Jonge mensen vragen . . .
Waarom mogen andere jongeren wel plezier maken?
„Wij willen alleen maar plezier maken, maar het is zo moeilijk”, klaagde de vijftienjarige Jason.
HET is niet meer dan natuurlijk plezier te willen maken — vooral als je jong bent! Voor de meeste jongeren is plezier maken net zo belangrijk als eten en slapen. Aangevuurd door hun leeftijdgenoten en de media storten jongeren zich gretig in een breed aanbod van ontspanningsactiviteiten. Volgens één enquête stonden op bezoek gaan bij vrienden, tv-kijken, naar de bioscoop gaan, fuiven en dansen bovenaan op de lijst van favoriete avondbezigheden onder tieners. Lezen, sport en spel en naar muziek luisteren waren ook populair.
Als er dan zoveel activiteiten voor plezier maken beschikbaar zijn, kan het voor volwassenen wel eens moeilijk te begrijpen zijn waarom sommige jongeren, zoals Jason, vinden dat zij niet genoeg plezier hebben. Toch is dat nu juist wat sommige christelijke jongeren beweren! De jonge Casey, een van Jehovah’s Getuigen, drukte het als volgt uit: „Je ziet dat al je vrienden op school feestjes hebben en dingen doen, en je voelt je er echt buiten staan.” Maar is de situatie werkelijk zo beroerd?
Is het zo dat de bijbel verbiedt plezier te maken? Integendeel. De bijbel noemt Jehovah „de gelukkige God” (1 Timotheüs 1:11). Het zou je daarom niet moeten verbazen dat koning Salomo zei: „Voor alles is er een vastgestelde tijd, . . . een tijd om te wenen en een tijd om te lachen, een tijd om te weeklagen en een tijd om rond te huppelen” (Prediker 3:1, 4). Het oorspronkelijke Hebreeuwse woord dat hier met „lachen” is vertaald en enkele verwante woorden kunnen ook „vreugde bedrijven”, „spelen”, „vermaken”, ’amusement bieden’ en ’zich vermaken’ betekenen. — 2 Samuël 6:21; Job 41:5; Rechters 16:25; Exodus 32:6; Genesis 26:8.
In die bijbelse tijden van lang geleden genoot Gods volk van een verscheidenheid aan gezonde activiteiten, zoals muziekinstrumenten bespelen, zingen, dansen, converseren en diverse spelletjes. Zij hadden ook bijzondere gelegenheden voor feestmaaltijden en vreugdevolle omgang (Jeremia 7:34; 16:9; 25:30; Lukas 15:25). Trouwens, Jezus Christus zelf woonde een huwelijksfeest bij! — Johannes 2:1-10.
Gezond plezier is daarom onder christelijke jongeren in deze tijd niet verboden. Ja, de bijbel zegt zelfs: „Verheug u, jonge man, in uw jeugd, en laat uw hart u goed doen in uw jongelingsdagen.” Salomo laat echter op deze woorden een waarschuwing volgen: „Maar weet dat de ware God u wegens dit alles in het gericht zal brengen” (Prediker 11:9). Ja, je bent God verantwoording verschuldigd voor de keuzes die je maakt. Je moet ’er daarom nauwlettend op toezien hoe je wandelt, niet als een onwijze, maar als een wijze’, als het op ontspanning aankomt (Efeziërs 5:15, 16). De reden? Veel jonge mensen maken in dit opzicht allerongelukkigste keuzes.
Wanneer het plezier uit de hand loopt
Ga maar eens na wat er destijds in bijbelse tijden is gebeurd. Er waren Israëlieten die alle gevoel voor proporties verloren als het op ontspanning aankwam en bandeloze feesten gaven die de hele nacht duurden! De profeet Jesaja zei: „Wee hun die vroeg in de morgen opstaan alleen maar om bedwelmende drank te zoeken, die tot laat in de avondschemering blijven hangen zodat de wijn zelf hen verhit! En harp en snaarinstrument, tamboerijn en fluit, en wijn moeten er op hun feesten blijken te zijn.” Niet dat het verkeerd was samen te komen en te genieten van voedsel, muziek en dans. Maar Jesaja zegt over deze fuifnummers: „Naar datgene wat Jehovah doet, kijken zij niet.” — Jesaja 5:11, 12.
Veel jongeren in deze tijd doen hetzelfde — zij trekken zich van God weinig aan als zij ontspanning zoeken. Sommigen trotseren onbeschaamd de goddelijke maatstaven door zich in te laten met voorechtelijke seks, vandalisme, drugsgebruik en ander roekeloos gedrag „voor hun plezier”. Maar in andere gevallen is het de jonge mensen er niet echt om begonnen goddeloos te zijn. Zij verliezen echter de matiging uit het oog en zien geen kans excessen te vermijden (Spreuken 23:20; 1 Timotheüs 3:11). Dus wanneer zij samenkomen om plezier te maken, wil de zaak nog wel eens uit de hand lopen. — Vergelijk 1 Korinthiërs 10:6-8.
Onlangs vroeg Ontwaakt! aan een aantal jonge mensen: „Wat gebeurt er tegenwoordig op wereldse feestjes?” Een tienermeisje antwoordde: „Drugs en drinken. Echt waar.” De jonge Andrew zei over een paar jongens op school die feestjes afliepen: „Het enige wat zij ooit doen, is opscheppen hoeveel zij gedronken hebben.” Jason ging zelfs zo ver te zeggen: „Op een werelds feest gebeuren bijna altijd verkeerde dingen.” Aangezien „brasserijen” of „wilde feesten” in de bijbel veroordeeld worden, mijden godvrezende jongeren gezellige bijeenkomsten waar het zo toegaat. — Galaten 5:21, Byington.
