Jehovah — Degene die sterk is in kracht
„Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan.” — JESAJA 40:26.
1, 2. (a) Van welke fysieke krachtbron zijn wij allen afhankelijk? (b) Verklaar waarom Jehovah uiteindelijk de Bron van alle kracht is.
KRACHTBRONNEN worden door velen van ons als vanzelfsprekend beschouwd. Wij schenken bijvoorbeeld weinig aandacht aan de elektriciteit die ons licht en warmte geeft en waarop wij zo gemakkelijk een elektrisch apparaat laten lopen. Alleen een onverwachte stroomonderbreking doet ons beseffen dat zonder stroom de steden praktisch stil zouden komen te liggen. De meeste elektriciteit waarop wij ons verlaten, is indirect afkomstig van de meest betrouwbare krachtbron waarover de aarde beschikt — de zon.a Elke seconde verbruikt deze zonnereactor vijf miljoen ton nucleaire brandstof, en doet de aarde baden in levenonderhoudende energie.
2 Waar komt al deze zonne-energie vandaan? Wie heeft deze hemelse krachtcentrale geconstrueerd? Jehovah God. Doelend op hem zegt Psalm 74:16: „Gijzelf hebt het hemellicht, ja de zon, bereid.” Ja, Jehovah is de uiteindelijke Bron van alle kracht, net als hij de Bron van alle leven is (Psalm 36:9). Wij dienen zijn kracht nooit als iets vanzelfsprekends te bezien. Bij monde van de profeet Jesaja herinnert Jehovah ons eraan op te zien naar de hemellichamen, zoals de zon en de sterren, en erover te mediteren hoe ze tot bestaan zijn gekomen. „Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen? Het is Degene die het heerleger daarvan zelfs naar het getal uitleidt, ze alle zelfs bij name roept. Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan.” — Jesaja 40:26; Jeremia 32:17.
3. Hoe trekken wij voordeel van manifestaties van Jehovah’s kracht?
3 Aangezien Jehovah sterk is in kracht, kunnen wij ervan verzekerd zijn dat de zon ons zal blijven voorzien van het licht en de warmte waarvan ons leven afhankelijk is. Maar wij vertrouwen op de kracht van God voor veel meer dan alleen onze fundamentele fysieke behoeften. Onze verlossing van zonde en dood, onze hoop voor de toekomst en ons vertrouwen in Jehovah zijn alle onlosmakelijk verbonden met zijn aanwending van kracht (Psalm 28:6-9; Jesaja 50:2). De bijbel bevat talloze voorbeelden die getuigen van Jehovah’s kracht om te scheppen en te verlossen, zijn volk te redden en zijn vijanden te verdelgen.
Gods kracht is in de schepping openbaar
4. (a) Wat voor uitwerking had het observeren van de nachtelijke hemel op David? (b) Wat onthullen de hemellichamen over goddelijke kracht?
4 De apostel Paulus zette uiteen dat de ’eeuwige kracht van onze Schepper duidelijk kan worden waargenomen door middel van de dingen die hij gemaakt heeft’ (Romeinen 1:20). Eeuwen voordien heeft de psalmist David, die als herder veelvuldig naar de nachtelijke hemel moet hebben opgezien, de grootsheid van het universum en de macht van zijn Maker waargenomen. Hij schreef: „Wanneer ik uw hemel zie, het werk van uw vingers, de maan en de sterren die gij hebt bereid, wat is dan de sterfelijke mens dat gij aan hem denkt, en de zoon van de aardse mens dat gij voor hem zorgt?” (Psalm 8:3, 4) Ondanks zijn beperkte kennis van hemellichamen begreep David dat hij zeer onbetekenend was in vergelijking met de Schepper van ons uitgestrekte universum. In deze tijd weten astronomen veel meer over het immense universum en de kracht waardoor het in stand wordt gehouden. Zo vertellen zij ons dat onze zon elke seconde een hoeveelheid energie uitzendt die gelijkstaat aan de explosie van 100.000 miljoen megaton TNT.b Slechts een zeer kleine fractie van die energie bereikt de aarde; toch is dat voldoende om alle leven op onze planeet in stand te houden. Niettemin is onze zon geenszins de krachtigste ster aan de hemel. Sommige sterren stralen in slechts één seconde evenveel energie uit als de zon in een hele dag. Stel u dan eens de kracht voor waarover Degene beschikt die zulke hemellichamen heeft geschapen! Elihu riep terecht uit: „Wat de Almachtige aangaat, wij hebben hem niet doorgrond; hij is verheven in kracht.” — Job 37:23.
