-
We zijn ’wonderbaar gemaakt’De Wachttoren 2007 | 15 juni
-
-
Onze unieke verstandelijke vermogens
12. Wat in het bijzonder doet mensen van dieren verschillen?
12 „Dus hoe kostbaar zijn mij uw gedachten! O God, hoeveel bedraagt de grootse som ervan wel niet! Zou ik trachten ze te tellen, het zijn er zelfs meer dan de korrels van het zand” (Psalm 139:17, 18a). Ook dieren zijn wonderbaar gemaakt, en sommige beschikken over bepaalde zintuigen en fysieke vermogens waar mensen niet aan kunnen tippen. Maar God heeft de mens toegerust met verstandelijke vermogens die verre superieur zijn aan die van welk dier maar ook. „Hoezeer we als mensen ook in veel opzichten op andere soorten lijken, we zijn uniek onder de levensvormen op aarde in ons vermogen om taal te gebruiken en te redeneren”, zegt een wetenschappelijk handboek. „We zijn ook uniek in onze verregaande nieuwsgierigheid naar onszelf: Hoe zitten we fysiek in elkaar? Hoe zijn we gevormd?” Die vragen hielden ook David bezig.
13. (a) Hoe kon David over Gods gedachten mediteren? (b) Hoe kunnen we Davids voorbeeld navolgen?
13 Belangrijker nog: in tegenstelling tot dieren zijn we uniek in ons vermogen om over Gods gedachten na te denken.c Die speciale gave is een van de manieren waarop we „naar Gods beeld” zijn gemaakt (Genesis 1:27). David maakte een goed gebruik van die gave. Hij mediteerde over de bewijzen voor Gods bestaan en de goede eigenschappen die hij op aarde om zich heen weerspiegeld zag. David bezat ook de eerste boeken van de Heilige Schrift, waarin God dingen over zichzelf en zijn werken openbaart. Die geïnspireerde geschriften gaven David inzicht in Gods gedachten, persoonlijkheid en voornemen. Door te mediteren over de Schrift, de schepping en Gods bemoeienissen met hem, werd David ertoe bewogen zijn Maker te loven.
-
-
We zijn ’wonderbaar gemaakt’De Wachttoren 2007 | 15 juni
-
-
c Davids woorden in Psalm 139:18b schijnen te betekenen dat als hij er de hele dag, van ’s morgens vroeg totdat hij ’s avonds in slaap viel, mee bezig was Jehovah’s gedachten te tellen, hij ’s morgens bij het wakker worden nog steeds niet uitgeteld zou zijn.
-