Wat is het doel van uw leven?
„Ik [leidde] mijn hart met wijsheid . . . totdat ik kon zien wat voor goeds er voor de mensenzonen was . . . gedurende het getal van hun levensdagen.” — PREDIKER 2:3.
1, 2. Waarom is het niet verkeerd een redelijke belangstelling voor zichzelf te hebben?
U STELT belang in uzelf, nietwaar? Dat is normaal. Daarom eten wij elke dag, gaan wij als wij moe zijn slapen en zijn wij graag bij vrienden en geliefden. Soms doen wij spelletjes, zwemmen wij of doen andere dingen die wij fijn vinden, hetgeen een evenwichtige belangstelling voor onszelf weerspiegelt.
2 Een dergelijke belangstelling voor onszelf is in overeenstemming met datgene wat Salomo onder inspiratie van God schreef: „In het geval van een mens is er niets beters dan dat hij eet en inderdaad drinkt en zijn ziel het goede doet zien wegens zijn harde werk.” Op grond van ervaring voegde Salomo eraan toe: „Ook dit heb ik gezien, ja ik, dat dit uit de hand van de ware God is. Want wie eet en wie drinkt er beter dan ik?” — Prediker 2:24, 25.
3. Welke moeilijke vragen zijn volgens de meeste mensen niet te beantwoorden?
3 Toch weet u dat het leven niet enkel bestaat in eten, drinken, slapen en iets goeds doen. Wij hebben pijnen, teleurstellingen en zorgen. En wij schijnen het te druk te hebben om over de zin van ons leven na te denken. Is dat met u ook niet zo? Vermont Royster, voormalig redacteur van The Wall Street Journal, schreef na opgemerkt te hebben dat de mens zijn kennis en bekwaamheden aanzienlijk heeft vergroot: „Hier hebben wij met iets merkwaardigs te doen. Beschouwen wij de mens zelf, zijn dilemma’s, zijn plaats in dit universum, dan zijn wij nog niet veel verder dan aan het begin van de tijd. Wij zitten nog steeds met vragen als wie wij zijn, waarom wij er zijn en waarheen wij gaan.”
4. Waarom dient ieder van ons de wens te koesteren vragen te kunnen beantwoorden die met ons te maken hebben?
4 Wat zou uw antwoord zijn op vragen als: Wie zijn wij? Waarom zijn wij er? En waar gaan wij heen? In juli jongstleden is de heer Royster gestorven. Denkt u dat hij tegen die tijd bevredigende antwoorden had gevonden? Of van directer belang: Is er een manier waarop u die antwoorden te weten kunt komen? En hoe kan dit u helpen u in een gelukkiger, zinvoller leven te verheugen? Laten wij eens zien.
Een voorname bron van inzicht
5. Waarom dienen wij naar God op te zien wanneer wij inzicht trachten te verkrijgen in vragen omtrent de zin van het leven?
5 Als wij zelf naar het doel van ons leven zouden moeten zoeken, zouden wij misschien niet ver komen, zoals dat met de meeste mannen en vrouwen het geval is, zelfs met degenen die over een schat aan kennis en ervaring beschikken. Maar wij zijn niet aan onszelf overgelaten. Onze Schepper heeft in hulp voorzien. Wanneer u erbij stilstaat, is hij dan niet de uiteindelijke Bron van inzicht en wijsheid, aangezien hij „van onbepaalde tijd tot onbepaalde tijd” is en over een volledige kennis van het universum en de geschiedenis beschikt? (Psalm 90:1, 2) Hij schiep de mens en heeft het totaal der menselijke ervaring gadegeslagen, dus is hij Degene naar wie wij voor inzicht dienen op te zien, niet naar onvolmaakte mensen met hun beperkte kennis en waarnemingen. — Psalm 14:1-3; Romeinen 3:10-12.
6. (a) Hoe heeft de Schepper in het nodige inzicht voorzien? (b) Hoe verschijnt Salomo in het beeld?
6 Hoewel wij niet kunnen verwachten dat de Schepper ons een openbaring omtrent de zin van het leven in ons oor fluistert, heeft hij een bron van inzicht verschaft — zijn geïnspireerde Woord (Psalm 32:8; 111:10). Het boek Prediker is in dit opzicht bijzonder waardevol. God inspireerde de schrijver ervan, zodat „Salomo’s wijsheid . . . overvloediger [was] dan de wijsheid van alle oosterlingen” (1 Koningen 3:6-12; 4:30-34). „De wijsheid van Salomo” maakte zo’n indruk op een bezoekend staatshoofd dat ze zei dat de helft haar nog niet was verteld en dat degenen die naar zijn wijsheid luisterden, werkelijk gelukkig zouden zijn (1 Koningen 10:4-8).a Ook wij kunnen inzicht verwerven en geluk vinden wanneer wij ons laten leiden door de goddelijke wijsheid die onze Schepper door bemiddeling van Salomo heeft verschaft.
