’Gedraag u op een wijze die het goede nieuws waardig is’
„Alleen, gedraagt u op een wijze die het goede nieuws over de Christus waardig is.” — FILIPPENZEN 1:27.
1. Welke gunstige commentaren werden door een recent voorval in New York aan de burgemeester van de stad ontlokt? (Romeinen 13:3)
„MEER dan 1000 Getuigen” kwamen op 29 september 1988 naar de City Hall in Lower Manhattan, berichtte The New York Times. Zij kwamen ter ondersteuning van een ingediend bouwplan dat door het stadsbestuur in een hoorzitting beschouwd zou worden. Hoewel het voorstel om toestemming te geven voor het oprichten van een nieuw woongebouw in de directe omgeving van het internationale hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen werd afgewezen, „prees [de burgemeester] de Getuigen als ’buitengewoon nette mensen’ en zei hij dat zij ’werkelijk te bewonderen waren’.”
2. In welk opzicht zijn de manieren van de Getuigen anders, en waarom?
2 Wat kan er, normaalgesproken, verwacht worden wanneer meer dan duizend mensen bijeenkomen ter ondersteuning van een impopulaire zaak? Geduw, geschreeuw, zelfs krachtsvertoon en geweld zijn niet ongewoon. Waarom zijn de Getuigen anders? Omdat zij beseffen dat hun gedrag altijd een weerspiegeling is van hun geloof. Zij houden heel goed de schriftuurlijke raad in gedachte: „Bewaart een voortreffelijk gedrag onder de natiën, opdat zij in datgene waarin zij ten nadele van u spreken als over boosdoeners, ten gevolge van uw voortreffelijke werken, waarvan zij ooggetuigen zijn, God mogen verheerlijken op zijn inspectiedag.” — 1 Petrus 2:12.
Voortreffelijke manieren verheerlijken Jehovah
3. Welke rol spelen onze manieren in het eren van Jehovah?
3 Jehovah God door voortreffelijk gedrag verheerlijken, behoort duidelijk tot onze christelijke verantwoordelijkheid (Matthéüs 5:16). Voortreffelijk gedrag omvat vanzelfsprekend vele dingen — bijvoorbeeld eerlijkheid, ijver en een goede moraal. Deze eigenschappen worden gewoonlijk echter alleen gewaardeerd door degenen die ons goed kennen of degenen met wie wij geregeld omgaan, zoals onze vrienden, familieleden, werkgevers, collega’s en leerkrachten. Wat valt er te zeggen over de grote meerderheid der mensen met wie wij slechts oppervlakkig contact hebben? Hier komt het vooral op onze manieren aan. Want zoals een leuke verpakking de aantrekkingskracht van een waardevolle gift verhoogt, zo zorgen goede manieren ervoor dat wat wij hebben aan te bieden, de mensen meer aanspreekt. Welke andere voortreffelijke christelijke hoedanigheden wij ook mogen bezitten of hoe bewonderenswaardig onze bedoelingen ook mogen zijn, er zal niet veel goeds door tot stand worden gebracht als onze manieren slecht zijn. Hoe kan Jehovah dus door onze manieren worden verheerlijkt?
4. Op welke levensterreinen dienen wij aandacht te schenken aan onze manieren?
4 „Alleen, gedraagt u op een wijze die het goede nieuws over de Christus waardig is”, zegt Paulus (Filippenzen 1:27). Dit heeft vanzelfsprekend met onze openbare bediening te maken. Maar onze manieren en gedragingen op de plaats waar wij aanbidden, in onze buurt, op ons werk, op school, ja, in elk aspect van ons leven, houden eveneens rechtstreeks verband met de doeltreffendheid van onze bediening. „In geen enkel opzicht geven wij enige aanleiding tot struikelen, opdat er geen aanmerkingen op onze bediening gemaakt kunnen worden”, schrijft Paulus (2 Korinthiërs 6:3). Hoe kunnen wij ons ervan vergewissen dat wij die raad toepassen? Wat kunnen wij doen om elkaar, en vooral de jongeren onder ons, te helpen altijd christelijke manieren tentoon te spreiden?
