De dag die ’brandt als een oven’
„Ziet! de dag komt die brandt als de oven.” — MALEACHI 4:1.
1. Welke vragen rijzen er in verband met Maleachi 4:1?
GELUKKIG zijn in deze laatste dagen degenen wier naam Jehovah in zijn gedenkboek verkiest te schrijven. Maar wat zal er gebeuren met degenen die niet voor dat voorrecht in aanmerking komen? Of het nu heersers of eenvoudig gewone mensen zijn, hoe zal het hun vergaan als zij de verkondigers van Gods koninkrijk en hun boodschap met minachting bejegenen? Maleachi spreekt over een dag van afrekening. In hoofdstuk 4 vers 1 lezen wij: „’Want ziet! de dag komt die brandt als de oven, en alle overmoedigen en al degenen die goddeloosheid bedrijven, moeten als stoppels worden. En de dag die komt, zal hen stellig verslinden,’ heeft Jehovah der legerscharen gezegd, ’zodat die hun wortel noch tak zal overlaten.’”
2. Welke levendige beschrijving van Jehovah’s oordeel wordt door Ezechiël gegeven?
2 Ook andere profeten vergelijken Jehovah’s oordeel over de natiën met de verzengende hitte van een oven. Hoe treffend is Ezechiël 22:19-22 van toepassing op Gods oordeel over de sekten van de afvallige christenheid! Daar staat: „Dit heeft de Soevereine Heer Jehovah gezegd: ’Omdat gij allen als veel schuimslakken zijt geworden, daarom, ziet, breng ik u . . . bijeen. Zoals bij het bijeenbrengen van zilver en koper en ijzer en lood en tin midden in een smeltoven, ten einde er met vuur op te blazen om het te doen smelten, zo zal ik hen bijeenbrengen in mijn toorn en in mijn woede, en ik zal stellig blazen en ulieden doen smelten. En ik wil u bijeenbrengen en op u blazen met het vuur van mijn verbolgenheid, en gij moet in haar midden gesmolten worden. Zoals bij het smelten van zilver midden in een smeltoven, zo zult gijlieden in haar midden gesmolten worden; en gij zult moeten weten dat ikzelf, Jehovah, mijn woede over u heb uitgestort.’”
3, 4. (a) Welke huichelachtige bewering wordt door de geestelijken gedaan? (b) Welk afschuwelijke bericht heeft de religie opgebouwd?
3 Wat een krachtige illustratie! De geestelijken, die excuses hebben verzonnen om Jehovah’s naam niet te gebruiken en die heilige naam zelfs lasteren, zullen die dag van afrekening onder de ogen moeten zien. Aanmatigend beweren zij dat zij en hun politieke bondgenoten het koninkrijk Gods op aarde zullen vestigen, of althans de aarde tot een geschikte plaats voor het Koninkrijk zullen maken.
4 De afvallige christenheid heeft zich bij politieke heersers aangesloten om verschrikkelijke oorlogen te voeren. De geschiedenis verhaalt van de kruistochten uit de middeleeuwen, de gedwongen bekeringen door de Spaanse inquisitie, de Dertigjarige Oorlog, die in de zeventiende eeuw op grote schaal slachtingen in Europa aanrichtte, en de Spaanse Burgeroorlog uit de jaren dertig, die werd gestreden om de positie van de Katholieke Kerk in Spanje te verstevigen. Het grootste bloedvergieten kwam met de twee wereldoorlogen van onze eeuw, toen katholieken en protestanten zich in een steeds meer landen omvattende strijd stortten en daarbij zonder onderscheid gelovigen van hun eigen religie alsook van andere religies afslachtten. Meer recent hebben er bloeddorstige gevechten plaatsgevonden tussen katholieken en protestanten in Ierland, tussen religieuze partijen in India en tussen de religieuze groeperingen van het voormalige Joegoslavië. De bladzijden van de religieuze geschiedenis zijn bovendien met bloed besmeurd door het martelaarschap van duizenden getrouwe getuigen van Jehovah. — Openbaring 6:9, 10.
