Onze kinderen — Een kostbaar erfdeel
„Ziet! Zonen zijn een erfdeel van Jehovah; de vrucht van de buik is een beloning.” — PSALM 127:3.
1. Hoe is de geboorte van de eerste menselijke baby tot stand gekomen?
STA eens stil bij de wonderbare gebeurtenissen die Jehovah God mogelijk heeft gemaakt door de manier waarop hij de eerste man en vrouw heeft geschapen. De vader, Adam, en de moeder, Eva, gaven alle twee iets van zichzelf dat zich in Eva’s baarmoeder ontwikkelde tot een volledig gevormd, nieuw mensje, de eerste menselijke baby (Genesis 4:1). Nog steeds zijn we diep onder de indruk van de conceptie en geboorte van een kind, processen die door velen als niets minder dan een wonder betiteld worden.
2. Waarom kunnen we zeggen dat wat er in de baarmoeder van een zwangere vrouw gebeurt, een wonder is?
2 De oorspronkelijke cel die in de moeder tot bestaan is gekomen door haar vereniging met de vader, groeit in ongeveer 270 dagen uit tot een baby die uit biljoenen cellen bestaat. In die oorspronkelijke cel bevinden zich de instructies die nodig zijn om meer dan 200 soorten cellen te produceren. Overeenkomstig die verbazingwekkende instructies, die het menselijk begrip te boven gaan, ontwikkelen deze verbijsterend complexe cellen zich in precies de juiste volgorde en op precies de goede manier om een nieuw levend wezen te vormen!
3. Waarom zijn veel logisch denkende mensen het erover eens dat God verantwoordelijk moet zijn voor de geboorte van een nieuw levend mensje?
3 Wie zou dan in feite de ware maker van de baby zijn? Dat moet Degene zijn die het leven in eerste instantie heeft geschapen. De bijbelpsalmist zong: „Weet dat Jehovah God is. Hij is het die ons heeft gemaakt, en niet wijzelf” (Psalm 100:3). Ouders weten heel goed dat het niet aan enige genialiteit van henzelf toe te schrijven is dat ze zo’n kostbaar hoopje leven hebben voortgebracht. Alleen een God van oneindige wijsheid kan verantwoordelijk zijn voor de wonderbaarlijke vorming van een nieuw levend mensje. Al duizenden jaren schrijven logisch denkende mensen de vorming van een kind in de baarmoeder aan de Grootse Schepper toe. Doen wij dat ook? — Psalm 139:13-16.
4. Van welke menselijke tekortkoming kunnen we Jehovah nooit betichten?
4 Maar is Jehovah een gevoelloze Schepper die gewoon een biologisch proces op gang heeft gebracht waardoor mannen en vrouwen nageslacht kunnen voortbrengen? Sommige mensen zijn gevoelloos, maar Jehovah nooit (Psalm 78:38-40). De bijbel zegt in Psalm 127:3: „Ziet! Zonen [en ook dochters] zijn een erfdeel van Jehovah; de vrucht van de buik is een beloning.” Laten we nu gaan beschouwen wat er met een erfdeel wordt bedoeld en waarvan het een bewijs vormt.
Een erfdeel en een beloning
5. Waarom zijn kinderen een erfdeel?
5 Een erfdeel is te vergelijken met een geschenk. Ouders werken vaak lang en hard om hun kinderen iets na te laten, bijvoorbeeld geld, onroerend goed of misschien een gekoesterd bezit. In ieder geval is het een bewijs van de liefde van ouders. De bijbel zegt dat God kinderen aan ouders heeft gegeven als een erfdeel. Ze zijn een liefdevol geschenk van hem. Kunnen wij, als we zelf kinderen hebben, zeggen dat uit onze daden blijkt dat we onze kinderen bezien als een geschenk dat de Schepper van het universum ons heeft toevertrouwd?
