Jonge mensen vragen . . .
Waarom begrijpen volwassenen mij niet?
„WEINIG volwassenen begrijpen de problemen van jonge mensen werkelijk.” Waar of niet waar? Aan een groep jonge Duitsers in de leeftijd van 15 tot 24 jaar werd gevraagd commentaar te leveren op deze vraag. „Absoluut waar”, zei 23 procent; 25 procent zei „misschien waar” en 37 procent „gedeeltelijk waar”.
Hoe jij ook geantwoord zou hebben, het is duidelijk dat heel veel jonge mensen van mening zijn dat volwassenen hen niet of verkeerd begrijpen. Er zijn ongetwijfeld vele redenen waarom jonge mensen dat vinden. Laten wij er eens drie van bespreken.
Verschil in achtergrond en ervaring
„Ik word er niet goed van”, zo klaagt de 18-jarige Heike, „als volwassenen zeggen: ’Wacht maar tot je zo oud bent als ik en alles hebt doorgemaakt wat ik heb doorgemaakt — dan weet je pas wat het leven inhoudt.’” Klinkt dat bekend? De 16-jarige Frances heeft een soortgelijke klacht: „De grootste moeilijkheid met ouders is dat ze zeggen: ’Wij zijn ook jong geweest’, maar toen zij jong waren was alles zo heel anders, dat kun je niet vergelijken. . . . Zij hadden wel een paar van dezelfde problemen als wij, maar wij hebben nieuwe waar zij geen idee van hebben.”
Beide meisjes zeggen zinnige dingen. Sommige volwassenen vinden het inderdaad moeilijk om begrip op te brengen voor de problemen van jonge mensen. Maar bedenk dat het omgekeerde ook waar is. Net zoals volwassenen niet hebben ervaren wat het betekent in jouw wereld op te groeien, heb jij niet ervaren wat het was om in de hunne op te groeien. Jij kunt je moeilijk de verschrikkingen van een oorlog voorstellen die je ouders misschien hebben doorgemaakt; zij vinden het even moeilijk volledig begrip op te brengen voor de druk en verleiding waar jij mee te maken hebt op school, op je werk of als je ontspanning zoekt.
Maar het zou onjuist zijn te denken dat dit onvermogen om elkaar te begrijpen beperkt is tot de verhouding tussen volwassenen en jonge mensen. Zelfs jonge mensen begrijpen elkaar niet altijd. Woon jij bijvoorbeeld in een van de geïndustrialiseerde westerse landen, die bekendstaan om hun veranderlijke, spilzieke, op onmiddellijke bevrediging van behoeften ingestelde maatschappij? Dan zul je het misschien heel moeilijk vinden begrip op te brengen voor jonge mensen die opgroeien in landen van de Derde Wereld. Gedragspatronen die in het ene land als normaal beschouwd worden, kunnen in een ander land vreemd en moeilijk te begrijpen lijken.
Een interculturele studie, waarbij Amerikaanse jongeren met jonge mensen in India werden vergeleken, onthulde dat „de gezinsband hechter was in India en dat Indiase adolescenten zich meer onderwierpen aan het gezag van het gezin”. Deze studie leverde de conclusie op dat elk oordeel over de vraag of jonge mensen al dan niet met begrip bejegend worden, „afhangt van het culturele referentiekader van de betrokkene”. Gebrek aan begrip is daarom dikwijls minder een kwestie van leeftijd dan van cultuur, ervaring en achtergrond.
Gebrek aan communicatie
Inge, een jonge vrouw, wijst op een tweede reden. Terugkijkend op haar tienerjaren zegt zij: „Mijn ouders konden niet goed converseren. Zij gingen gewoon te zeer op in hun eigen aangelegenheden.” En ook Ludwigs ouders hadden het zo druk met hun zaak dat zij weinig tijd voor hem hadden. „Toen ik eenmaal ging beseffen”, zei hij, „dat zij mijn vragen toch niet zouden beantwoorden, ben ik opgehouden met vragen stellen. Onze relatie had daarvan te lijden. Als wij dan al eens een gesprek hadden, liep het al gauw op een woordentwist uit.”
Kathleen McCoy, al negen jaar speciaal redacteur bij het Amerikaanse tijdschrift ’Teen, beklemtoont dit punt en zegt tegen ouders dat „de dingen die een tiener u wil vertellen niet altijd de dingen zullen zijn die u het liefst wilt horen, maar om een goede communicatie op te bouwen en de gewoonte om u af te sluiten te overwinnen, is luisteren en voor uw kind beschikbaar zijn — wat er ook aan de hand mag zijn — van doorslaggevend belang”. Ja, onwil of onvermogen om te communiceren is werkelijk schadelijk voor de relatie tussen ouder en kind.
Verkeerd begrepen beweegredenen
Verder vind je misschien dat volwassenen — vooral ouders of leraren — te streng voor je zijn, misschien op het hardvochtige af. Wat zou hun beweegreden kunnen zijn?