In de Koninkrijkszaal
5. Wat dienen wij te beseffen wanneer wij in de Koninkrijkszaal zijn?
5 De Koninkrijkszaal is de plaats waar wij voor onze aanbidding bijeenkomen. Wij zijn daar op uitnodiging van Jehovah en zijn Zoon, Jezus Christus. In dat opzicht zijn wij gasten in Jehovah’s huis (Psalm 15:1; Matthéüs 18:20). Gedraagt u zich als een goede gast in de Koninkrijkszaal? Hiertoe moeten wij niet alleen ten aanzien van de gastheer, maar ook ten aanzien van de andere gasten van gepaste consideratie en achting blijk geven. Wat is daarbij betrokken?
6. (a) Waarin schieten wij te kort als wij constant te laat op de vergaderingen komen? (b) Wat kan er worden gedaan om het probleem te overwinnen?
6 Om te beginnen is er de kwestie van op tijd komen. Wij geven toe dat dit niet altijd gemakkelijk is. Sommigen wonen veraf; anderen moeten zorgen dat hun gezin, de kleine kinderen inbegrepen, op tijd klaar is. De moeite die zij doen om geregeld naar de christelijke vergaderingen te komen, is werkelijk prijzenswaardig. Er is echter opgemerkt dat sommigen in de gewoonte zijn vervallen te laat op de vergaderingen te komen. Wat kunnen zij doen om hierin verbetering te brengen? Eerst moet beseft worden dat het feit dat iemand gewoonlijk te laat op christelijke vergaderingen komt, niet altijd een weerspiegeling is van gebrek aan waardering voor de waarde van vergaderingen. Sommigen die vaak te laat komen, schijnen wanneer zij er eenmaal zijn, net zo van de vergaderingen te genieten als ieder ander. Het probleem kan veeleer schuilen in een slechte planning en gebrek aan consideratie voor medechristenen. Een van de redenen waarom wij vermaand worden ’het onderling vergaderen niet na te laten’, is dat wij ’op elkaar kunnen letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen’ (Hebreeën 10:24, 25). Dit gaat niet al te best als wij telkens weer te laat komen en daardoor een afleidende of storende factor vormen. Om niet te laat te komen, zo raden deskundigen op dit gebied aan, moeten wij ons ten doel stellen ruim op tijd te arriveren in plaats van net op het nippertje te komen. Zou u deze suggestie moeten opvolgen?
7. Leg uit wat aandachtig luisteren tijdens vergaderingen met goede manieren te maken heeft.
7 Goede manieren vereisen dat wij aandachtig luisteren naar mensen die tot ons spreken (Spreuken 4:1, 20). Dit geldt ook voor christelijke vergaderingen, waar dienaren van God het woord voeren om tot opbouw van ons de een of andere geestelijke gave mee te delen. Het zou werkelijk van zeer slechte manieren onzerzijds getuigen als wij zouden indutten, herhaaldelijk tegen degene die naast ons zit fluisteren, op kauwgom of snoep kauwen, andere lectuur lezen of ons tijdens de vergadering met andere zaken bezighouden. De jonge Elíhu bleef tijdens de lange toespraken van Job en de drie metgezellen niet alleen geduldig zitten, maar „bleef [ook] het oor lenen” aan wat zij zeiden en ’hield zijn aandacht op hen gericht’ (Job 32:11, 12). Goede christelijke manieren zullen ons ertoe bewegen het juiste respect voor de spreker en zijn op de bijbel gebaseerde boodschap te tonen door met onverdeelde aandacht naar hem te luisteren en hem aldus aan te moedigen.
8. Hoe geven wij er blijk van dat ook wij discipelen van Jezus Christus zijn?
8 Christelijke manieren houden ook in dat wij voor en na de vergaderingen actieve belangstelling tonen voor anderen die in de Koninkrijkszaal aanwezig zijn. Paulus merkte op dat gezalfde leden van de christelijke gemeente „geen vreemden en inwonende vreemdelingen meer [zijn], maar . . . leden van het huisgezin van God” (Efeziërs 2:19). Behandelt u uw mede-Getuigen als vreemden en vreemdelingen of als leden van hetzelfde huisgezin? Een vriendschappelijke begroeting, een hartelijke handdruk, een vriendelijke glimlach — het zijn wellicht allemaal kleine dingen, maar ze vormen een deel van het bewijs dat ook wij discipelen van Jezus Christus zijn. Als wij zulke dingen doen ten aanzien van vreemden die wij ontmoeten, dienen wij dan niet „vooral” zo te handelen „jegens hen die aan ons verwant zijn in het geloof”? — Galaten 6:10.
