Jehovah’s zegen maakt ons rijk
„De zegen van Jehovah — die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij.” — SPREUKEN 10:22.
1, 2. Waarom houdt geluk geen verband met materiële rijkdom?
MATERIALISTISCHE doeleinden beheersen het leven van miljoenen in deze tijd. Maar maken materiële dingen hen gelukkig? „Ik kan me niet herinneren dat er ooit een tijd is geweest waarin mensen zo somber zijn geweest over hun lot”, zegt The Australian Women’s Weekly. Er wordt aan toegevoegd: „Het is paradoxaal. Ons wordt verteld dat Australië economisch in een opperbeste conditie verkeert, dat het leven nog nooit zo goed is geweest. . . . Toch waart er een geest van pessimisme door het land. Zowel mannen als vrouwen voelen dat er iets in hun leven ontbreekt, maar zijn niet in staat te omschrijven wat het is.” Hoe waar is de Schrift waarin staat dat noch geluk noch leven voortspruit uit de dingen die wij bezitten! — Prediker 5:10; Lukas 12:15.
2 De bijbel leert dat het grootste geluk voortspruit uit Gods zegen. Met betrekking hiertoe zegt Spreuken 10:22: „De zegen van Jehovah — die maakt rijk, en hij voegt er geen smart bij.” Smart is vaak het gevolg van het hebzuchtig verwerven van materiële rijkdom. Terecht waarschuwde de apostel Paulus: „Zij . . . die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten. Want de liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich overal met vele pijnen doorboord.” — 1 Timotheüs 6:9, 10.
3. Waarom ondergaan Gods dienstknechten beproevingen?
3 Aan de andere kant bereiken zegeningen die niet van smart of pijn vergezeld gaan allen die ’naar de stem van Jehovah blijven luisteren’ (Deuteronomium 28:2). Toch zullen sommigen misschien vragen: ’Als aan Jehovah’s zegen geen smart wordt toegevoegd, waarom ondergaan veel dienstknechten van God dan lijden?’ De bijbel onthult dat onze beproevingen door God worden toegelaten, maar in feite hun oorsprong vinden bij Satan, zijn goddeloze samenstel en onze eigen onvolmaakte aard (Genesis 6:5; Deuteronomium 32:4, 5; Johannes 15:19; Jakobus 1:14, 15). Jehovah is de bron van „elke goede gave en elk volmaakt geschenk” (Jakobus 1:17). Daarom veroorzaken zijn zegeningen nooit smart of pijn. Laten wij derhalve eens enkele van Gods volmaakte geschenken beschouwen.
Gods Woord — Een geschenk van onschatbare waarde
4. In welke zegen en welk kostbare geschenk verheugen Jehovah’s dienstknechten zich gedurende deze „tijd van het einde”?
4 Daniëls profetie zegt over „de tijd van het einde”: „De ware kennis zal overvloedig worden.” Maar dit werd nader omschreven met de woorden: „Geen der goddelozen zal het verstaan; maar zij die inzicht hebben, zullen het verstaan” (Daniël 12:4, 10). Stel u dat eens voor! Gods Woord — vooral het profetische Woord — wordt met zo’n goddelijke wijsheid tot uitdrukking gebracht dat de goddelozen de ware betekenis ervan niet kunnen begrijpen, hoewel Jehovah’s volk dat wel kan. „Ik loof u in het openbaar, Vader, Heer van hemel en aarde,” bad Gods Zoon, „omdat gij deze dingen voor wijzen en intellectuelen zorgvuldig hebt verborgen en ze aan kleine kinderen hebt geopenbaard” (Lukas 10:21). Wat is het een zegen om dit kostbare geschenk, Gods geschreven Woord, de bijbel, te bezitten en tot degenen te behoren aan wie Jehovah geestelijk inzicht heeft verleend! — 1 Korinthiërs 1:21, 27, 28; 2:14, 15.