5. Welk oordeel wacht de valse religie?
5 Wij kunnen gemakkelijk begrijpen dat Jehovah’s naderbij komende terechtstelling van Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, te zamen met de ondersteuners ervan, gerechtvaardigd is. Deze terechtstelling wordt beschreven in Openbaring 18:21, 24: „Een sterke engel hief een steen op gelijk een grote molensteen en slingerde hem in de zee en zei: ’Zo zal Babylon, de grote stad, met een snelle worp worden neergeslingerd, en ze zal nooit meer gevonden worden. Ja, in haar werd het bloed gevonden van profeten en van heiligen en van allen die op de aarde geslacht zijn.’”
6. (a) Wie moeten als stoppels worden, en waarom? (b) Welke verzekering ontvangen degenen die Jehovah vrezen?
6 Mettertijd moeten alle vijanden van rechtvaardigheid samen met hun aanhangers „als stoppels worden”. Jehovah’s dag zal te midden van hen branden als een oven. Er zal hun ’wortel noch tak worden overgelaten’. Op die dag van afrekening zal met jonge kinderen — ofte wel takken — in overeenstemming met de gerechtigheid worden gehandeld op grond van de wijze waarop Jehovah hun wortels — hun ouders — beoordeelt, die het toezicht over deze kinderen hebben. Goddeloze ouders zullen geen nageslacht hebben dat hun goddeloze wegen in stand kan houden. Maar zij die geloof oefenen in Gods Koninkrijksbeloften zullen niet geschokt worden. Hebreeën 12:28, 29 bevat dan ook de aansporing: „Laten wij . . . onverdiende goedheid blijven hebben, waardoor wij heilige dienst voor God kunnen verrichten op een hem welgevallige wijze, met godvruchtige vrees en ontzag. Want onze God is ook een verterend vuur.”
Is Jehovah een wrede God?
7. Hoe speelt Jehovah’s liefde mee in zijn oordeel?
7 Betekent dit dat Jehovah een wrede, wraakzuchtige God is? Verre van dat! In 1 Johannes 4:8 vermeldt de apostel een grondwaarheid: „God is liefde.” Vervolgens brengt hij dit in vers 16 nog krachtiger onder woorden door te zeggen: „God is liefde, en wie in de liefde blijft, blijft in eendracht met God en God blijft in eendracht met hem.” Juist wegens zijn liefde voor de mensheid is Jehovah voornemens deze aarde van alle goddeloosheid te reinigen. Onze liefdevolle, barmhartige God verklaart: „Zo waar ik leef, . . . ik heb geen behagen in de dood van de goddeloze, maar daarin dat een goddeloze zich afkeert van zijn weg en werkelijk blijft leven. Keert u af, keert u af van uw slechte wegen, want waarom zoudt gij sterven?” — Ezechiël 33:11.
8. Hoe beklemtoonde Johannes liefde, maar gaf hij er ook blijk van een Zoon van de donder te zijn?
8 Johannes spreekt vaker dan de drie andere evangelieschrijvers te zamen over aʹga·pe, op beginselen gebaseerde liefde, maar toch wordt Johannes zelf in Markus 3:17 een ’Zoon van de donder’ genoemd. Onder inspiratie van Jehovah schreef deze Zoon van de donder de apocalyptische boodschappen in het laatste boek van de bijbel, de Openbaring, waarin Jehovah wordt afgeschilderd als de God die gerechtigheid oefent. Dit boek staat vol uitdrukkingen die betrekking hebben op een oordeel, zoals „de grote wijnpers van de toorn van God”, „de zeven schalen van de toorn van God” en de „gramschap van God de Almachtige”. — Openbaring 14:19; 16:1; 19:15.
9. Hoe sprak Jezus over Jehovah’s oordelen, en hoe werden zijn profetieën vervuld?
9 Onze Heer Jezus Christus, die „het beeld van de onzichtbare God” is, maakte toen hij op aarde was vrijmoedig Jehovah’s oordelen bekend (Kolossenzen 1:15). Daar zijn bijvoorbeeld de zeven weeën uit Mattheüs hoofdstuk 23, die hij onomwonden tegen de religieuze huichelaars van zijn dagen uitsprak. Hij besloot die veroordeling met de woorden: „Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en de tot u uitgezondenen stenigt — hoe dikwijls heb ik uw kinderen willen vergaderen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert! Maar gij hebt het niet gewild. Ziet! Uw huis wordt u verlaten achtergelaten.” Zevenendertig jaar later werd het oordeel voltrokken door het Romeinse leger onder generaal Titus. Het was een vrees inboezemende dag, een profetische afschaduwing van wat de meest vrees inboezemende dag in de hele menselijke geschiedenis zal blijken te zijn — Jehovah’s dag, die binnenkort zal losbarsten.
