Geef van een wachtende houding blijk!
„Ik wil van een wachtende houding jegens de God van mijn redding blijk geven. Mijn God zal mij horen.” — MICHA 7:7.
1, 2. (a) Hoe bracht een verkeerde houding de Israëlieten in de wildernis schade toe? (b) Wat zou kunnen gebeuren met een christen die geen juiste houding aankweekt?
VEEL dingen in het leven kunnen, afhankelijk van onze houding of instelling, hetzij positief of negatief worden bezien. Toen de Israëlieten zich in de wildernis bevonden, werden zij door een wonder van manna voorzien. Zij hadden om zich heen naar het dorre landschap moeten kijken en Jehovah intens dankbaar moeten zijn dat hij in hun onderhoud voorzag. Daardoor zouden zij een positieve houding hebben weerspiegeld. In plaats daarvan dachten zij aan de grote verscheidenheid van voedsel in Egypte en klaagden dat het manna onsmakelijk was. Wat een negatieve houding! — Numeri 11:4-6.
2 De geesteshouding van een christen in deze tijd kan insgelijks bepalen of dingen hetzij rooskleurig of somber lijken. Zonder de juiste houding zou een christen gemakkelijk zijn vreugde kunnen verliezen, en dat zou ernstig zijn omdat, zoals Nehemia zei, ’de vreugde van Jehovah onze vesting is’ (Nehemia 8:10). Een positieve, vreugdevolle houding draagt ertoe bij dat wij sterk blijven en bevordert de vrede en eenheid in de gemeente. — Romeinen 15:13; Filippenzen 1:25.
3. Hoe werd Jeremia in moeilijke tijden door een juiste houding geholpen?
3 Ondanks het feit dat Jeremia in moeilijke tijden leefde, gaf hij van een positieve houding blijk. Zelfs toen hij getuige was van de verschrikkingen die met Jeruzalems val in 607 v.G.T. gepaard gingen, kon hij een positieve kijk behouden. Jehovah zou Israël niet vergeten en de natie zou blijven bestaan. Jeremia schreef in het boek Klaagliederen: „Het zijn de liefderijke goedheden van Jehovah, dat wij niet aan ons eind zijn gekomen, want zijn barmhartigheden zullen stellig geen eind nemen. Ze zijn elke morgen nieuw. Uw getrouwheid is overvloedig” (Klaagliederen 3:22, 23). In de loop van de geschiedenis hebben dienstknechten van God in de moeilijkste omstandigheden getracht een positieve, ja, vreugdevolle kijk te behouden. — 2 Korinthiërs 7:4; 1 Thessalonicenzen 1:6; Jakobus 1:2.
4. Welke geestesgesteldheid behield Jezus, en hoe werd hij hierdoor geholpen?
4 Zeshonderd jaar na Jeremia werd Jezus geholpen te volharden omdat hij een positieve houding had. Wij lezen: „Wegens de [Jezus] in het vooruitzicht gestelde vreugde heeft hij een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten” (Hebreeën 12:2). Ongeacht de tegenstand of vervolging die Jezus moest verduren — zelfs de foltering aan de martelpaal — bleef hij denken aan „de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde”. Die vreugde was het voorrecht Jehovah’s soevereiniteit te rechtvaardigen en zijn naam te heiligen alsook het vooruitzicht de gehoorzame mensheid in de toekomst grote zegeningen te doen toekomen.
Neem een wachtende houding aan
5. Wat is een typerende situatie waarin een wachtende houding ons zal helpen een juiste kijk op zaken te bewaren?
5 Als wij een geestesgesteldheid als die van Jezus aankweken, zullen wij de vreugde van Jehovah niet verliezen, ook al vinden de dingen niet altijd plaats op de manier en op de tijd die wij hadden verwacht. De profeet Micha zei: „Wat mij aangaat, naar Jehovah zal ik blijven uitzien. Ik wil van een wachtende houding jegens de God van mijn redding blijk geven” (Micha 7:7; Klaagliederen 3:21). Ook wij kunnen van een wachtende houding blijk geven. Hoe? Op veel manieren. Zo denken wij misschien dat een broeder die met autoriteit is bekleed verkeerd heeft gehandeld en dat er een onmiddellijke correctie nodig is. Een wachtende houding zal ons in staat stellen het volgende te overwegen: ’Was hij werkelijk fout, of vergis ik mij? Als hij fout was, zou het dan kunnen dat Jehovah gebeurtenissen laat plaatsvinden omdat hij van mening is dat de persoon in kwestie vorderingen zal maken en dat er geen drastische corrigerende maatregelen nodig zijn?’