5. Wat is wijsheid, en hoe kunnen wij die verkrijgen?
5 Wij zouden in het geheel geen geestelijk inzicht hebben als wij niet „de wijsheid van boven” hadden ontvangen (Jakobus 3:17). Wijsheid is het vermogen kennis en verstand te gebruiken om problemen op te lossen, gevaren te vermijden of af te wenden, doeleinden te bereiken of gezonde raad te verschaffen. Hoe verwerven wij goddelijke wijsheid? Spreuken 2:6 zegt: „Jehovah zelf geeft wijsheid; uit zijn mond zijn kennis en onderscheidingsvermogen afkomstig.” Ja, Jehovah zal ons met wijsheid zegenen als wij er voortdurend om bidden, net als hij koning Salomo „een wijs en verstandig hart” gaf (1 Koningen 3:11, 12; Jakobus 1:5-8). Om wijsheid te verwerven, moeten wij ook naar Jehovah blijven luisteren door zijn Woord geregeld te bestuderen en toe te passen.
6. Waarom is het de weg der wijsheid Gods wetten en beginselen in ons leven toe te passen?
6 De beste voorbeelden van goddelijke wijsheid zijn te vinden in de wetten en beginselen van de bijbel. Deze verschaffen ons in elk opzicht baat — fysiek, mentaal, emotioneel en geestelijk. De psalmist zong terecht: „De wet van Jehovah is volmaakt, de ziel wederbrengend. De vermaning van Jehovah is betrouwbaar, de onervarene wijs makend. De bevelen van Jehovah zijn recht, het hart verheugend; het gebod van Jehovah is rein, de ogen stralend makend. De vrees voor Jehovah is zuiver, standhoudend voor eeuwig. De rechterlijke beslissingen van Jehovah zijn waarachtig; ze zijn alle te zamen rechtvaardig gebleken. Ze zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel gelouterd goud.” — Psalm 19:7-10; 119:72.
7. Waartoe leidt het wanneer wij Gods rechtvaardige maatstaven minachten?
7 Aan de andere kant vinden degenen die geen acht slaan op Gods rechtvaardige maatstaven niet het geluk en de vrijheid die zij zoeken. Vroeg of laat ontdekken zij dat God niet met zich laat spotten, want men zal oogsten wat men zaait (Galaten 6:7). Miljoenen die geen acht slaan op bijbelse beginselen oogsten tragische gevolgen als ongewenste zwangerschappen, walgelijke ziekten of verslavingen die hun gezondheid ondermijnen. Tenzij zij hun levenswijze berouwvol veranderen, zal hun pad hen ten slotte naar de dood en misschien naar de vernietiging door Gods hand leiden. — Mattheüs 7:13, 14.
8. Waarom zijn zij die Gods Woord liefhebben gelukkig?
8 Maar zij die Gods Woord liefhebben en het toepassen zullen nu en in de toekomst door rijke zegeningen bereikt worden. Zij voelen zich terecht bevrijd door Gods wet, zijn werkelijk gelukkig en zien vurig uit naar de tijd waarin zij vrijgemaakt zullen worden van de zonde en haar dodelijke gevolgen (Romeinen 8:20, 21; Jakobus 1:25). Deze hoop is zeker omdat ze gebaseerd is op Gods meest liefdevolle gave aan de mensheid — het loskoopoffer van zijn eniggeboren Zoon, Jezus Christus (Mattheüs 20:28; Johannes 3:16; Romeinen 6:23). Zo’n allesovertreffende gave bevestigt de diepte van Gods liefde voor de mensheid en garandeert eindeloze zegeningen voor allen die naar Jehovah blijven luisteren. — Romeinen 8:32.
Dankbaar voor de gave van de heilige geest
9, 10. Hoe trekken wij profijt van Jehovah’s gave van de heilige geest? Geef een voorbeeld.
9 Nog een liefdevolle gave van God waarvoor wij dankbaar dienen te zijn, is zijn heilige geest. Op de pinksterdag in 33 G.T. spoorde de apostel Petrus de in Jeruzalem aanwezige menigte aan: „Hebt berouw, en laat een ieder van u worden gedoopt in de naam van Jezus Christus tot vergeving van uw zonden, en gij zult als vrije gave de heilige geest ontvangen” (Handelingen 2:38). In deze tijd geeft Jehovah heilige geest aan zijn opgedragen dienstknechten die erom bidden en die zijn wil wensen te doen (Lukas 11:9-13). In oude tijden heeft deze sterkste kracht in het universum — Gods heilige geest of werkzame kracht — aan mannen en vrouwen des geloofs, met inbegrip van de vroege christenen, sterkte verleend (Zacharia 4:6; Handelingen 4:31). Ze kan hetzelfde voor ons doen, ook al worden wij als Jehovah’s dienstknechten misschien met formidabele belemmeringen of uitdagingen geconfronteerd. — Joël 2:28, 29.
