Wist u dit?
Waarom kreeg Judas dertig zilverstukken aangeboden om Jezus te verraden?
Toen Judas Iskariot naar de overpriesters ging om te vragen hoeveel ze hem voor het verraden van Jezus zouden geven, boden ze hem „dertig zilverstukken” (Mattheüs 26:14, 15). Met dit bedrag wilden ze blijkbaar laten zien dat ze op Jezus neerkeken en hem van weinig waarde achtten.
De betreffende munten kunnen zilveren sikkelen geweest zijn, de gebruikelijke geldeenheid onder de Joden. Wat kon je met dertig sikkelen kopen? In de mozaïsche wet was dit de prijs voor een slaaf. Met dertig sikkelen kon ook een stuk land gekocht worden. — Exodus 21:32; Mattheüs 27:6, 7.
Toen de profeet Zacharia de ontrouwe Israëlieten om zijn loon vroeg voor zijn werk als herder van Gods volk, wogen ze hem „dertig zilverstukken” af. Dit was een weloverwogen daad die bedoeld was om Gods profeet te vernederen. Ze gaven daarmee te kennen dat ze hem niet hoger schatten dan een slaaf. Daarom gaf Jehovah Zacharia de opdracht: „Werp het in de schatkist — de majestueuze waarde waarop ik van hun standpunt uit bezien geschat ben” (Zacharia 11:12, 13). Deze daad van Zacharia in gehoorzaamheid aan Gods gebod herinnert ons aan wat Judas zou doen met het geld dat hij kreeg voor het verraden van degene die Jehovah als herder over Israël had aangesteld. — Mattheüs 27:5.
Wat was het „echtscheidingscertificaat” dat in de bijbel wordt genoemd?
In de mozaïsche wet stond: „Ingeval een man een vrouw neemt . . . als echtgenote . . ., dan moet het geschieden dat indien zij geen gunst in zijn ogen zou vinden, omdat hij iets onwelvoeglijks van haar zijde heeft ontdekt, hij in dat geval voor haar een echtscheidingscertificaat moet uitschrijven en haar dat ter hand moet stellen en haar uit zijn huis moet wegzenden” (Deuteronomium 24:1). Wat was het doel van dat document? De Bijbel zegt niets over de inhoud van zo’n document, maar ongetwijfeld diende het om de rechten en belangen van de afgewezen vrouw te beschermen.
In 1951/1952 werden er in grotten aan de noordzijde van de Wadi Murabbaat, een droge rivierbedding in de Judese woestijn, voorwerpen uit de oudheid ontdekt. Onder de talrijke handschriften die gevonden werden, bevond zich een echtscheidingscertificaat geschreven in het Aramees en daterend uit 71 of 72 n.Chr. Daarin stond wat er gebeurde op de eerste dag van de maand Marchesvan, in het zesde jaar van de Joodse opstand tegen Rome. Jozef, de zoon van Naqsan, die in Masada woonde, liet zich scheiden van Mirjam, de dochter van Jonathan uit Hanablata. Ze was daarna vrij om te trouwen met welke Joodse man ze maar wilde. Jozef gaf Mirjams bruidsschat terug en vergoedde haar viervoudig voor al haar eventueel beschadigde bezittingen. Het certificaat was ondertekend door Jozef zelf en door drie getuigen: Eliëzer, de zoon van Malka; Jozef, de zoon van Malka; en Eleazar, de zoon van Hanana.
[Illustratie op blz. 25]
Grotten bij Wadi Murabbaat
[Illustratie op blz. 25]
Echtscheidingscertificaat uit 71/72 n.Chr.
[Illustratieverantwoording op blz. 25]
Caves: Todd Bolen/Bible Places.com; certificate: Clara Amit, Courtesy of the Israel Antiquities Authority