De beste hulp is beschikbaar!
VOOR een christen zouden de keuze en de mate van zorg voor de terminale zieken diepgaande vragen kunnen opwerpen. Bijvoorbeeld:
Zou het onschriftuurlijk zijn minder dan al het mogelijke te doen om het leven in stand te houden? En indien het moreel aanvaardbaar is iemand een natuurlijke dood te laten sterven zonder drastisch ingrijpen om het leven te verlengen, hoe staat het dan met euthanasie — een opzettelijke, positieve daad om een eind te maken aan het lijden van een patiënt door daadwerkelijk zijn leven te verkorten of te beëindigen?
Dat zijn in onze dagen belangrijke vragen. Wij zijn echter niet zonder hulp gelaten om de antwoorden te vinden.
Een geïnspireerde schrijver zei treffend: „God is voor ons een toevlucht en sterkte, een hulp die gemakkelijk te vinden is in benauwdheden” (Psalm 46:1). Dat geldt voor ons ook bij het beschouwen van de onderhavige kwestie. Jehovah God is de bron van de meest wijze, meest op de ervaring gebaseerde hulp. Hij heeft het leven van miljarden mensen gadegeslagen. Hij weet — beter dan enige arts, ethicus of advocaat — wat het beste is. Laten wij dus zien welke hulp hij ons verschaft. — Psalm 25:4, 5; Hebreeën 4:16.
Een juiste kijk op het leven
Wij doen er goed aan te beseffen dat de filosofie om het leven ten koste van alles in stand te houden niet tot medische technologen beperkt is. Ze is een natuurlijk produkt van de hedendaagse wereldlijke filosofie. Hoe dat zo? Welnu, als dit huidige leven alles is wat er is, zou het kunnen schijnen dat ons persoonlijke leven onder alle omstandigheden en ten koste van alles behouden moet worden. Maar deze wereldlijke filosofie is in sommige gevallen uitgelopen op technische verschrikkingen — bewusteloze mensen die jarenlang aan machines „in leven” gehouden worden.
Anderzijds zijn er degenen die geloven in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel. Volgens hun filosofie is dit leven slechts een pleisterplaats op de weg naar iets beters. Plato, een van de ontwerpers van deze filosofie, stelde het volgende:
„De dood is één van beide: of als een niets-zijn, en de dode heeft dan geen enkele waarneming van iets; of, naar verteld wordt, is hij een verandering en verhuizing voor de ziel naar een ander oord. . . . Als de dood zo iets is als een verhuizing van hier naar een ander oord . . . welk groter goed, rechters, zou er kunnen zijn dan dit?”
Iemand die dit gelooft, zou de dood als een vriend kunnen beschouwen, die verwelkomd en misschien zelfs verhaast dient te worden. Maar de bijbel leert dat het leven heilig is voor Jehovah. „Bij u is de bron van het leven”, schreef de geïnspireerde psalmist (Psalm 36:9). Dient een ware christen er dan in toe te stemmen bij euthanasie betrokken te raken?
Sommigen menen dat het onderwerp in de Schrift aan de orde is wanneer de zwaargewonde koning Saul zijn wapendrager smeekt hem te doden. Zij beschouwen dit als een soort euthanasie, een opzettelijke daad om voor iemand die reeds stervende was de dood te verhaasten. Een Amalekiet beweerde later dat hij gehoor gegeven had aan Sauls verzoek om hem ter dood te brengen. Maar vond men dat die Amalekiet er goed aan had gedaan een eind te maken aan Sauls lijden? Allerminst. David, de gezalfde van Jehovah, gaf bevel deze Amalekiet wegens zijn bloedschuld neer te slaan (1 Samuël 31:3, 4; 2 Samuël 1:2-16). Een christen kan dus aan deze bijbelse gebeurtenis op geen enkele manier het recht ontlenen enig aandeel te hebben aan euthanasie.a
Betekent dit echter dat een christen alles moet doen wat technisch mogelijk is om een ten einde lopend leven te verlengen? Moet men het sterfproces zo lang mogelijk rekken? De Schrift leert dat de dood niet een vriend van de mens is, maar een vijand (1 Korinthiërs 15:26). Verder ondergaan de doden geen lijden, noch smaken zij gelukzaligheid, maar zij verkeren in een met de slaap te vergelijken toestand (Job 3:11, 13; Prediker 9:5, 10; Johannes 11:11-14; Handelingen 7:60). De vooruitzichten voor de doden zijn volkomen afhankelijk van Gods macht om hen door bemiddeling van Jezus Christus op te wekken (Johannes 6:39, 40). Wij stellen dus vast dat God ons deze nuttige kennis heeft verschaft: De dood is niet iets om naar te verlangen, maar evenmin is men verplicht zijn toevlucht tot wanhoopsmaatregelen te nemen om het sterfproces te verlengen.
