Jonge mensen vragen . . .
Hoe ernstig is masturbatie?
„Ik vraag me af of masturbatie verkeerd is in de ogen van God. Zal het invloed hebben op mijn lichamelijke en/of geestelijke gezondheid in de toekomst en als ik ooit trouw?” — Melissa, 15 jaar.
DEZE vragen hebben veel jongeren gekweld. De reden? Masturbatie, het opzettelijk prikkelen van de eigen geslachtsorganen ten einde seksuele opwinding teweeg te brengen, is een wijdverbreide gewoonte. Naar verluidt heeft ongeveer 97 procent van de jongens en meer dan 90 procent van de meisjes tegen de tijd dat zij 21 jaar zijn, gemasturbeerd. Bovendien heeft men aan deze praktijk allerhande kwalijke gevolgen toegeschreven — van wratten en rode oogleden tot epilepsie en geestesziekte.
Het moderne medische onderzoek heeft echter van geen enkele fysieke kwaal bewezen dat deze door masturbatie zou zijn veroorzaakt. De onderzoekers William Masters en Virginia Johnson zeggen bovendien: „Er is geen vaststaand medisch bewijs dat masturbatie, hoe vaak iemand zich er ook mee bezighoudt, tot geestesziekte leidt.”
Desondanks maken veel christelijke jongeren zich bezorgd over de ernst van deze gewoonte. „Als ik eraan toegaf [aan masturbatie], had ik het gevoel dat ik Jehovah God in de steek liet”, schreef een jongere. „Ik raakte soms zwaar in de put.” Een andere jongere vroeg: „Is masturbatie een onvergeeflijke zonde?”
Wat zegt de bijbel?
Hoewel seksuele overtredingen zoals seks vóór het huwelijk (hoererij), homoseksualiteit, overspel en bestialiteit in de bijbel duidelijk als grove zonden worden veroordeeld, wordt masturbatie niet genoemd (Genesis 39:7-9; Leviticus 18:20, 22, 23; 1 Korinthiërs 6:9, 10). Masturbatie kwam in bijbelse tijden in de Griekssprekende wereld algemeen voor, en er werden verscheidene Griekse woorden gebruikt om die praktijk te beschrijven. Het is interessant dat niet één van deze woorden in de bijbel gebruikt wordt.a
Betekent het feit dat masturbatie in de bijbel niet rechtstreeks wordt veroordeeld, dat deze praktijk onschadelijk is? Absoluut niet! Zelfs degenen die zich niet al te zeer om Gods zienswijze bekommeren, voelen zich er bezwaard over. Dr. Aaron Hass berichtte bijvoorbeeld in zijn onderzoek naar de seksuele praktijken van 625 tieners: „De meerderheid van de adolescenten die masturbeerden, zei dat zij zich schuldig, beschaamd, vies, dwaas, gegeneerd of abnormaal voelden.” Masturbatie is beslist een onreine gewoonte. Maar aangezien „onreinheid” zoals de term in de bijbel gebruikt wordt, ruimte laat voor grote verschillen in de mate van ernst ervan, kan masturbatie niet op één lijn gesteld worden met zulke ernstige zonden als hoererij of andere vormen van grove seksuele immoraliteit. — Efeziërs 4:19.
God beseft echter dat het niet gemakkelijk is om je aan de bijbelse verboden inzake grove seksuele immoraliteit te houden. Hij geeft daarom raad hoe je seksuele immoraliteit kunt vermijden. Hij ’leert je jezelf baat te verschaffen’ (Jesaja 48:17). De beginselen in zijn Woord geven te kennen dat je ’jezelf baat verschaft’ als je krachtig weerstand biedt aan deze onreine gewoonte. In de eerste plaats omdat ze . . .
