THEMA
Planten in de bijbel
DE OLIJFBOOM, de amandelboom, de kapperstruik, de dadelpalm — dit zijn slechts enkele van de bijna 100 planten en bomen die in de Schrift worden genoemd. Enige kennis van de planten in de bijbel verschaft nuttige achtergrondinformatie en werpt licht op de betekenis van bepaalde bijbelse uitspraken.
Neem bijvoorbeeld eens de olijfboom — in bijbelse tijden een van de waardevolste planten. Deze prachtige boom, meestal met een knoestige en gewrongen stam, is zeer sterk en wordt vaak honderden jaren oud. Er wordt in de Schrift reeds vroeg melding van gemaakt. Na de Vloed kwam er een duif bij Noach in de ark terug „en zie! er was een vers geplukt olijfblad in haar snavel”. Hieruit kon Noach opmaken dat de wateren van de Vloed waren teruggelopen. — Ge 8:11.
De psalmist zinspeelde op enkele kenmerken van de olijfboom toen hij degenen die Jehovah vreesden, beloofde: „Uw zonen zullen zijn als olijfboomstekken rondom uw tafel” (Ps 128:1-3). Voor de aanplanting van nieuwe bomen gebruikt men dikwijls stekken, die van een volwassen boom zijn genomen. Bovendien kunnen oude olijfbomen vanuit hun wortels nieuwe loten krijgen en zich zo voortplanten. Als zulke scheuten zouden zonen een vader omringen en hun deel bijdragen tot het gezinsgeluk.
De altijdgroene olijfboom werd vooral gewaardeerd om zijn olie. Olijfolie was bij de Israëlieten een hoofdvoedingsmiddel en werd ook algemeen gebruikt als schoonheidsmiddel en als brandstof; verder was ze een belangrijk handelsartikel. Ze werd ook gebruikt bij de behandeling van builen en wonden, om de pijn te verzachten (Lu 10:33, 34). Bovendien heeft het inwrijven van het hoofd met olijfolie een heilzaam en verkwikkend effect. Derhalve worden de oudere mannen van de christelijke gemeente aangespoord om over een geestelijk zieke te bidden en hem, figuurlijk gesproken, ’in de naam van Jehovah met olie in te wrijven’ — Gods Woord te gebruiken om hem verlichting te schenken, te corrigeren en te vertroosten. — Jak 5:13-15.