Eer God met „de vrucht van de geest”
„Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht blijft dragen.” — JOHANNES 15:8.
1, 2. (a) Geef voorbeelden hoe je anderen kunt aanmoedigen. (b) Wat geeft Jehovah ons om bruikbaarder voor hem te worden?
EEN zuster ziet dat een jonge zuster ergens mee zit. Ze spreekt met haar af voor de velddienst. Tijdens de dienst vertelt de jonge zuster wat haar dwarszit. Later die dag dankt ze Jehovah voor de aandacht van de lieve zuster. Het was precies wat ze nodig had. Ergens anders vertelt een echtpaar enthousiast dat ze in het buitenland zijn geweest om te prediken. Een jonge broeder zit stilletjes te luisteren naar hun ervaringen. Jaren later staat hij op het punt als zendeling naar het buitenland te vertrekken en denkt hij terug aan het echtpaar dat hem hiertoe inspireerde.
2 Misschien doen deze voorbeelden je denken aan iemand die jouw leven sterk beïnvloed heeft, of andersom. Natuurlijk gebeurt het zelden dat één enkel gesprek iemands leven verandert. Wel hebben we elke dag mogelijkheden om anderen aan te moedigen. Stel dat er iets zou bestaan wat je persoonlijkheid mooier maakt, waardoor je broeders en zusters meer aan je hebben en je ook bruikbaarder wordt voor God. Dat is nu precies wat Jehovah ons geeft: zijn heilige geest (Luk. 11:13). Als Gods geest op ons inwerkt, brengt die prachtige eigenschappen in ons voort die elk aspect van onze dienst voor God verbeteren. We kunnen hem hier heel dankbaar voor zijn. (Lees Galaten 5:22, 23.)
3. (a) Hoe eren we God met „de vrucht van de geest”? (b) Welke vragen gaan we bespreken?
3 De eigenschappen die de heilige geest in ons voortbrengt weerspiegelen de persoonlijkheid van de Bron ervan, Jehovah God (Kol. 3:9, 10). Jezus noemde de belangrijkste reden om op God te willen lijken toen hij tegen zijn apostelen zei: „Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vruchta blijft dragen” (Joh. 15:8). Als we aan „de vrucht van de geest” werken, is dat duidelijk te merken aan wat we zeggen en doen. En daarmee eren we dan God (Matth. 5:16). Wat is het verschil tussen de vrucht van de geest en de eigenschappen die Satans wereld bevordert? Hoe kweek je de vrucht van de geest aan? Waarom is dat soms moeilijk? Die vragen komen aan bod als we de eerste drie aspecten bespreken: liefde, vreugde en vrede.
Liefde van een hoger niveau
4. Wat voor liefde bracht Jezus zijn volgelingen bij?
4 De liefde die de heilige geest voortbrengt is totaal anders dan de liefde die de wereld kent. Ze is namelijk van een hoger niveau. Jezus benadrukte dat verschil in de Bergrede. (Lees Mattheüs 5:43-48.) Hij zei dat zelfs zondaars goed voor anderen zijn zolang die goed voor hen zijn. Dat is een vorm van liefde die geen offers vraagt. Het is gewoon een wederdienst. Als we op onze hemelse Vader willen lijken, moeten we anders zijn. In plaats van anderen te behandelen zoals ze ons behandelen moeten we hen behandelen en bezien zoals Jehovah dat doet. Maar hoe kun je Jezus’ gebod opvolgen om je vijanden lief te hebben?
5. Hoe kunnen we liefde tonen voor degenen die ons vervolgen?
5 Een Bijbels voorbeeld. Toen Paulus en Silas in Filippi predikten, werden ze gearresteerd, geslagen en in de binnenste kerker opgesloten met hun voeten in het blok. Het kan heel goed zijn dat de cipier hen daarbij hardhandig aanpakte. Maar toen ze dankzij een aardbeving onverwachts vrijkwamen, waren ze er niet op uit het hem betaald te zetten. Uit oprechte bezorgdheid schoten ze hem zelfs te hulp. Daardoor konden hij en al zijn huisgenoten ’tot het geloof komen’. Wat een zelfopofferende liefde! (Hand. 16:19-34) Ook in deze tijd zijn veel Getuigen een zegen gebleken voor hun vervolgers (Rom. 12:14).