6. Wat was Gods bedoeling toen hij mensen in staat stelde kinderen te krijgen?
6 Jehovah’s bedoeling met het geven van dit geschenk was, dat de aarde bevolkt zou worden met de nakomelingen van Adam en Eva (Genesis 1:27, 28; Jesaja 45:18). Jehovah heeft niet elk mens afzonderlijk geschapen, zoals hij dat met de miljoenen engelen heeft gedaan (Psalm 104:4; Openbaring 4:11). In plaats daarvan heeft God ervoor gekozen mensen te scheppen met het vermogen kinderen voort te brengen die herkenbaar op hun ouders zouden lijken. Wat een schitterend voorrecht is het voor een vader en moeder om zo’n nieuw mensje voort te brengen en te verzorgen! Danken wij als ouders Jehovah dat hij het ons mogelijk heeft gemaakt van dat kostbare erfdeel te genieten?
Leer van Jezus’ voorbeeld
7. Hoe toonde Jezus, in tegenstelling tot sommige ouders, belangstelling en mededogen voor „de mensenzonen”?
7 Droevig genoeg beschouwen niet alle ouders kinderen als een beloning. Veel ouders tonen weinig mededogen voor hun nakomelingen. Ze weerspiegelen niet de instelling van Jehovah of van zijn Zoon (Psalm 27:10; Jesaja 49:15). Neem als tegenstelling daarmee Jezus’ belangstelling voor kinderen eens. Nog voordat Jezus als mens naar de aarde kwam — hij was nog een machtig geestelijk wezen in de hemel — was, zo zegt de bijbel, zijn „volledige verrukking . . . bij de mensenzonen” (Spreuken 8:31, Rotherham). Zijn liefde voor mensen was zo groot dat hij graag zijn leven als losprijs gaf zodat wij eeuwig leven zouden kunnen ontvangen. — Mattheüs 20:28; Johannes 10:18.
8. Hoe gaf Jezus een goed voorbeeld aan ouders?
8 Toen Jezus op aarde was, gaf hij ouders een bijzonder goed voorbeeld. Laten we eens kijken wat hij deed. Hij nam de tijd voor kinderen, zelfs als hij heel veel te doen had en onder druk stond. Hij keek naar hen als ze op het marktplein aan het spelen waren en gebruikte aspecten van hun gedrag in zijn onderwijs (Mattheüs 11:16, 17). Op zijn laatste reis naar Jeruzalem wist Jezus dat hij zou lijden en gedood zou worden. Toen mensen kleine kinderen bij hem brachten, probeerden Jezus’ discipelen hen dan ook weg te sturen, misschien omdat ze Jezus verdere spanningen wilden besparen. Maar Jezus wees zijn discipelen terecht. Als een uiting van zijn „volledige verrukking” over kleine kinderen zei hij: „Laat de jonge kinderen bij mij komen; tracht niet hen tegen te houden.” — Markus 10:13, 14.
9. Waarom kunnen onze daden nog belangrijker zijn dan onze woorden?
9 We kunnen iets van Jezus’ voorbeeld leren. Hoe reageren we als kinderen naar ons toe komen, ook al hebben we het druk? Net zoals Jezus? Wat kinderen nodig hebben, vooral van hun ouders, is wat Jezus hun heel graag wilde geven — zijn tijd en aandacht. Het is waar dat woorden als „Ik hou van je” belangrijk zijn. Maar daden zeggen meer dan woorden. Onze liefde blijkt niet alleen uit wat we zeggen maar nog veel meer uit wat we doen. Ze blijkt uit de tijd, de aandacht en de zorg die we aan onze kinderen besteden. Maar dan nog kan het zijn dat tastbare resultaten uitblijven, of niet zo snel komen als we zouden hopen. Er is geduld nodig. Geduld kunnen we leren als we een voorbeeld nemen aan de manier waarop Jezus met zijn discipelen omging.