5. Welk bewijs van Jehovah’s kracht vinden wij in zijn werken?
5 Als wij net als David ’Gods werken zoeken’, zullen wij overal de bewijzen van zijn kracht zien — in winden en golven, in donder en bliksem, in machtige rivieren en majestueuze bergen (Psalm 111:2; Job 26:12-14). Zoals Jehovah Job eraan herinnerde, getuigen ook dieren van Zijn sterkte. Een hiervan is de Behemoth of het nijlpaard. Jehovah zei tot Job: „Zijn kracht schuilt in zijn heupen . . . Zijn sterke beenderen zijn als stangen van gesmeed ijzer” (Job 40:15-18). De vrees inboezemende kracht van de wilde stier was in bijbelse tijden ook bekend, en David bad of hij mocht worden gespaard voor „de muil van de leeuw, en van de horens der wilde stieren”. — Psalm 22:21; Job 39:9-11.
6. Wat symboliseert de stier in de Schrift, en waarom? (Zie voetnoot.)
6 Wegens zijn sterkte wordt de stier in de bijbel gebruikt om Jehovah’s kracht of macht te symboliseren.c Het visioen dat de apostel Johannes van Jehovah’s troon had, toont vier levende schepselen, waarvan één schepsel een gezicht als van een stier had (Openbaring 4:6, 7). Kennelijk is kracht een van de vier voornaamste eigenschappen van Jehovah die door deze cherubs worden afgebeeld. De andere zijn liefde, wijsheid en gerechtigheid. Aangezien kracht zo’n belangrijk facet van Gods persoonlijkheid is, zal een duidelijk begrip van zijn kracht en van de wijze waarop hij haar aanwendt, ons dichter tot hem doen naderen en ons helpen zijn voorbeeld na te volgen door eventuele kracht of macht waarover wij beschikken ten goede aan te wenden. — Efeziërs 5:1.
„Jehovah der legerscharen, de Machtige”
7. Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat het goede over het kwade zal zegevieren?
7 In de Schrift wordt Jehovah „God de Almachtige” genoemd, een titel die ons eraan herinnert dat wij nooit zijn kracht dienen te onderschatten of dienen te twijfelen aan zijn vermogen om zijn vijanden te overwinnen (Genesis 17:1; Exodus 6:3). Satans goddeloze samenstel van dingen kan diep verankerd schijnen, maar in Jehovah’s ogen „zijn [de natiën] . . . als een druppel uit een emmer; en als het stoflaagje op de weegschaal zijn ze geacht” (Jesaja 40:15). Dankzij zo’n goddelijke kracht lijdt het geen twijfel dat het goede over het kwade zal zegevieren. In een tijd waarin goddeloosheid hoogtij viert, kunnen wij troost putten uit de wetenschap dat „Jehovah der legerscharen, de Machtige van Israël”, het kwade voor eeuwig zal uitbannen. — Jesaja 1:24; Psalm 37:9, 10.
8. Welke hemelse legers worden door Jehovah aangevoerd, en waaruit blijkt hun kracht?
8 De uitdrukking „Jehovah der legerscharen”, die 285 maal in de bijbel voorkomt, is nog een herinnering aan Gods kracht. De „legerscharen” waarop hier gedoeld wordt, zijn de menigten geestelijke schepselen die Jehovah tot zijn beschikking heeft (Psalm 103:20, 21; 148:2). In één nacht doodde slechts een van deze engelen 185.000 Assyrische soldaten die Jeruzalem bedreigden (2 Koningen 19:35). Als wij de kracht van Jehovah’s hemelse legers beseffen, zullen wij niet gemakkelijk door tegenstanders geïntimideerd worden. De profeet Elisa maakte zich geen zorgen toen hij was ingesloten door een heel leger dat naar hem op zoek was omdat hij, in tegenstelling tot zijn bediende, met de ogen des geloofs een grote menigte hemelse strijdkrachten kon zien die hem steunden. — 2 Koningen 6:15-17.
