Kunt u zich dit herinneren?
Vond u de recente uitgaven van De Wachttoren van praktische waarde voor u? Waarom zou u dan aan de hand van de volgende vragen uw geheugen niet eens toetsen?
▫ Als er immorele gedachten in ons opwellen, wat dienen wij dan te doen?
Wij dienen onze geest op iets anders te richten, te gaan wandelen, iets te gaan lezen of een of ander huishoudelijk karweitje ter hand te nemen. Ook gebed is in zo’n situatie een krachtig hulpmiddel (Psalm 62:8). — 15/4, blz. 17.
▫ Waarom moeten jongeren voorzichtig zijn in verband met de soort muziek waarnaar zij luisteren?
Muziek kan opzwepen, in vervoering brengen en invloed uitoefenen. Aangezien veel populaire muziek een verrassend aantal seksuele ondertonen en bedekte toespelingen op immoraliteit bevat, is het gemakkelijk te begrijpen dat er grote voorzichtigheid moet worden betracht bij het kiezen van platen, cassettebandjes en cd’s. — 15/4, blz. 20, 21.
▫ Wat wordt bedoeld met de uitdrukking „de tegenwoordigheid van onze Heer Jezus Christus”? (1 Thessalonicenzen 5:23)
Deze uitdrukking heeft betrekking op de onzichtbare tegenwoordigheid van de Heer Jezus Christus als Koning, sinds 1914, nadat hij in de hemel op de troon was geplaatst (Psalm 110:1, 2). — 1/5, blz. 11.
▫ Welk doel werd gediend doordat Jehovah zijn geestelijke tempel reinigde? (Maleachi 3:1-4)
Jehovah wilde dat zijn tempel zich in een reine toestand zou bevinden, zodat wanneer grote aantallen aanbidders die een aardse hoop koesterden werden binnengebracht, zij een plaats zouden vinden waar zijn universele soevereiniteit wordt gerespecteerd, waar zijn goddelijke naam wordt geheiligd en waar zijn rechtvaardige wetten worden gehoorzaamd. — 1/5, blz. 16.
▫ Wat zijn de „bezittingen” die Christus Jezus aan zijn aangestelde slaaf geeft? (Mattheüs 24:45-47)
Dit zijn alle geestelijke bezittingen op aarde die in verband met Christus’ autoriteit als hemelse Koning zijn eigendom zijn geworden. Hiertoe zou de opdracht behoren om mensen uit alle natiën tot discipelen van Christus te maken (Mattheüs 28:19, 20). — 1/5, blz. 17.
▫ Hoe tonen christelijke ouderlingen ’gewilligheid’ bij het weiden van de kudde, waar Petrus in 1 Petrus 5:2 op aandrong?
Een christelijke ouderling die zorg heeft voor de schapen, zal ze gewillig weiden, uit eigen vrije wil, onder de leiding van de Voortreffelijke Herder, Jezus Christus. Gewillig dienen betekent ook dat een christelijke herder zich onderwerpt aan de autoriteit van Jehovah en respect voor de theocratische regeling aan de dag legt. — 15/5, blz. 20.
▫ Wat bedoelde Jezus toen hij zei dat iemand die hem volgt, ’zichzelf moet verloochenen’? (Mattheüs 16:24)
’Uzelf verloochenen’ betekent dat u het eigendomsrecht inzake uzelf aan Jehovah afstaat (1 Korinthiërs 6:19, 20). Het betekent dat u niet leeft om uzelf te behagen maar om God te behagen (Romeinen 14:8). — 1/6, blz. 9.
▫ Wat heeft iemand nodig om gelukkig te zijn?
Een voortreffelijke verhouding met Jehovah hebben en druk bezig blijven in zijn dienst brengt waar geluk in iemands leven. — 1/6, blz. 22.
▫ Waarom stond Jehovah Abraham toe zo vrijuit met hem te spreken over Zijn voornemen Sodom te vernietigen? (Genesis 18:22-32)
Eén reden was dat Abraham Gods vriend was (Jakobus 2:23). Bovendien bespeurde Jehovah Abrahams gevoelens van ongerustheid. God wist dat Abrahams neef Lot in Sodom woonde en dat Abraham zich zeer bezorgd maakte om Lots veiligheid. Om die redenen was Jehovah bereid Abrahams vragen over Zijn voornemen om Sodom te vernietigen, te beantwoorden. — 15/6, blz. 16.
▫ Betekende de protestantse Reformatie van de zestiende eeuw een terugkeer tot het ware christendom?
Nee, beslist niet! In plaats van een terugkeer tot het ware christendom tot stand te brengen, bracht de Reformatie grote aantallen nationale of regionale kerken voort die in de gunst probeerden te komen bij de politieke staten en ze actief in hun oorlogen ondersteunden. — 1/7, blz. 10, 11.
▫ Wat zijn de „schatten in de hemel” waar Jezus in Mattheüs 6:20 over sprak?
Dit zijn schatten die nooit verdwijnen, onder andere een goede naam bij Jehovah en een bericht van getrouwe christelijke dienst. Dit zijn enkele van de dingen die Jehovah nooit vergeet (Hebreeën 6:10). — 1/7, blz. 32.
▫ Welke hoedanigheden noemde Petrus als noodzakelijke elementen voor ons geloof? (2 Petrus 1:5-7)
Petrus zei dat deugd, kennis, zelfbeheersing, volharding, godvruchtige toewijding, broederlijke genegenheid en liefde aan ons geloof toegevoegd moeten worden. — 15/7, blz. 13.
▫ Welke waarschuwing voor Gods dienstknechten ligt opgesloten in het verslag van Davids zonde met Bathseba? (2 Samuël 11:2-4)
Hoewel David genot kon vinden in zijn eigen huwelijk, liet hij een ongeoorloofde seksuele begeerte tot ontwikkeling komen. Toen hij opmerkte hoe aantrekkelijk Uria’s vrouw was, liet hij de vrije loop aan de gedachte — en de daad — om ongeoorloofd genot met haar te hebben. Hetzelfde kan met elk van Gods dienstknechten gebeuren als hij deze vorm van hebzucht niet vermijdt (Jakobus 1:14, 15). — 1/8, blz. 14.