehovah”. Wat is de betekenis van die naam? Toen Mozes naar Gods naam informeerde, antwoordde Jehovah: „Ik zal worden wat mij ook behaagt” (Exodus 3:14, The Emphasised Bible, door J.B. Rotherham). Gods naam is daarom een waarborg dat hij zal worden wat er ook maar nodig is om zijn voornemens te verwezenlijken (Jesaja 55:8-11). Als God een belofte doet, kunnen we vol vertrouwen ons leven daaromheen opbouwen. Waarom? Omdat zijn naam Jehovah is.
[Illustratie op blz. 13]
ABRAHAM „Vader van een menigte”
[Illustratie op blz. 13]
SARA „Vorstin”