Er kunnen zelfs in schijnbaar onschuldige vormen van ontspanning gevaren op de loer liggen. Zo vertonen nu veel van de populairste films naaktheid, allesonthullende seks en misselijk makend geweld. Tophits bevatten dikwijls pornografische teksten. Rockconcerten zijn gewoonlijk het toneel van drugsgebruik, woeste taferelen en geweld.a
Als ouders nee zeggen
Waar gaat het nu precies om? Als je een christen bent, kun je eenvoudig niet alle dingen doen die je leeftijdgenoten graag doen. Tenslotte zei Jezus dat zijn volgelingen „geen deel van de wereld” zouden zijn, en dat betekent anders zijn dan andere mensen (Johannes 15:19). Als je godvrezende ouders hebt, zijn zij zich hiervan scherp bewust. Daarom zullen je ouders soms, uit een verlangen jou te beschermen, bepaalde dingen afraden of regelrecht verbieden — dingen die andere jongeren wel mogen. Dat is niet altijd gemakkelijk te aanvaarden. „Een mens wil plezier maken!”, betoogde een tienermeisje nadrukkelijk. „Onze ouders maakten plezier toen zij jong waren, maar soms lijkt het wel of zij ons opgesloten willen houden.”
Het kan wel eens niet zo gemakkelijk zijn de raad van je ouders in zulke kwesties op te volgen, zelfs al ben je het in principe wel eens met hun gezichtspunt. Een sportief gebouwde jongere, die wij Jared zullen noemen, vertelt hoe het hem is vergaan: „Ik wilde basketballen in het schoolteam. Allerlei mensen zetten me onder druk om te spelen, en daar zat ik min of meer mee. Maar toen ben ik met mijn ouders gaan praten.” Jareds ouders wezen op de gevaren van „slechte omgang” en herinnerden hem eraan hoeveel tijd zijn sportactiviteiten zouden kosten (1 Korinthiërs 15:33). „En dat was het dan”, zegt Jared verdrietig. Hij gaf gehoor aan de raad van zijn ouders maar vond het nog steeds erg dat hij niet kon meespelen.
’Ik loop het allemaal mis!’
Wat jouw situatie ook is, ook jij kunt af en toe ontmoedigd raken als je je medescholieren hoort pochen over hun plezier. ’Waarom mogen andere jongeren wel plezier maken?’, vraag je je misschien af. Ja, hoe kun je het gevoel dat je iets misloopt overwinnen?
Het zou je kunnen helpen Psalm 73 eens te lezen en te mediteren over de ervaring van de bijbelschrijver die Asaf heette. In vers 2 en 3 doet hij deze bekentenis: „Wat mij betreft, haast waren mijn voeten afgeweken, bijna waren mijn schreden uitgegleden. Want ik werd afgunstig op de pochers.” Ja, terwijl Asaf een leven vol beperkingen leidde, pochten anderen dat zij konden doen wat zij maar wilden — schijnbaar zonder kwade gevolgen. Naar het schijnt waren zij in goeden doen en kregen zij er steeds meer bij (vers 12). Daardoor raakte Asaf zo ontmoedigd dat hij uitriep: „Ben ik dan voor niets rein gebleven en heb ik mij tevergeefs van zonde onthouden?” — Psalm 73:13, Today’s English Version.
Gelukkig kwam Asaf weer tot bezinning voordat hij iets ondoordachts deed. Hij bracht een bezoek aan „het grootse heiligdom van God” en in die heilzame omgeving dacht hij ernstig over het een en ander na. Het duurde niet lang of Asaf was tot een opmerkelijke conclusie gekomen ten aanzien van goddeloze genotzoekers: „Waarlijk, op een glibberige bodem plaatst gij hen. Gij hebt hen tot puinhopen doen vervallen.” — Psalm 73:17, 18.
Hetzelfde kan over veel van je genotzuchtige leeftijdgenoten worden gezegd. Zij vinden nu misschien dat zij plezier hebben. Maar het genot van de zonde is slechts tijdelijk! (Hebreeën 11:25) Omdat zij zich niet aan bijbelse maatstaven houden, staan zij „op een glibberige bodem” en lopen zij voortdurend gevaar op een verschrikkelijke manier ten val te komen — plotseling en zonder waarschuwing. Gods Woord verklaart: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Galaten 6:7). Je zult beslist wel gehoord hebben over jonge mensen van jouw leeftijd die al veel te vroeg zijn overleden, een geslachtsziekte hebben opgelopen, ongewenst zwanger zijn geworden of in de gevangenis zijn beland als gevolg van escapades „voor hun plezier”. Heb je er dan geen baat bij zulke dingen uit de weg te gaan? — Jesaja 48:17.
Salomo geeft goede raad als hij zegt: „Laat uw hart niet afgunstig zijn op zondaars, maar wees in de vrees voor Jehovah, de gehele dag. Want in dat geval zal er een toekomst bestaan, en uw eigen hoop zal niet afgesneden worden” (Spreuken 23:17, 18). Ja, geen enkel „plezier” is het waard je hoop op eeuwig leven in het Paradijs op aarde te verliezen.
Hoe kun je intussen je natuurlijke verlangen om af en toe eens echt plezier te maken, bevredigen? Zijn er veilige, gezonde manieren waarop dat kan? En als geld en andere middelen beperkt zijn? Ontwaakt! vroeg jongeren in de hele wereld om suggesties en ideeën. Deze zullen in een toekomstig artikel in deze serie worden besproken.
[Voetnoten]
a Zie het artikel „Jonge mensen vragen . . . Kan ik naar rockconcerten gaan?” in onze uitgave van 22 december 1995.
[Illustratie op blz. 26]
Moet je het idee hebben dat je overal buiten staat omdat je niet kunt meedoen met wat de wereld plezier noemt?