Bijbelse hoofdpunten Esther 1:1–10:3
Goddelijke bevrijding van volkenmoord
Het zal een huiveringwekkend doeltreffende massamoord worden: jong en oud, kleine kinderen en vrouwen zullen zonder uitzondering worden verdelgd. Niemand zal zich tegen het plan durven verzetten, want het terechtstellingsbevel draagt het zegel van de koning. Ja, de joden zullen sterven als hulpeloos vee!
Zo ziet het er althans uit in de ogen van Haman, de eerste minister van het oude Perzië. Hij heeft deze massamoord beraamd uit blinde haat tegen de jood Mordechaï. Maar terwijl Haman zelfvoldaan op zijn overwinning wacht, bidt de joodse natie om bevrijding. De afloop? Die wordt onthuld in het dramatische bijbelboek Esther. Het is geschreven door Mordechaï zelf en bevat het geloofversterkende verslag over de wijze waarop goddelijke bijstand — en het geloof van een jonge vrouw — een natie hebben gered.
Esther wordt koningin
Lees alstublieft Esther 1:1–2:23. Omstreeks 484 v.G.T. recht de Perzische koning Ahasveros (Xerxes I) een reusachtig feestmaal aan. Maar koningin Vasthi weigert gehoor te geven aan zijn bevel om daar te verschijnen. De woedende koning zet haar af uit haar rang en gaat op zoek naar een nieuwe koningin. Na de mooiste vrouwen in het rijk gekeurd te hebben, valt zijn keus op een bescheiden jodin, Hadassa genaamd, die door haar neef Mordechaï op deze rol is voorbereid. De jonge vrouw verzwijgt het feit dat zij een joodse is en gebruikt haar Perzische naam Esther.
◆ 1:3-5 — Waarom werden deze feestelijkheden gehouden?
Volgens de geschiedschrijver Heródotus riep Xerxes eens een grote vergadering bijeen om een militaire veldtocht tegen Griekenland op touw te zetten. Misschien betreft het hier dezelfde bijeenkomst. Waarschijnlijk pronkte Xerxes met de luister en rijkdom van zijn koninkrijk ten einde de edelen ervan te overtuigen dat hij over de middelen beschikte om de Griekse veldtocht uit te voeren.
◆ 1:8 — Wat hield de wet op het drinken in?
Naar het schijnt hadden de Perzen de gewoonte op zulke bijeenkomsten elkaar tot het drinken van een vastgestelde hoeveelheid aan te sporen. Bij deze gelegenheid maakte de koning echter een uitzondering. Of dit leidde tot een gematigder of tot een ongeremd drankgebruik, vermeldt de bijbel niet.
◆ 2:19, 20 — Waarom ’zat Mordechaï in de poort van de koning’?
Mordechaï bekleedde blijkbaar een hoge functie aan het hof van koning Ahasveros. Zulke gezagsdragers zaten gewoonlijk bij de poort, in afwachting van een koninklijke oproep. Mordechaï moet een heel verantwoordelijke positie hebben bekleed. Anders had Haman hem vermoedelijk onmiddellijk kunnen ontslaan. Zo verkeerde Mordechaï in de positie om een samenzwering met het doel de koning te vermoorden, op het spoor te komen en te verijdelen.
Les voor ons: Esther toonde de waarde van bescheidenheid aan door niet om juwelen of mooie kleren te vragen voordat zij zich in de tegenwoordigheid van de koning begaf. Zij liet de verborgen persoon van haar hart, met zijn „stille en zachtaardige geest”, de gunst van de koning winnen (1 Petrus 3:1-5). Op overeenkomstige wijze hebben degenen van het gezalfde overblijfsel die sedert 1919 bijeenvergaderd zijn, de gunst van de Koning Jezus Christus gewonnen.
Hamans complot
Lees 3:1–5:14. Ahasveros maakt een Amalekiet genaamd Haman eerste minister. Maar Mordechaï, indachtig dat Jehovah besloten had „van geslacht tot geslacht oorlog met Amalek [te] hebben”, weigert zich voor Haman neer te werpen (Exodus 17:8-16). Uit wraak overreedt de trotse Haman de koning om de joden uit te roeien!