7. (a) Wat concludeerde Salomo aangaande de meeste activiteiten die er onder de hemel plaatsvinden? (b) Waardoor wordt geïllustreerd dat Salomo’s beoordelingen realistisch waren?
7 Het boek Prediker weerspiegelt door God geschonken wijsheid, die invloed uitoefende op Salomo’s hart en verstand. Aangezien Salomo over de tijd, de hulpbronnen en het inzicht beschikte om onderzoekingen te doen, vorste hij „alles wat er onder de hemel [was] gedaan” na. Hij zag dat het meeste ervan „ijdelheid en een najagen van wind” was, hetgeen een geïnspireerde beoordeling is die wij in gedachte dienen te houden wanneer wij nadenken over ons doel in het leven (Prediker 1:13, 14, 16). Salomo was openhartig, realistisch. Sta bijvoorbeeld eens stil bij zijn woorden in Prediker 1:15, 18. U weet dat mensen door de eeuwen heen diverse regeringsvormen hebben uitgeprobeerd en soms oprecht hebben getracht problemen op te lossen en ’s mensen lot te verbeteren. Heeft ook maar één van die regeringen werkelijk alle ’kromme’ dingen van dit onvolmaakte samenstel recht gemaakt? En misschien hebt u gezien dat hoe groter de kennis is die iemand heeft, des te scherper hij zich realiseert dat het onmogelijk is om de dingen in een korte levensduur volledig te corrigeren. Dit besef is voor velen frustrerend, maar niet noodzakelijkerwijs voor ons.
8. Welke cyclussen bestaan reeds lang?
8 Nog een punt om te beschouwen zijn de zich steeds weer herhalende kringlopen die hun invloed op ons doen gelden, zoals het op- en ondergaan van de zon of de draaiingen van de wind en de waterkringloop. Ze bestonden in de dagen van Mozes, Salomo, Napoleon en onze overgrootvaders. En ze bestaan nog steeds. Zo kan er ook gezegd worden dat „een geslacht gaat, en een geslacht komt” (Prediker 1:4-7). Vanuit menselijk standpunt bezien is er weinig veranderd. De activiteiten, verwachtingen, ambities en prestaties van mensen vroeger en nu komen met elkaar overeen. Zelfs al had iemand onder de mensen zich een aanzienlijke naam gemaakt of was hij bijzonder knap van uiterlijk of beschikte hij over buitengewone bekwaamheid, waar is die persoon dan nu? Gestorven en vermoedelijk vergeten. Dat is geen zwartgalligheid. De meeste mensen weten niet eens de naam van hun overgrootouders of kunnen niet zeggen waar zij geboren en begraven zijn. U kunt begrijpen waarom Salomo heel realistisch zag dat menselijke ondernemingen en inspanningen ijdel waren. — Prediker 1:9-11.
9. Hoe kunnen wij geholpen worden de situatie van de mensheid realistisch te bezien?
9 In plaats dat deze goddelijke visie op de situatie waarin de mensheid zich feitelijk bevindt ons frustreert, kan ze een positieve uitwerking hebben en ons ertoe bewegen geen ongegronde waarde te hechten aan doeleinden of bezigheden die spoedig verdwenen en vergeten zullen zijn. Ze dient ons te helpen de waarde te bepalen van wat wij uit het leven halen en wat wij proberen tot stand te brengen. Ter illustratie: in plaats van asceten te zijn, kunnen wij op evenwichtige wijze van eten en drinken genieten (Prediker 2:24). En zoals wij zullen zien, komt Salomo tot een zeer positieve en optimistische slotsom. Kort gezegd komt ze erop neer dat wij diepe waardering dienen te hebben voor onze verhouding met onze Schepper, die ons kan helpen een eeuwig gelukkige, zinvolle toekomst te hebben. Salomo beklemtoonde: „Het slot van de zaak, nu alles is gehoord, is: Vrees de ware God en onderhoud zijn geboden. Want dit is de gehele verplichting van de mens.” — Prediker 12:13.