„De zon” gaat schijnen
10. Hoe verschaft „de zon der rechtvaardigheid” Gods volk vreugde?
10 Jehovah maakt bekend dat er overlevenden van zijn dag zullen zijn. Hij spreekt over hen in Maleachi 4:2, waar hij zegt: „Voor u die mijn naam vreest, zal stellig de zon der rechtvaardigheid gaan schijnen, met genezing in haar vleugelen.” Die zon der rechtvaardigheid is niemand anders dan Jezus Christus zelf. Hij is het geestelijke „licht der wereld” (Johannes 8:12). Hoe gaat hij schijnen? Hij staat op met genezing in zijn vleugels — eerst geestelijke gezondmaking, die wij nu al kunnen ervaren, en dan, in de toekomstige nieuwe wereld, fysieke genezing van mensen uit alle natiën (Mattheüs 4:23; Openbaring 22:1, 2). Figuurlijk gesproken zullen degenen die genezen zijn, zoals Maleachi zei, „uitgaan en de grond omwoelen als mestkalveren” die zojuist uit de stal zijn losgelaten. Wat een vreugde zal ook de herrezen doden ten deel vallen, die worden opgewekt met het vooruitzicht tot menselijke volmaaktheid te geraken!
11, 12. (a) Welke afloop wacht de goddelozen? (b) Hoe ’vertreedt Gods volk de goddelozen’?
11 Hoe staat het echter met de goddelozen? In Maleachi 4:3 lezen wij: „’Gijlieden zult stellig de goddelozen vertreden, want zij zullen als stof onder uw voetzolen worden op de dag waarop ik handelend optreed’, heeft Jehovah der legerscharen gezegd.” Terwijl onze Krijgsman-God degenen die hem liefhebben behoedt, zal hij de aarde hebben schoongeveegd van die tirannieke vijanden door hen te vernietigen. Satan en zijn demonen zullen opgesloten zijn. — Psalm 145:20; Openbaring 20:1-3.
12 Gods volk heeft geen aandeel aan de vernietiging van de goddelozen. Hoe ’vertreden zij de goddelozen’ dan? Zij doen dit in figuurlijke zin door deel te nemen aan een groots overwinningsfeest. Exodus 15:1-21 beschrijft zo’n feestviering. Deze volgde op de vernietiging van Farao en zijn legermacht in de Rode Zee. Als een vervulling van Jesaja 25:3-9 zal de verwijdering „der tirannieken” worden gevolgd door een overwinningsfeestmaal dat gekoppeld wordt aan Gods belofte: „Hij zal werkelijk de dood voor eeuwig verzwelgen, en de Soevereine Heer Jehovah zal stellig de tranen van alle aangezichten wissen. En de smaad van zijn volk zal hij van de gehele aarde wegnemen, want Jehovah zelf heeft het gesproken. En op die dag zal men stellig zeggen: ’Zie! Dit is onze God. . . . Dit is Jehovah. Wij hebben op hem gehoopt. Laten wij blij zijn en ons verheugen in de redding door hem.’” Deze vreugde spruit niet voort uit wraakzucht of leedvermaak, maar is een uitbundige verheuging omdat wij zien dat Jehovah’s naam is geheiligd en de aarde is gereinigd voor vreedzame bewoning door een verenigde mensheid.