9. Waarom dienen wij net als Jezus vertrouwen te hebben in goddelijke bescherming?
9 Jezus was zich er eveneens van bewust dat hij de steun van engelen genoot toen hij in de hof van Gethsemane een met zwaarden en stokken bewapende bende tegemoet trad. Nadat hij Petrus geboden had zijn zwaard weer op zijn plaats te steken, zei Jezus tot hem dat Hij, indien nodig, een beroep op zijn Vader zou kunnen doen om hem „meer dan twaalf legioenen engelen” ter beschikking te stellen (Mattheüs 26:47, 52, 53). Als wij een soortgelijke waardering hebben voor de hemelse legers die God ter beschikking staan, zullen wij ook onvoorwaardelijk vertrouwen op goddelijke steun. De apostel Paulus schreef: „Wat zullen wij dan op deze dingen zeggen? Indien God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn?” — Romeinen 8:31.
10. Ten behoeve van wie gebruikt Jehovah zijn kracht?
10 Wij hebben dus alle reden te vertrouwen op Jehovah’s bescherming. Hij gebruikt zijn kracht altijd ten goede en in overeenstemming met zijn andere eigenschappen — gerechtigheid, wijsheid en liefde (Job 37:23; Jeremia 10:12). Terwijl machtige mensen vaak de armen en nederigen omwille van zelfzuchtig gewin vertreden, ’richt Jehovah de geringe zelfs op uit het stof’ en ’is hij overvloedig in kracht om te redden’ (Psalm 113:5-7; Jesaja 63:1). Zoals Maria, de bescheiden en pretentieloze moeder van Jezus, begreep, toont „de Machtige” op onzelfzuchtige wijze zijn kracht ten behoeve van degenen die hem vrezen, waarbij hij de hoogmoedigen vernedert en de geringen verhoogt. — Lukas 1:46-53.
Jehovah openbaart zijn kracht aan zijn dienstknechten
11. Welk bewijs van Gods kracht zagen de Israëlieten in het jaar 1513 v.G.T.?
11 Bij verscheidene gelegenheden heeft Jehovah zijn macht aan zijn dienstknechten getoond. Een van zulke gelegenheden deed zich voor in 1513 v.G.T. bij de berg Sinaï. Gedurende dat jaar hadden de Israëlieten reeds indrukwekkende bewijzen van Gods kracht gezien. Tien verwoestende plagen hadden de sterke hand van Jehovah en de hulpeloosheid van Egyptische goden geopenbaard. Kort daarop verschaften de door een wonder bewerkte doortocht door de Rode Zee en de vernietiging van Farao’s leger een bewijs temeer van goddelijke sterkte. Drie maanden later vroeg Jehovah de Israëlieten aan de voet van de berg Sinaï om ’uit alle andere volken zijn speciale bezit te worden’. Van hun kant beloofden zij: „Alles wat Jehovah gesproken heeft, zijn wij bereid te doen” (Exodus 19:5, 8). Vervolgens gaf Jehovah een levendige demonstratie van zijn kracht. Te midden van donder en bliksem en een sterk horengeschal, rookte en beefde de berg Sinaï. Het volk dat op een afstand stond, was doodsbenauwd. Maar Mozes zei tot hen dat deze ervaring hun godvruchtige vrees diende te leren, een vrees die hen ertoe zou bewegen hun almachtige en enige ware God, Jehovah, te gehoorzamen. — Exodus 19:16-19; 20:18-20.
12, 13. Welke omstandigheden brachten Elia ertoe zijn toewijzing te verlaten, maar hoe sterkte Jehovah hem?