Wat levenscyclussen ons leren omtrent het doel van het leven
10. In welk opzicht vergeleek Salomo dieren en mensen met elkaar?
10 De goddelijke wijsheid die in het boek Prediker wordt weerspiegeld, kan ons verder helpen ons doel in het leven aan een beschouwing te onderwerpen. Hoe dat zo? Welnu, Salomo vestigde de aandacht heel realistisch op andere waarheden waar wij misschien zelden over nadenken. Een daarvan heeft betrekking op de overeenkomsten tussen mens en dier. Jezus vergeleek zijn volgelingen met schapen, hoewel mensen in het algemeen niet graag met dieren worden vergeleken (Johannes 10:11-16). Toch bracht Salomo bepaalde onloochenbare feiten naar voren: „De ware God [zal de mensenzonen] selecteren, opdat zij mogen zien dat zij op zichzelf genomen dieren zijn. Want er is een afloop met betrekking tot de mensenzonen en een afloop met betrekking tot de dieren, en zij hebben dezelfde afloop. Zoals de één sterft, zo sterft de ander, . . . zodat er geen superioriteit is van de mens over het dier, want alles is ijdelheid. . . . Zij zijn allen uit het stof ontstaan, en zij keren allen tot het stof terug.” — Prediker 3:18-20.
11. (a) Hoe kan de karakteristieke levenscyclus van een dier worden beschreven? (b) Hoe denkt u over zo’n analyse?
11 Denk eens aan een dier dat u graag gadeslaat, misschien een klipdas of een konijn (Deuteronomium 14:7; Psalm 104:18; Spreuken 30:26). Of wellicht haalt u zich een eekhoorn voor de geest; er zijn over de hele wereld meer dan 300 soorten eekhoorns. Wat is de levenscyclus van dit dier? Nadat hij is geboren, wordt hij enkele weken door zijn moeder gezoogd. Al gauw heeft hij een pels en kan het nest verlaten. U ziet hem misschien heen en weer huppelen, terwijl hij leert voedsel op te sporen. Maar vaak schijnt hij alleen maar te spelen, ervan genietend dat hij jong is. Na ongeveer een jaar is de eekhoorn volwassen en gaat op zoek naar een partner. Vervolgens moet het dier een nest bouwen of een hol graven en voor het nageslacht zorgen. Als het genoeg bessen, noten en zaden vindt, kan het zijn dat de eekhoornfamilie dik en rond wordt en ertoe komt hun huis te vergroten. Maar in slechts enkele jaren wordt het diertje oud en loopt meer kans een ongeluk te krijgen of ziek te worden. Wanneer het diertje ongeveer tien jaar is, sterft het. Kleine verschillen tussen eekhoornsoorten daargelaten, is dat zijn levenscyclus.
12. (a) Waarom komt de levenscyclus van veel mensen in werkelijkheid overeen met die van een doorsneedier? (b) Waaraan zouden wij kunnen denken wanneer wij weer eens het dier zien dat wij in gedachten hadden?
12 De meeste mensen vinden het heel gewoon dat een dier aan zo’n cyclus onderworpen is, en zij verwachten nauwelijks dat een eekhoorn een rationeel doel in het leven heeft. Maar is het niet een feit dat het leven van veel mensen niet zoveel van dat van eekhoorns verschilt? Zij worden geboren en als baby verzorgd. Zij eten, groeien en spelen in hun jeugd. Het duurt niet lang of zij zijn volwassen, vinden een partner en zoeken een plaats om te wonen en een middel om in hun levensonderhoud te voorzien. Als het hun voor de wind gaat, dijen zij misschien uit en moeten nu hun huis (nest) vergroten om er hun nageslacht groot te brengen. Maar de decennia vliegen voorbij en zij worden ouder. Het kan zijn dat zij na zeventig of tachtig jaar (zo niet eerder) sterven, jaren gevuld met „moeite en schadelijke dingen” (Psalm 90:9, 10, 12). Haal u deze ontnuchterende feiten voor de geest wanneer u weer eens een eekhoorn (of een ander dier dat u in gedachten had) ziet.
13. Welke afloop geldt voor zowel dieren als mensen?
13 U kunt begrijpen waarom Salomo het leven van mensen met dat van dieren vergeleek. Hij schreef: „Voor alles is er een vastgestelde tijd, . . . een tijd voor geboorte en een tijd om te sterven.” Die laatstgenoemde afloop, de dood, is voor mens en dier hetzelfde, want „zoals de één sterft, zo sterft de ander”. Hij voegde eraan toe: „Zij zijn allen uit het stof ontstaan, en zij keren allen tot het stof terug.” — Prediker 3:1, 2, 19, 20.
