HOOFDSTUK ZES
„Gehoorzaam alstublieft de stem van Jehovah”
1, 2. Welke houding hebben degenen die „de populaire weg” volgen vaak, en waarom moet jij anders zijn?
GEHOORZAMEN is tegenwoordig niet in de mode. Velen volgen bij het nemen van beslissingen zelfs niet een algemene richtlijn, zoals ’Doe wat goed is’. Hun manier van denken kan beter omschreven worden als ’Doe waar je zin in hebt’ of ’Doe wat je ongestraft kunt doen’. Dat zie je als automobilisten door rood rijden, investeerders financiële regelgeving aan hun laars lappen en hoge ambtenaren wetten overtreden waaraan ze misschien zelf hebben gewerkt. Ook in Jeremia’s tijd kwam het vaak voor dat mensen zich op „de populaire weg” stortten, ook al was dat verkeerd en schadelijk (Jer. 8:6).
2 Iemand die de goedkeuring van de almachtige God wil hebben, kan natuurlijk niet „de populaire weg” volgen. Jeremia schilderde een contrast tussen degenen die ’de stem van Jehovah niet gehoorzaamden’ en degenen die Hem wel wilden gehoorzamen (Jer. 3:25; 7:28; 26:13; 38:20; 43:4, 7). Wij moeten voor onszelf onderzoeken hoe het in dit opzicht met ons gesteld is. Waarom? Omdat Satans aanvallen op de rechtschapenheid van ware aanbidders bijzonder heftig zijn geworden. Hij is als een slang die stil voor zijn prooi op de loer ligt en opeens toeslaat met een mogelijk dodelijke beet. Als we vastbesloten zijn de stem van Jehovah te gehoorzamen, is dat een hulp om bij de giftanden van die slang uit de buurt te blijven. Maar hoe kunnen we gesterkt worden in ons besluit om Jehovah te gehoorzamen? De boeken van Jeremia kunnen een hulp zijn.
DEGENE AAN WIE WE GEHOORZAAMHEID VERSCHULDIGD ZIJN
3. Waarom verdient Jehovah onze gehoorzaamheid?
3 Waarom verdient Jehovah onze strikte gehoorzaamheid? Jeremia noemt een reden door hem te omschrijven als „de Maker van de aarde door zijn kracht, Degene die het productieve land door zijn wijsheid stevig bevestigt” (Jer. 10:12). Jehovah is de Soeverein van het universum. We moeten hem meer vrezen dan alle andere regeerders. Hij heeft het absolute recht om van ons te vragen dat we zijn wijze bevelen opvolgen — tot ons blijvende voordeel (Jer. 10:6, 7).
4, 5. (a) Welke waarheid leerden de Joden in periodes van droogte? (b) Hoe verspilden Juda’s inwoners het ’levende water’ van Jehovah? (c) Hoe kun je het ’levende water’ drinken waarin God voorziet?
4 Jehovah is niet alleen de Universele Heerser, maar ook de Instandhouder van het leven, ons leven. Dat werd de Joden in Jeremia’s tijd op een indrukwekkende manier duidelijk gemaakt. Het land Egypte was voor water voor een groot deel afhankelijk van een rivier, de Nijl, maar in het beloofde land was dat anders. Gods volk was grotendeels afhankelijk van het regenseizoen en ze sloegen het water vaak op in ondergrondse regenbakken (Deut. 11:13-17). Alleen Jehovah kon het laten regenen om het land te bevochtigen en vruchtbaar te maken. Maar hij kon hun de benodigde regen ook onthouden. De ongehoorzame Joden in Jeremia’s tijd kregen dan ook met een aantal verwoestende periodes van droogte te maken, waardoor hun velden en wijngaarden verdorden, en hun bronnen en regenbakken opdroogden (Jer. 3:3; 5:24; 12:4; 14:1-4, 22; 23:10).
5 Terwijl die Joden wisten hoe belangrijk letterlijk water was, verwierpen ze het ’levende water’ dat Jehovah hun vrijelijk aanbood. Ze deden dat door opzettelijk ongehoorzaam te zijn aan Gods Wet en te vertrouwen op bondgenootschappen met buurlanden. Net als iemand die in een tijd van droogte water stort in een gebarsten regenbak, waar het dan weer uit wegloopt, moesten de Joden de consequenties van hun keus ondervinden. (Lees Jeremia 2:13; 17:13.) Het is beslist verstandig onszelf niet in grote problemen te brengen door hetzelfde te doen. Jehovah blijft ons voorzien van een overvloed aan leiding gebaseerd op zijn geïnspireerde Woord. We hebben natuurlijk alleen nut van dat ’levende water’ als we het geregeld bestuderen en proberen ernaar te leven.
