De tranen der natuur

HET is nog vroeg in de ochtend; de lucht is koel en het is windstil. Elk blad en grassprietje glanst van de druppels, die glinsteren in het eerste licht van de dag. Het heeft er wel iets van weg of het groen vreugdetranen heeft vergoten bij het begroeten van de dageraad. Geen wonder dat de dauw een bron van inspiratie is geweest voor dichters — en fotografen.

Dauw doet echter meer dan de menselijke geest verfrissen. Dit atmosferische verschijnsel, dat behalve in de poolstreken overal op de planeet voorkomt, is een deken van levensonderhoudend vocht. Jehovah God heeft de atmosfeer zo ontworpen dat wanneer ze onder bepaalde omstandigheden ’s nachts afkoelt, ze het zogenoemde dauwpunt bereikt. Dat is de temperatuur waarbij de lucht haar vocht niet langer kan vasthouden en ze het op oppervlakken afzet die koeler zijn dan de omringende lucht. Bekend is dat dorstige planten via hun bladeren wel hun eigen gewicht aan dauwdruppels opnemen, waarvan ze een groot gedeelte via hun wortels afgeven voor opslag in de grond.

In bijbelse landen, waar men een lang droog jaargetijde heeft, kan dauw soms vrijwel de enige waterbron voor planten zijn. Daarom wordt in de bijbel dauw vaak in verband gebracht met de opbrengst van gewassen — en het ontbreken van dauw met hongersnood.

Dauw kan ook een persoonlijker betekenis hebben. In het lied waarmee Mozes afscheid nam van Gods volk schreef hij: „Mijn onderricht zal druipen als de regen, mijn rede zal druppelen als de dauw, als zachte regens op het gras en als overvloedige regenbuien op de plantengroei” (Deuteronomium 32:2). Mozes sprak woorden die net als dauw levengevend waren. Daar hij de zachtmoedigste van alle mensen was, is het zeker dat hij ook in zijn spreken doorgaans zachtaardig en vriendelijk was (Numeri 12:3). Net als dauw of zachte regen werkten zijn woorden verkwikkend, zonder schade aan te richten.

De volgende keer dat u vol bewondering bent voor de tere schoonheid van de ochtenddauw — de tranen der natuur — zult u misschien stilstaan bij de ontzag inboezemende wijsheid van de Schepper van de dauw.