6. Hoe kunnen we zelfopofferende liefde tonen voor onze broeders en zusters? (Zie kader op blz. 21.)
6 Onze liefde voor geloofsgenoten gaat zelfs nog verder. „Wij zijn verplicht afstand te doen van onze ziel voor onze broeders.” (Lees 1 Johannes 3:16-18.) Maar vaker kunnen we liefde tonen in kleinere dingen. Als je bijvoorbeeld een broeder of zuster hebt beledigd, kun je liefde tonen door het initiatief te nemen om het bij te leggen (Matth. 5:23, 24). En als iemand jou beledigt? Ben je vergevensgezind of heb je soms de neiging boos te blijven? (Ps. 86:5) De diepgaande liefde die de heilige geest in ons voortbrengt, kan ons helpen over kleinigheden heen te stappen en anderen vrijelijk te vergeven ’zoals Jehovah ons vrijelijk vergeven heeft’ (Kol. 3:13, 14; 1 Petr. 4:8).
7, 8. (a) Hoe houdt liefde voor mensen verband met liefde voor God? (b) Hoe krijg je een diepere liefde voor Jehovah? (Zie plaatje.)
7 Hoe ontwikkel je zo’n zelfopofferende liefde? Door te zorgen dat je een diepere liefde voor God krijgt (Ef. 5:1, 2; 1 Joh. 4:9-11, 20, 21). Als je de Bijbel leest, mediteert en bidt, voel je je dicht bij Jehovah. Tijdens zulke momenten voed je je liefde voor je hemelse Vader. Maar daar moet je tijd voor reserveren.
8 Stel dat er maar een beperkte mogelijkheid zou zijn om Gods Woord te lezen, erover te mediteren en tot Jehovah te bidden, bijvoorbeeld maar één bepaald uur van de dag. Zou je dat persoonlijke uurtje met Jehovah dan niet angstvallig beschermen zodat er niets tussen komt? Natuurlijk kan niemand de toegang tot God in gebed beperken, en de meesten van ons kunnen de Bijbel lezen wanneer ze maar willen. Toch moet je misschien bewust moeite doen om te voorkomen dat je dagelijkse beslommeringen beslag leggen op je persoonlijke tijd met God. Maak jij elke dag zo veel mogelijk tijd vrij om dicht tot Jehovah te naderen?
„Vreugde van heilige geest”
9. Wat is kenmerkend voor de vreugde die heilige geest voortbrengt?
9 De vrucht van de geest is opvallend constant. Neem bijvoorbeeld vreugde, het tweede aspect dat we gaan bespreken. Vreugde wordt niet bepaald door de omstandigheden, net zoals een taaie plant zelfs in een ongunstig klimaat kan overleven. Wereldwijd hebben heel wat aanbidders van God ’het woord onder veel verdrukking met vreugde van heilige geest aanvaard’ (1 Thess. 1:6). Anderen krijgen met tegenslag en ontberingen te maken. Maar Jehovah geeft hun via zijn geest de kracht om ’volkomen te volharden en met vreugde lankmoedig te zijn’ (Kol. 1:11). Hoe komen ze aan die vreugde?
10. Waarop is onze vreugde gebaseerd?
10 In tegenstelling tot de „onzekere rijkdom” van Satans wereld zijn de geestelijke schatten die Jehovah ons geeft van blijvende waarde (1 Tim. 6:17; Matth. 6:19, 20). Hij geeft ons het vreugdevolle vooruitzicht op een eeuwige toekomst. Het maakt ons ook blij deel te zijn van een wereldwijde broederschap. Maar onze vreugde komt vooral voort uit onze band met God. We hebben dezelfde gevoelens als David, die ondanks zijn vluchtelingenbestaan Jehovah in een lied loofde: „Uw liefderijke goedheid is beter dan het leven, mijn eigen lippen zullen zich prijzend over u uitlaten. Zo zal ik u zegenen gedurende mijn leven” (Ps. 63:3, 4). Zelfs in moeilijke tijden voelen we een diepgewortelde vreugde waardoor we Jehovah gaan loven.
11. Waarom is het belangrijk dat we Jehovah met vreugde dienen?
11 Paulus drong er bij christenen op aan: „Verheugt u altijd in de Heer. Nogmaals zal ik zeggen: Verheugt u!” (Fil. 4:4) Waarom is het belangrijk dat je vreugde hebt in je dienst voor Jehovah? Omdat Satan Jehovah’s soevereiniteit heeft aangevochten en beweert dat niemand God uit vrije wil dient (Job 1:9-11). Als je Jehovah plichtsgetrouw maar zonder vreugde zou dienen, zou je slachtoffer van lof niet compleet zijn. Probeer daarom gehoor te geven aan de aansporing van de psalmist: „Dient Jehovah met verheuging. Komt voor zijn aangezicht met vreugdegeroep” (Ps. 100:2). Vreugdevolle, bereidwillige dienst brengt God eer.