6. (a) Beschrijf Zedekia’s houding ten aanzien van gehoorzaamheid aan Jehovah. (b) Waarom was de koning volgens jou onverstandig?
6 Terwijl Gods dag van afrekening met Juda dichterbij kwam, werd gehoorzaamheid steeds belangrijker. Als afzonderlijke Joden Jehovah’s goedkeuring en bescherming wilden, moesten ze berouw hebben en hem gaan gehoorzamen. Koning Zedekia stond voor die keus. Hij was niet standvastig in het doen van wat juist was. Toen de vorsten, die onder hem stonden, tegen hem zeiden dat ze Jeremia wilden doden, had hij niet genoeg ruggengraat om tegen hen in te gaan. Zoals in het vorige hoofdstuk stond, overleefde de profeet die aanslag doordat Ebed-Melech hem hielp, en hij gaf Zedekia later de dringende raad: „Gehoorzaam alstublieft de stem van Jehovah.” (Lees Jeremia 38:4-6, 20.) Het was duidelijk dat de koning voor zijn eigen bestwil een beslissing moest nemen: zou hij God gaan gehoorzamen?
Waarom was het terecht dat Jeremia de Joden steeds weer aanspoorde God te gehoorzamen?
JEHOVAH GEHOORZAMEN IS DRINGEND NODIG
7. Wat zijn enkele situaties waarin je gehoorzaamheid op de proef gesteld kan worden?
7 Gehoorzaamheid is in deze tijd net zo belangrijk als in Jeremia’s tijd. Heb je je vast voorgenomen Jehovah te gehoorzamen? Als je per ongeluk op een pornosite terecht zou komen, zou je er dan naar blijven kijken of zou je de verleiding weerstaan en de site wegklikken? Wat doe je als een ongelovige op je werk of op school je mee uit vraagt? Heb je dan de kracht te weigeren? Hoe zou je reageren op lectuur of internetsites van afvalligen? Toch wat nieuwsgierig, of met weerzin? Denk in dit soort situaties aan de woorden in Jeremia 38:20.
8, 9. (a) Waarom is het verstandig te luisteren als de ouderlingen je proberen te helpen? (b) Hoe moet je raad die herhaald wordt bezien?
8 Jehovah stuurde Jeremia vaak met een aansporing naar zijn volk, zoals: „Keert alstublieft terug, een ieder van zijn slechte weg, en maakt uw wegen en uw handelingen goed” (Jer. 7:3; 18:11; 25:5; lees Jeremia 35:15). Zo doen ook ouderlingen nu hun best om geloofsgenoten die in geestelijk opzicht in gevaar verkeren, te helpen. Wanneer de ouderlingen je de raad geven een onverstandige of verkeerde handelwijze te vermijden, luister dan naar hen. Ze hebben hetzelfde doel als Jeremia.
9 De ouderlingen herinneren je misschien aan Bijbelse beginselen die ze je al eerder hebben laten zien. Bedenk dan dat het nooit makkelijk is raad te herhalen, maar dat het nog veel moeilijker wordt als de persoon die hulp nodig heeft een houding aanneemt als die van veel Joden die Jeremia’s boodschap hoorden. Probeer de herhaalde inspanningen van de ouderlingen om je te helpen, te zien als uitingen van Jehovah’s liefde. Besef ook dat Jeremia zijn waarschuwingen niet had hoeven herhalen als er goed op was gereageerd. Om te vermijden dat je bepaalde raad opnieuw moet krijgen, moet je de raad dus meteen toepassen.
JEHOVAH VERGEEFT VRIJELIJK MAAR NIET AUTOMATISCH
10. Waarom vergeeft Jehovah zonden niet automatisch?
10 We kunnen Jehovah in dit samenstel niet volmaakt gehoorzamen, hoe goed we ons best ook doen. Daarom bedanken we hem dat hij bereid is onze fouten te vergeven. Maar hij vergeeft zonden niet automatisch. Waarom niet? Omdat Jehovah zonde weerzinwekkend vindt (Jes. 59:2). Hij wil er daarom zeker van zijn dat we zijn vergeving waard zijn.