Een groots onderwijzingsprogramma
13. Welk onderwijs zal in de „nieuwe aarde” plaatsvinden?
13 In Maleachi 4:4 kregen de joden de aansporing: „Gedenkt de wet van . . . Mozes.” Zo moeten wij in deze tijd „de wet van de Christus” volgen, zoals in Galaten 6:2 wordt vermeld. Overlevenden van Armageddon zullen ongetwijfeld verdere hierop gebaseerde instructies ontvangen, en het kan heel goed zijn dat die geschreven staan in „de boekrollen” uit Openbaring 20:12, die ten tijde van de opstanding geopend zullen worden. Wat een luisterrijke dag zal dat zijn wanneer degenen die uit de doden zijn opgewekt, onderwezen worden om de levensstijl van de „nieuwe aarde” te volgen! — Openbaring 21:1.
14, 15. (a) Hoe wordt de hedendaagse Elia geïdentificeerd? (b) Van welke verantwoordelijkheid kwijt de Eliaklasse zich?
14 Dat zal een uitbreiding zijn van het onderwijzingswerk waarover Jehovah sprak en dat opgetekend staat in Maleachi 4:5: „Ziet! Ik zend ulieden de profeet Elia vóór de komst van de grote en vrees inboezemende dag van Jehovah.” Wie is die hedendaagse Elia? Zoals in Mattheüs 16:27, 28 wordt getoond, sprak Jezus over zijn ’komst in zijn koninkrijk’ en zei: „De Zoon des mensen zal stellig komen in de heerlijkheid van zijn Vader met zijn engelen, en dan zal hij een ieder vergelden naar zijn gedrag.” Zes dagen later, toen hij zich met Petrus, Jakobus en Johannes op een berg bevond, „onderging [hij] voor hun ogen een transfiguratie en zijn aangezicht straalde als de zon en zijn bovenklederen werden glanzend als het licht”. Was hij in dit visioen alleen? Nee, want „zie! daar verschenen aan hen Mozes en Elia, die met hem in gesprek waren”. — Mattheüs 17:2, 3.
15 Wat zou dit kunnen betekenen? Het visioen vestigde de aandacht op Jezus, de voorzegde Grotere Mozes, ten tijde van zijn komst tot het oordeel (Deuteronomium 18:18, 19; Handelingen 3:19-23). Hij zou dan verbonden zijn met een hedendaagse Elia teneinde een uitermate belangrijk werk te verrichten, namelijk de prediking van dit goede nieuws van het Koninkrijk op de gehele aarde voordat de grote en vrees inboezemende dag van Jehovah toeslaat. In Maleachi 4:6, waar het werk van deze „Elia” wordt beschreven, staat: „Hij moet het hart van vaders tot zonen terugbrengen, en het hart van zonen tot vaders; opdat ik niet kom en de aarde werkelijk sla door haar aan de vernietiging prijs te geven.” Deze „Elia” wordt derhalve geïdentificeerd als de getrouwe en beleidvolle slaafklasse van gezalfde christenen op aarde, aan wie de Meester, Jezus, al Zijn bezittingen heeft toevertrouwd. Hiertoe behoort onder meer dat zij het huisgezin des geloofs „te rechter tijd” van het benodigde geestelijke „voedsel” voorzien. — Mattheüs 24:45, 46.
16. Welke vreugdevolle resultaten heeft het werk van de Eliaklasse afgeworpen?
16 In deze tijd kunnen wij wereldwijd de vreugdevolle resultaten van dat voedingsprogramma zien. Het tijdschrift De Wachttoren, met een oplage van 16.100.000 per uitgave in 120 talen — van welk aantal er 97 simultaan worden uitgegeven — overspoelt de aarde met „dit goede nieuws van het koninkrijk” (Mattheüs 24:14). Andere publikaties in vele talen worden gebruikt bij verschillende facetten van het predikings- en onderwijzingswerk dat door Jehovah’s Getuigen wordt verricht. De Eliaklasse, de getrouwe en beleidvolle slaaf, legt zich erop toe om allen „die zich bewust zijn van hun geestelijke nood” rijkelijk van voedsel te voorzien (Mattheüs 5:3). Bovendien worden degenen die deze Koninkrijkshoop aanvaarden en dienovereenkomstig handelen, in een schitterende wereldomvattende eenheid bijeengebracht. Ze omvat de grote schare „uit alle natiën en stammen en volken en talen” (Openbaring 7:9). Wanneer dit werk is verricht in de mate die Jehovah verlangt, zal het einde komen doordat zijn grote en vrees inboezemende dag aanbreekt.