6. Hoe zal iemand met een persoonlijk probleem door een wachtende houding geholpen worden?
6 Een wachtende houding kan nodig zijn als wij verontrust zijn over een persoonlijk probleem of met een zwakheid worstelen. Veronderstel dat wij Jehovah om hulp vragen, maar het probleem blijft bestaan. Wat dan? Wij moeten alles wat in ons vermogen ligt blijven doen om het probleem op te lossen en vervolgens geloof stellen in Jezus’ woorden: „Blijft vragen, en het zal u gegeven worden; blijft zoeken, en gij zult vinden; blijft kloppen, en er zal u opengedaan worden” (Lukas 11:9). Blijf bidden en wacht op Jehovah. Jehovah zal op een geschikt moment en op zijn eigen wijze uw gebeden verhoren. — 1 Thessalonicenzen 5:17.
7. Op welke manier zal een wachtende houding een hulp zijn ten aanzien van onze kijk op een progressief verfijnd begrip van de bijbel?
7 Terwijl de bijbelse profetieën in vervulling gaan, wordt ons begrip van de Schrift verfijnd. Maar misschien denken wij soms dat een bepaalde verduidelijking reeds lang had moeten plaatsvinden. Als die niet komt op het tijdstip waaraan wij de voorkeur zouden geven, zijn wij dan bereid te wachten? Bedenk dat het Jehovah goeddacht „het heilige geheim van de Christus” bij beetjes tegelijk en over een periode van zo’n 4000 jaar te openbaren (Efeziërs 3:3-6). Hebben wij derhalve enige reden om ongeduldig te zijn? Twijfelen wij eraan dat er een „getrouwe en beleidvolle slaaf” is aangesteld om Jehovah’s volk „te rechter tijd hun voedsel te geven”? (Mattheüs 24:45) Waarom zouden wij onszelf van godvruchtige vreugde beroven omdat niet alles volledig wordt begrepen? Bedenk dat Jehovah bepaalt wanneer en hoe hij zijn ’vertrouwelijke aangelegenheden’ openbaart. — Amos 3:7.
8. Hoe is gebleken dat Jehovah’s geduld velen tot nut is geweest?
8 Sommigen zijn misschien ontmoedigd omdat zij van mening zijn dat zij na vele jaren getrouwe dienst „de grote en vrees inboezemende dag van Jehovah” niet zullen meemaken (Joël 2:30, 31). Toch kunnen zij aangemoedigd worden wanneer zij naar het positieve aspect kijken. Petrus gaf de raad: „Beschouwt . . . het geduld van onze Heer als redding” (2 Petrus 3:15). Als gevolg van Jehovah’s geduld hebben miljoenen rechtgeaarde personen meer de waarheid leren kennen. Is dat niet schitterend? Hoe langer Jehovah bovendien geduld oefent, hoe meer tijd wij hebben om „met vrees en beven [onze] eigen redding [te] bewerken”. — Filippenzen 2:12; 2 Petrus 3:11, 12.
9. Als wij beperkt zijn in wat wij in Jehovah’s dienst kunnen doen, hoe zal een wachtende houding ons dan helpen de situatie te verduren?
9 Een wachtende houding helpt ons niet ontmoedigd te raken wanneer tegenstand, ziekte, gevorderde leeftijd of andere problemen ons in de Koninkrijksdienst belemmeren. Jehovah verwacht van ons dat wij hem van ganser harte dienen (Romeinen 12:1). Maar Gods Zoon, die „deernis [heeft] met de geringe en de arme”, eist niet meer dan wij redelijkerwijs kunnen aanbieden; Jehovah doet dat ook niet (Psalm 72:13). Wij worden dus aangemoedigd te doen wat wij kunnen door geduldig te wachten totdat de omstandigheden veranderen — hetzij in dit samenstel van dingen of in het komende. Bedenk: „God is niet onrechtvaardig, zodat hij uw werk en de liefde die gij voor zijn naam hebt getoond doordat gij de heiligen hebt gediend en blijft dienen, zou vergeten.” — Hebreeën 6:10.