12 Verscheidene eeuwen later was de berg Sinaï, in de tijd van Elia, getuige van nog een tentoonspreiding van goddelijke kracht. De profeet had reeds Gods kracht aan het werk gezien. Drie en een half jaar lang ’sloot God de hemel’ wegens de afval van de natie Israël (2 Kronieken 7:13). Tijdens de daaruit voortvloeiende droogte werd Elia in het stroomdal van de Krith door raven gevoed, en later werd de kleine meel- en olievoorraad van een weduwe door een wonder op peil gehouden om hem van voedsel te voorzien. Jehovah stelde Elia zelfs in staat om de zoon van deze weduwe op te wekken. In een dramatische test op de berg Karmel om vast te stellen wie de ware God was, kwam er ten slotte vuur uit de hemel en verteerde Elia’s slachtoffer (1 Koningen 17:4-24; 18:36-40). Niettemin werd Elia kort daarop bevreesd en ontmoedigd toen Izebel dreigde hem te doden (1 Koningen 19:1-4). Hij vluchtte het land uit, denkend dat zijn werk als profeet afgelopen was. Om hem gerust te stellen en te sterken, gaf Jehovah hem goedgunstig een persoonlijke demonstratie van goddelijke kracht.
13 Terwijl Elia zich in een grot schuilhield, zag hij een vrees inboezemende tentoonspreiding van drie van de krachten die Jehovah beheerst: een sterke wind, een aardbeving en ten slotte een vuur. Toen Jehovah echter tot Elia sprak, deed hij dit met „een rustige, zachte stem”. Hij gaf hem meer werk te doen en deelde hem mee dat er nog 7000 getrouwe aanbidders van Jehovah in het land waren (1 Koningen 19:9-18). Als wij ons ooit, net als Elia, ontmoedigd voelen wegens het uitblijven van resultaten in onze bediening, kunnen wij Jehovah smeken om „kracht die datgene wat normaal is te boven gaat” — een kracht die ons kan sterken om het goede nieuws zonder ophouden te blijven prediken. — 2 Korinthiërs 4:7.
Jehovah’s kracht garandeert de vervulling van zijn beloften
14. Wat wordt door Jehovah’s persoonlijke naam onthuld, en hoe houdt zijn kracht verband met zijn naam?
14 Jehovah’s kracht is ook nauw verbonden aan zijn naam en de tenuitvoerlegging van zijn wil. De unieke naam Jehovah, die „Hij veroorzaakt te worden” betekent, onthult dat hij zichzelf tot de Vervuller van beloften maakt. Niets of niemand kan verhinderen dat God zijn voornemens in vervulling doet gaan, hoe vergezocht sceptici ze ook mogen vinden. Zoals Jezus zijn apostelen eens vertelde, ’zijn bij God alle dingen mogelijk’. — Mattheüs 19:26.
15. Hoe werden Abraham en Sara eraan herinnerd dat voor Jehovah niets te buitengewoon is?
15 Bij wijze van illustratie: Jehovah beloofde Abraham en Sara ooit dat hij hun nakomelingen tot een grote natie zou maken. Maar zij bleven vele jaren kinderloos. Zij waren beiden zeer oud toen Jehovah tot hen zei dat de belofte op het punt stond in vervulling te gaan en Sara lachte. Als antwoord zei de engel: „Is voor Jehovah soms iets te buitengewoon?” (Genesis 12:1-3; 17:4-8; 18:10-14) Toen Mozes vier eeuwen later ten slotte Abrahams nakomelingen — nu een grote natie — op de vlakten van Moab verzamelde, herinnerde hij hen eraan dat God zijn belofte had vervuld. Mozes zei: „Gij [blijft] in leven, omdat [Jehovah] uw voorvaders heeft liefgehad, zodat hij hun zaad na hen heeft verkozen en u voor zijn ogen met zijn grote kracht uit Egypte heeft geleid, om natiën, groter en machtiger dan gij, van voor uw aangezicht te verdrijven, ten einde u naar binnen te leiden, om u hun land als erfdeel te geven, zoals op deze dag.” — Deuteronomium 4:37, 38.