9. Hoe kan kinderen geleerd worden belangstelling aan de dag te leggen voor anderen behalve hun leeftijdgenoten?
9 Kan kinderen geleerd worden dit soort belangstelling aan de dag te leggen voor anderen behalve hun leeftijdgenoten? Het kan zijn dat sommige volwassenen menen dat kinderen nadat zij op vergaderingen een uur of twee hebben zitten luisteren, met hun vriendjes en vriendinnetjes moeten gaan spelen. Maar de Koninkrijkszaal is geen speelplaats (Prediker 3:1, 17). Toen aan een 4 1/2-jarig jongetje door zijn onderwijzeres werd gevraagd hoeveel broertjes en zusjes hij had, antwoordde hij: „Er zijn er zo veel dat ik ze niet allemaal kan tellen.” Toen zijn ouders later vroegen wat hij bedoeld had, legde de jongen uit: „Ik weet niet hoeveel broeders en zusters ik heb. Als ik naar de Koninkrijkszaal ga, zijn er zo veel.” Voor hem waren alle aanwezigen zijn broeders en zusters.
Tijdens onze openbare bediening
10. Welke door Jezus gegeven instructie kan ons helpen ons tijdens onze bediening ’te gedragen op een wijze die het goede nieuws waardig is’?
10 ’Ons gedragen op een wijze die het goede nieuws waardig is’, hangt vanzelfsprekend ook samen met onze openbare bediening. Wij moeten in gedachte houden dat wij een vredige boodschap hebben, en dit dient in onze manieren tot uiting te komen (Efeziërs 6:15). De instructie die Jezus gaf, luidt: „Wanneer gij het huis binnengaat, groet dan het huisgezin; en indien het huis het waard is, zo kome de vrede die gij het toewenst daarover.” Door hartelijk, vriendelijk en respectvol te zijn, laten wij de huisbewoner weten dat wij zijn beste belangen op het oog hebben. Af en toe kan het echter gebeuren dat de persoon die wij aan de deur treffen onvriendelijk, ja, zelfs agressief is. Zullen wij ons hierdoor uit ons evenwicht laten brengen en ons net zo gaan gedragen? Merk op wat Jezus verder zei: „Maar indien [het huisgezin] het niet waard is, dan kere uw vrede tot u terug” (Matthéüs 10:12, 13). De manieren waarvan wij aan de deur blijk geven, behoren altijd van dien aard te zijn dat ze „de bediening van de verzoening” betamen. — 2 Korinthiërs 5:18.
11. Hoe is de wijze waarop wij ons kleden alsook onze persoonlijke verschijning van invloed op onze functie als dienaren van God?
11 Onze manieren geven ook in andere opzichten iets omtrent ons te kennen. Past onze persoonlijke verschijning bijvoorbeeld bij onze functie als een bedienaar van Gods Woord? Hoe staat het met de uitrusting die wij gebruiken — tas, bijbel en bijbelse lectuur? Een rubriekschrijver van een krant geeft zakenmensen dit advies: „Kleedt u als voor een zakelijke afspraak, niet alsof u naar een feestje, een informele bijeenkomst of een sportevenement gaat.” Waarom? Omdat uw kleding en persoonlijke verschijning „een boodschap overbrengen die mensen om u heen laat weten wie en wat u bent en waar u in de orde der dingen past”. Wanneer wij ons dus aan onze ’bedieningszaken’ wijden, dient onze kleding alsook onze persoonlijke verschijning niet onverzorgd of slonzig, noch opzichtig of buitensporig te zijn, maar altijd ’het goede nieuws waardig’. — Vergelijk 1 Timótheüs 2:9, 10.