10. Welke goddeloze neiging kan iemand met een wachtende houding vermijden? Leg dit uit.
10 Een wachtende houding helpt ons ook om aanmatiging te vermijden. Sommigen die afvallig geworden zijn, waren niet bereid te wachten. Zij zijn misschien van mening geweest dat er veranderingen aangebracht moesten worden, hetzij in begrip van de bijbel of in organisatorische aangelegenheden. Maar zij erkenden niet dat Jehovah’s geest de getrouwe en beleidvolle slaaf ertoe beweegt op Zijn bestemde tijd, niet wanneer wij misschien denken dat dit noodzakelijk is, veranderingen aan te brengen. En alle veranderingen moeten in overeenstemming zijn met Jehovah’s wil, niet met onze persoonlijke ideeën. Afvalligen laten toe dat een aanmatigende houding hun denkwijze beïnvloedt en hen tot struikelen brengt. Maar als zij de geestesgesteldheid van Christus hadden aangenomen, zouden zij wellicht hun vreugde hebben behouden en bij Jehovah’s volk gebleven zijn. — Filippenzen 2:5-8.
11. Hoe kunnen wij de tijd waarin wij moeten wachten goed gebruiken, en welke voorbeelden volgen wij dan na?
11 Natuurlijk betekent het bewaren van een wachtende houding niet dat wij lui of passief zijn. Wij hebben veel te doen. Wij moeten bijvoorbeeld druk bezig zijn met persoonlijke bijbelstudie en aldus dezelfde grote belangstelling tonen voor geestelijke zaken als waarvan de getrouwe profeten en zelfs de engelen blijk hebben gegeven. Sprekend over zo’n belangstelling zegt Petrus: „Betreffende deze redding is naarstig navraag gedaan en een nauwkeurig onderzoek ingesteld door de profeten . . . In diezelfde dingen zijn engelen begerig te turen” (1 Petrus 1:10-12). Niet alleen persoonlijke studie is een must, maar ook geregeld vergaderingsbezoek en het gebed (Jakobus 4:8). Degenen die tonen dat zij zich bewust zijn van hun geestelijke nood door geregeld geestelijk voedsel tot zich te nemen en met medechristenen om te gaan, geven te kennen dat zij Christus’ geestesgesteldheid hebben aangenomen. — Mattheüs 5:3.
Heb een realistische kijk
12. (a) Naar welke onafhankelijkheid verlangden Adam en Eva? (b) Waartoe heeft het geleid dat de mensheid de handelwijze van Adam en Eva heeft gevolgd?
12 Toen God het eerste mensenpaar schiep, behield hij zichzelf het recht voor om maatstaven van goed en kwaad vast te stellen (Genesis 2:16, 17). Adam en Eva wilden onafhankelijkheid van Gods leiding en dit resulteerde in de wereld die wij thans om ons heen zien. De apostel Paulus zei: ’Door één mens is de zonde de wereld binnengekomen en door de zonde de dood, en aldus heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden’ (Romeinen 5:12). Zesduizend jaar menselijke geschiedenis vanaf Adams tijd hebben de waarheid aangetoond van Jeremia’s woorden: „Ik weet heel goed, o Jehovah, dat het niet aan de aardse mens is zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten” (Jeremia 10:23). De erkenning dat Jeremia’s woorden waar zijn, is niet defaitistisch. Ze is realistisch. Ze vormt de verklaring voor al die lange eeuwen dat „de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel” omdat mensen onafhankelijk van God hebben geregeerd. — Prediker 8:9.
13. Welke realistische kijk hebben Jehovah’s Getuigen op wat door mensen tot stand kan worden gebracht?
13 Met het oog op de situatie waarin de mensheid zich bevindt, beseffen Jehovah’s Getuigen dat wat in het huidige samenstel van dingen bereikt kan worden, grenzen kent. Een positieve houding kan een hulp zijn om onze vreugde te bewaren, maar het vormt niet de oplossing voor alles. In het begin van de jaren ’50 publiceerde een Amerikaanse geestelijke een bestseller getiteld The Power of Positive Thinking. Het boek suggereerde dat de meeste belemmeringen uit de weg geruimd kunnen worden als ze met een positieve houding worden aangepakt. Positief denken is beslist bewonderenswaardig. Maar de ervaring laat zien dat kennis, bekwaamheid, materiële middelen en een menigte andere factoren ons beperken in wat wij als afzonderlijke personen tot stand kunnen brengen. En op wereldomvattende schaal zijn de problemen gewoon te groot voor mensen om ze met succes op te lossen — hoe positief hun denken ook is!