11. Waarom is het onmogelijk zonden geheim te houden?
11 Zoals al gezegd, was het voor veel Joden in Jeremia’s tijd een gewoonte God ongehoorzaam te zijn, en zo maakten ze misbruik van zijn geduld en barmhartigheid. Zou een aanbidder van God nu dezelfde neiging kunnen ontwikkelen? Ja, als hij of zij Jehovah’s vermaningen negeert en zonde gaat beoefenen. Soms wordt dat openlijk gedaan, bijvoorbeeld wanneer iemand een overspelig huwelijk sluit. Maar zelfs als een zonde niet door anderen wordt gezien, is degene die Jehovah ongehoorzaam is gevaarlijk bezig. Iemand die een dubbelleven leidt, denkt misschien dat niemand er ooit achter zal komen. Maar in werkelijkheid kan God in iemands geest en hart kijken, en zien wat er achter gesloten deuren gebeurt. (Lees Jeremia 32:19.) Wat moet er gedaan worden als iemand echt ongehoorzaam aan God is geweest?
12. Wat moeten de ouderlingen soms doen om de gemeente te beschermen?
12 Veel Joden wezen de hulp die Jehovah telkens weer via Jeremia aanbood, minachtend af. Zo zou ook iemand in deze tijd die zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstige zonde, onberouwvol kunnen zijn en de hulp van de ouderlingen kunnen afwijzen. In dat geval moeten de ouderlingen de Bijbelse richtlijn volgen de gemeente te beschermen door de kwaaddoener uit te sluiten (1 Kor. 5:11-13; zie het kader „Leven zonder wet”). Maar betekent dit dat er definitief geen hoop meer is voor zo iemand, dat hij nooit meer Jehovah’s goedkeuring kan genieten? Nee. De Israëlieten waren heel lang opstandig en toch zei God: „Keert terug, gij afvallige zonen. Ik zal uw afvallige toestand genezen” (Jer. 3:22).a Jehovah nodigt kwaaddoeners uit om tot hem terug te keren. Hij gebiedt hun zelfs dat te doen.
Waarom is het verstandig Gods vergeving te zoeken als we zonden begaan?
GEHOORZAAM JEHOVAH DOOR TOT HEM TERUG TE KEREN
13. Als iemand tot Jehovah wil terugkeren, wat moet hij dan erkennen?
13 Om tot God terug te keren moet iemand, zoals Jeremia aangaf, zich afvragen: wat heb ik gedaan? Dan moet hij in het licht van Bijbelse maatstaven het eerlijke antwoord aanvaarden. De onberouwvolle Joden uit Jeremia’s tijd ontweken die vraag. Ze weigerden de omvang van hun zonden te erkennen, dus vergaf Jehovah hen niet — kon hij hen niet vergeven. (Lees Jeremia 8:6.) In tegenstelling daarmee erkent een berouwvolle zondaar dat hij door zijn ongehoorzaamheid aan Jehovah schande heeft gebracht over Gods naam en over de gemeente. Iemand die echt berouw heeft, is ook diepbedroefd over het kwaad dat hij onschuldigen misschien heeft aangedaan. Hij moet beseffen dat zijn verzoek om vergeving alleen waarde heeft voor Jehovah als hij alle gevolgen van zijn slechte daden erkent. Maar er is meer nodig om weer Gods goedkeuring te krijgen.
14. Hoe keert iemand tot Jehovah terug? (Verwerk het kader „Wat is berouw?”)
14 Iemand die echt berouw heeft, onderzoekt zijn motieven, verlangens en gewoonten. (Lees Klaagliederen 3:40, 41.) Hij zal terreinen van zijn leven onderzoeken waarin hij zwak is, zoals zijn vriendschappen met het andere geslacht, zijn alcoholgebruik, zijn internetgebruik of zijn manier van zakendoen. Zoals een huisvrouw zelfs de verborgen hoekjes van haar keuken schrobt om haar huis goed schoon te houden, moet een berouwvol persoon hard werken om weer rein te worden in zijn gedachten en in wat hij doet als hij alleen is. Hij moet „terugkeren, ja, tot Jehovah” door te voldoen aan zijn vereisten en zich te schikken naar zijn maatstaven. Sommige Joden in Jeremia’s tijd keerden „bedrieglijk” tot Jehovah terug. Ze deden alsof ze berouw hadden maar veranderden niet hun hart of hun leven (Jer. 3:10). In tegenstelling daarmee probeert iemand die oprecht om vergeving vraagt, Jehovah en Zijn gemeente niet voor de gek te houden. Hij wil niet alleen maar zijn gezicht redden of weer kunnen omgaan met familieleden of broeders en zusters, maar hij wil zich totaal afkeren van de verkeerde dingen die hij heeft gedaan en Gods vergeving en goedkeuring ontvangen.
