De bijbel bestreed al ziekten voordat de wetenschap dit deed
Telkens wanneer tegenwoordig de bijbel wordt genoemd, wijzen veel slecht ingelichte mensen hem automatisch af als iets wat hun aandacht niet waard is. Zij weigeren hun ogen te openen voor het feit dat er duizenden jaren geleden al in stond wat de moderne mens pas onlangs heeft ontdekt of nog moet ontdekken. Dit gaat op voor wereldgebeurtenissen, bestuur, astronomie, het milieu, biologie, fysiologie en psychologie. Het gaat ook op voor ziekten.
DE BIJBEL is een boek over het leven. Geen andere tekst of tekstenverzameling heeft zo veel nuttigs te zeggen over zo veel aspecten van het leven. Een goede gezondheid en het leven houden verband met elkaar en het hoeft ons dus niet te verbazen dat de bijbel veel beginselen bevat die rechtstreeks betrekking hebben op de gezondheid. De bijbel maakt melding van talrijke ziekten, waaronder melaatsheid, aambeien, waterzucht (oedeem) en een maagkwaal. — Deuteronomium 24:8; 28:27; Lukas 14:2; 1 Timotheüs 5:23.
De bijbel is niet in de eerste plaats geschreven om ons te informeren over lichamelijke ziekten. Wat er aan informatie in staat, is echter wetenschappelijk nauwkeurig en een beschouwing alleszins waard. Het menselijk lichaam was voor de psalmist uit de oudheid iets ontzag inboezemends en hij schreef erover: „Want gij [Jehovah] zijt het die mijn nieren hebt voortgebracht; gij hebt mij afgeschermd gehouden in de buik van mijn moeder. Ik zal u prijzen omdat ik op een vrees inboezemende wijze wonderbaar ben gemaakt. Uw werken zijn wonderbaar, zoals mijn ziel zeer wel weet. Mijn beenderen waren voor u niet verborgen toen ik in het verborgene werd gemaakt, toen ik in de onderste delen der aarde werd geweven. Uw ogen zagen zelfs het embryo van mij, en in uw boek waren alle delen ervan beschreven, met betrekking tot de dagen dat ze werden gevormd en nog niet één onder ze er was.” — Psalm 139:13-16.
Ook al is het embryo afgeschermd in het donker van de baarmoeder, Jehovah ziet hoe het zich ontwikkelt en hoe de beenderen groeien. Voor hem zou „de duisternis . . . evengoed het licht kunnen zijn” (vers 12). Voor Jehovah blijft niets verborgen. Medisch gesproken wordt het embryo tegen de moeder afgeschermd door de placenta, waardoor wordt voorkomen dat het als vreemd lichaam wordt afgestoten. Deze psalm brengt echter niet een medisch feit tot uitdrukking, maar een geestelijke waarheid, namelijk dat Jehovah alles ziet, zelfs in het donker van de baarmoeder.
Vanaf het moment van de bevruchting ’staan al onze lichaamsdelen beschreven’ in de genetische code in de bevruchte eicel in de baarmoeder. Bovendien wordt het tijdstip ’met betrekking tot de dagen dat ze gevormd moesten worden’, elk in de juiste volgorde, bepaald door de vele biologische klokken die in de genen zijn geprogrammeerd.
De psalmist David wist al die wetenschappelijke bijzonderheden niet, maar Jehovah, die hem inspireerde tot het schrijven van de psalm, wel, want Hij had de mens in eerste instantie geschapen. Hogere critici ontkennen Davids auteurschap, maar zelfs zij moeten de tijd dat de psalm werd geschreven op eeuwen vóór Christus stellen.
De nadruk ligt in de bijbel op voorkómen
Bij het doornemen van Gods wetten die 15 eeuwen vóór Christus via Mozes aan Israël werden gegeven, blijkt dat de voornaamste nadruk van die Wet in gezondheidskwesties duidelijk op voorkómen lag. Zo staat in Deuteronomium 23:13: „En bij uw uitrusting dient u een pin ten dienste te staan, en het moet geschieden dat wanneer gij buiten neerhurkt, gij dan daarmee een gat moet graven en u moet omkeren en uw uitwerpselen moet bedekken.” Deze wet op het begraven van uitwerpselen was een voor die tijd zeer moderne preventieve maatregel ter bescherming tegen door vliegen overgedragen salmonellose, bacillaire dysenterie, tyfus en een groot aantal andere dysenterieën, die thans nog steeds duizenden levens eisen in gebieden waar men zich niet aan dat beginsel houdt.