14. Hebben Jehovah’s Getuigen een negatieve instelling? Leg dit uit.
14 Wegens hun realistische kijk op zulke aangelegenheden zijn Jehovah’s Getuigen er soms van beschuldigd een negatieve houding te bezitten. Maar zij vertellen mensen daarentegen graag over de Enige die de bestemming van de mensheid blijvend kan verbeteren. Ook hierin volgen zij de geestesgesteldheid van Christus na (Romeinen 15:2). En zij zijn druk bezig mensen te helpen een goede band met God te krijgen. Zij weten dat dit uiteindelijk het meeste goeds tot stand zal brengen. — Mattheüs 28:19, 20; 1 Timotheüs 4:16.
15. Hoe worden afzonderlijke personen door het werk van Jehovah’s Getuigen geholpen verbeteringen aan te brengen?
15 Jehovah’s Getuigen negeren de sociale problemen — vooral de bezoedelende, onschriftuurlijke praktijken — om hen heen niet. Voordat een geïnteresseerd persoon een van Jehovah’s Getuigen wordt, brengt hij veranderingen aan, waarbij hij vaak verslavingen die God mishagen, moet overwinnen (1 Korinthiërs 6:9-11). Derhalve hebben Jehovah’s Getuigen mensen met een ontvankelijk hart geholpen dronkenschap, drugsverslaving, immoraliteit en dwangmatig gokken te overwinnen. Zulke tot inkeer gekomen personen hebben geleerd op een verantwoorde en eerlijke manier voor hun gezin te zorgen (1 Timotheüs 5:8). Wanneer afzonderlijke personen en gezinnen op deze manier worden geholpen, worden de problemen in de gemeenschap minder — er zijn minder drugsverslaafden, minder gevallen van huiselijk geweld, enzovoort. Doordat Jehovah’s Getuigen zich zelf aan de wet houden en anderen helpen hun leven ten goede te veranderen, verlichten zij de last van instanties wier werk bestaat in het aanpakken van sociale problemen.
16. Waarom raken Jehovah’s Getuigen niet betrokken bij wereldlijke hervormingsbewegingen?
16 De vraag is dus: Hebben Jehovah’s Getuigen het morele klimaat in de wereld veranderd? Welnu, in het afgelopen decennium is het aantal actieve Getuigen van iets minder dan 3.800.000 tot bijna 6.000.000 toegenomen. Dat is een toename van ongeveer 2.200.000, van wie velen onrechtvaardige praktijken hebben opgegeven toen zij christenen werden. Heel wat levens zijn erop vooruitgegaan! Toch is dit aantal erg klein in vergelijking met de groei van de wereldbevolking in dezelfde periode — 875.000.000! Jehovah’s Getuigen hebben er veel vreugde uit geput om ontvankelijke personen te helpen, ook al beseffen zij dat weinigen uit het midden van de mensen de weg ten leven zullen opgaan (Mattheüs 7:13, 14). Terwijl de Getuigen de wereldomvattende veranderingen ten goede verwachten die alleen God tot stand kan brengen, raken zij niet betrokken bij wereldlijke hervormingsbewegingen, die vaak met goede bedoelingen beginnen maar in desillusie en zelfs gewelddaad eindigen. — 2 Petrus 3:13.
17. Wat deed Jezus om mensen in zijn omgeving te helpen, maar wat deed hij niet?
17 Door deze loopbaan te volgen, geven Jehovah’s Getuigen er blijk van hetzelfde vertrouwen in Jehovah te bezitten dat Jezus had toen hij op aarde was. Destijds in de eerste eeuw verrichtte Jezus wonderen van gezondmaking (Lukas 6:17-19). Hij wekte zelfs de doden op (Lukas 7:11-15; 8:49-56). Maar hij nam het probleem ziekte niet weg; ook overwon hij de vijand dood niet. Hij wist dat het nog niet Gods bestemde tijd daarvoor was. Met de superieure bekwaamheden van een volmaakte man zou Jezus waarschijnlijk veel hebben kunnen doen om ernstige politieke en sociale problemen op te lossen. Het schijnt dat sommige van zijn tijdgenoten wilden dat hij de macht zou grijpen en op deze wijze zou handelen, maar Jezus wees dit van de hand. Wij lezen: „Toen de mensen . . . de tekenen zagen die hij verrichtte, zeiden zij voorts: ’Dit is stellig de profeet die in de wereld zou komen.’ Daar Jezus nu wist dat zij wilden komen en hem wilden grijpen om hem koning te maken, trok hij zich weer op de berg terug, geheel alleen.” — Johannes 6:14, 15.
