-
PoerInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
POER
Een niet-Hebreeuws woord dat in Esther 3:7 en 9:24, 26 voorkomt; het betekent „lot” (Hebr.: gō·ralʹ; zie LOT [I]). Dit is de enkelvoudige vorm; het meervoud luidt „Poerim” (Es 9:26, 28-32). „Poer” wordt in verband gebracht met een Akkadisch woord, puru, dat „lot” betekent. Van „Poer” is de naam van het joodse poerimfeest afgeleid. — Zie POERIM.
-
-
PoerimInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
Het feest kreeg deze naam omdat Haman het poer (lot) wierp om de gunstigste dag voor de uitroeiing van de joden vast te stellen. Aangezien hij een Agagiet was, misschien een Amalekiet van koninklijke afstamming, en een aanbidder van heidense godheden, maakte hij van het lot gebruik als een vorm van waarzeggerij (Es 3:7; zie LOT [I]; POER; WAARZEGGERIJ).
-