10 Beschouw eens het voorbeeld van Laurel, die door polio werd getroffen en 37 jaar in een ijzeren long heeft geleefd.a Ondanks haar uiterst beproevingsvolle omstandigheden heeft zij God tot haar dood ijverig gediend. In de loop der jaren hebben Jehovah’s rijke zegeningen Laurel bereikt. Zo was zij in staat wel zeventien personen te helpen tot een nauwkeurige kennis van de bijbelse waarheid te komen, hoewel zij 24 uur per dag in een ijzeren long lag! Haar situatie doet ons denken aan de woorden van de apostel Paulus: „Wanneer ik zwak ben, dan ben ik krachtig” (2 Korinthiërs 12:10). Ja, elk eventuele succes dat wij misschien hebben in het prediken van het goede nieuws is niet op onze eigen bekwaamheid en kracht terug te voeren, maar op Gods hulp door heilige geest, die hij geeft aan hen die naar zijn stem blijven luisteren. — Jesaja 40:29-31.
11. Welke hoedanigheden brengt Gods geest voort in degenen die „de nieuwe persoonlijkheid” aandoen?
11 Als wij gehoorzaam naar God luisteren, brengt zijn geest de hoedanigheden liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid en zelfbeheersing in ons voort (Galaten 5:22, 23). Deze „vrucht van de geest” maakt deel uit van „de nieuwe persoonlijkheid” die christenen aandoen ter vervanging van eventuele roofzuchtige, beestachtige karaktertrekken die zij vroeger misschien aan de dag hebben gelegd (Efeziërs 4:20-24; Jesaja 11:6-9). Van groot belang in deze vrucht is liefde, „een volmaakte band van eenheid”. — Kolossenzen 3:14.
Christelijke liefde — Een gave om te koesteren
12. Hoe spreidden Tabitha en andere eerste-eeuwse christenen liefde tentoon?
12 Christelijke liefde is nog een gezegende gave van Jehovah — een gave die wij met recht koesteren. Ze wordt door beginselen beheerst, maar ze is zo rijk aan genegenheid dat ze gelovigen dichter tot elkaar trekt dan waartoe zelfs vleselijke banden in staat zijn (Johannes 15:12, 13; 1 Petrus 1:22). Beschouw bijvoorbeeld Tabitha eens, een voortreffelijke christelijke vrouw uit de eerste eeuw. „Zij was overvloedig in goede daden en gaven van barmhartigheid”, vooral ten behoeve van de weduwen in de gemeente (Handelingen 9:36). Deze vrouwen hebben misschien vleselijke verwanten gehad, maar Tabitha wilde doen wat in haar vermogen lag om die weduwen bij te staan en aan te moedigen (1 Johannes 3:18). Wat een schitterend voorbeeld gaf Tabitha! Broederlijke liefde bewoog Priska en Aquila ertoe ’hun eigen hals voor Paulus te wagen’. Liefde bewoog ook Epafras, Lukas, Onesiforus en anderen ertoe de apostel bij te staan terwijl hij in Rome gevangenzat (Romeinen 16:3, 4; 2 Timotheüs 1:16; 4:11; Filemon 23, 24). Ja, dit soort christenen in deze tijd ’hebben liefde onder elkaar’, een gezegende, van God afkomstige gave die hen als Jezus’ ware discipelen identificeert. — Johannes 13:34, 35.
13. Hoe kunnen wij tonen dat wij diepe waardering voor onze christelijke broederschap hebben?
13 Koestert u de liefde die in de christelijke gemeente wordt tentoongespreid? Bent u dankbaar voor onze geestelijke broederschap die over de hele wereld te vinden is? Ook dit zijn gezegende gaven van boven die ons rijk maken. Hoe kunnen wij tonen dat wij die naar waarde schatten? Door heilige dienst voor God te verrichten, door een aandeel aan christelijke vergaderingen te hebben en door liefde en de andere vruchten van Gods geest tentoon te spreiden. — Filippenzen 1:9; Hebreeën 10:24, 25.