Mordechaï vraagt Esther tussenbeide te komen en herinnert haar eraan dat, indien zij er het zwijgen toe doet, „verademing en bevrijding zelf voor de joden wel vanuit een andere plaats [zullen] opdagen”. Aangezien het lot van Jehovah’s volk en zijn oordeel tegen de Amalekieten in het geding zijn, heeft Mordechaï het vertrouwen dat God ontkoming zal verschaffen (1 Samuël 12:22). Esther maakt ongevraagd haar opwachting bij de koning — iets waarvoor zij de doodstraf zou kunnen krijgen! Ahasveros spaart haar leven echter en woont een feestmaal bij dat zij geeft. Als Haman naar huis terugkeert, ontsteekt hij opnieuw in woede omdat Mordechaï weigert hem eer te bewijzen, en maakt plannen om hem ter dood te brengen.
◆ 3:7 — Wat hield het Poer werpen in?
„Poer” schijnt een Perzisch woord te zijn dat „lot” betekent. Astrologen wierpen dikwijls het lot als een vorm van waarzeggerij. Waarschijnlijk werd het hier gedaan om vast te stellen wat voor Haman de gunstigste tijd was om zijn plan voor de volkenmoord te verwezenlijken.
◆ 4:3 — Waarom vastten Mordechaï en de joden?
Omdat er voor de natie een ramp ophanden was, was het een tijd voor sombere, droefgeestige overdenking (Prediker 3:4). Zij hadden dringend behoefte aan goddelijke leiding. Door te vasten, gaven zij derhalve te kennen dat zij zich tot Jehovah wendden voor de benodigde sterkte en wijsheid. Wendt u zich, wanneer u tegenover beproevingen komt te staan, eveneens gebedsvol tot God? — Hebreeën 5:7.
◆ 5:6-8 — Waarom stelde Esther het uit de koning in te lichten?
Esthers moed had haar beslist niet in de steek gelaten, want zij had de dood al geriskeerd. Maar waarschijnlijk wilde zij de koning eerst gunstig stemmen. Daarom nodigde zij hem uit voor een tweede feestmaal. Er was ook goddelijke leiding in het spel, aangezien de aldus ontstane pauze bepaalde ontwikkelingen mogelijk maakte.
Les voor ons: Esther toonde geloof, moed en de bereidheid Mordechaï’s raad toe te passen. Degenen die sedert 1919 deel zijn gaan uitmaken van het gezalfde overblijfsel hebben op vergelijkbare wijze blijk gegeven van geloof, moed en de bereidheid met de oudere leden van de bruid van Christus samen te werken. Zij zijn werkelijk voortreffelijke voorbeelden!
Het complot wordt verijdeld
Lees 6:1–7:10. Ahasveros kan de slaap niet vatten, iets waar God ongetwijfeld de hand in heeft gehad. Mogelijk met de gedachte dat hij in iets te kort geschoten is, laat hij zich het boek der annalen, misschien het koninklijke dagboek, voorlezen. Als de koning ontdekt dat Mordechaï nog geen beloning heeft ontvangen voor het onthullen van een moorddadige samenzwering, vraagt hij Haman om een suggestie voor een passende beloning. Haman verbeeldt zich dat het eerbetoon voor hemzelf bestemd is en stelt een uitgebreide plechtigheid voor. Maar tot zijn ontzetting krijgt hij bevel Mordechaï met deze eerbewijzen te overladen! Hamans raadgevers beschouwen dit als een voorteken van zijn val.
Nauwelijks is deze vernederende ervaring achter de rug, of Haman wordt opgehaald voor Esthers tweede feestmaal. Daar nodigt de vorst Esther uit een verzoek te doen. „Mij [worde] mijn eigen ziel gegeven op mijn bede en mijn volk op mijn verzoek”, zo smeekt de moedige koningin. Zij onthult dat zij een jodin is en stelt Hamans complot aan de kaak. Doodsbang smeekt Haman om zijn leven, maar in plaats daarvan wordt hij terechtgesteld — aan dezelfde paal die voor Mordechaï bedoeld was!
◆ 7:4 — Waarom zou de uitroeiing van de joden schadelijk zijn voor de koning?
Indien Haman plannen had gesmeed om de joden als slaven te verkopen, zou dit Ahasveros waarschijnlijk grote winst hebben opgeleverd. Maar de vernietiging van een heel volk zou een veel groter financieel verlies opleveren dan de 10.000 zilveren talenten die Haman beloofd had te betalen. Als het plan voor de volkenmoord zou slagen, zou de koning ook zijn koningin verliezen — beslist een zeer persoonlijke vorm van schade!