17. Wanneer zal Jehovah’s vrees inboezemende dag losbarsten?
17 Wanneer precies zal die vrees inboezemende dag losbarsten? De apostel Paulus antwoordt: „Jehovah’s dag [komt] precies zo . . . als een dief in de nacht. Wanneer zij [misschien op een opmerkelijke manier] zeggen: ’Vrede en zekerheid!’, dan zal een plotselinge vernietiging ogenblikkelijk over hen komen zoals het barenswee over een zwangere vrouw, en zij zullen geenszins ontkomen.” — 1 Thessalonicenzen 5:2, 3.
18, 19. (a) Hoe wordt er „vrede en zekerheid” geroepen? (b) Wanneer zal Jehovah’s volk verlichting vinden?
18 Wie zijn de in deze profetie genoemde „zij”? Dit zijn de politieke leiders die beweren dat zij uit de versplinterde elementen van deze gewelddadige wereld een eensgezinde nieuwe ordening kunnen scheppen. Hun grandioze voortbrengselen, de Volkenbond en de Verenigde Naties, zijn hierin niet geslaagd. In overeenstemming met wat Jehovah’s profeet voorzegd heeft, zeggen zij nu reeds: „’Er is vrede! Er is vrede!’ terwijl er geen vrede is.” — Jeremia 6:14; 8:11; 14:13-16.
19 Ondertussen verduurt Jehovah’s volk de druk en de vervolging van deze goddeloze wereld. Maar binnenkort zullen zij, zoals in 2 Thessalonicenzen 1:7, 8 staat, verlichting vinden „bij de openbaring van de Heer Jezus vanuit de hemel met zijn krachtige engelen, in een vlammend vuur, wanneer hij wraak oefent over hen die God niet kennen en over hen die het goede nieuws omtrent onze Heer Jezus niet gehoorzamen”.
20. (a) Wat wordt door Zefanja en Habakuk geprofeteerd over de dag die ’brandt als een oven’? (b) Welke raad en aanmoediging verschaffen deze profetieën?
20 Hoe spoedig zal dat gebeuren? Velen van ons wachten al heel lang. Intussen reageren grote aantallen zachtmoedigen die het einde zullen overleven, op de oproep die in Zefanja 2:2, 3 staat: „Zoekt Jehovah . . . Zoekt rechtvaardigheid, zoekt zachtmoedigheid. Wellicht zult gij verborgen worden op de dag van Jehovah’s toorn.” Vervolgens bevat Zefanja 3:8 de aansporing: „’Daarom, blijft mij verwachten,’ is de uitspraak van Jehovah, ’tot de dag dat ik opsta tot de buit, want mijn rechterlijke beslissing is, natiën te vergaderen, dat ik koninkrijken bijeenbreng, ten einde mijn openlijke veroordeling erover uit te storten, heel mijn brandende toorn; want door het vuur van mijn ijver zal heel de aarde verslonden worden.’” Het einde is nabij! Jehovah kent de dag en het uur, en hij zal zijn tijdschema niet veranderen. Laten wij geduldig volharden. „Want het visioen is nog voor de bestemde tijd, en het blijft voorthijgen naar het einde, en het zal geen leugen vertellen. Zelfs al zou het op zich laten wachten, blijf er vol verwachting naar uitzien; want het zal zonder mankeren uitkomen. Het zal niet te laat komen” (Habakuk 2:3). Jehovah’s vrees inboezemende dag komt met rasse schreden dichterbij. En denk eraan: Die dag zal niet te laat komen!
Bij wijze van herhaling
◻ Hoe zal het heersers en het gewone volk op Jehovah’s vrees inboezemende dag vergaan?
◻ Wat voor God is Jehovah?
◻ Welk onderwijs wordt voor Gods volk beschreven?
◻ Hoe vermanen Gods profeten ons met het oog op de nabijheid van het einde?
[Illustratie op blz. 21]
Tijdens de Spaanse inquisitie werden velen gedwongen tot het katholicisme over te gaan
[Verantwoording]
The Complete Encyclopedia of Illustration/J. G. Heck