12, 13. Hoe kun je tegen negatieve gevoelens vechten?
12 Maar in de praktijk zullen zelfs trouwe aanbidders van Jehovah weleens in de put zitten en moeite hebben om positief te blijven denken (Fil. 2:25-30). Wat kan je dan helpen? Efeziërs 5:18, 19 zegt: „Blijft vervuld worden met geest, en spreekt tot elkaar met psalmen en lofzangen voor God en geestelijke liederen, waarbij gij zingt en uzelf begeleidt met muziek in uw hart voor Jehovah.” Hoe kun je die raad toepassen?
13 Als je door negatieve gevoelens geplaagd wordt, bid dan tot Jehovah en probeer te mediteren over „wat lof verdient”. (Lees Filippenzen 4:6-9.) Sommigen hebben gemerkt dat meeneuriën met onze Koninkrijksliederen hen opbeurt en helpt om hun gedachten te verzetten. Zo vertelt een broeder die een moeilijke situatie had meegemaakt waarin hij zich vaak gefrustreerd en ontmoedigd voelde: „Ik stortte geregeld mijn hart uit in gebed. Maar ik leerde ook een paar Koninkrijksliederen uit mijn hoofd. Ik werd er rustig van die prachtige liederen te zingen, hardop of in mezelf. Ook kwam rond die tijd het Nader tot Jehovah-boek uit, wat ik in één jaar tijd twee keer gelezen heb. Het had een kalmerend effect op me. Ik weet dat Jehovah me geholpen heeft.”
„De verenigende band van vrede”
14. Wat is een opvallend kenmerk van de vrede die de heilige geest voortbrengt?
14 Op onze internationale congressen genieten broeders en zusters met een verschillende achtergrond van aangename omgang met elkaar. Dat laat een kenmerk uitkomen van de vrede van Gods volk: onze wereldwijde eenheid. Buitenstaanders staan vaak versteld als ze zien dat mensen van wie ze verwachten dat ze elkaars vijanden zijn ’er ernstig naar streven de eenheid des geestes te bewaren in de verenigende band van vrede’ (Ef. 4:3). Die eenheid is heel bijzonder als je bedenkt wat velen hebben moeten overwinnen.
15, 16. (a) In welk opzicht was Petrus’ achtergrond een obstakel? (b) Hoe hielp Jehovah Petrus om zijn houding te veranderen?
15 Die eenheid onder mensen van uiteenlopende achtergronden is niet vanzelfsprekend. Het voorbeeld van Petrus maakt duidelijk wat ervoor overwonnen moet worden. Uit zijn woorden proef je hoe hij over onbesneden heidenen dacht: „Gij weet zeer goed dat het voor een jood ongeoorloofd is zich bij iemand van een ander ras aan te sluiten of hem te naderen; nochtans heeft God mij getoond dat ik geen mens verontreinigd of onrein mag noemen” (Hand. 10:24-29; 11:1-3). Petrus was kennelijk net als velen in zijn tijd opgegroeid met het idee dat Joden volgens de Wet alleen mede-Joden moesten liefhebben. Misschien vond hij het heel normaal om heidenen als gehate vijanden te bezien.b
16 Je kunt je wel voorstellen dat Petrus zich niet echt op zijn gemak voelde toen hij het huis van Cornelius binnenging. Kon iemand die eerder zo op heidenen had neergekeken ooit nauw met hen samenwerken in „de verenigende band van vrede”? (Ef. 4:3, 16) Ja, want een paar dagen daarvoor had Gods geest op Petrus ingewerkt. Via een visioen had Jehovah hem duidelijk gemaakt dat Zijn kijk op mensen niet bepaald wordt door ras of nationaliteit (Hand. 10:10-15). Zo werd Petrus geholpen om zijn houding te gaan veranderen en zijn vooroordeel te overwinnen. Daarom kon hij tegen Cornelius zeggen: „Ik bemerk zeer zeker dat God niet partijdig is, maar in elke natie is de mens die hem vreest en rechtvaardigheid beoefent, aanvaardbaar voor hem” (Hand. 10:34, 35). Petrus veranderde, en hij ging zich echt één voelen met de „gehele gemeenschap van broeders” (1 Petr. 2:17).
