-
AmosInzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
Hij kwam uit de stad Tekoa, die zo’n 16 km ten Z van Jeruzalem op een hoogte van ongeveer 820 m lag. Naar het O, en aflopend naar de Dode Zee, die zo’n 1200 m lager lag, bevond zich de troosteloze wildernis van Juda, waar de profeet in zijn jonge jaren als eenvoudige schapenfokker werkte (Am 1:1). Het hier met „schapenfokkers” vertaalde Hebreeuwse woord no·qedhimʹ komt op slechts één andere plaats in de bijbel voor (2Kon 3:4) en is verwant aan naqqad, het Arabische woord voor een speciaal schaperas, dat weliswaar nogal lelijk is, maar om de vacht zeer gewaardeerd wordt.
-
-
AmosInzicht in de Schrift, Deel 1
-
-
Amos begon zijn loopbaan als profeet twee jaar vóór de grote aardbeving die zich tijdens de regering van koning Uzzia van Juda voordeed. Terzelfder tijd was Jerobeam II, de zoon van Joas, koning van Israël (Am 1:1). Amos’ profetie wordt daarom ergens tussen 829 en omstreeks 804 v.G.T. geplaatst, de 26-jarige periode waarin de regeringen van deze beide koningen van Juda en Israël elkaar overlapten. De grote aardbeving die zich twee jaar na Amos’ aanstelling als profeet voordeed, was zo hevig dat Zacharia er bijna 300 jaar later speciaal melding van maakte. — Za 14:5.
-