16. Waarom vervielen de Sadduceeën in de dwaling de opstanding der doden te loochenen?
16 Eeuwen later laakte Jezus de Sadduceeën, die niet in de opstanding geloofden. Waarom weigerden zij Gods belofte te geloven dat hij de doden zou terugbrengen? Jezus zei tot hen: „Gij [kent] noch de Schriften noch de kracht Gods” (Mattheüs 22:29). De Schrift verzekert ons dat ’allen die in de herinneringsgraven zijn, de stem van de Zoon des mensen zullen horen en te voorschijn zullen komen’ (Johannes 5:27-29). Als wij weten wat de bijbel over de opstanding zegt, zal ons vertrouwen in de kracht van God ons ervan overtuigen dat de doden opgewekt zullen worden. God „zal werkelijk de dood voor eeuwig verzwelgen . . . want Jehovah zelf heeft het gesproken”. — Jesaja 25:8.
17. Op welke dag in de toekomst zal vertrouwen in Jehovah in een speciale betekenis buitengewoon belangrijk zijn?
17 In de nabije toekomst zal er een tijd aanbreken dat ieder van ons op een speciale wijze op Jehovah’s reddende kracht moet vertrouwen. Satan de Duivel zal een aanval ondernemen op Gods dienstknechten, die schijnbaar onbeschermd zullen zijn (Ezechiël 38:14-16). God zal dan zijn grote kracht ten behoeve van ons openbaren en iedereen zal moeten weten dat hij Jehovah is (Ezechiël 38:21-23). Nu is het de tijd om ons geloof en vertrouwen in God de Almachtige op te bouwen, zodat wij in die kritieke tijd niet zullen wankelen.
18. (a) Welk nut kan het mediteren over Jehovah’s kracht voor ons afwerpen? (b) Welke vraag zal in het volgende artikel worden beschouwd?
18 Ja, er zijn beslist vele redenen om over Jehovah’s kracht te mediteren. Als wij over zijn werken nadenken, worden wij er nederig toe bewogen onze Grootse Schepper te loven en dank te brengen dat hij zijn kracht op zo’n verstandige en liefdevolle wijze gebruikt. Wij zullen nooit geïntimideerd worden als wij op Jehovah der legerscharen vertrouwen. Ons geloof in zijn beloften zal onwankelbaar zijn. Bedenk echter dat wij naar het beeld van God zijn geschapen. Derhalve hebben ook wij kracht of macht — zij het in beperkte mate. Hoe kunnen wij onze Schepper navolgen in de wijze waarop wij die gebruiken? Dit zal in het volgende artikel worden beschouwd.
[Voetnoten]
a Algemeen neemt men aan dat fossiele brandstoffen als aardolie en kolen — de voornaamste energiebronnen voor elektriciteitscentrales — hun energie aan de zon ontlenen.
b De krachtigste atoombom die ooit is getest, bezat daarentegen een explosieve kracht die gelijkstaat met 57 megaton TNT.
c De wilde stier waarop de bijbel doelt, was waarschijnlijk de oeros (Latijn: urus). Tweeduizend jaar geleden werden deze dieren in Gallië (thans Frankrijk) aangetroffen, en Julius Caesar gaf er de volgende beschrijving van: „Deze uri zijn bijna even groot als olifanten, maar wat hun aard, kleur en vorm betreft zijn het stieren. Groot is hun kracht en groot is hun snelheid: ze ontzien noch mens noch dier wanneer ze hen eenmaal in het oog krijgen.”
Kunt u de volgende vragen beantwoorden?
• Hoe getuigt de schepping van Jehovah’s kracht?
• Van welke legers kan Jehovah zich bedienen om zijn volk te steunen?
• Wat waren enkele gelegenheden waarbij Jehovah zijn kracht heeft getoond?
• Welke garantie hebben wij dat Jehovah zijn beloften gestand zal doen?
[Illustraties op blz. 10]
„Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen?”
[Verantwoording]
Photo by Malin, © IAC/RGO 1991
[Illustraties op blz. 13]
Over tentoonspreidingen van Jehovah’s kracht mediteren, bouwt geloof in zijn beloften op