Hoofdstuk 11 van Leviticus stelt in principe vast dat ziekten verbreid kunnen worden door insekten, knaagdieren en, als belangrijkste factor, besmet water. Met dit laatste wordt stilzwijgend het principe bevestigd dat ziekten veroorzaakt worden door micro-organismen, waarmee de bijbel Van Leeuwenhoek (1683) of Pasteur (19de eeuw) duizenden jaren vooruit blijkt te zijn. Hetzelfde kan gezegd worden van in quarantaine plaatsen, dat in hoofdstuk 13 van Leviticus in gevallen van melaatsheid wordt voorgeschreven.
Bij de in Leviticus 11:13-20 opgetekende eetverboden ging het onder meer om roofvogels, zoals de arend, de beenbreker en de uil, en om aaseters, zoals de raaf en de gier. Daar die zich aan het einde van de voedselketen bevinden, stapelen ze grote hoeveelheden giftige stoffen in zich op. Dieren lager in de voedselketen krijgen deze giftige stoffen binnen in hoeveelheden die op zich onbeduidend zijn, maar de dieren aan het einde van de voedselketen slaan ze in geconcentreerde doses op. De Mozaïsche wet stond het eten toe van sommige dieren die planteneters waren en niet in een voedselketen zaten waarin zich giftige stoffen ophoopten. In bepaalde verboden vleessoorten zaten ingekapselde parasieten zoals die welke trichinose veroorzaken.
Nu, na 3500 jaar, blijkt dat het bijbelse verbod op het misbruiken van bloed, dat op verscheidene plaatsen in de Mozaïsche wet voorkomt, uit medisch oogpunt verstandig is (Genesis 9:4; Leviticus 3:17; 7:26; 17:10-16; 19:26; Deuteronomium 12:16; 15:23). De beperkende bepaling wordt in de christelijke Griekse Geschriften herhaald in Handelingen 15:20, 29 en 21:25. In medische kringen probeert men het gebruik van donorbloed bij nierdialyse, hartlongmachines en chirurgie in het algemeen tot een minimum te beperken of er volkomen mee te stoppen. Hepatitis in al haar vormen, AIDS, cytomegalovirusinfectie en talloze andere door bloed overgedragen kwalen vormen afschuwelijke waarschuwingen voor de eigenzinnigen die Gods wetten negeren.
Lichaamsbeweging is onontbeerlijk voor een goede gezondheid en de bijbel bevestigt de voordelen ervan. Actieve lichaamsbeweging driemaal per week, al is het maar 20 minuten per keer, kan de gevaren die het hart en het bloedvatenstelsel bedreigen, verminderen. De beschermende cholesterolsoort HDL neemt erdoor toe, uw energiepeil verbetert en uw flexibiliteit en gevoel van welzijn worden erdoor bevorderd. Hoewel in de bijbel de waarde van lichaamsbeweging wordt erkend, wordt er wel minder belang aan gehecht dan aan het aankweken van godsvrucht: „Lichamelijke oefening is nuttig voor weinig, maar godvruchtige toewijding is nuttig voor alle dingen, daar ze een belofte inhoudt voor het tegenwoordige en het toekomende leven.” — 1 Timotheüs 4:8.
De morele wetten van de bijbel dienen als de voornaamste bescherming tegen seksueel overdraagbare ziekten, die ongetwijfeld wel bestonden maar eeuwenlang nog niet door geleerden geïdentificeerd of misschien nog niet eens als zodanig onderkend waren. — Exodus 20:14; Romeinen 1:26, 27; 1 Korinthiërs 6:9, 18; Galaten 5:19.
„Een zeer nauwkeurig wetenschappelijk boek”
Hippocrates was een Griekse arts uit de vijfde en vierde eeuw v.G.T. die bekend is komen te staan als „de vader van de geneeskunde”. Maar veel van wat de bijbel over ziekten zegt, werd ongeveer duizend jaar eerder al door Mozes opgetekend. Veelzeggend is echter wat in een in The AMA News gepubliceerde brief van een arts stond: „De best ingelichte medische onderzoekers die thans de beste prestaties leveren, komen tot de conclusie dat de bijbel een zeer nauwkeurig wetenschappelijk boek is. . . . De feiten omtrent het leven, de diagnose, de behandeling en de preventieve geneeskunde waarvan in de bijbel gewag wordt gemaakt, zijn hun tijd veel verder vooruit en veel betrouwbaarder dan de theorieën van Hippocrates, waarvan er veel nog steeds onbewezen zijn en sommige zeer onnauwkeurig zijn gebleken.”