18. (a) Hoe heeft Jezus altijd van een wachtende houding blijk gegeven? (b) Hoe is Jezus’ activiteit sinds 1914 veranderd?
18 Jezus weigerde betrokken te raken bij politiek of puur sociaal werk, omdat hij wist dat voor hem de tijd nog niet gekomen was om de koningsmacht op te nemen en voor iedereen en overal werken van gezondmaking te verrichten. Zelfs nadat hij tot onsterfelijk geestelijk leven in de hemel was verhoogd, was hij bereid op Jehovah’s bestemde tijd te wachten voordat hij tot handelen zou overgaan (Psalm 110:1; Handelingen 2:34, 35). Maar sinds hij in 1914 als Koning van Gods koninkrijk op de troon werd geplaatst, trekt hij eropuit, „overwinnend en om zijn overwinning te voltooien” (Openbaring 6:2; 12:10). Wat zijn wij dankbaar dat wij ons aan zijn koningschap onderwerpen, terwijl anderen die beweren christenen te zijn het verkiezen onwetend te blijven over de bijbelse leer omtrent het Koninkrijk!
Wachten — Bron van frustratie of van vreugde?
19. Wanneer ’maakt wachten het hart ziek’, en wanneer is het een bron van vreugde?
19 Salomo wist dat wachten frustrerend kan zijn. Hij schreef: „Verwachting die wordt uitgesteld, maakt het hart ziek” (Spreuken 13:12). Als iemand ongegronde verwachtingen koestert, kan het hart door teleurstelling beslist ziek worden gemaakt. Maar het wachten op vreugdevolle gebeurtenissen — misschien een bruiloft, de geboorte van een kind of een weerzien met mensen die wij liefhebben — kan ons lang voordat de dag waarop zo’n gebeurtenis plaatsvindt, reeds vervullen met vreugde. Die vreugde wordt versterkt als wij de tijd waarin wij moeten wachten verstandig gebruiken door voorbereidingen voor de komende gebeurtenis te treffen.
20. (a) Welke wonderbare gebeurtenissen verwachten wij vol vertrouwen mee te maken? (b) Hoe kunnen wij vreugde vinden terwijl wij op de verwezenlijking van Jehovah’s voornemens wachten?
20 Wanneer wij er volledig op vertrouwen dat onze verwachtingen verwezenlijkt zullen worden — ook al weten wij niet wanneer ze verwezenlijkt zullen worden — hoeft de wachtperiode ’het hart niet ziek te maken’. Gods getrouwe aanbidders weten dat Christus’ duizendjarige regering ophanden is. Zij hebben het vaste vertrouwen dat zij het einde van dood en ziekte zullen meemaken. Met vurig verlangen wachten zij vreugdevol op de tijd waarin zij miljarden personen uit de dood zullen verwelkomen, met inbegrip van hun gestorven beminden (Openbaring 20:1-3, 6; 21:3, 4). In deze tijden van ecologische crisis verheugen zij zich over het vaste vooruitzicht te mogen meemaken dat het paradijs op aarde hersteld zal worden (Jesaja 35:1, 2, 7). Hoe verstandig is het dus de overgebleven tijd weloverwogen te gebruiken, „altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer”! (1 Korinthiërs 15:58) Blijf geestelijk voedsel in u opnemen. Bouw een steeds nauwere band met Jehovah op. Zoek naar anderen wier hart hen ertoe beweegt Jehovah te dienen. Moedig medegelovigen aan. Trek ten volle profijt van de tijd die Jehovah nog zal toestaan. Dan zal het wachten op Jehovah ’uw hart nooit ziek maken’. Het zal u veeleer vervullen met vreugde!
Kunt u dit uitleggen?
• Hoe gaf Jezus van een wachtende houding blijk?
• In welke situaties moeten christenen van een wachtende houding blijk geven?
• Waarom zijn Jehovah’s Getuigen ermee tevreden op Jehovah te wachten?
• Hoe kan het wachten op Jehovah tot een bron van vreugde worden gemaakt?
[Illustraties op blz. 12]
Jezus heeft wegens de hem in het vooruitzicht gestelde vreugde volhard
[Illustratie op blz. 13]
Zelfs na jaren van dienst kunnen wij onze vreugde bewaren
[Illustraties op blz. 15]
Miljoenen hebben hun leven verbeterd door een van Jehovah’s Getuigen te worden