-
SlaanInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
Het schijnt dat de joden zich niet tot de roede bleven beperken, maar later de gesel gebruikten (Heb 11:36). Dit was een strengere straf dan het slaan met de roede, en hoewel geseling in de tijd van Jezus wettelijk geoorloofd was, berustte deze vorm van straf niet op de Wet (Mt 10:17; 23:34). In de misjna, die als een ontwikkeling van de mondelinge overlevering geldt, wordt de procedure voor de geseling als volgt beschreven:
„Zij binden zijn ene hand vast aan een pilaar rechts en zijn andere aan een pilaar links van hem, en de dienaar van de synagoge pakt hem bij zijn kleren — waarbij het er niet toe doet of ze scheuren of aan flarden worden gereten — zodat zijn borst ontbloot wordt. Achter hem wordt een steen geplaatst waarop de dienaar van de synagoge gaat staan met een dubbelgeslagen en nog eens dubbelgeslagen riem van kalfshuid in zijn hand, waarin twee [andere] riemen op en neer bewegen.
De greep van de riem is één handbreedte lang en één handbreedte breed; en het uiteinde ervan moet tot zijn navel reiken. Hij geeft hem daarmee een derde van het aantal slagen van voren en twee derde van achteren; en hij mag hem niet slaan wanneer hij staat of wanneer hij zit, maar alleen wanneer hij voorovergebogen is, want er staat geschreven: De rechter zal hem voorover doen buigen. En hij die slagen toedient, slaat met zijn ene hand uit alle macht.
. . . Als hij onder zijn hand sterft, gaat de kastijder vrijuit. Maar als hij hem één slag te veel heeft gegeven en hij sterft, moet hij wegens hem verbannen worden.
Hoeveel slagen worden iemand toegediend? Veertig minus één, want er staat geschreven: Veertig in aantal; [dat wil zeggen,] een aantal van bijna veertig.” — Makkot 3:12-14, 10; vertaald door H. Danby.
-
-
SlaanInzicht in de Schrift, Deel 2
-
-
Het woord „geselen” is een weergave van twee Griekse werkwoorden, namelijk: ma·stiʹgo·o (Mt 10:17) en ma·stiʹzo (Han 22:25). Beide zijn verwant aan maʹstix, dat in letterlijke zin betrekking kan hebben op een „geseling” (Han 22:24; Heb 11:36), maar in figuurlijke zin toegepast kan worden op een „ernstige kwaal (ziekte)”
-