-
Doet u Gods wil?De Wachttoren 1994 | 1 maart
-
-
Vreugde bewaren in het doen van Gods wil
Koning David van het oude Israël was iemand die er zijn hele leven naar streefde Gods wil te doen. Ondanks de vele beproevingen en moeilijkheden die hij te verduren kreeg, zei hij onder inspiratie: „In het doen van uw wil, o mijn God, heb ik behagen geschept, en uw wet is in mijn inwendige delen” (Psalm 40:8). Het doen van Jehovah’s wil lag in Davids ziel, in zijn wezen, opgesloten. Dat was het geheim van zijn aanhoudende vreugde in het dienen van Jehovah. Het doen van Gods wil vormde voor David geen beproeving. Het was veeleer een groot genoegen, iets wat uit zijn hart kwam. Zijn hele leven heeft hij zijn best gedaan om zijn God, Jehovah, te dienen, ook al heeft hij soms gezondigd en is hij wel eens te kort geschoten.
Zo nu en dan kan onze vreugde tanen. Wij worden wellicht moe of raken ontmoedigd. Misschien achtervolgt ons verleden ons en hebben wij last van ons geweten wegens een fout die wij in het verre verleden hebben begaan. Vaak kunnen wij deze gevoelens overwinnen door een diepere studie van Gods Woord. Wij kunnen ons ten doel stellen Gods wet op onze „inwendige delen” te schrijven, net zoals David dit deed. Als wij proberen met geheel onze ziel, dat wil zeggen naar ons beste kunnen, de wil van God te doen, zal hij ons dienovereenkomstig belonen omdat hij getrouw is. — Efeziërs 6:6; Hebreeën 6:10-12; 1 Petrus 4:19.
Het is interessant dat de apostel Paulus in Hebreeën 10:5-7 Davids woorden in Psalm 40:6-8 aanhaalde en ze op Jezus Christus van toepassing bracht. Daardoor liet Paulus uitkomen hoe dicht Jezus bij zijn Vader staat. Het Hebreeuwse woord voor „wil” brengt de gedachte over van ’lust, wens, gunst of welgevallen’. Daarom zou er in Psalm 40:8 met betrekking tot de Christus kunnen staan: „In het doen van uw welgevallen, o mijn God, heb ik behagen geschept.”a Jezus wilde doen wat zijn Vader behaagde. Jezus ging verder dan wat er van hem werd gevraagd. Hij deed wat zijn Vader na aan het hart lag, en hij vond het fijn dat te doen.
In Jezus’ hele leven stond het aan anderen onderwijzen wat Gods wil is en wat zij moesten doen om Gods zegen te verwerven, centraal. Hij was een prediker en onderwijzer op volle-tijdbasis en ervoer grote vreugde in het doen van dat werk. Daaruit volgt dat hoe meer wij Jehovah’s werk doen, hoe meer vreugde wij zullen ontvangen. Kunt u eveneens op volle-tijdbasis in het predikingswerk dienen zodat ook uw vreugde overvloedig zal zijn?
-
-
Doet u Gods wil?De Wachttoren 1994 | 1 maart
-
-
a Zie de voetnoot bij Psalm 40:8, NW, Studiebijbel.
-