14. Hoe proberen sommige mensen de algemene levenscyclus te veranderen, maar met welk gevolg?
14 Wij hoeven deze realistische beoordeling niet als negatief denken te beschouwen. Toegegeven, sommigen proberen de situatie te veranderen door bijvoorbeeld extra hard te werken om het in materieel opzicht beter te hebben dan hun ouders. Zij volgen misschien meer onderwijs om een hogere levensstandaard te bereiken, terwijl zij trachten het leven beter te begrijpen. Of het kan zijn dat zij zich concentreren op het volgen van een leefregel die veel belang toekent aan lichaamsbeweging of aan een bepaald dieet teneinde een betere gezondheid te krijgen en iets langer te leven. En deze inspanningen kunnen bepaalde voordelen opleveren. Maar wie kan er zeker van zijn dat zulke inspanningen met succes bekroond zullen worden? Zelfs al is dat het geval, hoe lang zult u daar dan profijt van hebben?
15. Welke eerlijke beoordeling van het leven van de meeste mensen is gegrond?
15 Salomo vroeg: „Omdat er veel dingen bestaan die veel ijdelheid veroorzaken, wat voor voordeel heeft een mens? Want wie weet wat voor goeds een mens in het leven heeft gedurende het getal der dagen van zijn ijdele leven, wanneer hij ze doorbrengt als een schaduw? Want wie kan de mens vertellen wat er na hem zal gebeuren?” (Prediker 6:11, 12) Is er, aangezien de dood betrekkelijk snel een einde maakt aan iemands inspanningen, werkelijk veel voordeel in gelegen zich uit te sloven teneinde meer materiële dingen te verwerven of een jarenlange opleiding te volgen voornamelijk om meer bezittingen te verkrijgen? En aangezien het leven zo kort is en voorbijgaat als een schaduw, beseffen velen dat wanneer zij zich ervan bewust worden dat zij hun doel niet bereiken, er geen tijd meer voor is om hun koers te wijzigen en hun inspanningen op een ander menselijk doel te richten; ook kan geen mens er zeker van zijn wat er „na hem” met zijn kinderen zal gebeuren.
Het is tijd om een goede naam op te bouwen
16. (a) Wat dienen wij te doen wat dieren niet kunnen? (b) Welke andere waarheid dient invloed op ons denken uit te oefenen?
16 In tegenstelling tot dieren hebben wij mensen het vermogen om na te denken over vragen als: ’Wat is de zin van mijn bestaan? Is het alleen maar een vastgestelde cyclus, met een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven?’ Roep u in verband daarmee te binnen hoe waar datgene is wat Salomo over mensen en dieren zei: „Zij keren allen tot het stof terug.” Betekent dit dat er bij de dood een definitief einde komt aan iemands bestaan? Welnu, de bijbel toont aan dat mensen geen onsterfelijke ziel bezitten die na de dood van het lichaam voortleeft. Mensen zijn zielen, en de ziel die zondigt, sterft (Ezechiël 18:4, 20). Salomo zette uiteen: „De levenden zijn zich ervan bewust dat zij zullen sterven; maar wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niets bewust, ook hebben zij geen loon meer, want de gedachtenis aan hen is vergeten. Alles wat uw hand te doen vindt, doe dat met uw kràcht, want er is geen werk noch overleg noch kennis noch wijsheid in Sjeool, de plaats waarheen gij gaat.” — Prediker 9:5, 10.
17. Tot het overdenken waarvan dient Prediker 7:1, 2 ons aan te zetten?
17 Beschouw met het oog op dit onvermijdelijke feit de volgende verklaring eens: „Een naam is beter dan goede olie, en de dag des doods dan de dag dat iemand geboren wordt. Het is beter te gaan naar het huis van rouw dan te gaan naar het huis van feestgelag, want dat is het einde van de gehele mensheid; en de levende dient het ter harte te nemen” (Prediker 7:1, 2). Wij moeten toegeven dat de dood „het einde van de gehele mensheid” is. Geen mens is er door het drinken van een of ander elixer, het eten van een of andere vitaminemix, het volgen van een dieet of door aan een vorm van lichaamsbeweging te doen, in geslaagd eeuwig leven te verwerven. En gewoonlijk is niet lang na hun dood ’de gedachtenis aan hen vergeten’. Waarom is dus een naam „beter dan goede olie, en de dag des doods dan de dag dat iemand geboren wordt”?
