BOZEZ
(Bo̱zez).
Een van de twee tandvormige steile rotsen die in verband met Jonathans overwinning op de Filistijnen in 1 Samuël 14:4-14 worden vermeld. Toen Jonathan op zoek was naar een doorgang om over te steken naar de Filistijnse voorpost die hij wilde overvallen, zag hij de twee steile rotsen, de ene in het N tegenover Michmas (waar de Filistijnen gelegerd waren) en de andere in het Z tegenover Geba (1Sa 13:16; 14:5). Tussen deze twee steden daalt de Wadi Suweinit (Nahal Mikhmas) af naar de Jordaan, waarna hij even ten O van deze steden overgaat in een diep ravijn met bijna loodrechte rotswanden. Men neemt aan dat de twee steile rotsen zich bevonden op het punt waar de wadi een scherpe bocht maakt, hoewel naar de precieze identificatie van deze rotsen slechts gegist kan worden.