◆ 7:8 — Waarom werd Hamans gezicht bedekt?
Haman bedekte niet zelf zijn gezicht uit schaamte of berouw. Kennelijk bedekten de hofbeambten zijn gezicht, mogelijkerwijs ten teken van schandelijkheid of ondergang. Klaarblijkelijk was dit de eerste stap tot de voltrekking van het doodvonnis.
Les voor ons: Met gevaar voor eigen leven onthulde Esther moedig dat zij een jodin was. Sedert 1931 heeft Gods volk op soortgelijke wijze vervolging geriskeerd door zich bekend te maken als Jehovah’s Getuigen (Jesaja 43:10-12). Bent u net zo moedig?
Gods volk wordt bevrijd!
Lees 8:1–10:3. Mordechaï wordt eerste minister in Hamans plaats. Weer waagt Esther haar leven door ongenood haar opwachting bij de koning te maken en zij smeekt hem stappen te ondernemen om het plan van Haman ongedaan te maken. De vorst willigt haar bede in en staat Mordechaï toe in naam van Ahasveros een tegenbevel uit te vaardigen. Hoewel het volgens Perzisch gebruik onmogelijk is het eerder uitgevaardigde bevel tot uitroeiing te herroepen, staat de nieuwe wet de joden toe zich te verdedigen.
Er barst een gejubel los onder de joden! Zij zijn geen hulpeloze slachtoffers meer maar hebben nu verscheidene maanden de tijd om hun verdediging te organiseren. Eindelijk breekt de dertiende dag van de maand Adar (februari/maart) aan. Ongeveer 75.000 van degenen die „hun nadeel zochten” worden door de joden gedood. Opdat zij niet zouden vergeten dat deze overwinning van Jehovah afkomstig was, bepaalt Mordechaï dat jaarlijks op 14 en 15 Adar het poerimfeest gevierd moet worden.
◆ 8:5 — Hoe legde Esther onderscheidingsvermogen aan de dag?
Esther koos haar woorden met zorg toen zij een beroep op de koning deed om de documenten van de intrigant Haman „die hij geschreven [had],” ongedaan te maken. Tactvol vermeed zij het de verantwoordelijkheid van de koning in deze zaak ook maar aan te roeren. Christenen zijn op dezelfde wijze tactvol wanneer zij voor regeringsfunctionarissen getuigenis afleggen.
◆ 8:17 — Op welke wijze „verklaarden” velen „dat zij joden waren”?
De Septuaginta zegt dat deze Perzen „zich lieten besnijden en tot het jodendom overgingen”. Veel Perzen beschouwden het tegenbevel kennelijk als een teken van goddelijke bijstand aan de joden en werden daarom joodse proselieten. Op overeenkomstige wijze heeft in deze tijd „een grote schare” „andere schapen” zich aan de zijde van het gezalfde overblijfsel geschaard. — Openbaring 7:9; Johannes 10:16; Zacharia 8:23.
◆ 9:10, 15, 16 — Waarom namen de joden geen buit?
De verordening van de koning stond hun toe buit te nemen. Doordat zij echter weigerden dit te doen, maakten zij duidelijk dat hun doel zelfbehoud was, niet zichzelf te verrijken.
Les voor ons: Evenals de joden in Esthers dagen doen Jehovah’s Getuigen op gepaste wijze een beroep op regeringen en rechtbanken om hen tegen vijanden te beschermen. Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk dit te doen wegens de door de geestelijkheid ingegeven aanvallen op Gods volk. Met Jehovah’s zegen zijn er veel belangrijke rechtszaken gewonnen.
Het boek Esther dient als bron van hoop en aanmoediging voor Jehovah’s Getuigen in deze tijd. Zij weten dat Satans intense haat jegens hen weldra tot een hoogtepunt zal komen in een uiterste krachtsinspanning om hen uit te roeien. Hoe Jehovah hen dan precies zal beschermen, moet worden afgewacht (Ezechiël 38:16-23). Maar zij hebben het vertrouwen dat Jehovah hen net als in de dagen van Esther niet in de steek zal laten. Op het juiste ogenblik zal hij hun „verademing en bevrijding” verschaffen.