12. Hoe kan er ten aanzien van de rechten en eigendommen van de huisbewoner blijk worden gegeven van goede manieren?
12 Hoewel wij ’altijd gereed moeten zijn’ om het goede nieuws „te verdedigen”, vereisen goede christelijke manieren dat wij dit doen „met zachtaardigheid en diepe achting” (1 Petrus 3:15). Dit houdt ook in dat wij de rechten en eigendommen van de huisbewoner respecteren. Regelen wij onze activiteit zo dat wij onze bezoeken op een redelijk tijdstip brengen? Zijn wij alert genoeg om op te merken of wij iemand bij de een of andere noodzakelijke taak of bezigheid storen? Maken wij overvloedig gebruik van uitdrukkingen als „Mag ik?”, „Alstublieft” en „Dank u”? Proberen wij de huisbewoner in het gesprek te betrekken of zijn wíj zowat de hele tijd aan het woord, uit vrees dat wij niet alles kunnen zeggen wat wij hebben voorbereid?
13. Illustreer hoe voortreffelijke manieren in de bediening vaak goede resultaten afwerpen.
13 Goede manieren, gepaard aan oprechte persoonlijke belangstelling, openen vaak de weg voor een voortreffelijk getuigenis. Dit is de reden waarom welgemanierde kinderen vaak de aandacht en belangstelling van huisbewoners weten te krijgen terwijl volwassenen hierin niet slagen. Een dertienjarige Getuige in Mexico ontmoette een jong meisje dat wilde studeren. Het meisje zei echter dat zij dit zou moeten doen buiten medeweten van haar vader. Maar de jonge verkondigster meende dat zij in dit geval, uit eerbied voor de vader, zelf om zijn toestemming zou moeten vragen. Zij bood dus aan met de vader te spreken en vertelde hem dat wat zij gingen bestuderen, heel belangrijk was. Aangezien hij zag hoe serieus de jonge zuster was en hij het waardeerde dat zij hem rechtstreeks had benaderd, zei hij: „Als datgene wat jullie gaan bestuderen zo belangrijk is, moet mijn hele gezin studeren.” Het resultaat was dat deze dertienjarige een bijbelstudie begon met het hele gezin, met inbegrip van een getrouwde zoon en zijn vrouw en andere volwassen kinderen.
Goede manieren beginnen thuis
14. Waar beginnen goede manieren, en welke factor speelt een belangrijke rol?
14 De goede manieren van jonge Getuigen zijn vaak een voortreffelijk getuigenis van de opleiding die zij klaarblijkelijk thuis ontvangen. Ja, onze manieren weerspiegelen onze levenswijze. Daarom moeten, in tegenstelling tot wat sommigen misschien denken, goede manieren thuis een belangrijke plaats innemen. Net als in andere aspecten van het gezinsleven is ook in deze kwestie het voorbeeld van de ouders van primair belang (2 Timótheüs 1:5). Kinderen te gebieden: „Doe wat ik zeg, niet wat ik doe”, is stellig niet de methode om hun manieren bij te brengen. Kinderen leren de talloze details van goede manieren niet louter door mondelinge voorschriften, maar door observatie en imitatie. „Ouders zijn niet alleen de uiteindelijke onderwijzers; zij staan ook model, want onze kinderen leren door te imiteren wat wij doen”, merkt Beverley Feldman, auteur van Kids Who Succeed, op. Wat voor manieren zien uw kinderen in u?
15. Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen van goede manieren getuigende gewoonten te ontwikkelen waar zij hun hele leven plezier van hebben?
15 „Vaders, irriteert uw kinderen niet”, luidt de bijbelse raad (Efeziërs 6:4). Het is voor kinderen irriterend en frustrerend wanneer hun gezegd wordt dat zij vriendelijk en attent moeten zijn, terwijl zij tegelijkertijd zien dat hun ouders kibbelen, roddelen, ongemanierd zijn of gemakkelijk overstuur raken. Kan het hun kwalijk worden genomen als zij precies zo handelen? Daarentegen zegt de schriftplaats verder: „Maar blijft hen in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah grootbrengen.” En hierbij zijn de elementaire beginselen van goede manieren inbegrepen, zoals beleefd „hallo”, „alstublieft”, „dank u wel” en „neem mij niet kwalijk” te zeggen, achting te tonen voor ouderen en dingen met anderen te delen (Leviticus 19:32; Romeinen 16:3-7). Deze hoedanigheden die kinderen tijdens de jeugdjaren thuis worden geleerd, zullen hun hele leven van grote waarde blijven. — Spreuken 22:6.