Dr. A. Rendle Short vestigde er in zijn boek The Bible and Modern Medicine de aandacht op dat de volken rond het oude Israël zeer primitieve of helemaal geen gezondheidswetten hadden, en verklaarde verder: „Daarom verrast het des te meer dat er in een zogenaamd onwetenschappelijk boek als de bijbel zowaar gezondheidsvoorschriften staan. Even verrassend is het om in de wetboeken van een volk dat amper de slavernij was ontvlucht, herhaaldelijk door vijanden werd onderworpen en van tijd tot tijd in ballingschap werd gevoerd, zulke wijze en verstandige gezondheidsregels aan te treffen.”
Psychosomatische problemen
De bijbel is medisch progressief gebleken in het onderkennen van de psychosomatische aard van sommige kwalen lang voordat die in medische kringen algemeen werd aanvaard. Bovendien is de verklaring in de bijbel dat de geest een rol speelt bij het optreden van lichamelijke ziekten nog steeds een voorbeeld van helder inzicht. Spreuken 17:22 vermeldt: „Een hart dat blij is, doet goed als geneesmiddel, maar een geest die terneergeslagen is, droogt de beenderen uit.” Merk op dat hier niets veroordelends staat; er wordt slechts een feit vermeld. Er wordt niet aangeraden de depressieve mens te zeggen zich te vermannen, alsof het zo eenvoudig lag.
Een positieve houding helpt; tobben is negatief en schadelijk. „Angstige bezorgdheid in het hart van een man zal het neerbuigen, maar het goede woord verheugt het” (Spreuken 12:25). Vers 14 van hoofdstuk 18 van Spreuken is het overdenken waard: „De geest van een man kan zijn kwaal verdragen; maar wat een terneergeslagen geest betreft, wie kan die dragen?” In deze schriftplaats wordt te kennen gegeven dat iemands vermogen om weerstand te bieden aan een bepaalde mate van lichamelijk ziek zijn (een kwaal), versterkt kan worden doordat hij zijn geestelijke krachten aanboort.
De psychiater James T. Fisher zei het volgende over de psychologische waarde van Jezus’ Bergrede: „Indien u het totaal zou nemen van alle gezaghebbende artikelen die ooit door de bekwaamste psychologen en psychiaters over het onderwerp geestelijke hygiëne zijn geschreven — indien u ze zou combineren en verfijnen, en alle overbodige woorden zou weglaten — indien u alleen de essentiële dingen zou overlaten, en indien u deze onvervalste stukjes wetenschappelijke kennis door de bekwaamste van de levende dichters beknopt onder woorden zou laten brengen, zou u een onbeholpen en onvolledige samenvatting van de Bergrede hebben, die een vergelijking ermee nauwelijks zou kunnen doorstaan.” — A Few Buttons Missing, blz. 273.
Psychosomatische gevoelens kunnen onze lichamelijke toestand beïnvloeden, maar dat op zich wil nog niet zeggen dat er geen sprake is van een lichamelijke kwaal. Het is daarom belangrijk eerst te trachten iets aan de lichamelijke noden te doen en op zijn minst te erkennen dat de kwaal bestaat, en terzelfder tijd aan te moedigen tot een positieve instelling en geesteshouding, die iemand zullen helpen de ziekte te dragen. Dit is vooral belangrijk als er in dit huidige samenstel van dingen geen afdoende behandeling beschikbaar is.
Na Adams zonde werd de dood een uitgemaakte genetische werkelijkheid voor de gehele mensheid (Romeinen 5:12). Vandaar dat het meestal niet terecht is, iemands specifieke ziekte aan zijn geestelijke gesteldheid toe te schrijven. Het is belangrijk dit in gedachte te houden als u te maken krijgt met de problemen van personen die emotioneel verzwakt zijn.
De rol van de arts
Hoe moeten christenen tegenover artsen en de moderne geneeskunde staan? Als wij de bijbel onderzoeken, vinden wij geen schriftuurlijke basis om artsen op een voetstuk te plaatsen of van de medische technologie de uiteindelijke oplossing voor een goede gezondheid te verwachten. Er zijn veeleer aanwijzingen voor het tegendeel. Markus vertelt ons over ’een vrouw die al jarenlang aan een bloedvloeiing leed’. „Vele geneesheren hadden haar veel pijn bezorgd en zij had haar gehele vermogen uitgegeven, maar zonder er baat bij te vinden; het was eerder nog erger met haar geworden” (Markus 5:25-29). Hoewel deze veel voorkomende kwaal thans vaak met succes behandeld wordt, blijven veel ziekten onbehandelbaar en worden er nog steeds heel wat nieuwe onbehandelbare ziekten ontdekt.