Jezus’ geduld en genegenheid
10. Hoe gaf Jezus zijn discipelen een les in nederigheid, en met welk aanvankelijke resultaat?
10 Jezus was op de hoogte van de voortdurende wedijver om prominentie onder zijn discipelen. Toen hij op een dag met zijn discipelen in Kapernaüm aankwam, vroeg hij hun: „’Waarover hebt gij onderweg geargumenteerd?’ Zij bleven zwijgen, want zij hadden er onderweg met elkaar over geargumenteerd wie groter was.” In plaats van hen streng te berispen, gaf Jezus hun geduldig aanschouwelijk onderwijs in een poging hun nederigheid bij te brengen (Markus 9:33-37). Had dat het gewenste resultaat? Niet onmiddellijk. Zo’n zes maanden later drongen Jakobus en Johannes er bij hun moeder op aan Jezus om prominente posities in het Koninkrijk te vragen. Opnieuw corrigeerde Jezus geduldig hun manier van denken. — Mattheüs 20:20-28.
11. (a) Van welke gebruikelijke taak kweten Jezus’ apostelen zich niet toen ze met Jezus in een bovenkamer waren aangekomen? (b) Wat deed Jezus, en werd zijn moeite destijds met succes bekroond?
11 Kort daarna brak het Pascha van 33 G.T. aan, en Jezus kwam in besloten kring met zijn apostelen bijeen om het te vieren. Bij aankomst in de bovenkamer nam niet een van de twaalf apostelen het initiatief om de anderen een dienst te bewijzen door, zoals gebruikelijk was, hun stoffige voeten te wassen — de nederige taak van een dienstbode of een vrouw in het gezin (1 Samuël 25:41; 1 Timotheüs 5:10). Wat moet het Jezus verdriet gedaan hebben te zien dat zijn discipelen nog steeds naar rang en aanzien bleken te streven! Dus waste Jezus de voeten van elk van hen, waarna hij een dringend beroep op hen deed zijn voorbeeld in het dienen van anderen te volgen (Johannes 13:4-17). Deden ze dat? De bijbel zegt dat er later die avond „ook een heftig twistgesprek onder hen [ontstond] over de vraag wie van hen de grootste scheen te zijn”. — Lukas 22:24.
12. Hoe zouden ouders Jezus kunnen navolgen bij hun inspanningen om hun kinderen op te voeden?
12 Als onze kinderen de raad die we hun geven niet opvolgen, kunnen we ons heel goed indenken hoe Jezus zich gevoeld moet hebben. Merk op dat Jezus zijn apostelen niet als hopeloos beschouwde, hoewel ze traag waren met het corrigeren van hun tekortkomingen. Uiteindelijk wierp zijn geduld vruchten af (1 Johannes 3:14, 18). Ouders doen er goed aan Jezus’ liefde en geduld na te volgen en hun inspanningen om hun kinderen op te voeden nooit op te geven.
13. Waarom mogen ouders de vragen van een kind niet met een snauw afdoen?
13 Kinderen moeten kunnen voelen dat hun ouders van hen houden en belangstelling voor hen hebben. Jezus wilde weten wat er in zijn discipelen omging en luisterde dus als ze vragen hadden. Hij vroeg hun hoe ze over bepaalde kwesties dachten (Mattheüs 17:25-27). Aandachtig luisteren en oprechte belangstelling horen ook bij goed onderwijs. Ouders moeten elke neiging weerstaan om een vragend kind weg te sturen met een nors: „Nu niet! Je ziet toch dat ik bezig ben?” Als ouders het echt druk hebben, moet het kind verteld worden dat ze het er later over zullen hebben. Ouders moeten er dan voor zorgen dat het ook echt gebeurt. Dan zal het kind voelen dat zijn ouders echt in hem geïnteresseerd zijn en zal hij hen eerder in vertrouwen nemen.