„Seksuele begeerte” opwekt
„Doodt daarom uw lichaamsleden”, zo spoort de bijbel aan, „ten aanzien van . . . seksuele begeerte” (Kolossenzen 3:5). Deze „seksuele begeerte” slaat niet op de nieuwe seksuele gevoelens die de meeste jongeren gedurende de puberteit ervaren en waarvoor zij zich niet hoeven te schamen. Er is sprake van „seksuele begeerte” wanneer deze gevoelens zo hevig worden dat iemand ze niet meer in bedwang heeft. Zo’n seksuele begeerte heeft geleid tot grove seksuele immoraliteit, zoals door Paulus in Romeinen 1:26, 27 beschreven wordt.b
Maar „doodt” masturbatie of zelfbevrediging deze begeerten dan niet? Integendeel, zoals een jongere toegaf: „Wanneer je masturbeert, staat je geest stil bij verkeerde verlangens, en het enige resultaat is dat je begeerte ernaar toeneemt.” Een immorele fantasie dient vaak om het seksuele genot nog te vergroten (Matthéüs 5:27, 28). Wanneer de omstandigheden gunstig zijn, kun je gemakkelijk tot immoraliteit vervallen. Eén jongere zei, na hoererij te hebben bedreven: „Vroeger dacht ik dat zelfbevrediging een manier was om frustratie kwijt te raken zonder dat ik een verhouding had met een meisje. Maar ik kweekte juist een overweldigend verlangen naar zo’n verhouding aan.” Een landelijk onderzoek onthulde dat in werkelijkheid het grootste deel van de jongeren die masturbeerden, ook hoererij bedreef. Hun aantal overtrof dat van hen die nog geen gemeenschap hadden gehad, met 50 procent! Deze gewoonte had hun „seksuele begeerte” beslist niet verminderd!
Waarom zou je, ook al ben je van mening dat je jezelf in een moreel gevaarlijke situatie kunt beheersen, risico’s nemen en jezelf seksueel prikkelen door te masturberen? Zou je echt nee kunnen zeggen als de gelegenheid om hoererij te bedrijven zich zou voordoen?
Geestelijke en emotionele verontreiniging
Door zelfbevrediging ontwikkelt iemand ook bepaalde houdingen die hem of haar geestelijk verderven. (Vergelijk 2 Korinthiërs 11:3.) Deze gewoonte brengt een persoon ertoe zijn of haar lichaam te behandelen als louter een lustobject. Wanneer men masturbeert, wordt men volledig in beslag genomen door de eigen lichamelijke gevoelens — men gaat volledig op in zichzelf. Seks wordt losgekoppeld van liefde en wordt verlaagd tot een reflexmatig toegepast middel om spanning af te reageren. Gods bedoeling was echter dat seksuele verlangens bevredigd zouden worden in seksuele betrekkingen, een uiting van liefde tussen een man en zijn vrouw. — Spreuken 5:15-19.
Deze zienswijze uit het oog verliezen, kan leiden tot problemen bij het opbouwen van een juiste relatie met iemand van het andere geslacht. De ander zou eerder als seksobject kunnen worden bezien dan als een menselijk wezen met gevoelens. Men is dan misschien geneigd de ander te gebruiken als louter een werktuig voor seksuele bevrediging. Zulke verkeerde, door masturbatie aangeleerde houdingen kunnen iemands „geest” of overheersende geneigdheid verontreinigen. Terecht geeft Gods Woord de aansporing: „Geliefden, laten wij ons reinigen van elke verontreiniging van vlees en geest” (2 Korinthiërs 7:1). Het is waar dat veel echtparen erin slagen na hun huwelijk de door masturbatie veroorzaakte problemen te overwinnen. Maar er zijn veel gedocumenteerde voorbeelden die aantonen hoe moeilijk en hardnekkig sommige van deze problemen kunnen zijn, en hoe dikwijls ze het vermogen van een getrouwd stel om zich seksueel aan elkaar aan te passen, beïnvloeden.
Maar als iemand nu zijn best doet om deze slechte gewoonte te overwinnen en, hoewel hij daar over het algemeen in slaagt, er toch soms nog problemen mee heeft?
