-
Abel-MeholaInzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
Als extra argument voor deze identificatie heeft men aangevoerd dat Elia, nadat hij de Horeb had verlaten, Abel-Mehola aandeed om Elisa te zalven en ook de opdracht had naar „de wildernis van Damaskus” te reizen om Hazaël tot koning over Syrië te zalven (1Kon 19:15). De grote verkeersweg die in de oudheid van de Horeb naar Damaskus liep, lag ten O van de Jordaan, hoewel deze route soms in handen van nomaden was.
-
-
Abel-MeholaInzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
En met betrekking tot Elia’s reis naar de Wildernis van Damaskus laat het verslag zien dat deze reis niet onmiddellijk plaatsvond maar veeleer enige tijd later door zijn opvolger Elisa werd ondernomen (1Kon 19:15-19; 2Kon 8:7-13). Met het oog hierop blijven sommige geografische werken een plaats ten W en niet ten O van de Jordaan waarschijnlijk achten (The Geographical and Topographical Texts of the Old Testament, door J. Simons, Leiden, 1959; The Geography of the Bible, door D. Baly, 1957; en de Atlas van de Bijbel, door Luc. H. Grollenberg, 1954). Zowel Hiëronymus als Eusebius uit de eerste eeuwen van de gewone tijdrekening identificeerden Abel-Mehola met een plaats die 10 Romeinse mijl (15 km) ten Z van Beth-Sean (ten W van de Jordaan) lag. In het boek The Land of the Bible door Y. Aharoni staat: „Abel-Mehola is nu met grote stelligheid geïdentificeerd met Tell Abu Sus op de [westelijke] Jordaanoever, 15 km ten zuiden van Beth-Sean” (vertaald en geredigeerd door A. Rainey, 1979, blz. 313).
-