14. Wat kunnen ouders van Jezus leren in verband met het tonen van genegenheid aan hun kinderen?
14 Is het juist dat ouders hun genegenheid tonen door hun armen om hun kinderen heen te slaan en hen te knuffelen? Ook op dat punt kunnen ouders iets van Jezus leren. De bijbel zegt: „Hij nam de kinderen in zijn armen en ging hen zegenen, terwijl hij zijn handen op hen legde” (Markus 10:16). Hoe zullen de kinderen daarop gereageerd hebben? Natuurlijk vonden ze dat heerlijk en voelden ze zich tot Jezus aangetrokken! Als er echte genegenheid en liefde tussen ouders en kinderen bestaat, zullen kinderen beter reageren op de moeite die wordt gedaan om hen streng te onderrichten en te onderwijzen.
De kwestie van de hoeveelheid tijd
15, 16. Wat is een populair begrip geweest in het kader van het grootbrengen van kinderen, en waaruit was het kennelijk voortgesproten?
15 Sommigen twijfelen eraan of ouders werkelijk veel tijd en liefdevolle aandacht aan hun kinderen moeten besteden. Een begrip in het kader van het grootbrengen van kinderen dat vakkundig gepromoot is, is de zogenoemde kwaliteitstijd. Voorstanders ervan beweren dat kinderen niet veel tijd van hun ouders nodig hebben, zolang de beperkte tijd die met hen wordt doorgebracht maar zinvol, goed doordacht en gepland is. Is het begrip kwaliteitstijd wel een goed idee, is het bedacht met het welzijn van jongeren op het oog?
16 Een schrijver die met veel kinderen had gepraat, zei dat wat ze „het liefst van hun ouders wilden hebben, meer tijd was”, samen met „onverdeelde aandacht”. Veelzeggend is een opmerking van een hoogleraar: „De term [kwaliteitstijd] is voortgesproten uit ouderlijk schuldbesef. Mensen gaven zichzelf toestemming om minder tijd met hun kinderen door te brengen.” Hoeveel tijd moeten ouders met hun kinderen doorbrengen?
17. Wat moeten ouders met hun kinderen doen?
17 Dat zegt de bijbel niet. Maar Israëlitische ouders werd aangeraden met hun kinderen te praten als ze thuis waren, als ze onderweg waren, als ze naar bed gingen en als ze opstonden (Deuteronomium 6:7). Dat houdt duidelijk in dat ouders met kinderen moeten communiceren en dat ze hen voortdurend moeten onderwijzen, elke dag.
18. Hoe greep Jezus gelegenheden aan om zijn discipelen op te leiden, en wat kunnen ouders daarvan leren?
18 Jezus leidde zijn discipelen met succes op als hij met hen at, met hen op reis was en zelfs als ze uitrustten. Op die manier benutte hij elke gelegenheid om hen te onderwijzen (Markus 6:31, 32; Lukas 8:1; 22:14). Op dezelfde manier moeten christelijke ouders alert elke gelegenheid aangrijpen om een goede communicatie met hun kinderen op gang te brengen en in stand te houden en hen in Jehovah’s wegen op te leiden.
Wat en hoe te onderwijzen
19. (a) Wat is er naast het doorbrengen van tijd met kinderen nog meer nodig? (b) Wat moeten ouders kinderen in de eerste plaats bijbrengen?
19 Kinderen goed opvoeden vergt meer dan gewoon tijd met hen door te brengen, meer zelfs dan hen te onderwijzen. Van groot belang is ook wat er onderwezen wordt. Merk eens op wat de bijbel in dat verband beklemtoont. „Deze woorden die ik u heden gebied,” staat er, moet gij „uw zoon inscherpen.” Wat zijn „deze woorden” die kinderen bijgebracht moeten worden? Kennelijk zijn het de woorden die net vermeld waren, namelijk: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en geheel uw ziel en geheel uw levenskracht” (Deuteronomium 6:5-7). Jezus zei dat dit het belangrijkste van al Gods geboden is (Markus 12:28-30). Ouders moeten kinderen in de eerste plaats over Jehovah onderrichten en uitleggen waarom alleen hij onze onverdeelde liefde en toewijding waard is.