15. Wat voor gebeden richt iemand die echt berouw heeft tot God?
15 Gebed is een belangrijk onderdeel van berouw. In de oudheid was het normaal dat mensen hun handen naar de hemel ophieven als ze baden. Als iemand in deze tijd die echt berouw heeft bidt, ’heft hij zijn hart te zamen met zijn handpalmen op tot God’, zoals Jeremia het uitdrukte (Klaagl. 3:41, 42). Spijt beweegt de berouwvolle zondaar ertoe zijn leven in overeenstemming te brengen met zijn verzoek om vergeving. Zijn gebeden zijn oprecht, ze komen recht uit zijn hart.
16. Wat vormt een aanmoediging om tot God terug te keren?
16 Een zondaar die zijn fouten echt erkent, zal misschien zijn trots moeten overwinnen. Maar waar het om draait is: Jehovah wil dat zondaars tot hem terugkeren. Als hij echte wroeging in iemands hart ziet, reageert zijn eigen hart daarop. Hij wordt „onstuimig” door tedere gevoelens omdat hij iedereen die berouw van zijn zonden heeft, wil vergeven, net zoals hij de Israëlieten vergaf die uit ballingschap kwamen (Jer. 31:20). Wat is het geruststellend te weten dat God degenen die hem gehoorzamen vrede en hoop aanbiedt! (Jer. 29:11-14) Ze kunnen weer een plek innemen onder zijn toegewijde aanbidders.
GEHOORZAAMHEID BESCHERMT JE
17, 18. (a) Wie waren de Rechabieten? (b) Waar staan ze om bekend, zoals op bladzijde 77 is afgebeeld?
17 Strikt gehoorzaam zijn aan Jehovah is de veilige handelwijze. We kunnen dat zien aan het voorbeeld van de Rechabieten in Jeremia’s tijd. Twee eeuwen eerder had hun Kenitische voorvader Jonadab, die loyaal de kant van Jehu koos, hun een aantal beperkende geboden opgelegd. Een daarvan was dat ze geen wijn mochten drinken. Jonadab leefde allang niet meer, maar de Rechabieten gehoorzaamden hem nog steeds. Als test nam Jeremia hen mee naar een eetvertrek in de tempel, zette hun wijn voor en drong er bij hen op aan te drinken. Ze zeiden tegen hem: „Wij zullen geen wijn drinken” (Jer. 35:1-10).
18 Voor de Rechabieten was het belangrijk hun voorvader, die lang geleden gestorven was, te gehoorzamen. Ware aanbidders moeten de geboden van de levende God met nog meer toewijding gehoorzamen. Het besluit van de Rechabieten om gehoorzaam te zijn, maakte indruk op Jehovah en vormde een schril contrast met de ongehoorzaamheid van de Joden. God beloofde de Rechabieten te beschermen tijdens de rampspoed die zou komen. Als we die les doortrekken, is het redelijk te verwachten dat personen die Jehovah strikt gehoorzamen, tijdens de grote verdrukking beschermd worden. (Lees Jeremia 35:19.)
Waarom is berouw van ernstige zonden een belangrijk aspect van gehoorzaamheid? Hoe helpt gehoorzaamheid iemand om te voorkomen dat hij berouw moet hebben?
ZIJ DIE JEHOVAH GEHOORZAMEN STAAN NIET ALLEEN
19. Welke bescherming kan God je geven als je hem gehoorzaamt?
19 We moeten niet denken dat Jehovah zijn aanbidders alleen in het verleden beschermde. Ook nu beschermt hij gehoorzame personen tegen geestelijke gevaren. Zoals een hoge muur steden in de oudheid tegen aanvallen beschermde, zo beschermen Gods wetten degenen die ze bestuderen en altijd toepassen. Zul je binnen de beschermende muur van Gods morele voorschriften blijven? Dan kun je er zeker van zijn dat het goed met je zal gaan (Jer. 7:23). Veel ervaringen zijn daar een bewijs van. (Zie het kader „Jehovah gehoorzamen is een bescherming”.)
20, 21. (a) Waar kun je zeker van zijn als je Jehovah dient? (b) Hoe reageerde Jojakim op Gods boodschap via Jeremia?