16. Welke inspanningen zijn noodzakelijk, met welke resultaten?
16 Zowel ouders als kinderen dienen dus als onderdeel van hun dagelijkse routine goede manieren aan de dag te leggen en hiermee niet te wachten totdat zich de een of andere speciale gelegenheid voordoet. Hierbij dienen ouders geduldig te zijn en de fouten die hun kinderen ongetwijfeld zullen maken, te verdragen. Laat hun weten hoeveel hun voortreffelijke gedrag voor u betekent en wees er snel bij hen te prijzen voor de vorderingen die zij maken. Natuurlijk vergt dit veel inspanning van uw zijde. Maar zei de Schrift niet dat kinderen godvruchtige beginselen ingescherpt moeten worden „wanneer gij in uw huis zit en wanneer gij op de weg gaat en wanneer gij neerligt en wanneer gij opstaat”? (Deuteronomium 6:7) Hierdoor wordt thuis een aangename en heilzame sfeer geschapen die er veel toe bijdraagt uw kinderen te vormen terwijl zij opgroeien tot behulpzame, zorgzame en welgemanierde volwassenen. Dan zullen zij voor u en voor hun Schepper, Jehovah God, een bron van lof en eer worden.
Een welgemanierd volk
17. Wat kan men in de Koninkrijkszalen van Jehovah’s Getuigen gewaarworden?
17 De „meer dan 1000 Getuigen” die op de bewuste septembermiddag in de stad New York buiten de City Hall bijeengekomen waren, lieten alleen maar op kleine schaal zien hoe Jehovah’s Getuigen zich normaalgesproken gedragen. Elders kwam een man voor de eerste maal in een Koninkrijkszaal en zei later: „Ik heb op één dag meer werkelijk liefdevolle personen, volslagen vreemden, ontmoet dan ik ooit ontmoet had in de kerk waarin ik ben grootgebracht.” Het resultaat? „Het was duidelijk dat ik de waarheid had gevonden”, zei hij. Deze man veranderde zijn levenswijze en zeven maanden later droeg hij zijn leven aan Jehovah op en werd gedoopt. — Vergelijk 1 Korinthiërs 14:25.
18. Hoe is de door Jehovah’s Getuigen gehanteerde maatstaf voor goede manieren van invloed op buitenstaanders?
18 De door de Getuigen op hun nationale en internationale congressen gehanteerde maatstaf voor manieren en goede omgangsvormen is een onderwerp geworden dat veel gunstige commentaren heeft ontlokt. Bij één zo’n gelegenheid kort geleden in Japan maakte een reisleider de volgende opmerking: „Bij het verlaten van de bus liet niemand van jullie na, ook de jongeren niet, ’Hartelijk bedankt’ tegen me te zeggen. Dit heeft me erg gelukkig gemaakt!” Tijdens een ander congres zei een verkeersagent die dienst had bij een nabijgelegen spoorwegstation, tegen een Getuige: „Het was een complete chaos toen bij een vorige gelegenheid 12.000 mensen bijeenkwamen in de Osaka Castle Hall.” Maar vervolgens zei hij: „Jullie zijn werkelijk ordelijke mensen, en wij zijn opgelucht. Breng alstublieft onze groeten over aan de leiding.”
19. Wat dient ieder van ons vastbesloten te zijn met betrekking tot manieren te doen?
19 Wat blijkt uit zulke commentaren? Dat Jehovah’s Getuigen als geheel zich inderdaad ’gedragen op een wijze die het goede nieuws waardig is’. Hoe staat het met ons individueel? Mogen wij allen, of wij nu jong of oud zijn, als kinderen die naar een liefdevolle vader opzien, naar onze hemelse Vader, Jehovah, opzien, opdat ons geleerd mag worden zelfs in een ongemanierde wereld een welgemanierd volk te zijn. — Deuteronomium 8:5; Spreuken 3:11, 12.
Herinnert u zich dit?
◻ Waarom behoren goede manieren noodzakelijkerwijs tot een voortreffelijk gedrag?
◻ Welke voortreffelijke manieren horen thuis op de plaats waar wij voor aanbidding bijeenkomen?
◻ Hoe kunnen er in de velddienst goede manieren aan de dag worden gelegd?
◻ Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen goede manieren aan te kweken?
◻ Welke verheven maatstaf voor manieren moeten wij proberen hoog te houden?