18. Waarom kunnen wij er zeker van zijn dat Salomo in de opstanding geloofde?
18 Zoals reeds is opgemerkt, was Salomo realistisch. Hij kende zijn voorvaders Abraham, Isaäk en Jakob, en wist dat zij beslist een goede naam bij onze Schepper hadden opgebouwd. Aangezien Jehovah God goed bekend en vertrouwd met Abraham was, beloofde hij hem en zijn zaad te zegenen (Genesis 18:18, 19; 22:17). Ja, Abraham had een goede naam bij God en werd zijn vriend (2 Kronieken 20:7; Jesaja 41:8; Jakobus 2:23). Abraham wist dat zijn leven en het leven van zijn zoon niet louter deel uitmaakten van een nooit eindigende cyclus van geboorte en dood. Het leven hield beslist meer in. Zij hadden het stellige vooruitzicht dat zij opnieuw zouden leven, niet omdat zij een onsterfelijke ziel bezaten, maar omdat zij uit de dood opgewekt zouden worden. Abraham was ervan overtuigd dat „God [Isaäk] zelfs uit de doden kon opwekken”. — Hebreeën 11:17-19.
19. Wat kunnen wij van Job te weten komen met betrekking tot de betekenis van Prediker 7:1?
19 Dat is een sleutel om te begrijpen hoe „een naam . . . beter [is] dan goede olie, en de dag des doods dan de dag dat iemand geboren wordt”. Salomo was er net als Job uit de tijd vóór hem van overtuigd dat Degene die het menselijk leven heeft geschapen, het ook kan teruggeven. Hij kan mensen die gestorven zijn, weer tot leven brengen (Job 14:7-14). De getrouwe Job zei: „Gij [Jehovah] zult roepen, en ikzelf zal u antwoorden. Naar het werk van uw handen zult gij een vurig verlangen hebben” (Job 14:15). Denkt u zich dat eens in! Naar zijn loyale dienstknechten die gestorven zijn, heeft onze Schepper „een vurig verlangen”. („U zou het werk van uw handen nog eens willen zien.” — The Jerusalem Bible.) Door het loskoopoffer van Jezus Christus aan te wenden, kan de Schepper mensen opwekken (Johannes 3:16; Handelingen 24:15). Het is duidelijk dat mensen kunnen verschillen van louter dieren die sterven.
20. (a) Wanneer is de dag des doods beter dan de dag dat iemand geboren wordt? (b) Welke uitwerking moet de opstanding van Lazarus op velen hebben gehad?
20 Dit betekent dat de dag des doods beter kan zijn dan de dag dat iemand geboren wordt, indien iemand dan inmiddels een goede naam heeft opgebouwd bij Jehovah, die getrouwen die sterven kan opwekken. De Grotere Salomo, Jezus Christus, heeft dat bewezen. Hij bracht bijvoorbeeld de getrouwe man Lazarus weer tot leven (Lukas 11:31; Johannes 11:1-44). Zoals u zich kunt voorstellen, werden velen van hen die er getuigen van waren dat Lazarus weer tot leven kwam, diepgaand beïnvloed en stelden geloof in Gods Zoon (Johannes 11:45). Denkt u dat zij meenden geen doel in het leven te hebben en dat zij er geen idee van hadden wie zij waren en waar zij heen gingen? Integendeel, zij konden begrijpen dat zij niet louter dieren hoefden te zijn die geboren worden, enige tijd leven en vervolgens sterven. Hun doel in het leven hield rechtstreeks en onlosmakelijk verband met het kennen van Jezus’ Vader en het doen van Zijn wil. Hoe staat het met u? Heeft deze bespreking u geholpen te begrijpen, of duidelijker te begrijpen, hoe uw leven een werkelijk doel kan en dient te hebben?
21. Welk aspect met betrekking tot het vinden van een doel in ons leven willen wij nog onderzoeken?
21 Toch betekent het hebben van een echt en zinvol doel in het leven veel meer dan na te denken over de dood en het daarna weer tot leven komen. Het heeft te maken met wat wij van dag tot dag met ons leven doen. Salomo maakte ook dat in het boek Prediker duidelijk, zoals wij in het volgende artikel zullen zien.
[Voetnoot]
a „Het verslag over de koningin van Scheba beklemtoont Salomo’s wijsheid, en het verhaal is vaak een legende genoemd (1 K. 10:1-13). Maar de context geeft te kennen dat haar bezoek aan Salomo in werkelijkheid verband hield met handel en is als zodanig begrijpelijk; er behoeft niet aan de historiciteit ervan getwijfeld te worden.” — The International Standard Bible Encyclopedia (1988), Deel IV, blz. 567.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ In welke opzichten zijn mensen en dieren met elkaar te vergelijken?
◻ Waarom wordt door de dood beklemtoond dat veel van de menselijke inspanningen en activiteiten ijdel zijn?
◻ Hoe kan de dag des doods beter zijn dan de dag dat iemand geboren wordt?
◻ Van welke verhouding hangt het af of wij een zinvol doel in het leven hebben?
[Illustraties op blz. 10]
In hoeverre verschilt uw leven van dat van dieren?