20 Tegenstanders maken het ons moeilijk God te dienen, of dat nu familieleden, collega’s, klasgenoten of overheidsfunctionarissen zijn. Maar als je Jehovah altijd strikt gehoorzaam bent, kun je er zeker van zijn dat hij je zelfs door de moeilijkste situaties heen zal helpen. Vergeet niet dat God beloofde Jeremia te steunen tijdens de hevige tegenstand waar hij mee te maken zou krijgen, en dat Hij dat ook gedaan heeft. (Lees Jeremia 1:17-19.) Een van de keren dat Gods steun duidelijk zichtbaar was, was in de dagen van koning Jojakim.
21 Er waren maar weinig heersers van Israël die Gods woordvoerders zo hevig tegenstonden als Jojakim. Dat blijkt uit het geval van de profeet Uria, een tijdgenoot van Jeremia. De goddeloze koning Jojakim liet hem zelfs tot over de grens achtervolgen. Toen Jehovah’s profeet Uria teruggehaald werd, liet de koning hem doden (Jer. 26:20-23). In het vierde jaar van Jojakims regering gebood Jehovah Jeremia alle woorden op te schrijven die hij tot op dat moment gesproken had en ze dan hardop in de tempel voor te lezen. Jojakim kreeg Jeremia’s boekrol in handen en liet die door een hofbeambte voorlezen. Terwijl het lezen vorderde, scheurde de koning steeds een stuk van het document af en gooide dat in het vuur, hoewel sommige vorsten hem dringend verzochten dat niet te doen. Toen stuurde hij mannen om Jeremia en Baruch in hechtenis te nemen. Wat gebeurde er? „Jehovah hield hen verborgen” (Jer. 36:1-6; lees Jeremia 36:21-26). Jehovah liet niet toe dat Jojakim deze twee getrouwe mannen iets aandeed.
22, 23. Wat kun je over Gods steun leren van de ervaring van een Getuige in Centraal-Azië?
22 Als Jehovah het nodig vindt, kan hij ook zijn hedendaagse aanbidders tegen gevaar beschermen. Maar vaker geeft hij hun de moed en wijsheid om hem te gehoorzamen en het goede nieuws te blijven prediken. Een alleenstaande moeder die we Gulistan zullen noemen, heeft vier kinderen. Jehovah heeft haar gesteund, want een tijdlang was ze de enige Getuige in een groot gebied van Centraal-Azië waar de overheid de Koninkrijksprediking tegenstaat. De dichtstbijzijnde gemeente is meer dan vierhonderd kilometer ver weg, dus Gulistan heeft bijna geen omgang met ervaren christenen. Ondanks tegenstand en andere problemen predikt ze van huis tot huis en vindt ze veel geïnteresseerden. Volgens een recent bericht leidt ze Bijbelstudies met wel twintig personen en zorgt ze voor een groeiende groep van Jehovah’s schapen.
23 Net zoals God Jeremia en Getuigen zoals Gulistan heeft geholpen, wil hij graag jou en zijn andere gehoorzame aanbidders helpen. Wees vastbesloten hem als Regeerder meer te gehoorzamen dan mensen. Dan zul je je er niet door tegenstand en andere belemmeringen van laten weerhouden om de enige ware God in het openbaar te loven tegenover de mensen in je gebied (Jer. 15:20, 21).
24. Welke voordelen heeft het nu voor je om gehoorzaam te zijn?
24 We kunnen geen echte vreugde en voldoening vinden als we onafhankelijk van onze Schepper leven (Jer. 10:23). Zie je, na deze studie van wat Jeremia over gehoorzaamheid schreef, manieren waarop je je schreden nog meer door Jehovah kunt laten richten? Zijn geboden vormen de enige gids voor het leven die tot volledig geluk en succes leidt. „Gehoorzaamt mijn stem”, dringt Jehovah aan, „opdat het u goed moge gaan” (Jer. 7:23).
Hoe kun je in je verhouding met God de lessen over gehoorzaamheid toepassen die in Jeremia te vinden zijn?
a Jehovah sprak hier tot het noordelijke koninkrijk Israël. De onderdanen van dat tienstammenrijk waren al zo’n honderd jaar in ballingschap toen Jeremia deze boodschap bracht. Hij erkende dat het volk tot in zijn tijd geen berouw had gehad (2 Kon. 17:16-18, 24, 34, 35). Maar afzonderlijke personen konden weer Gods goedkeuring krijgen en zelfs uit ballingschap terugkeren.