17. Wat is er zo bijzonder aan de eenheid onder Gods volk?
17 De ervaring van Petrus helpt ons te beseffen hoe bijzonder de transformatie onder Gods aanbidders in deze tijd is. (Lees Jesaja 2:3, 4.) Miljoenen mensen „uit alle natiën en stammen en volken en talen” hebben anders leren denken om zich aan „de goede en welgevallige en volmaakte wil van God” aan te passen (Openb. 7:9; Rom. 12:2). Velen waren besmet met de diepgewortelde haat en verdeeldheid van Satans wereld. Maar dankzij een studie van Gods Woord en met de hulp van de heilige geest hebben ze geleerd ’de dingen na te streven die de vrede bevorderen’ (Rom. 14:19). God wordt geëerd door de eenheid die dan ontstaat.
18, 19. (a) Hoe kun je bijdragen aan de vrede en eenheid van de gemeente? (b) Wat gaan we in het volgende artikel bespreken?
18 Hoe kunnen wij allemaal bijdragen aan de vrede en eenheid onder Gods volk? In veel gemeenten zitten personen die uit een ander land komen. Sommigen hebben andere gewoonten of spreken de taal niet zo goed. Doe je moeite om hen beter te leren kennen? Dat is wat Gods Woord aanbeveelt. Paulus schreef namelijk aan de gemeente in Rome, waar zowel Joden als niet-Joden zaten: „Aanvaardt elkaar daarom, zoals ook de Christus ons heeft aanvaard, tot heerlijkheid van God” (Rom. 15:7). Is er iemand in jouw gemeente die je beter kunt leren kennen?
19 Wat kun je nog meer doen om de heilige geest op je te laten inwerken? Die vraag komt in het volgende artikel aan bod als we de andere aspecten van de vrucht van Gods geest gaan bespreken.
[Voetnoten]
a Dit is niet alleen „de vrucht van de geest” maar ook „de vrucht der lippen”, het offer dat we God brengen als we prediken (Hebr. 13:15).
b Leviticus 19:18 zegt: „Gij moogt geen wraak nemen, noch een wrok koesteren tegen de zonen van uw volk; en gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.” Joodse religieuze leiders dachten dat „de zonen van uw volk” en „uw naaste” alleen op Joden sloeg. De mozaïsche wet zei dat de Israëlieten zich afgescheiden moesten houden van andere volken, maar niet dat elke niet-Jood een vijand was die gehaat moest worden.
Wat zou je antwoorden?
• Hoe kun je zelfopofferende liefde voor je broeders en zusters tonen?
• Waarom is het belangrijk Jehovah met vreugde te dienen?
• Hoe kun je bijdragen aan de vrede en eenheid van de gemeente?
[Kader op blz. 21]
„Dat zijn de ware christenen”
Een jonge Joodse gevangene vertelt over de eerste indruk die hij van Jehovah’s Getuigen kreeg toen hij in het concentratiekamp Neuengamme aankwam:
„Zodra wij uit Dachau aankwamen, begonnen de andere Joden in ons blok alles wat ze hadden te verstoppen, zodat ze het niet met ons hoefden te delen. (...) Buiten waren we er altijd voor elkaar geweest. Maar hier, waar ons leven op het spel staat, denkt iedereen eerst aan zichzelf en niet aan anderen. Maar wat denk je dat de Bijbelonderzoekers deden? Ze zijn momenteel met heel zwaar werk bezig: een reparatie aan een waterleiding. In dit koude weer staan ze de hele dag in ijskoud water. Geen mens begrijpt hoe ze dat volhouden. Zij zeggen dat Jehovah hun de kracht ervoor geeft. Ze hebben hun brood hard nodig, want ze lijden honger, net als wij. Maar wat deden ze? Ze brachten al het brood dat ze hadden bij elkaar, hielden de helft voor zichzelf en legden de andere helft opzij voor hun broeders, hun geloofsbroeders die net uit Dachau kwamen. En ze verwelkomden hen en kusten hen. Voordat ze gingen eten, baden ze. Daarna klaarde hun gezicht op en zagen ze er gelukkig uit. Ze zeiden dat niemand nog honger had. Weet je, toen dacht ik bij mezelf: dat zijn de ware christenen” (Zwischen Widerstand und Martyrium: die Zeugen Jehovas im „Dritten Reich”).
[Illustraties op blz. 19]
Maak jij elke dag tijd vrij om dicht tot Jehovah te naderen?