Een evenwichtige kijk op schuld
Hoewel zonde zonde is, laat de bijbel zien dat God onze overtredingen niet allemaal als even ernstig beschouwd en dat hij heel barmhartig is. „Want gij, o Jehovah, zijt goed en vergevensgezind; en de liefderijke goedheid jegens allen die u aanroepen, is overvloedig” (Psalm 86:5). Wanneer een christen zwicht voor masturbatie, wordt hij vaak door zijn eigen hart veroordeeld. Toch zegt de bijbel dat ’God groter is dan ons hart en alle dingen weet’ (1 Johannes 3:20). God ziet meer dan onze zonde. De grootheid van zijn kennis stelt hem in staat goedgunstig te luisteren naar onze oprechte beden om vergeving. Zoals een jonge vrouw schreef: „Ik heb me tot op zekere hoogte schuldig gevoeld, maar de wetenschap wat een liefdevolle God Jehovah is en dat hij mijn hart kan lezen en al mijn pogingen en bedoelingen kent, zorgt ervoor dat ik me niet al te depressief voel wanneer ik zo nu en dan te kort schiet.” Doordat je tegen de masturbatiegewoonte strijdt, is het onwaarschijnlijk dat je de ernstige zonde van hoererij zult bedrijven.
Wat wij in de uitgave van 1 mei 1954 van ons zustertijdschrift De Wachttoren schreven, willen wij hier nog eens herhalen: „Wij [zullen misschien] bemerken dat wij vele malen struikelen en vallen over de een of andere slechte gewoonte die dieper in ons vroegere levenspatroon is ingevreten dan wij hadden beseft. Wij zijn dan geneigd zeer ontmoedigd te zijn en gevoelen ons [geheel onwaardig] . . . Wees niet wanhopig. Maak niet de gevolgtrekking dat je de onvergeeflijke zonde hebt bedreven. Satan zou juist willen dat je aldus redeneerde. Het feit dat je bedroefd bent en je over jezelf ergert, is op zich al een bewijs dat je niet te ver bent gegaan. Word het nooit moe je nederig en ernstig tot God te wenden, terwijl je vergeving, reiniging en hulp van hem zoekt. Ga tot hem zoals een kind tot zijn vader gaat wanneer het in moeilijkheden verkeert, ongeacht hoe vaak het in verband met dezelfde zwakheid is, en Jehovah zal je vanwege zijn onverdiende goedgunstigheid genaderijk de hulp geven, en indien je oprecht bent, zal hij je het besef geven van een gereinigd geweten.”
[Voetnoten]
a God bracht Onan ter dood omdat „hij zijn zaad op de aarde verspilde”. Het betrof hier echter het onderbreken van de geslachtsgemeenschap, geen masturbatie. Bovendien werd Onan terechtgesteld omdat hij uit zelfzucht naliet in een zwagerhuwelijk de geslachtslijn van zijn overleden broer voort te zetten (Genesis 38:1-10). De in Leviticus 15:16-18 genoemde „zaaduitstorting” heeft klaarblijkelijk geen betrekking op masturbatie, maar op een nachtelijke zaadlozing alsook op seksuele betrekkingen tussen gehuwden.
b Het oorspronkelijke Griekse woord voor „seksuele begeerte” (paʹthos) werd door de eerste-eeuwse geschiedschrijver Josephus gebruikt om de vrouw van Potifar te beschrijven, die wegens een „buitensporige hartstocht [paʹthos]” de jonge Jozef trachtte te verleiden; en de man Amnon, die „brandend van verlangen en gedreven door de prikkel van zijn gloeiende liefde [paʹthos], zijn zuster onteerde [verkrachtte]”. Zowel Potifars vrouw als Amnon hadden hun hartstocht niet meer in bedwang. — Genesis 39:7-12; 2 Samuël 13:10-14.
[Illustratie op blz. 21]
Hoewel masturbatie hevige schuldgevoelens kan oproepen, kunnen oprechte gebeden om Gods vergeving en zich echt heel veel moeite getroosten om ertegen te vechten, iemand een goed geweten geven