Eén mogelijkheid wordt door Kathleen McCoy genoemd als zij zich tot ouders richt: „U ziet uw tiener aarzelend op de drempel van zoveel keuzemogelijkheden en zoveel kansen staan, en dan zijn of haar geluk vergooien of niet onderkennen — en u wordt kwaad. U hebt misschien veel van uw hoop en uw dromen en gevoelens van eigenwaarde in uw kind geïnvesteerd en u wordt woedend als hij of zij niet aan de verwachtingen beantwoordt.”
Zeg nu eens heel eerlijk: Klinkt dit als een ouder die echt niet om je geeft? Stel je een vader voor wiens zoon, een spreekwoordelijke „appel die niet ver van de stam valt”, niet alleen wat van zijn vaders goede eigenschappen heeft geërfd maar ook een paar van zijn zwakheden en slechte neigingen. De vader, die in zijn zoon een weerspiegeling ziet van zijn eigen onvolmaaktheid, is niet blij met wat hij ziet. Hij wil dat zijn zoon het beter doet. Kun je het hem kwalijk nemen dat hij probeert dit te bereiken, zelfs als zijn pogingen soms niet bepaald van veel begrip lijken te getuigen?
Andrew heeft het niet tegen zo’n soort vader hoeven opnemen. Hij zegt: „Niemand heeft bij mij ooit ingegrepen. Ik heb altijd alles op mijn eigen manier gedaan.” Maar hij geeft toe: „Ik ben er niet zeker van of dat wel zo goed is.” Ramon, ook een tiener, bericht daarentegen: „Mijn ouders waren hard voor mij. Ik mocht niet altijd weg of doen waar ik zin in had.” Heeft hij hier gevoelens van wrok aan overgehouden? Integendeel. „Als je erover nadenkt,” erkent hij, „zul je een beter mens worden.” Wie van deze jongens zal dus op de duur beter af zijn?
Het is volkomen duidelijk hoe een koning uit de oudheid die wijd en zijd vermaard was om zijn wijsheid, deze vraag zou beantwoorden. Hij schreef: „Dwaasheid is aan het hart van een knaap [of meisje] gebonden; de roede van streng onderricht is wat ze ver van hem zal verwijderen” (Spreuken 22:15). Het zou dus onverstandig en onrechtvaardig zijn strengheid altijd als bewijs te beschouwen dat het een volwassene aan begrip ontbreekt. Het mag je dan moeilijk vallen hem een „10” voor wijsheid te geven, vraag je af of hij niet tenminste een „10” voor liefde verdient.
Geen reden tot wanhoop
Het gevoel dat mensen die wij liefhebben ons niet begrijpen, kan pijnlijk zijn, zowel voor jonge mensen als voor volwassenen. Als dit jouw probleem is, wanhoop dan niet, want het is niet onoplosbaar. Misschien is er gewoon een betere communicatie voor nodig of meer begrip voor het feit dat wij allemaal een produkt zijn van onze tijd, ons milieu en onze opvoeding, alsook van onze raciale, sociale, religieuze en politieke achtergrond. Misschien moeten wij harder ons best doen om de goede motieven achter onhandige pogingen te zien.
De schuld voor zo’n gebrek aan begrip helemaal op de volwassenen schuiven, zou het probleem natuurlijk niet dichter bij een oplossing brengen. Maar je moet ook niet doorslaan naar het andere uiterste en ontmoedigd raken door de gedachte dat het allemaal jouw schuld is. Laat je niet door negatieve ervaringen met enkelen tot de conclusie verleiden dat niemand je kan begrijpen. Wees ervan verzekerd dat sommige volwassenen het wel kunnen.
Put troost uit het voorbeeld van David, die als jonge knaap de reus Goliath doodde. Kort daarna sloot hij vriendschap met Jonathan, een volwassene die zo’n dertig jaar ouder was dan hij, de zoon van koning Saul. Hoewel Saul geen begrip voor David toonde — iets waar David veel verdriet van had — deed Jonathan, de zoon van de koning, dat wel. Er wordt zelfs gezegd dat „de ziel van Jonathan nauw verbonden werd aan de ziel van David, en Jonathan kreeg hem lief als zijn eigen ziel” (1 Samuël 18:1). Stel je voor dat je zo’n begrijpende vriend hebt — en dan nog wel een volwassene!
David putte vooral troost uit het feit dat ondanks menselijk wanbegrip en ondanks zijn eigen onvolmaaktheden en fouten er Iemand was die hem altijd begreep. „Versta toch mijn zuchten”, smeekte hij God in gebed. Hij verheugde zich — net als jij dat kunt — in de wetenschap dat God ’zeer goed weet hoe wij zijn gevormd’, of, zoals het nu wellicht gezegd zou worden, ’hij weet precies hoe we in elkaar zitten’. — Psalm 5:1; 103:14.
Het is dus niet nodig te menen dat volwassenen en jonge mensen elkaar niet kunnen begrijpen, dat er een generatiekloof bestaat die niet te overbruggen is. Als jij bereid bent jouw deel te doen, kan dat wel degelijk — en heel goed ook.
[Illustratie op blz. 19]
Hoewel sommige volwassenen jonge mensen niet begrijpen, doen anderen dat wel