20. Wat gebood God ouders uit de oudheid hun kinderen bij te brengen?
20 „Deze woorden” die ouders hun kinderen moeten bijbrengen, omvatten echter meer dan God lief te hebben met ons hele wezen. We zien dat Mozes in het voorgaande hoofdstuk van Deuteronomium de wetten herhaalt die God op de stenen tafelen had geschreven, namelijk de Tien Geboden. Die wetten verbieden onder andere liegen, stelen, moorden en overspel plegen (Deuteronomium 5:11-22). De ouders uit de oudheid werden dus doordrongen van de noodzaak hun kinderen morele waarden bij te brengen. Christelijke ouders in deze tijd moeten hun kinderen hetzelfde onderricht geven als ze hen willen helpen een zekere, gelukkige toekomst te hebben.
21. Wat werd er bedoeld met het gebod kinderen Gods woord ’in te scherpen’?
21 Merk op dat ouders wordt gezegd hoe ze hun kinderen „deze woorden” of geboden moeten bijbrengen: „Gij moet ze uw zoon inscherpen.” Het woord „inscherpen” betekent „onderwijzen en op het hart drukken door veelvuldige herhalingen of vermaningen: nadrukkelijk aanbevelen of in de geest prenten”. God zegt ouders dus in feite dat ze een programma van bijbels onderricht moeten opstellen dat er specifiek op gericht is hun kinderen geestelijke zaken in te prenten.
22. Wat moesten Israëlitische ouders doen om hun kinderen te onderrichten, en wat wilde dat zeggen?
22 Voor zo’n gepland programma moeten ouders initiatieven nemen. De bijbel zegt: „Gij moet ze [„deze woorden” of geboden van God] als een teken op uw hand binden, en ze moeten tot een voorhoofdsband tussen uw ogen dienen; en gij moet ze op de deurposten van uw huis en op uw poorten schrijven” (Deuteronomium 6:8, 9). Dat wil niet zeggen dat ouders Gods wetten letterlijk op deurposten en poorten moeten schrijven, een afschrift ervan op de handen van hun kinderen moeten binden en er een tussen hun ogen moeten aanbrengen. Waar het om gaat is dat ouders hun kinderen constant Gods leringen moeten voorhouden. Ze moeten hun kinderen op zo’n geregelde, consequente manier onderwijzen dat het is alsof Gods leringen zich de hele tijd vlak voor hun ogen bevinden.
23. Wat zal in de studie van volgende week besproken worden?
23 Wat zijn enkele bijzonder belangrijke dingen die ouders hun kinderen moeten bijbrengen? Waarom is het tegenwoordig van groot belang dat kinderen wordt geleerd hoe ze zichzelf kunnen beschermen, ja, dat ze daarin getraind worden? Welke hulp staat ouders nu ter beschikking om hun kinderen doeltreffend te onderwijzen? Deze en andere vragen die veel ouders aangaan, zullen in het volgende artikel aan de orde komen.
Wat zouden we antwoorden?
• Waarom moeten ouders hun kinderen als een kostbaar bezit beschouwen?
• Wat kunnen ouders en anderen van Jezus leren?
• Hoeveel tijd moeten ouders aan hun kinderen besteden?
• Wat moet kinderen geleerd worden, en hoe moet het onderwijs gegeven worden?
[Illustratie op blz. 10]
Wat kunnen ouders leren van Jezus’ manier van onderwijzen?
[Illustraties op blz. 11]
Wanneer en hoe moesten Israëlitische ouders hun kinderen onderwijzen?
[Illustraties op blz. 12]
Ouders moeten hun kinderen Gods leringen voorhouden