„Gaven in mensen”
14. Wat wordt er van een christen verlangd om als ouderling of dienaar in de bediening te dienen?
14 Christelijke mannen die als ouderling of dienaar in de bediening hun medegelovigen willen dienen, hebben een voortreffelijk doel voor ogen (1 Timotheüs 3:1, 8). Om voor deze voorrechten in aanmerking te komen, moet een broeder een geestelijk gezinde man zijn, goed onderlegd in de Schrift en ijverig in de velddienst (Handelingen 18:24; 1 Timotheüs 4:15; 2 Timotheüs 4:5). Hij moet blijk geven van nederigheid, bescheidenheid en geduld, want Gods zegeningen bereiken geen overmoedige, trotse en ambitieuze mensen (Spreuken 11:2; Hebreeën 6:15; 3 Johannes 9, 10). Als hij getrouwd is, zou hij een liefdevol gezinshoofd moeten zijn, in staat om op een voortreffelijke wijze zijn hele huisgezin te leiden (1 Timotheüs 3:4, 5, 12). Omdat zo iemand geestelijke rijkdom naar waarde schat, zal hij Jehovah’s zegen ontvangen. — Mattheüs 6:19-21.
15, 16. Wie geven er blijk van „gaven in mensen” te zijn? Geef voorbeelden.
15 Wanneer degenen die als ouderling in de gemeente dienen zich als evangeliepredikers, herders en leraren krachtig inspannen, geven zij ons deugdelijke redenen om zulke „gaven in mensen” heel waardevol te achten (Efeziërs 4:8, 11). Zij die voordeel trekken van hun liefdevolle dienst, uiten hun waardering misschien niet altijd, maar Jehovah ziet alles wat getrouwe ouderlingen doen. Hij zal de liefde die zij voor zijn naam tonen door zijn volk te dienen, niet vergeten. — 1 Timotheüs 5:17; Hebreeën 6:10.
16 Beschouw eens het geval van een hardwerkende ouderling die op bezoek kwam bij een christelijk meisje dat op het punt stond een hersenoperatie te ondergaan. „Hij was zo vriendelijk, zo hulpvaardig en zo zorgzaam”, schreef een vriendin van de familie. „Hij vroeg toestemming om met ons tot Jehovah te bidden. Terwijl hij bad, huilde de vader [niet een van Jehovah’s Getuigen], en bij iedereen in de kamer van het ziekenhuis sprongen de tranen in de ogen. Hoe teder was dat gebed van de ouderling en hoe liefdevol van Jehovah om hem precies op zo’n tijd te sturen!” Een andere Getuige-patiënt zei over de ouderlingen die haar bezochten: „Toen zij op de intensive care aan mijn bed kwamen, wist ik dat ongeacht wat er zou gebeuren, ik het zou kunnen dragen. Ik werd sterk en rustig.” Zou iemand zo’n liefdevolle zorg kunnen kopen? Nooit! Het is een gave van God, beschikbaar via de christelijke gemeente. — Jesaja 32:1, 2.
De gave van de velddienst
17, 18. (a) Welke gave van dienst heeft Jehovah aan al zijn dienstknechten beschikbaar gesteld? (b) Welke hulp heeft God verschaft zodat wij onze bediening kunnen volbrengen?
17 Er zou een mens geen grotere eer te beurt kunnen vallen dan Jehovah, de Allerhoogste, te dienen (Jesaja 43:10; 2 Korinthiërs 4:7; 1 Petrus 2:9). Niettemin staat het voorrecht een aandeel te hebben aan de openbare bediening open voor allen — jong en oud, man en vrouw — die het oprechte verlangen hebben God te dienen. Maakt u gebruik van deze kostbare gave? Misschien zijn sommigen terughoudend omdat zij zich onbekwaam voelen, maar bedenk dat Jehovah heilige geest geeft aan degenen die hem dienen, en deze zal datgene aanvullen wat wij eventueel te kort komen. — Jeremia 1:6-8; 20:11.