Christelijke richtlijnen
Welke richtlijnen dient een christen toe te passen wanneer een geliefde terminaal ziek is?
In de eerste plaats moeten wij erkennen dat iedere situatie waarbij een terminale ziekte betrokken is, anders is, tragisch anders is, en dat er geen universele regels zijn. Verder dient een christen in dergelijke gevallen zorgvuldig de wetten van het land te beschouwen (Mattheüs 22:21). Houd ook in gedachte dat geen liefdevolle christen een voorstander zal zijn van medische verwaarlozing.
Alleen wanneer er onweerlegbaar sprake is van een terminale ziekte (waar duidelijk is vastgesteld dat de toestand hopeloos is), mag overwogen worden te vragen levenonderhoudende technologie af te breken. In zulke gevallen is er geen schriftuurlijke reden om te staan op medische technologie die eenvoudig een reeds vergevorderd sterfproces zou verlengen.
Dit zijn dikwijls heel moeilijke situaties, die hartverscheurende beslissingen kunnen vergen. Hoe weet men bijvoorbeeld wanneer een situatie hopeloos is? Hoewel niemand er absoluut zeker van kan zijn, dient bij het zorgvuldig overleg de redelijkheid in acht te worden genomen. In een medisch artikel met raad voor artsen wordt opgemerkt:
„Indien er verschil van mening bestaat betreffende de diagnose of de prognose of beide, dient de levenonderhoudende aanpak te worden voortgezet totdat er een redelijke overeenstemming is bereikt. Tot in het onredelijke staan op zekerheid kan echter de arts die in schijnbaar hopeloze gevallen beslist inzake de behandelingsopties, de handen binden. Het zeldzame bericht van een patiënt die een soortgelijke toestand heeft overleefd, is geen doorslaggevende reden om een agressieve behandeling voort te zetten. Zulke te verwaarlozen statistische mogelijkheden wegen niet zwaarder dan de redelijke verwachtingen ten aanzien van de afloop die bepalend zullen zijn voor de beslissingen inzake de behandeling.”
Voor zo’n dilemma geplaatst zal een christen, of hij nu patiënt of bloedverwant is, terecht enige hulp van zijn arts verwachten. Dit medische artikel besluit: „In ieder geval is het oneerlijk eenvoudigweg een massa medische feiten en opties op tafel te leggen en het de patiënt dan maar te laten uitzoeken, zonder verdere voorlichting over de alternatieve mogelijkheden van actie en het afzien van actie.”
Plaatselijke christelijke ouderlingen kunnen, daar zij rijpe bedienaren zijn, ook van grote waarde zijn. Natuurlijk moeten de patiënt en zijn naaste familie hun eigen evenwichtige besluit nemen in deze zeer emotionele situatie.
Denk ten slotte eens na over de volgende punten. Christenen willen heel graag in leven blijven om het genot te kunnen smaken God te dienen. Zij beseffen echter dat wij in het huidige samenstel allen stervende zijn; in die zin zijn wij allemaal terminaal ziek. Uitsluitend dank zij het offerandelijke bloed van Jezus Christus hebben wij de hoop dat er een keer in die situatie komt. — Efeziërs 1:7.
Wanneer een geliefde inderdaad aan de dood ten offer valt, behoeven wij, hoe zwaar ons verlies ook is, geen buitensporig verdriet te hebben „gelijk de overigen, die geen hoop hebben” (1 Thessalonicenzen 4:13). Wij kunnen daarentegen troost vinden in de gedachte dat wij voor onze zieke geliefde het beste hebben gedaan dat wij redelijkerwijs konden doen en dat alle medische hulp waarvan wij gebruik hebben gemaakt de beste tijdelijke hulp was. Wij hebben echter de gelukkig stemmende belofte van Degene die ons van al dergelijke problemen zal verlossen wanneer ’de laatste vijand, de dood, tenietgedaan zal worden’. — 1 Korinthiërs 15:26.
Ja, uiteindelijk zal de beste hulp voor de stervenden komen van de God die de eerste mensen het leven schonk en die een opstanding belooft voor hen die geloof oefenen in hem en in zijn Zoon, Jezus Christus. — Johannes 3:16; 5:28, 29.
[Voetnoot]
a Zie voor meer commentaar over euthanasie Ontwaakt! van 8 juli 1978, blz. 4-7, en van 8 augustus 1974, blz. 27-29.
[Illustratie op blz. 8]
Is de dood van Saul een argument vóór euthanasie?