De bijbel is echter geen voorstander van het tegenovergestelde extreme standpunt dat sommigen innemen die de traditionele geneeskunde als van weinig of geen waarde beschouwen. Sommigen halen de arts van het voetstuk en vervangen hem door zichzelf of een andere niet-medische benadering die de rage van het moment kan zijn. In Kolossenzen 4:14 sloeg de beschrijving van Lukas als „de geliefde” geneesheer ongetwijfeld op zijn geestelijke kwaliteiten en niet op zijn medische bekwaamheden. Maar het voorrecht dat hij genoot onder inspiratie een deel van de Heilige Schrift te mogen schrijven, zou iemand wiens medische praktijken in strijd met de ethiek of de bijbel waren, waarschijnlijk niet ten deel gevallen zijn.
Er zijn aanwijzingen dat Lukas de geneeskunde bedreef op een manier die modern was voor zijn tijd en dat hij een terminologie en medische begrippen gebruikte die de invloed van Hippocrates doen veronderstellen. Hoewel Hippocrates niet altijd nauwkeurig was, probeerde hij wel logica in de geneeskunde in te voeren en veroordeelde hij bijgeloof en pseudo-religieuze geneeskundige theorieën. Ook zou Jezus’ eenvoudige illustratie in Lukas 5:31, „Zij die gezond zijn, hebben geen geneesheer nodig, maar zij die iets mankeren wel”, weinigzeggend zijn als er niet van uitgegaan werd dat personen met medische ervaring van enige waarde konden zijn bij het behandelen van ziekten.
Er is geen schriftuurlijke basis voor het extreme standpunt het gebruik van antibiotica, antiseptica en pijnstillers te veroordelen als er een indicatie voor het gebruik ervan bestaat. In Jeremia 46:11 en 51:8 wordt een balsem uit Gilead beschreven die heel goed zowel verzachtende, pijnstillende eigenschappen als antiseptische waarde gehad kan hebben. Er is geen schriftuurlijke of leerstellige reden om tegen het innemen van medicijnen te zijn.
Reusachtige hoeveelheden antibiotica hebben echter niet op gekund tegen de voortdurende blootstelling aan besmettelijke ziekten overgedragen door vliegen, muskieten en slakken — wereldwijd doodsoorzaak nummer één. Werkers in de gezondheidszorg hebben van voren af aan moeten beginnen met de bijbelse basisbeginselen van veilige afvalwaterverwerking, bescherming van de watervoorraad, bestrijding van insekten die ziekten overbrengen en voorzorgsmaatregelen bij het contact van mens tot mens en het aanraken van de mond met de hand. Nog in de jaren ’70 werden verpleegsters en artsen herhaaldelijk gewaarschuwd door posters boven de spoelbakken in ziekenhuizen en boven de bedden van patiënten met de tekst: „Was uw handen” — maatregel nummer één om het verbreiden van ziekten te voorkomen.
Een waarschuwend woord
Mensen die gezondheidsadviezen geven — hetzij een arts, een chiropractor, een homeopaat of een goed bedoelende maar mogelijk slecht ingelichte vriend — nemen een grote verantwoordelijkheid op zich wanneer zij iemand met een slechte gezondheid raad geven. Dit is vooral het geval als de raad die zij geven schadelijk is, vooroordelen oproept tegen een behandeling die vaak doeltreffend is geweest of teweegbrengt dat die behandeling helemaal niet of met vertraging wordt toegepast. Er staan heel wat waarschuwingen in de bijbel voor beoefenaars van de geneeskunde en voor patiënten om zich te hoeden voor kwakzalverij en spiritisme in wat een wanhopig persoonlijk zoeken van hulp kan zijn. Houd Spreuken 14:15 in gedachte: „Iedereen die onervaren is, hecht geloof aan elk woord, maar de schrandere geeft acht op zijn schreden.”
Zijn de in de Heilige Schrift uiteengezette beginselen thans praktisch voor het behoud van een goede gezondheid? Net zoals in de Mozaïsche wet de klemtoon voornamelijk op preventie lag, is thans de preventieve benadering van de gezondheidszorg van veel grotere waarde gebleken dan de voornamelijk op behandeling gebaseerde benaderingen. De moderne les van de Wereldgezondheidsorganisatie bij haar pogingen een moderne gezondheidszorg in onderontwikkelde landen van de grond te krijgen, is deze: „Voorkomen is beter dan genezen.”
Tot slot: voor een christen moet gezondheid iets zijn wat hij respectvol en op de lange termijn beziet, met het doel zijn gezondheid te gebruiken tot heerlijkheid van God door het vreugdevolle Koninkrijkswerk te bevorderen. En onder die Koninkrijksregering zal de belofte bewaarheid worden: „Geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek.’” — Jesaja 33:24.
[Illustratie op blz. 4]
„Mijn beenderen waren voor u niet verborgen toen ik in het verborgene werd gemaakt”