18 Jehovah heeft de Koninkrijksprediking toevertrouwd aan zijn nederige dienstknechten, niet aan personen die de neiging hebben trots te zijn en op hun eigen bekwaamheden te vertrouwen (1 Korinthiërs 1:20, 26-29). Nederige, bescheiden mensen erkennen hun beperkingen en verlaten zich op Gods hulp als zij aan de velddienst deelnemen. Zij waarderen ook de geestelijke hulp die hij via ’de getrouwe beheerder’ verschaft. — Lukas 12:42-44; Spreuken 22:4.
Een gelukkig gezinsleven — Een prachtig geschenk
19. Welke factoren leiden tot succes bij het grootbrengen van kinderen?
19 Het huwelijk en een gelukkig gezinsleven zijn geschenken van God (Ruth 1:9; Efeziërs 3:14, 15). Ook kinderen zijn een kostbaar „erfdeel van Jehovah” en vormen een bron van vreugde voor ouders die hun met succes godvruchtige hoedanigheden bijbrengen (Psalm 127:3). Als u een ouder bent, blijf dan naar Jehovah’s stem luisteren door uw kinderen overeenkomstig zijn Woord op te leiden. Zij die dit doen, kunnen er zeker van zijn dat zij Jehovah’s steun en rijke zegen zullen ervaren. — Spreuken 3:5, 6; 22:6; Efeziërs 6:1-4.
20. Wat kan nuttig zijn voor ouders wier kinderen zich van de ware aanbidding afkeren?
20 Ondanks de gewetensvolle pogingen van godvrezende ouders, verkiezen misschien enkele van hun kinderen, wanneer zij ouder worden, de ware aanbidding de rug toe te keren (Genesis 26:34, 35). Dit kan voor ouders een zware emotionele slag zijn (Spreuken 17:21, 25). Maar in plaats van alle hoop op te geven, kan het misschien nuttig voor hen zijn zich Jezus’ illustratie van de verloren zoon te binnen te roepen. Hoewel die zoon het huis uitging en een eigenzinnige handelwijze volgde, keerde hij later terug naar het huis van zijn vader, die hem vreugdevol en liefdevol verwelkomde (Lukas 15:11-32). Wat er ook mag gebeuren, getrouwe christelijke ouders kunnen verzekerd zijn van Jehovah’s begrip, zijn liefdevolle zorg en zijn nimmer falende steun. — Psalm 145:14.
21. Naar wie dienen wij te luisteren, en waarom?
21 Laat eenieder van ons daarom vaststellen wat werkelijk belangrijk is in ons leven. Streven wij met grote ijver naar materiële overvloed, wat ons en onze gezinnen leed kan berokkenen? Of streven wij naar de ’goede gaven en volmaakte geschenken’ die van „de Vader der hemelse lichten” komen? (Jakobus 1:17) Satan, „de vader van de leugen”, wil dat wij ons uitsloven voor materiële rijkdom en zowel ons geluk als ons leven verspelen (Johannes 8:44; Lukas 12:15). Maar Jehovah heeft onze beste belangen op het oog (Jesaja 48:17, 18). Laten wij dan ook naar onze liefdevolle hemelse Vader blijven luisteren en altijd ’heerlijke verrukking in hem scheppen’ (Psalm 37:4). Als wij zo’n handelwijze volgen, zullen Jehovah’s zeer kostbare gaven en overvloedige zegen ons rijk maken — en dat zonder enige smart.
[Voetnoot]
Kunt u zich dit herinneren?
• Waar kan het grootste geluk gevonden worden?
• Wat zijn enkele van de gaven die Jehovah aan zijn volk schenkt?
• Waarom is de velddienst een gave?
• Wat kunnen ouders doen om Gods zegen te verwerven als zij hun kinderen grootbrengen?
[Illustratie op blz. 16]
Toont u waardering voor Gods geschenk, zijn geschreven Woord?
[Illustratie op blz. 17]
In weerwil van zeer moeilijke omstandigheden heeft Laurel Nisbet God ijverig gediend
[Illustraties op blz. 18]
Net als Tabitha staan hedendaagse christenen bekend om hun daden van liefde
[Illustratie op blz. 19]
Christelijke ouderlingen bekommeren zich liefdevol om medegelovigen